Je zult het wel niet willen horen, maar ik denk dat het niet kunnen volgen van de argumentatie ook te maken heeft met het feit dat het een Engels leerboek is. Ik zie steeds weer hier op FOK dat het gebruik van Engels lesmateriaal bij studenten een goed begrip in de weg staat. Is ook nergens voor nodig bij zulke elementaire dingen, er zijn genoeg Nederlandse boeken of dictaten waarin dit soort zaken worden uitgelegd, en als die er niet zijn is het hoog tijd dat ze geschreven worden.quote:Op maandag 8 september 2014 23:27 schreef Brainstorm245 het volgende:
Er is iets wat ik niet begrijp en ik hoop hier meer duidelijkheid over te verkrijgen. De essentie van het onderstaande verhaal (wat er in de afbeeldingen staat) begrijp ik, echter begrijp ik een paar dingen niet, welke uitgebreid worden uitgelegd. Ik kan 'het' niet volgen.
Formule (2) wordt verkregen via kwadraatafsplitsing. Dat is een standaardtechniek voor het herleiden van kwadratische veeltermen die je gewoon moet leren gebruiken. Ik heb dit al heel vaak uitgelegd, als je even terugleest in dit topic vind je wel een paar linkjes naar eerdere posts van mij om je op weg te helpen.quote:Van dit plaatje begrijp ik het laatste gedeelte niet. Dat gedeelte begint bij de formule waar aan de rechterzijde (2) staat. De tekst onder de functie begrijp ik ook niet.
quote:Dit kan niet. De blauwe tekst is een samenvatting van de tekst erboven waarvan je zelf beweert dat je deze niet begrijpt, en dus volgt dat je de blauwe tekst ook niet echt begrijpt.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Van dit plaatje begrijp ik de eerste alinea niet (tot aan de blauwe tekst toe, blauwe tekst begrijp ik wel).quote:Vervolgens ik de functie/formule niet waarin breuken te zien is (onder andere met au² e.d.)
Tenslotte begrijp ik de twee functies onderaan het plaatje niet ('solution'). Ik weet wel wat er gevraagd wordt en wat er geantwoord moet worden, maar ik begrijp de functie niet, deze wordt waarschijnlijk afgeleid van de stof welke ik dan weer niet begrijp... Overigens begrijp ik de * bij de twee functies ook niet.Hier wordt een simpele substitutie x = −b/2a + u resp. x = −b/a2 − u uitgevoerd om aan te tonen dat de functiewaarden hetzelfde zijn voor elk tweetal waarden van x die symmetrisch liggen ten opzichte van −b/2a, zodat volgt dat de verticale lijn met vergelijking x = −b/2a een symmetrie-as is van de grafiek van de functie. In de tekst daaronder gaat het gewoon om het bepalen van het maximum van de functie π(Q) = 100Q − (5/2)·Q² alsmede de waarde van Q waarbij dit maximum wordt bereikt. Andere letters, zelfde principe.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Ik zal dit toch maar even voordoen met kwadraatafsplitsing, want de manier waarop het boek het doet is didactisch niet al te handig en foutgevoelig. We halen eerst even de coëfficiënt −5/2 van de kwadratische term buiten haakjes, dan hebben we
π(Q) = (−5/2)·(Q² − 40Q)
Nu gaan we kwadraatafsplitsing toepassen op de kwadratische veelterm binnen de haakjes. Daarvoor halveren we de coëfficiënt van Q en maken we gebruik van het merkwaardig product
(a − b)² = a² − 2ab + b²
om te bedenken dat (Q −20)² = Q² − 40Q + 400, zodat we dus hebben
Q² − 40Q = (Q − 20)² − 400
Voor de functie kunnen we dus schrijven
π(Q) = (−5/2)·((Q − 20)² − 400)
Nu werken we de buitenste haakjes in het functievoorschrift weer uit, en dan hebben we
π(Q) = (−5/2)·(Q − 20)² + 1000
En zie, nu kunnen we direct uit het functievoorschrift aflezen dat π(Q) een maximum van 1000 bereikt voor Q = 20. Dat komt uiteraard doordat (Q − 20)² niet negatief kan zijn, zodat de eerste term (−5/2)·(Q − 20)² niet groter kan worden dan nul omdat deze term steeds negatief is, behalve als Q = 20. En dus kan (−5/2)·(Q − 20)² + 1000 oftewel π(Q) niet groter worden dan 1000.
Kwadraatafsplitsen kan ik wel. In het voorbeeld in 2.3 wordt ook een tweedegraads polynoom gebruikt, maar dan met getallen ipv a, b en c. Echter komt het niet voor dat er een breuk e.d. ontstaat.quote:Op dinsdag 9 september 2014 00:24 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je zult het wel niet willen horen, maar ik denk dat het niet kunnen volgen van de argumentatie ook te maken heeft met het feit dat het een Engels leerboek is. Ik zie steeds weer hier op FOK dat het gebruik van Engels lesmateriaal bij studenten een goed begrip in de weg staat. Is ook nergens voor nodig bij zulke elementaire dingen, er zijn genoeg Nederlandse boeken of dictaten waarin dit soort zaken worden uitgelegd, en als die er niet zijn is het hoog tijd dat ze geschreven worden.
[..]
Formule (2) wordt verkregen via kwadraatafsplitsing. Dat is een standaardtechniek voor het herleiden van kwadratische veeltermen die je gewoon moet leren gebruiken. Ik heb dit al heel vaak uitgelegd, als je even terugleest in dit topic vind je wel een paar linkjes naar eerdere posts van mij om je op weg te helpen.
