quote:
Op woensdag 28 mei 2014 10:43 schreef theunderdog het volgende:Want zonder het geloven in een God verval je toch gewoon in sofisterij?
Ik bedoel, dan is er ook geen sprake van gezond verstand, of het heeft geen zin. Dit is logisch denken. Meer niet. De gelovigen in natuur-afgoden mogen altijd beargumenteren hoe een natuur ongeval, als zogenaamde "mens", eigenlijk een dier bloed en vlees, van verstand kan spreken. Het verstand functioneert doelgericht en bewust, en zo werkt de natuur niet, dus hoe is het mogelijk zonder een discontinuïteit tussen mens en natuur ?
Op zich ben ik het met je stelling eens, alleen ontbreekt er een definitie van wat je onder God verstaat. Daar bestaan heel veel verschillende ideeen over, zodat men langs elkaar heen praat.
Als je de term God ontdoet van alle cultuur- en tijdgebonden beelden, symbolen, decoraties rituelen etc. dan blijft er denk ik over het duizenden jaren oude idee dat er iets hogers is, iets transcendents, iets wat boven ons uitstijgt en waarin de zin en bedoeling van de werkelijkheid te vinden is, en waarmee we een bepaalde connectie of relatie hebben.
Met 'we' bedoelen we dan niet ons biologische lichaam maar ons bewustzijn, onze geest.
Voor een materialist/atheist is God een soort sprookjesfiguur die als pseudo-wetenschappelijke theorie moet concureren met wetenschappelijke theorieen over de fysische werkelijkheid. Hij zegt in feite: 'Kijk, hier heb je de fysische werkelijkheid, en daarin hebben we God helemaal niet nodig als hypothese. En die werkelijkheid is mechanistisch, zinloos en doelloos, dus dat geldt ook voor ons. Dat we ons eigen bestaan totaal anders ervaren is allemaal een soort illusie, want ook onze geest bestaat uiteindelijk slechts uit doelloze molekulen, atomen, quarks, supersnaartjes, quantumvacuum of waar dan ook volgens de meest recente fysische theorie de materie uit bestaat'.
Als je op dit punt de discussie begint ga je impliciet al uit van de aanname van het materialisme, namelijk dat materie de fundamentele werkelijkheid is. Je moet een stap terug. Een argument voor God (in bovengenoemde zin) is geen wetenschappelijke theorie maar een filosofische, metafysische theorie, en het stelt dat het materialisme niet klopt. Het ontkent dat materie een onafhankelijke, solide werkelijkheid is. Het stelt dat bewustzijn de ultieme werkelijkheid van het universum is, en dat materialisme een waanidee is dat ontstaat uit een verkeerde interpretatie en misbruik van de wetenschap. Wat wij materie noemen, of de fysische, empirische werkelijkheid, is de verschijning of manifestatie of product van een kosmisch, primordiaal bewustzijn.
Dit is geen exotisch idee maar de hoofdstroom in tweeeneenhalf duizend jaar filosofie, zowel in Europa als in Azie. Bijna alle grote klassieke filosofen, zoals Socrates, Plato, Aristoteles, Plotinus, Augustinus, Aquinas, Bacon, Descartes, Leibniz, Spinoza, Locke, Hume, Kant, Fichte, Hegel, Schelling, Schopenhauer zeiden dat de ultieme werkelijkheid, verborgen onder de verschijningen van de materiele wereld van tijd en ruimte, bewustzijn is.
De fout die de materialist/atheist maakt is dat men denkt dat we de werkelijkheid onderzoeken vanuit een neutraal, onafhankelijk gezichtspunt, 'buiten' de werkelijkheid, en hem zo zien zoals hij echt is. De werkelijkheid die we onderzoeken is echter altijd een waarnemer-afhankelijke, geinterpreteerde werkelijkheid, via perceptie en de taal, waarin we erover spreken. Het is de wereld ín ons bewustzijn. Met de werkelijkheid zoals die echt is hebben we geen enkel contact.
Deze visie wordt bovendien bevestigd door de moderne fysica. In tegenstelling tot wat de materialist al eeuwen belooft: dat de natuurkunde zal aantonen dat de werkelijkheid is te reduceren tot elementaire, uniforme, keiharde niet meer deelbare bouwsteentjes, blijkt de fysische werkelijkheid op het kleinste schaalniveau niet te bestaan. De QM geeft geen beschrijving van een werkelijkheid, maar bestaat alleen uit voorspellingen over onze waarnemingen. Een waarnemer-afhankelijke werkelijkheid dus.
Het is zo verleidelijk om aan te nemen dat we als een soort homunculus in onze schedel zitten en door twee raampjes naar buiten kijken naar een objectieve wereld opgebouwd uit materie, die er gewoon is, ook als er niemand zou zijn om hem waar te nemen.
Maar dit is echt onzin. De Grieken zouden zeggen: je zit in Plato's grot, de schaduwen op de wand te bestuderen.
De wereld die we ervaren en wetenschappelijk onderzoeken zit in ons (collectief) bewustzijn. Ruimte, tijd en causaliteit worden door ons bewustzijn gegenereerd om die wereld ordelijk weer te geven, zodat we er optimaal in kunnen navigeren en overleven. Alles wat we ervaren, alles wat we zien, horen, voelen, ruiken en proeven is een constructie, noem het een virtuele werkelijkheid, die op onbekende wijze in ons bewustzijn wordt gevormd, gebaseerd op informatieverwerking in het brein. En dat zijn algoritmes. Het is code. Het zouden enen en nullen kunnen zijn. Het is pure informatie. We dragen die werkelijkheid als het ware met ons mee zoals een schildpad zijn schild met zich meedraagt.
De tafel die je ziet is geen tafel. Het is zelfs geen waarneming van een tafel. Het is pure waarneming. Dat geldt ook voor alles wat er op basis van de natuurwetten met die tafel gebeurt, zoals dat hij slijt, langzaam krimpt en uitzet bij verandering van temperatuur en vochtigheid etc. Met wat er werkelijk
is, onafhankelijk van onze waarneming, hebben we geen contact.
Aangezien de empirische werkelijkheid gegenereerd wordt door ons bewustzijn, moet ons bewustzijn wel fundamenteler zijn, en zal het ook nergens in die empirische werkelijkheid te vinden zijn. Als het fundamenteler is, moet het wel een onderdeel zijn van, of afkomstig zijn uit, de ultieme werkelijkheid. Die zal dus meer overeenkomst vertonen met ons bewustzijn dan met materie. Hij zal bijvoorbeeld doelgerichtheid, creativiteit, zin en betekenis bevatten.
Zoals Plato al zei: als je iets te weten wil komen over de werkelijkheid zoals hij echt is, moet je in je eigen bewustzijn kijken, en niet naar de schaduwen op de wand.
The 'physical world' is a postulated explanatory framework which abstracts certain properties (physical properties) from our experience and thinks of them as objectively existing.