http://nl.wikipedia.org/wiki/Treinkaping_bij_De_PuntBegin
De hoofdconducteur (Chef Trein) en machinist werden onder bedreiging van een vuurwapen gesommeerd de trein te verlaten. Kort daarna mochten 40 reizigers de trein verlaten; de overige 45 reizigers werden gegijzeld. Onder hen de latere burgemeester van Utrecht Annie Brouwer-Korf, toen enkele weken zwanger. Enkele dagen voor de bestorming mocht Annie Brouwer de trein verlaten vanwege haar zwangerschap.
Tegelijkertijd begonnen vier Zuid-Molukkers met de gijzeling van een lagere school in Bovensmilde waarbij 105 kinderen en 5 onderwijzers gegijzeld werden. Met deze acties wilden ze de Nederlandse regering dwingen zich in te zetten voor een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken en bovendien eisten ze de vrijlating van 21 Zuid-Molukse gevangenen. Als voor 25 mei 14:00 uur deze eisen niet zouden worden ingewilligd zouden de trein en de school worden opgeblazen. De Nederlandse regering liet echter weten pas over het ultimatum te willen praten als alle kinderen zouden zijn vrijgelaten.
Crisisteam
De regering (het demissionaire Kabinet Den Uyl) vormde een crisisteam, waarin naast minister-president Den Uyl ook de ministers van Justitie, Van Agt, en van Binnenlandse Zaken, De Gaay Fortman, zitting hadden. Van Agt bleek voorstander van een harde aanpak, waar de anderen voorstander waren van onderhandelingen.
Voor 25 mei stonden de verkiezingen voor de Tweede Kamer gepland. Door de lijsttrekkers werd besloten de verkiezingscampagne te staken maar de verkiezingen zelf door te laten gaan. Den Uyl zei hierover: "Enkele tientallen mensen mogen ons niet afbrengen van de weg van onze eigen parlementaire democratische orde waarin de verkiezingen thuishoren."
Na het verstrijken van het ultimatum kwamen nieuwe eisen: een vrije aftocht per vliegtuig vanaf Schiphol met de 21 Zuid-Molukse gevangenen, vijf gijzelnemers en de vijf leerkrachten. Met behulp van afluisterapparatuur was men te weten gekomen dat de gegijzelden op dat moment geen gevaar liepen zodat minister Van Agt ook dat ultimatum liet verstrijken.
Bemiddelaars
Ir. J.A. Manusama, destijds president van de Zuid-Molukken, en dominee Metiarij speelden een rol als bemiddelaars tussen de kapers en de Nederlandse regering.
Als gevolg van een ziekte in de school werd besloten de kinderen vrij te laten maar de leerkrachten bleven gegijzeld. Volgens de als bemiddelaar optredende arts Frans Tutuhatunewa (later de opvolger van Manusama als president van de RMS) was er tijdens zijn bezoek aan de trein geen sprake van een slechte gezondheid bij de gegijzelden. Desondanks speelde de slechte gezondheid van de gegijzelden mee bij het besluit om de trein te bestormen.
Volgens een verslag van De Gaay Fortman: "Even voor vier uur belde ik Dries uit het Catshuis. Hij verzekerde mij dat de volgende ochtend een eind aan de gijzeling zou worden gemaakt. (...) Wat mij betreft had hij groot gelijk. De toestand in de trein was onhoudbaar, de hygiënische omstandigheden waren allerverschrikkelijkst. De mensen werden steeds meer prikkelbaar en agressief. Er waren al doden (in 1975) gevallen, er waren mensen in koelen bloede geëxecuteerd."
De aanval
Zaterdagochtend 11 juni 1977, bijna drie weken na het begin van de kaping, openden scherpschutters van de BBE, bijgestaan door mitrailleurschutters, het vuur op de trein. Zes Starfighters vlogen met oorverdovend brullende nabranders drie keer in groepjes van twee over de trein. De jongste van de piloten was de latere Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten en CDS Dick Berlijn. Na het vuur van de BBE bestormden mariniers de trein, plaatsten hun springramen en bevrijdden de passagiers. In totaal kwamen zes kapers (naast de leider Max Papilaya ook Hansina Uktolseja, Ronnie Lumalessil, George Matulessy, Minggus Rumahmory en Mateus Tuny) en twee gegijzelden (de 19-jarige Ansje Monsjou en de 40-jarige Rien van Baarsel) door kogels van de BBE om het leven. De overige treinreizigers werden bevrijd. De Zuid-Molukkers in de school gaven zich zonder verzet over. Tijdens de persconferentie na de bestorming zei Den Uyl: "Dat geweld nodig was om een einde te maken aan de gijzeling ervaren wij als een nederlaag."
Nasleep
Hoewel de dood van de twee gegijzelden het gevolg was van de treinkaping, besloot de rechter in Assen enkele maanden later de drie overlevende kapers (Marcus (Rudi) Lumalessil, Junus Ririmasse en Andreas Luhulima) alleen te veroordelen voor verboden wapenbezit en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Hiervoor kregen ze een celstraf van zes tot negen jaar.
In 2000 verscheen de documentaire Dutch Approach over dit gijzelingsdrama. Aan de documentaire werd meegewerkt door gegijzelden, gijzelnemers en andere betrokkenen. In 2009 verscheen het televisiedrama De Punt.
Op 4 juni 2012 heeft minister Hillen van Defensie aangekondigd dat de militairen die in 1977 een einde maakten aan de treinkaping bij De Punt een insigne krijgen. Er komt ook een onderscheiding voor degenen die waren betrokken bij de bevrijding van de gegijzelden in de basisschool in Bovensmilde. Dit voorstel is ingetrokken.
Op 30 november 2013 werd bekend dat het ministerie van Justitie 35 jaar een geheime nota had achtergehouden. Reeds in 1978 zou op het ministerie bekend zijn geweest dat de kapers doelbewust waren omgebracht. De zes kapers waren door in totaal 144 kogels getroffen. Minister Van Agt was hiervan volgens zeggen niet op de hoogte toen hij in 1977 de Tweede Kamer inlichtte.