De tekst onder (2) zegt dat je deze formule eenvoudig kunt verifiëren door de haakjes weer uit te werken en gelijksoortige termen samen te nemen. De clou is dat alleen de eerste term in het rechterlid van (2) afhangt van x en dat deze eerste term een kwadraat is, vermenigvuldigd met de constante a. Aangezien een kwadraat niet negatief kan zijn volgt dat de uitdrukking een extreme waarde bereikt als x + b/2a = 0 oftewel x = −b/2a. Deze extreme waarde is een minimum voor a > 0 aangezien a(x + b/2a)² dan niet kleiner kan worden dan nul, en een maximum voor a < 0 aangezien a(x + b/2a)² dan niet groter kan worden dan nul.
[..]
Dit kan niet. De blauwe tekst is een samenvatting van de tekst erboven waarvan je zelf beweert dat je deze niet begrijpt, en dus volgt dat je de blauwe tekst ook niet echt begrijpt.
[..]
Hier wordt een simpele substitutie x = −b/2a + u resp. x = −b/a2 − u uitgevoerd om aan te tonen dat de functiewaarden hetzelfde zijn voor elk tweetal waarden van x die symmetrisch liggen ten opzichte van −b/2a, zodat volgt dat de verticale lijn met vergelijking x = −b/2a een symmetrie-as is van de grafiek van de functie. In de tekst daaronder gaat het gewoon om het bepalen van het maximum van de functie π(Q) = 100Q − (5/2)·Q² alsmede de waarde van Q waarbij dit maximum wordt bereikt. Andere letters, zelfde principe.
Ik zal dit toch maar even voordoen met kwadraatafsplitsing, want de manier waarop het boek het doet is didactisch niet al te handig en foutgevoelig. We halen eerst even de coëfficiënt −5/2 van de kwadratische term buiten haakjes, dan hebben we
π(Q) = (−5/2)·(Q² − 40Q)
Nu gaan we kwadraatafsplitsing toepassen op de kwadratische veelterm binnen de haakjes. Daarvoor halveren we de coëfficiënt van Q en maken we gebruik van het merkwaardig product
(a − b)² = a² − 2ab + b²
om te bedenken dat (Q −20)² = Q² − 40Q + 400, zodat we dus hebben
Q² − 40Q = (Q − 20)² − 400
Voor de functie kunnen we dus schrijven
π(Q) = (−5/2)·((Q − 20)² − 400)
Nu werken we de buitenste haakjes in het functievoorschrift weer uit, en dan hebben we
π(Q) = (−5/2)·(Q − 20)² + 1000
En zie, nu kunnen we direct uit het functievoorschrift aflezen dat π(Q) een maximum van 1000 bereikt voor Q = 20. Dat komt uiteraard doordat (Q − 20)² niet negatief kan zijn, zodat de eerste term (−5/2)·(Q − 20)² niet groter kan worden dan nul omdat deze term steeds negatief is, behalve als Q = 20. En dus kan (−5/2)·(Q − 20)² + 1000 oftewel π(Q) niet groter worden dan 1000.
Wat er in 2.3 staat, begrijp ik, maar er komen dan ook geen voorbeelden voor waarin zo'n kwadraatafsplitsing tevoorschijn komt met breuken en al.quote:Op dinsdag 9 september 2014 00:20 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
We gaan op zoek naar de waarde van x waarvoor de kwadratische functie f zijn minimale of maximale waarde bereikt. Hebben we een dalparabool, dus met a>0, dan hebben we een minimum; bij a<0 hebben we een bergparabool en vinden we dus een maximum.
De uitdrukking die bij (2) wordt gegeven is niets anders dan een andere wijze van opschrijven van de algemene kwadratische functie waarmee werd begonnen. Dit is niet al te moeilijk in te zien door de haakjes weer uit te werken, maar ik denk dat het in paragraaf 2.3 ook netjes staat uitgeschreven, vermoedelijk onderweg naar het afleiden van de abc- of wortelformule.
In de uitdrukking bij (2) is het gedeelte achter het minteken constant - het hangt niet af van x. Het eerste gedeelte is slechts 0 als x = -b/2a (Oh ja?) Bij deze waarde van x moet dus wel de extreme waarde van de parabool liggen.
(Als je graag grafisch denkt: de parabool wordt eigenlijk verticaal zó opgeschoven dat ze raakt aan de x-as; dan is er precies één nulpunt dat op de top van de parabool ligt.)
Dat de top van de parabool precies daar moet liggen is ook makkelijk te zien als je gaat differentiëren:
f(x) = ax2 + bx + c, dan
f'(x) = 2ax + b, en dan
f'(x) = 0, dus 2ax + b = 0, dus 2ax = -b, dus x = -b/2a.
[..]
Deze uitdrukking vertelt je dat, als je eenmaal de x-waarde van het maximum gevonden hebt, de symmetrie-as van de parabool de verticale lijn door die x-waarde is, en (logischerwijs), de functiewaarde op een afstand u links van het midden, even groot is als de functiewaarde op een afstand u rechts van het midden. Bedenk dat, nog steeds, dat midden ligt bij x = -b / 2a.
[..]
Ik ga er dan maar van uit dat je het economische gedeelte (hoe komt de formule van π tot stand) begrijpt. Dit is een kwadratische functie, namelijk π(Q) = 100Q - 5/2Q2
Als we deze in dezelfde volgorde schrijven als voorheen, dus met de hoogste machten eerst, dan wordt dat
π(Q) = -5/2Q2 + 100Q.
