In 1908, het jaar waarin

erin slaagde een atoom te isoleren, ontving hijzelf de Nobelprijs voor de Scheikunde voor "zijn onderzoek naar het uiteenvallen van elementen en de scheikunde van radioactieve substanties". Eerder kreeg

al de Rumford Medal (1904), en vervolgens de Matteucci Medal (1913), de Copley Medal (1922) en de Faraday Medal (1930).
Als erkenning voor zijn verdiensten werd

in 1914 in Nieuw-Zeeland in de adelstand verheven en mocht zich daarna Lord

of Nelson noemen. Hij is afgebeeld op het honderd dollar-biljet van Nieuw-Zeeland met een deel van zijn laboratoriumuitrusting op de achtergrond.
Daarnaast is het chemisch element

-ium naar hem genoemd, alsmede de astroīde (1249)

-ia.
Wie is
"Ik weet namelijk zo veel, dat ik me niet schaam voor de dingen die ik niet weet."