In deze kwadratische formule is dus a = -5/2, b = 100 en c = 0. Met de hierboven afgeleide formule berekenen we eenvoudig de positie van het maximum (want a<0), en dat is precies wat ze doen bij 'Solution'. Daarna wordt de waarde van dat maximum π*(Q) berekend met behulp van de tweede regel van je tweede scan, waar de waarde van f(x) bij de top wordt uitgeschreven als c - b2/4a.
Succes.
Ik begrijp je probleem niet zo goed. Het lijkt er eerder op dat je moeite hebt met de herleiding middels kwadraatafsplitsing van de algemene kwadratische functiequote:Op dinsdag 9 september 2014 09:22 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Kwadraatafsplitsen kan ik wel. In het voorbeeld in 2.3 wordt ook een tweedegraads polynoom gebruikt, maar dan met getallen ipv a, b en c. Echter komt het niet voor dat er een breuk e.d. ontstaat.
waar haal je opeena die 1/4 vandaan? Overigens begrijp ik de overgang van stap 3 naar 4 niet. Uitgaande dat stap 1 gewoon het opschrijven vd kwadratische functie is.quote:Op dinsdag 9 september 2014 10:02 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik begrijp je probleem niet zo goed. Het lijkt er eerder op dat je moeite hebt met de herleiding middels kwadraatafsplitsing van de algemene kwadratische functie
Je kunt trouwens in plaats van te beginnen met het buiten haakjes halen van een factor a en te schrijven
ook beginnen om een factor 1/4a buiten haakjes te halen, dan krijg je
waarvoor je weer kunt schrijven
De buitenste haakjes uitwerken geeft dan
En door bij de teller van de eerste term een factor 4a² = (2a)² buiten de haakjes te brengen hebben we dan inderdaad
Zo kan het dus ook. Begrijp je dit wel?
overgang van n/a laatste naar laatste stap begrijp ik ook niet.quote:Op dinsdag 9 september 2014 10:02 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik begrijp je probleem niet zo goed. Het lijkt er eerder op dat je moeite hebt met de herleiding middels kwadraatafsplitsing van de algemene kwadratische functie
Je kunt trouwens in plaats van te beginnen met het buiten haakjes halen van een factor a en te schrijven
ook beginnen om een factor 1/4a buiten haakjes te halen, dan krijg je
waarvoor je weer kunt schrijven
De buitenste haakjes uitwerken geeft dan
En door bij de teller van de eerste term een factor 4a² = (2a)² buiten de haakjes te brengen hebben we dan inderdaad
Zo kan het dus ook. Begrijp je dit wel?
Ik zie dat er een eenvoudig voorbeeld wordt gegeven voor het completeren van het linkerlid van een kwadratische vergelijking tot een volkomen kwadraat, waarna de pq formule wordt afgeleid die de oplossingen geeft van de vergelijkingquote:Op dinsdag 9 september 2014 09:42 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Wat er in 2.3 staat, begrijp ik, maar er komen dan ook geen voorbeelden voor waarin zo'n kwadraatafsplitsing tevoorschijn komt met breuken en al.
Dit begrijp ik niet. Sorry...quote:Op dinsdag 9 september 2014 00:20 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
We gaan op zoek naar de waarde van x waarvoor de kwadratische functie f zijn minimale of maximale waarde bereikt. Hebben we een dalparabool, dus met a>0, dan hebben we een minimum; bij a<0 hebben we een bergparabool en vinden we dus een maximum.
De uitdrukking die bij (2) wordt gegeven is niets anders dan een andere wijze van opschrijven van de algemene kwadratische functie waarmee werd begonnen. Dit is niet al te moeilijk in te zien door de haakjes weer uit te werken, maar ik denk dat het in paragraaf 2.3 ook netjes staat uitgeschreven, vermoedelijk onderweg naar het afleiden van de abc- of wortelformule.
In de uitdrukking bij (2) is het gedeelte achter het minteken constant - het hangt niet af van x. Het eerste gedeelte is slechts 0 als x = -b/2a (Oh ja?) Bij deze waarde van x moet dus wel de extreme waarde van de parabool liggen.
(Als je graag grafisch denkt: de parabool wordt eigenlijk verticaal zó opgeschoven dat ze raakt aan de x-as; dan is er precies één nulpunt dat op de top van de parabool ligt.)
Dat de top van de parabool precies daar moet liggen is ook makkelijk te zien als je gaat differentiëren:
f(x) = ax2 + bx + c, dan
f'(x) = 2ax + b, en dan
f'(x) = 0, dus 2ax + b = 0, dus 2ax = -b, dus x = -b/2a.
[..]
Deze uitdrukking vertelt je dat, als je eenmaal de x-waarde van het maximum gevonden hebt, de symmetrie-as van de parabool de verticale lijn door die x-waarde is, en (logischerwijs), de functiewaarde op een afstand u links van het midden, even groot is als de functiewaarde op een afstand u rechts van het midden. Bedenk dat, nog steeds, dat midden ligt bij x = -b / 2a.
[..]
Ik ga er dan maar van uit dat je het economische gedeelte (hoe komt de formule van π tot stand) begrijpt. Dit is een kwadratische functie, namelijk π(Q) = 100Q - 5/2Q2
Als we deze in dezelfde volgorde schrijven als voorheen, dus met de hoogste machten eerst, dan wordt dat
π(Q) = -5/2Q2 + 100Q.
In deze kwadratische formule is dus a = -5/2, b = 100 en c = 0. Met de hierboven afgeleide formule berekenen we eenvoudig de positie van het maximum (want a<0), en dat is precies wat ze doen bij 'Solution'. Daarna wordt de waarde van dat maximum π*(Q) berekend met behulp van de tweede regel van je tweede scan, waar de waarde van f(x) bij de top wordt uitgeschreven als c - b2/4a.
Succes.
Ik vermenigvuldig de veelterm ax2 + bx + c met 4a, waardoor we 4a2x2 + 4abx + 4ac krijgen. Maar dit kan ik bij een functie niet zomaar doen, omdat ik dan een andere functie zou krijgen. Daarom moet ik dit compenseren door ook weer door 4a te delen oftewel met 1/4a te vermenigvuldigen. Dit komt uiteindelijk neer op het buiten haakjes halen van een factor 1/4a.quote:Op dinsdag 9 september 2014 10:12 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
waar haal je opeena die 1/4 vandaan?
Dit is gewoon kwadraatafsplitsing. We kunnen binnen de haakjesquote:Overigens begrijp ik de overgang van stap 3 naar 4 niet. Uitgaande dat stap 1 gewoon het opschrijven vd kwadratische functie is.
Ja die post had ik al eerder bestudeerd. Ze stonden ook nog eens letterlijk in mijn boek.quote:Op dinsdag 9 september 2014 10:43 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik vermenigvuldig de veelterm ax2 + bx + c met 4a, waardoor we 4a2x2 + 4abx + 4ac krijgen. Maar dit kan ik bij een functie niet zomaar doen, omdat ik dan een andere functie zou krijgen. Daarom moet ik dit compenseren door ook weer door 4a te delen oftewel met 1/4a te vermenigvuldigen. Dit komt uiteindelijk neer op het buiten haakjes halen van een factor 1/4a.
[..]
Dit is gewoon kwadraatafsplitsing. We kunnen binnen de haakjes
4a2x2 + 4abx + 4ac
herschrijven als
(2ax)2 + 2·(2ax)·b + b2 − (b2 − 4ac)
en dit is weer te schrijven als
(2ax + b)2 − (b2 − 4ac)
Maar bestudeer nu eerst maar eens alle posts waarnaar ik hierboven link, dan moet het wel duidelijk worden.
Hierboven heb ik laten zien hoe je de algemene kwadratische functiequote:Op dinsdag 9 september 2014 10:38 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Dit begrijp ik niet. Sorry...
er staat staat dat de waarde (bij het bepalen van een maxima/minima) van x= -b/2a gelijk is aan f(-b /2a) = -(b^2 - 4ac) / 4a = c - b^2 /4a
Het vetgedrukte begrijp ik dus niet.. als ik i.p.v. x -b/2a invul, hoe komt het tot het vetgedrukte formule?
Dit is niet begrijpelijk. Beter uitleggen wat precies je probleem is. Overigens heb ik je al gezegd dat je hier beter de functie π(Q) om kunt werken met kwadraatafsplitsing in een vorm waarbij je direct kunt aflezen dat voor Q = 20 een maximum van 1000 wordt bereikt.quote:En waarin verschilt dat met -b/2a waardoor -b/2a gebruikt kan worden voor de maximalisatie van de profit bij Q (begrijp ik wel) en de maximalisatie profit bij aantal euro (die met die 100^2)... ??
Dit is geen kwestie van diepgang, je hebt kennelijk nauwelijks enig benul van elementaire schoolalgebra. Dit was vroeger allemaal stof voor de tweede klas.quote:Overigens voor alle duidelijkheid: ik snap de essentie en de bedoeling erachter en waar ik mee bezig ben.. het is meer de uitleg en de diepgang die ik niet begrijp..
Super bedankt.quote:Op dinsdag 9 september 2014 11:24 schreef Riparius het volgende:
[..]
Hierboven heb ik laten zien hoe je de algemene kwadratische functie
kunt herschrijven als
Uit deze gedaante van de algemene kwadratische functie kunnen we aflezen dat f(x) een extreme waarde bereikt bij x = −b/2a en dat deze extreme waarde een minimum is indien a > 0 en een maximum indien a < 0.
Immers, als a > 0 dan is de term a(x + b/2a)2 positief of nul, zodat een minimum wordt bereikt als (x + b/2a) nul is, en dat is het geval voor x = −b/2a. Is daarentegen a < 0 dan is de term a(x + b/2a)2 negatief of nul zodat een maximum wordt bereikt als (x + b/2a) nul is, en dat is wederom het geval voor x = −b/2a.
Vullen we nu x = −b/2a in in het herleide functievoorschrift, dan is de eerste term nul en houden we dus over
De waarde van het bereikte extremum (minimum indien a > 0, maximum indien a < 0) is dus −(b² − 4ac)/4a = −b²/4a + c. Overigens vind ik het zelf prettiger om te schrijven
waarbij
de discriminant is van de kwadratische veelterm ax² + bx + c (a ≠ 0). De discriminant bepaalt bij een kwadratische veelterm met reële coëfficiënten het aantal (verschillende) reële nulpunten van de veelterm, dat 0, 1 of 2 kan bedragen.
[..]
Dit is niet begrijpelijk. Beter uitleggen wat precies je probleem is. Overigens heb ik je al gezegd dat je hier beter de functie π(Q) om kunt werken met kwadraatafsplitsing in een vorm waarbij je direct kunt aflezen dat voor Q = 20 een maximum van 1000 wordt bereikt.
[..]
Dit is geen kwestie van diepgang, je hebt kennelijk nauwelijks enig benul van elementaire schoolalgebra. Dit was vroeger allemaal stof voor de tweede klas.
Dan begrijp je dus echt niet hoe het completeren van het kwadraat werkt.quote:Op dinsdag 9 september 2014 10:52 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Ja die post had ik al eerder bestudeerd. Ze stonden ook nog eens letterlijk in mijn boek.
Ik begrijp alleen niet waarom die -(b² - 4ac) erbij komt.. Voor de rest was het wel duidelijk ( de overgang).
Ik begrijp gewoon niet hoe die c/a opeens 4ac wordt..quote:Op dinsdag 9 september 2014 11:39 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dan begrijp je dus echt niet hoe het completeren van het kwadraat werkt.
Om te beginnen: die 4ac komt er niet bij, want die stond er al. Waar het om gaat dat is dat we
4a2x2 + 4abx
oftewel
(2ax)2 + 2·2ax·b
willen completeren tot een volkomen kwadraat, en dat kunnen we doen door hier b2 bij op te tellen. Maar ik mag niet zomaar b2 optellen in een functievoorschrift want dan zou ik een andere functie krijgen. Dus moet ik die b2 ook weer meteen aftrekken. We herschrijven dus
4a2x2 + 4abx + 4ac
oftewel
(2ax)2 + 2·2ax·b + 4ac
als
(2ax)2 + 2·2ax·b + b2 − b2 + 4ac
en nu kunnen we dit weer schrijven als
(2ax + b)2 − b2 + 4ac
oftewel
(2ax + b)2 − (b2 − 4ac)
quote:Ik vermenigvuldig de veelterm ax2 + bx + c met 4a, waardoor we 4a2x2 + 4abx + 4ac krijgen. Maar dit kan ik bij een functie niet zomaar doen, omdat ik dan een andere functie zou krijgen. Daarom moet ik dit compenseren door ook weer door 4a te delen oftewel met 1/4a te vermenigvuldigen. Dit komt uiteindelijk neer op het buiten haakjes halen van een factor 1/4a.
ja ik snap de nut er niet van? Je vermenigvuldigt met 4a? Sowieso al, waarom 4a en niet alleen met 4? Wat is de reden voor de keuze voor 4 en niet voor 2 oid? en dan inderdaad weer delen met 1/4a, maar dan bereik je toch niks? is gewoon hetzelfde functie alleen anders geschreven? ik begrijp de hele nut ervan niet.quote:
Is gewoon een herschrijving om het je gemakkelijker te maken.quote:Op dinsdag 9 september 2014 13:01 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
ja ik snap de nut er niet van? Je vermenigvuldigt met 4a? Sowieso al, waarom 4a en niet alleen met 4? Wat is de reden voor de keuze voor 4 en niet voor 2 oid? en dan inderdaad weer delen met 1/4a, maar dan bereik je toch niks? is gewoon hetzelfde functie alleen anders geschreven? ik begrijp de hele nut ervan niet.
ik stel steeds waarom vragen en denk extreem veel door, waardoor ik in mijn eigen doordenken in de war raak. ik wil alles weten.. waarom het zo is etc.
quote:Op dinsdag 9 september 2014 11:23 schreef Brainstorm245 het volgende:
Aangezien mijn les zo zal beginnen, wil ik nog even alvast (!) mijn twee laatste vragen stellen:
Stel dat een winstformule het volgende is:
(a - c)Q - (b + d)Q²
Waarom is de maximalisatie van de winst op een bepaalde Q dan :
Q = (a - c) / 2(b + d) ?
Ik zou denken dat het
Q = (-a + c) / 2(b + d) is omdat er staat -b / 2a en niet b/2a
Tenslotte:
Stel er is een supply en demand functie, waarbij ze gelijk zijn en dus een quilibruim hebben bij:
P = a - bQ = c + 2dQ
dan zou:
Q = (a - c) / (b + 2d) zijn, daar ben ik nog wel uitgekomen, maar ik weet niet hoe ik de evenwichtsprijs functie kan opstellen evenals de evenwichts winstfunctie?
Bekijk het eens andersom. Stel dat we precies bovenstaand functievoorschrift hebben en dat we hier de haakjes weer uit willen werken. Dan krijgen we dusquote:Op dinsdag 9 september 2014 12:36 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Ik begrijp gewoon niet hoe die c/a opeens 4ac wordt..
Als je mijn post over de afleiding van de abc formule met de methode van Sridhara had bestudeerd dan zou je hebben begrepen waarom we met 4a vermenigvuldigen.quote:Op dinsdag 9 september 2014 13:01 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
ja ik snap de nut er niet van? Je vermenigvuldigt met 4a? Sowieso al, waarom 4a en niet alleen met 4? Wat is de reden voor de keuze voor 4 en niet voor 2 oid?
Inderdaad, we moeten bij de herleiding van een functievoorschrift natuurlijk wel ervoor zorgen dat de functie hetzelfde blijft. Ik vermenigvuldig de veeltermquote:en dan inderdaad weer delen vermenigvuldigen met 1/4a, maar dan bereik je toch niks? is gewoon hetzelfde functie alleen anders geschreven?
Dat blijkt. Nog één keer dan. Als we een kwadratische functiequote:ik begrijp de hele nut ervan niet.
Dat 'extreem doordenken' valt nogal mee (of tegen, afhankelijk van het perspectief van de beschouwer). Ik vind dat je een en ander nog wel wat beter mag overdenken, en ook is het zaak om je vaardigheden met het uitvoeren van algebraïsche herleidingen snel op peil te brengen, anders zal dit je je hele studie blijven achtervolgen en zul je mogelijk je studie moeten staken. Laat het eens lekker doorwaaien in die grijze massa van je!quote:Ik stel steeds waarom vragen en denk extreem veel door, waardoor ik in mijn eigen doordenken in de war raak. ik wil alles weten.. waarom het zo is etc.
Ik begrijp er geen reet meer van. In mijn boek wordt er gewerkt met b/a en c/a. Ik weet dat je dat in je andere post wel had uitgelegd waarom (iets met Sdhara oid.) maar ik ben gewoon helemaal in de war...quote:Op dinsdag 9 september 2014 18:24 schreef Riparius het volgende:
[..]
Als je mijn post over de afleiding van de abc formule met de methode van Sridhara had bestudeerd dan zou je hebben begrepen waarom we met 4a vermenigvuldigen.
[..]
Inderdaad, we moeten bij de herleiding van een functievoorschrift natuurlijk wel ervoor zorgen dat de functie hetzelfde blijft. Ik vermenigvuldig de veelterm
ax² + bx + c
met 4a om zo
4a²x² + 4abx + 4ac
te krijgen oftewel
(2ax)² + 2·(2ax)·b + 4ac
zodat ik kwadraatafsplitsing kan toepassen zonder vervelende breuken en je dus krijgt
(2ax + b)² − b² + 4ac
Maar bij de herleiding van een functievoorschrift mag ik niet zomaar alles met een factor vermenigvuldigen, want dan zouden we een andere functie krijgen, en dat is niet de bedoeling. Dus moeten we die vermenigvuldiging van de termen van (ax² + bx + c) met 4a compenseren door meteen buiten de haakjes een factor 1/4a toe te voegen. En effectief komt dit neer op het buiten haakjes halen van een factor 1/4a.
[..]
Dat blijkt. Nog één keer dan. Als we een kwadratische functie
hebben, dan kunnen we hier met het 'blote oog' niet aan zien of deze functie een extreme waarde heeft, laat staan wat het maximum of het minimum is van deze functie, en voor welke waarde van x dit maximum of minimum wordt bereikt. Maar als we dit functievoorschrift omwerken naar
dan kunnen we opeens wél in één oogopslag zien dat de functie een extreme waarde bereikt bij x = −b/2a, en dat deze extreme waarde een minimum is als a > 0 maar een maximum als a < 0. Ook kunnen we direct zien dat deze extreme waarde f(−b/2a) = −D/4a bedraagt, waarbij D = b² − 4ac. De top van de parabool die de grafiek is van deze functie heeft dus de coördinaten (−b/2a, −D/4a).
Je ziet dat we nu opeens een heleboel informatie over deze kwadratische functie boven water hebben gekregen die we nooit hadden gekregen als we alleen maar stom naar het functievoorschrift
f(x) = ax² + bx + c
waren blijven staren.
Bovendien is de techiek van het kwadraatafsplitsen uitermate nuttig voor het oplossen van vierkantsvergelijkingen (en voor tal van andere zaken waar ik nu niet op in ga).
[..]
Dat 'extreem doordenken valt nogal mee (of tegen, afhankelijk van het perspectief van de beschouwer). Ik vind dat je een en ander nog wel wat beter mag overdenken, en ook is het zaak om je vaardigheden met het uitvoeren van algebraïsche herleidingen snel op peil te brengen, anders zal dit je je hele studie blijven achtervolgen en zul je mogelijk je studie moeten staken. Laat het eens lekker doorwaaien in die grijze massa van je!
Er zijn natuurlijk altijd meerdere wegen die naar Rome leiden. De methode van Sridhara voor kwadraatafsplitsing (eigenlijk: het oplossen van een vierkantsvergelijking) heeft het grote voordeel dat breuken worden vermeden bij de herleiding van de abc formule (behalve op het laatst, als we door 2a moeten delen). De andere, meer conventionele methode om de abc formule af te leiden houdt in dat we bij de vierkantsvergelijkingquote:Op dinsdag 9 september 2014 18:40 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Ik begrijp er geen reet meer van. In mijn boek wordt er gewerkt met b/a en c/a. Ik weet dat je dat in je andere post wel had uitgelegd waarom (iets met Sridhara oid.) maar ik ben gewoon helemaal in de war...
Dat begrijp ik, maar je mist ook gewoon een hoop basiskennis die je nu hard nodig zult hebben, namelijk de stof van Wiskunde B op VWO niveau.quote:Excuus nogmaals voor het verdoen van je tijd, maar de middelbare school heeft mij geen wiskunde gegeven maar een klote vak 'hoe ga je met een GR'' om, want wat ik had, was echt geen wiskunde.
Add a term to both sides for completing square --> dat stuk begrijp ik niet.quote:Op dinsdag 9 september 2014 19:27 schreef Riparius het volgende:
[..]
Er zijn natuurlijk altijd meerdere wegen die naar Rome leiden. De methode van Sridhara voor kwadraatafsplitsing (eigenlijk: het oplossen van een vierkantsvergelijking) heeft het grote voordeel dat breuken worden vermeden bij de herleiding van de abc formule (behalve op het laatst, als we door 2a moeten delen). De andere, meer conventionele methode om de abc formule af te leiden houdt in dat we bij de vierkantsvergelijking
eerst beide leden delen door a (hetgeen is toegestaan aangezien a ≠ 0) zodat we krijgen
Nu hebben we dus een vergelijking van de gedaante
met p = b/a en q = c/a.
Bestudeer deze pagina eens (print de pagina eventueel ook uit) om het verschil te zien tussen de beide methoden om middels kwadraatafsplitsing de abc formule af te leiden.
[..]
Dat begrijp ik, maar je mist ook gewoon een hoop basiskennis die je nu hard nodig zult hebben, namelijk de stof van Wiskunde B op VWO niveau.
Getallenvoorbeeldje:quote:Op dinsdag 9 september 2014 19:47 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Add a term to both sides for completing square --> dat stuk begrijp ik niet.
aha duidelijk..quote:Op dinsdag 9 september 2014 19:53 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Getallenvoorbeeldje:
x2 + 6x + 5 = 0, en we willen een kwadraat afsplitsen.
De logische kandidaat is (x + 3)2, dat wordt x2 + 6x + 9
Dat is niet helemaal hetzelfde, dus om het kwadraat compleet te maken, moeten we links en rechts een term toevoegen. In dit geval + 4:
x2 + 6x + 5 + 4 = 4
Nu staat links namelijk een kwadraat, een square.
quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:04 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
aha duidelijk..
Weet jij ook hoe je van
-b /2a +/- √(b² / 4a² - c/a) gaat naar: (-b +/- √b²- 4ac) / 2a
Die linkerterm begrijp ik met die -b/2a, wat ik niet begrijp is de Discriminant omzetten naar .... met een deling van 2a.
Ik zal de herleiding van de algemene kwadratische functiequote:Op dinsdag 9 september 2014 18:51 schreef Brainstorm245 het volgende:
Maar mij gaat het dus om die a(x + b/2a)² - Discriminant/4a. Dat wat Riparius mij dus al twee dagen probeert te verduidelijken.
Dit is het laatste stukje waar ik nog vastloop, want ik zit met die kwadraatsplitsing dat je:quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:14 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik zal de herleiding van de algemene kwadratische functie
nog een keertje voor je uitwerken, maar nu op de conventionele manier. We halen eerst een factor a buiten haakjes, dan krijgen we
Nu halveren we de coëfficiënt b/a van x, dat geeft b/2a, en hiervan nemen we het kwadraat, dat is (b/2a)² = b²/4a². Dit tellen we op bij de termen tussen haakjes, maar dan moeten we dit ook meteen weer aftrekken, anders blijft de functie niet hetzelfde. Zo hebben we dus
Nu kunnen we de eerste drie termen binnen de grote haakjes schrijven als een kwadraat, want we hebben immers
Ook kunnen we de laatste twee termen binnen de grote haakjes samennemen. Dit zijn twee breuken, die we wel eerst gelijknamig moeten maken door de teller en de noemer van de tweede breuk c/a met 4a te vermenigvuldigen, zodat we krijgen
Voor het functievoorschrift krijgen we zo
Tenslotte werken we de grote haakjes weer uit en dan hebben we inderdaad
En aangezien
de discriminant is van de kwadratische veelterm ax² + bx + c kunnen we dus ook schrijven
Nu lezen we gemakkelijk af dat deze functie voor x = −b/2a een extreme waarde
bereikt, en dat dit extremum een minimum is indien a > 0 en een maximum indien a < 0.
hoe kom je opeens aan die 2 * x * b/2a ?quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:14 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik zal de herleiding van de algemene kwadratische functie
nog een keertje voor je uitwerken, maar nu op de conventionele manier. We halen eerst een factor a buiten haakjes, dan krijgen we
Nu halveren we de coëfficiënt b/a van x, dat geeft b/2a, en hiervan nemen we het kwadraat, dat is (b/2a)² = b²/4a². Dit tellen we op bij de termen tussen haakjes, maar dan moeten we dit ook meteen weer aftrekken, anders blijft de functie niet hetzelfde. Zo hebben we dus
Nu kunnen we de eerste drie termen binnen de grote haakjes schrijven als een kwadraat, want we hebben immers
Ook kunnen we de laatste twee termen binnen de grote haakjes samennemen. Dit zijn twee breuken, die we wel eerst gelijknamig moeten maken door de teller en de noemer van de tweede breuk c/a met 4a te vermenigvuldigen, zodat we krijgen
Voor het functievoorschrift krijgen we zo
Tenslotte werken we de grote haakjes weer uit en dan hebben we inderdaad
En aangezien
de discriminant is van de kwadratische veelterm ax² + bx + c kunnen we dus ook schrijven
Nu lezen we gemakkelijk af dat deze functie voor x = −b/2a een extreme waarde
bereikt, en dat dit extremum een minimum is indien a > 0 en een maximum indien a < 0.
Overigens snap ik ook niet waaromquote:Op dinsdag 9 september 2014 20:14 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik zal de herleiding van de algemene kwadratische functie
nog een keertje voor je uitwerken, maar nu op de conventionele manier. We halen eerst een factor a buiten haakjes, dan krijgen we
Nu halveren we de coëfficiënt b/a van x, dat geeft b/2a, en hiervan nemen we het kwadraat, dat is (b/2a)² = b²/4a². Dit tellen we op bij de termen tussen haakjes, maar dan moeten we dit ook meteen weer aftrekken, anders blijft de functie niet hetzelfde. Zo hebben we dus
Nu kunnen we de eerste drie termen binnen de grote haakjes schrijven als een kwadraat, want we hebben immers
Ook kunnen we de laatste twee termen binnen de grote haakjes samennemen. Dit zijn twee breuken, die we wel eerst gelijknamig moeten maken door de teller en de noemer van de tweede breuk c/a met 4a te vermenigvuldigen, zodat we krijgen
Voor het functievoorschrift krijgen we zo
Tenslotte werken we de grote haakjes weer uit en dan hebben we inderdaad
En aangezien
de discriminant is van de kwadratische veelterm ax² + bx + c kunnen we dus ook schrijven
Nu lezen we gemakkelijk af dat deze functie voor x = −b/2a een extreme waarde
bereikt, en dat dit extremum een minimum is indien a > 0 en een maximum indien a < 0.
Bij je eerste vraag: een kwadraat is slechts nul als wat eronder staat 0 is, dus x + iets = 0, dus x = -iets.quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:34 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Overigens snap ik ook niet waarom
ze zeggen dat a(x + b/2a)² 0 is wanneer x= -b/2a ?
Tenslotte:
-(b² - 4ac)/4a hoe kan dit gelijk zijn aan : c - b² / 4a ?
Ik denk dat met de antwoorden op deze vragen (evenals mijn eerdere posts hierboven) ik wel voor de rest zelfstandig dingen kan uitpuzzelen.
4ac/4a = c. Dat wist ik, maar dan heb jequote:Op dinsdag 9 september 2014 20:40 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Bij je eerste vraag: een kwadraat is slechts nul als wat eronder staat 0 is, dus x + iets = 0, dus x = -iets.
Bij je tweede vraag: splits de breuk. eerste stuk: -b2/4a, tweede deel: 4ac/4a = c. Samen: c - b2/4a
Moet ik ook nog voor je narekenen hoeveel drie keer drie is?
Komt door de onduidelijkheid in de schrijfwijze. Met het stukje dat ik dikgedrukt heb gemaakt ben je er namelijk al.quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:46 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
4ac/4a = c. Dat wist ik, maar dan heb je
c - ( b² / 4a) en dan moet je het weer gelijknamig maken en dan krijg je :
(4ac - b²) / 4a.., weer vanaf begin af aan...
Oh dan las ik het verkeerd hahaha. Bedankt!!quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:51 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Komt door de onduidelijkheid in de schrijfwijze. Met het stukje dat ik dikgedrukt heb gemaakt ben je er namelijk al.
-(b² - 4ac)/4a = c - ( b² / 4a)
dus NIET
-(b² - 4ac)/4a = (c - b²)/4a
Evenwichtshoeveelheid functie opstellen van twee functies:quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:51 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Komt door de onduidelijkheid in de schrijfwijze. Met het stukje dat ik dikgedrukt heb gemaakt ben je er namelijk al.
-(b² - 4ac)/4a = c - ( b² / 4a)
dus NIET
-(b² - 4ac)/4a = (c - b²)/4a
Ja, maar je vergeet wel wat isnullen te noteren in de eerste paar regels.quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:57 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Is dit goed? Zo ja, hoe doe ik dit voor de prijs?
Bij het oplossen van een vergelijking kun je bij het linkerlid termen optellen of het linkerlid met een factor vermenigvuldigen, zolang je dit ook in het rechterlid doet. Maar bij het herleiden van een functievoorschrift heb je niet twee leden, maar één uitdrukking die je moet herleiden, en dan moet je dus zorgen dat die uitdrukking equivalent blijft.quote:Op dinsdag 9 september 2014 20:24 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Dit is het laatste stukje waar ik nog vastloop, want ik zit met die kwadraatsplitsing dat je:
(p/2)² doet en vervolgens deze toevoegt aan het linkerlid en c naar het rechterlid (rechts van het = teken brengt) en daarna vervolgens (p/2)² ook toevoegt aan het rechterlid zoals:
x² + 2x - 4 = 0
x² + 2x = 4
x² + 2x + (2/2)² = 4 + (2/2)²
x² + 2x + 1 = 4 + 1
(x+1)² = 5
Dat zie ik niet terug zeg maar in het vetgedrukte stap.
Door een getal bij Q in te vullen. Maar die is er dus nietquote:Op dinsdag 9 september 2014 21:06 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Ja, maar je vergeet wel wat isnullen te noteren in de eerste paar regels.
Je hebt nu de waarde van Q gevonden waarbij je evenwichtssituatie optreedt. Hoe reken je de prijs P uit bij een gegeven waarde Q ?
Jawel, die heb je net uitgerekend. Alleen is het geen getal, maar een uitdrukking in wat letters.quote:Op dinsdag 9 september 2014 21:08 schreef Brainstorm245 het volgende:
[..]
Door een getal bij Q in te vullen. Maar die is er dus niet
Dus... (a-c)/(b + 2d) invullen als Q?quote:Op dinsdag 9 september 2014 21:10 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Jawel, die heb je net uitgerekend. Alleen is het geen getal, maar een uitdrukking in wat letters.
Geen idee?quote:Op dinsdag 9 september 2014 21:10 schreef Janneke141 het volgende:
[..]
Jawel, die heb je net uitgerekend. Alleen is het geen getal, maar een uitdrukking in wat letters.
En... waar moet je die invullen? Niet waar je het in de post hieronder hebt gedaan, want die leidt slechts tot de conclusie 1 = 1.
Een waarheid als een koe, dat wel.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |