abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_134498426
131209_134533_20131209forumheader-kerst.jpg

Na het lezen van alle 21 ingezonden verhalen, heeft de jury 10 verhalen genomineerd. Op deze verhalen kun je stemmen in het daarvoor bestemde stemtopic. Alle genomineerde verhalen kun je ook hieronder nog eens lezen.

De genomineerden zijn (in willekeurige volgorde):

Het mooiste kerstcadeau ooit
Augurken in een plakje achterham
Blote voeten
Poeha
Dat zou geestig zijn
Een kerstverhaal
Chef
Historie van vergane glorie
Spookachtige eenzaamheid
Verlichting

De jury zal na de bekendmaking van de winnaars nog een juryrapport posten voor de genomineerde verhalen.

[ Bericht 16% gewijzigd door DaMart op 20-12-2013 19:44:56 ]
pi_134498428
Het mooiste kerstcadeau ooit

Ze hadden besloten de kinderen dit jaar de dag voor kerst mee te nemen naar het bejaardenhuis waar hun oma nu al een paar jaar woonde. Het zou waarschijnlijk de laatste kerst zijn dat oma nog leefde want haar toestand ging hard achteruit. De kinderen vonden het nooit zo leuk bij oma want er was niks te doen en oma wist toch niet meer zie ze waren, maar het vooruitzicht op cadeautjes maakte dat ze die dag toch met een grote glimlach het kleine muffe kamertje binnen renden.

Oma zat zoals gewoonlijk in haar grote sta-op fauteuil voor het raam naar de vetbollen te staren waar in de week dat ze er hingen nog geen vogel bij was geweest. Frank moest altijd even slikken als hij zijn moeder zo zag zitten en zijn vrouw Marja kneep hem bemoedigend in zijn schouder.

Frank had zijn broer Theo gevraagd verkleed als kerstman de cadeaus te komen brengen. Toen ze beiden nog geen kinderen hadden en hun moeder nog goed bij was organiseerden ze met zijn drieën elk jaar een groot kerstfeest in het lokale weeshuis en het hele dorp deed dan een duit in het zakje om voor alle kinderen een grote berg cadeaus te kunnen kopen. Theo was dan altijd de kerstman.

Rond drie uur ging de bel en Max en Tina renden om het hardst naar deur, trokken deze open en stonden met grote ogen te kijken. Meestal liet de kerstman een zak vol speelgoed voor de deur staan, klopte aan en tegen de tijd dat de kinderen de deur open konden doen was hij al lang verdwenen, maar ditmaal stond hij er dan echt! Met een grote zak vrolijk ingepakte cadeaus met gekleurde strikken eromheen.

Hij bracht de zak naar het midden van het kamertje en keerde hem voorzichtig om op de grond. De kinderen begonnen gelijk de boel te sorteren en kwamen er tot hun genoegen achter dat de meeste pakjes voor hen waren en dat de grote mensen duidelijk minder kregen. Max vond een pakje met de naam van zijn oma en legde het voorzichtig bij haar op schoot. Oma staarde er wezenloos naar en Tina vroeg of ze mocht helpen met het uitpakken. Dat mocht en toen ze het papier van het fotolijstje had gehaald keek ze stiekem eerst zelf welke foto erin zat. Ze herkende geen van de kinderen die daar netjes voor het grote gebouw in drie rijen van vijf stonden geposeerd met allemaal een kerstmuts op en de berg speelgoed die voor ze uitgestald stond.

Oma kreeg de lijst van Tina en keek naar de foto van de kinderen uit het weeshuis. Haar handen stopten met beven en ze leek wat meer kleur op haar gerimpelde gezicht te krijgen. Ze keek langzaam op en er begon zich een glimlach om haar lippen te vormen. Voor het eerst in maanden leek er iets van herkenning in haar ogen te zien te zijn en zacht zei ze 'Frank? Theo? Is het alweer kerst?' de mond van Theo viel open en Frank kreeg tranen in zijn ogen.

De kinderen hadden ook door dat dit iets speciaals was en keken verbaasd naar oma en toen naar de kerstman. 'Theo?' vroeg Tina verbaasd en oom Theo knikte. Hij deed zijn baard af en keek de kinderen aan. Ze vonden het eigenlijk wel jammer dat het niet de echte kerstman was, maar hun teleurstelling was als bij toverslag verdwenen toen oma zich naar hen keerde en zei “Tina en Max, wat zijn jullie groot geworden! Kom eens dichterbij.' Max durfde niet zo goed, maar Tina bewoog zich snel naar de stoel en sloeg haar armen om haar oma heen. 'Oma!' en ze plante een dikke kus op oma's zachte wangen. Marja zag dat haar zoon het allemaal een beetje eng vond en pakte zijn hand om hem zacht, doch dwingend naar oma te dirigeren. Toen oma hem aankeek en naar hem knipoogde was ook hij over zijn angst heen en sloot oma in zijn armen.

'Mam?' fluisterde Frank terwijl hij de tranen van zijn gezicht veegde en op zijn beurt zijn moeder in zijn armen sloot. 'Wat ziet Marja er vandaag weer beeldschoon uit' begon zijn moeder en nu kreeg Marja ook een brok in haar keel en gaf haar schoonmoeder een lange kus op haar voorhoofd' als laatste knuffelde Theo zijn moeder en niemand wist eigenlijk iets te zeggen.

Maar oma had tijdelijk haar geheugen terug en begon allerlei verhalen te vertellen over het weeshuis, haar man en de eerste keer dat ze haar kleinkinderen zag. Ze vertelde honderduit en zelfs de kinderen waren hun cadeaus vergeten en zaten met open mond naar de verhalen te luisteren. De rest van de dag was als vanouds en het leek of oma nooit echt weg was geweest. Ze lachten om de streken die Theo en Frank vroeger hadden uitgehaald en deden nog een heleboel oude herinneringen op.

Om negen uur die avond was het hoog tijd weer naar huis te gaan en met pijn in het hart nam iedereen afscheid van oma. In de auto vielen de kinderen vrijwel meteen in slaap en Frank en Marja zeiden niet veel. Bij thuiskomst ging de telefoon, het was het bejaardenhuis met het nieuws dat oma helaas was overleden, maar dat ze ze vredig was ingeslapen met een grote glimlach om haar lippen. 'Rust zacht mam,' zei Frank emotioneel 'en bedankt voor het mooiste kerstcadeau ooit!'
pi_134498435
Augurken in een plakje achterham

Op Kerstavond ben ik met mijn broer en ouders bij opa en oma, omdat opa 85 jaar oud is. Ik vraag me af hoe hij als pater familias aan het einde van zijn leven terugkijkt op hetgeen hij gecreëerd heeft: vier kinderen, negen kleinkinderen en een achterkleinkind. De oude man lijkt altijd vrij gelukkig; hij eet veel en leest graag streekromans. Hij is in ieder geval opgewekter dan zijn kinderen, in tegenstelling tot hen heeft hij geen zorgen over werk of een ongelukkig huwelijk en spreekt hij niet over de multiculturele samenleving.

De broer van mijn vader is daarentegen een nors type, ontevreden met de mogelijkheden die het leven hem gegeven heeft en hoewel hij net de vijftig gepasseerd is, beseft hij dat dit alles is wat er in zit. Samen met zijn vrouw moet hij de eindjes aan elkaar vastknopen, wat in dit geval betekent dat zijn vrouw nu avonddienst heeft in een verzorgingshuis. Zijn kinderen is het weinig beter vergaan; in de kennissamenleving hebben ze het niet voor het kiezen gehad en ze hebben alle drie in het kleine thuisdorpje een huurwoning betrokken.

Op tafel staan pinda’s, borrelnootjes, toastjes met filet américain en brie, blokjes kaas, leverworst en augurken gewikkeld in een plakje achterham. Mijn broer kijkt er met weerzin naar; de rest van de familie volgt een ingewikkeld ritueel dat bepaalt wanneer het gepast is om het volgende hapje te nemen. Na dit even aangezien te hebben maakt mijn broer er een opmerking over, waardoor Lisa, een zestienjarig nichtje, als enige moet lachen. Ik whatsapp naar mijn broer: ‘Ze wil je,’ waarop hij terugstuurt: ‘Dat wist ik al.’

In de kring ontstaat een discussie over de politiek, de crisis, Europa, buitenlanders, de klimaatverandering, over alles in feite. Dat is tegen het zere been van een aangetrouwde tante, die de Happinezz leest en vindt dat we ten eerste niet mogen generaliseren en ten tweede niet zo negatief in het leven moeten staan. De broer van mijn vader wordt daarop gekrenkt in de enige zekerheid die hij heeft in het leven – dat het allemaal buiten zijn macht ligt – en de gemoederen lopen hoog op. Daarop stelt een aantal tantes en volwassen nichtjes aan elkaar voor de kopjes en schoteltjes te gaan afwassen, waarna enkele ooms besluiten op het balkon te gaan roken en ineens is de kamer halfleeg. ‘Dit is de magie van Kerst,’ mompel ik.

Ik maak van de gelegenheid gebruik om me even terug te trekken in de badkamer. Hoewel de avond niet meevalt, weet ik dat het belangrijk is voor opa en het ziet er ook naar uit dat hij het allemaal wel mooi vindt.

Terwijl ik in het medicijnenkastje van opa en oma sta te kijken, hoor ik opeens twee stemmen achter me. Ik draai me om maar zie niemand. Dan vallen me de gordijntjes op die aan de wand van de badkamer hangen, waarachter een raam zit om op opa te kunnen letten als hij aan het douchen is. Ik trek voorzichtig een hoekje van het gordijn opzij en zie mijn broer en Lisa in de slaapkamer staan.

‘Klopt het dat je bestuur doet bij je studentenvereniging?’ hoor ik haar vragen. Mijn broer bevestigt het waarop Lisa zegt dat ze over twee jaar ook in Groningen wil gaan studeren. Ze informeert naar zijn ontgroening en vraagt of het zwaar was.

‘Daar kan ik niets over vertellen,’ zegt mijn broer.

Op dat moment zegt Lisa dat ze het een hele saaie avond vindt maar dat ze blij is dat mijn broer er is, en ze slaat haar armen om hem heen. Mijn broer beantwoordt de omhelzing en geeft haar een kus op de wang. Een paar seconden lang staan ze tegen elkaar aan en knuffelen ze een beetje.

Dan kijkt Lisa mijn broer aan, geeft ze hem ook een kus en zegt: ‘Ik zie je zo weer in de woonkamer.’

Eenmaal terug bij het gezelschap is de sfeer niet veranderd, en opeens besef ik waarom opa zo vrolijk is. Het gaat er al jaren hetzelfde aan toe; een familie vindt kennelijk een manier om met elkaar om te gaan, een tergende manier weliswaar, maar er is wel een bepaalde balans. Ik stel me zo voor dat de oude man dit allemaal al lang door had – hij heeft immers alle tijd om na te denken – en dat hij binnen afzienbare tijd met een gerust hart zijn nageslacht achter kan laten.

Tevreden met deze beschouwing whatsapp ik naar mijn broer: ‘Magische avond nietwaar.’

Hij stuurt terug: ‘Ik zag je net wel kijken.’
pi_134498445
Blote voeten

‘Oliver! Joshua!’
Met grote passen haast ze zich naar plataanboom waaronder in het gras twee paar slippers zijn achtergelaten. Een kleine kangoeroe kijkt verstoord op en hopt richting de struiken naar een veiligere plek. Nog geen drie minuten nadat Jolien tegen haar jongens zei dat ze in de buurt moesten blijven, zitten ze alweer een buidelrat achterna.
Waaghals Joshua is opgeklommen tot drie meter hoog, waar hij aan een tak bungelt die er niet al te stevig uitziet. Oliver staat op de laagste tak toe te kijken.
‘Get down,’ zegt Jolien streng, terwijl ze Olivers blote enkel grijpt. Met haar andere hand veegt ze het zweet van haar voorhoofd. ‘Waarom luisteren jullie nooit? Allebei precies je vader. Joshua! Kom nú naar beneden!’
Enkele seconden later staan de jongens in het gras. Ze trekt ze mee terug naar de plek waar Jack een steak op de barbecue dichtschroeit.
Het is druk in het park, zoals elk jaar op kerstavond. Families en vrienden zoeken elkaar hier op om bij de barbecueplaatsen een ‘barbie’ te houden. Ze zijn samen met Jacks broers en hun gezinnen. Als losgeslagen Tasmaanse duivels rennen hun kinderen door het park. Jolien wil haar tweeling bij zich houden op deze dag.
‘Have some potatoe salad, sweetie,’ zegt Jack met een knipoog. ‘Made by Marcy.’
Jolien produceert een glimlach voor haar schoonzus. Ze heeft al eerder kennisgemaakt met Marcy’s dubieuze keukenkwaliteiten. Zo had ze eens bij het bakken van een appeltaart in plaats van kaneel een flinke dosis nootmuskaat door het beslag gegooid.
Marcy schept een flinke hoeveelheid op een bord. ‘Here you go, dear.’
Met een plastic vork prikt Jolien in de salade en neemt een hap. Het is of ze een hap azijn heeft genomen. Moedig slikt ze het door. ‘It’s good,’ zegt ze knikkend met een halve glimlach, waarna ze zich omdraait om te kijken waar Oliver en Joshua gebleven zijn.
Nergens te zien. Ze zucht en kan niet anders dan zich erin berusten dat haar kerst er voortaan zo uit zal zien.

Tijdens haar rugzakavontuur werd ze verliefd op het land, de natuur, de mensen, en in het bijzonder op Jack.
Het dilemma was hartverscheurend. Wat haar keuze ook zou worden, ze zou altijd mensen en plaatsen waar ze van hield achter moeten laten. Ze koos voor Australië, en leerde leven met de leegte van het gemis van haar ouders, broer, zus en vriendinnen, het gemis van Sinterklaas, Koninginnedag, boerenkoolstamppot met rookworst van de Hema.
Vijf jaar geleden kreeg ze Oliver en Joshua. De twee ventjes vulden een groot deel van de leegte die ze vanbinnen voelde, en ze besefte dat ze de juiste keuze had gemaakt.
Toch doet het pijn dat haar ouders hier niet zijn. Nog maar twee keer hebben zij hun kleinkinderen kunnen vasthouden en knuffelen. De andere keren dat ze elkaar zien, zit er altijd een beeldscherm tussen. Pas volgend jaar kunnen haar ouders weer naar Melbourne komen.
Jolien eet dapper de zure salade, ruikt de geur van verbrand vlees en voelt de zon in haar nek branden. Hier zal ze nooit dat gevoel ervaren dat ze in Nederland had rond deze dagen; dat magische aan kerst dat haar weer terugbracht naar haar kinderjaren.
Er brandt een verlangen in haar op naar een donkere huiskamer, warm en knus, terwijl buiten een snijdende noordenwind blaast. Een kerstboom met lichtjes, waar je van kunt genieten omdat het om half vijf al donker is buiten. De hele familie aan tafel. Kalkoen uit de oven. Gekibbel over onbelangrijke onderwerpen.
Jack slaat een arm om haar heen. ‘You okay, sweetie?’ Zijn adem ruikt naar bier.
Ze glimlacht en kust hem. ‘I’m fine.’
Het verlangen naar iets wat er niet meer zal zijn, schudt ze van zich af. Ze zoekt haar schoonfamilie op. Als om half elf de zon ondergaat nemen ze afscheid van elkaar.

Jolien voelt zich leeg. Ze staart met een kop koffie in haar handen uit het keukenraam. De jongens spelen in de tuin met hun nieuwe honkbalset. Jack zei dat hij iets moest doen bij zijn broer en is een uur geleden vertrokken. Kerstdag is hier minder belangrijk dan kerstavond. Ze hebben er ook maar één.
Ze rekent uit dat haar familie over twaalf uur bij elkaar aan tafel zullen zitten. Dan liggen zij hier alweer te slapen.
Ronkend rijdt een auto het pad op. Het is Marcy. Ze zwaait naar de tweeling en loopt via de keukendeur naar binnen. ‘C’mon Jo, we’re having a picknick.’
Haar opgewekte stem trekt Jolien uit haar zwaarmoedige bui. Ze verwisselt haar nachthemd voor een jurkje en roept de jongens.

Eind van de middag rijden ze weer de straat in.
‘What’s that?’ Oliver wijst naar een grote machine die in hun tuin staat. Als ze dichterbij komen zien ze dat er uit een pijp metershoog wit poeder wordt gespoten, dat hun hele tuin bedekt heeft.
Jolien stapt uit, schopt haar slippers uit en loopt met blote voeten door de poedersneeuw. Het knerpt niet, maar ze geniet van haar de ijzige kou onder haar voetzolen. Ze bukt, schept met twee handen sneeuw bijeen en gooit een sneeuwbal die onderweg half uit elkaar valt naar een verbouwereerde Joshua.
Die herpakt zich snel en neemt samen met Oliver zijn moeder te pakken.
Ze rillen van de kou als Jack de voordeur opendoet. Dan pas ziet Jolien dat alle ramen zijn afgeplakt met zwarte folie.
Marcy neemt afscheid en Jolien en de jongens gaan naar binnen.
Het schemerige huis wordt verlicht door tientallen kaarsjes en een prachtige kerstboom met honderden lichtjes. Joliens vingers tintelen door de overgang van de sneeuwkou naar de warmte binnen. Op tafel staan mokken met warme chocolademelk. Vanuit de keuken komt de geur van kalkoen uit de oven haar tegemoet.
‘Hallo, lieverd.’
De stem van Joliens moeder valt als een zachte deken over haar heen. Jolien draait zich om en omhelst eerst haar, waarna haar vader haar stevig tegen zich aan drukt.
‘Merry christmas, meisje,’ fluistert hij in haar oor.
pi_134498460
Poeha

Op het Fok!forum waande Antoon zich onaantastbaar. Met een solide reputatie als zichzelf respecterend pickup-artist had hij een klein groepje volgers op weten te bouwen die aan zijn lippen hingen als hij weer eens met een hoop voorgenomen dedain uit de doeken deed hoe je meisjes voor je kon winnen. Veelal zaken die hij uit boekjes en youtube-video’s haalde en waar hij vervolgens uren op kauwde om het zo geloofwaardig mogelijk in zijn online pua-identiteit te integreren. Hij hield van trollen en hij was er heer en meester in. Antoon genoot ervan om andere users op het verkeerde been te zetten en het kwam aan zijn kant van het scherm regelmatig voor dat hij zijn kwabbige buik met beide handen moest omklemmen terwijl de tranen over zijn wangen biggelden van het lachen.

De waarheid was wat minder verheven. Hier zat hij, in zijn veel te krappe, morsige flatje in een met schotelantennes vergeven treurwijk van Den Haag. Een dertigjarige krantenjongen die de huur maar net kon bekostigen. Meisjes kwamen hier nooit en bij gebrek daaraan had Antoon een online droomwereld rondom zichzelf opgetrokken waarin hijzelf de protagonist was op een decor met in bikini gehulde vrouwen, om hem heen dartelend om zich door zijn pickupskills te laten verleiden. Een gebrek aan fantasie was nooit zijn probleem geweest.

Het aanspreken van meisjes wel. Antoon was een pafferig, vroegkalend kereltje die zwaar geteisterd werd door acne en schuchter was. Op straat vermeed hij liever oogcontact met vrouwen, ofschoon zij hem toch al geen blik waardig gunden. Hij kwam nog het dichtst bij fysiek contact met een vrouw, als zijn moeder, die haar eigen sleutel had en soms wat boodschappen bracht, de bos woekerend haar op zijn rug bij kwam scheren. Hoe anders was hij op Fok!, waar hij zijn fantasie de vrije loop kon laten en zich met verve in de rol van alphaman stortte die maar in de trein hoefde te stappen om telefoonnummers te scoren van wulps lachende meisjes!

Er waren ook wel wat vervelende users die deze kant van hem waagden te betwijfelen en hem bruut uit zijn droom probeerden te helpen, maar rapaille bleef je houden. ‘’Niks aan te doen.’’ bromde hij, terwijl hij zuchtend zijn MacBook afsloot en zich zoals elke avond in slaap masturbeerde. Dat hielp.

Ieder jaar tegen kerst besloot Antoon zichzelf extra te verwennen en ook dit jaar was hij weer in het bezit van een uitgeholde meloen, in de koelkast wachtend om met zijn mannelijkheid gevuld te worden. Een klusje dat met behulp van een broodmes en een klein formaat lepel zorgvuldig uitgevoerd was om een diep, rond gat erin te krijgen. Hij was gek op het aangename gevoel wat de zich nauw om zijn penis sluitende meloen hem gaf. Een beetje koud in het begin, maar na een tijdje met zijn warme, kloppende lid in de opening te hebben rondgelopen door zijn flatje ging het wel en kon hij beginnen aan zijn ''daygame''.

Kerstavond van vorig jaar daagde hem voor de geest. Met alleen zijn sokken nog aan stond hij grommend met de meloen tegen het aanrechtkastje aan te bonken. Zo opgaand in zijn spel was hij dat hij zijn moeder niet binnen had horen komen. Antoon schrok er zo van dat zijn penis met een hard ploppend geluid uit de meloen schoot en zijn zaad samen met een regen aan meloenpitten in het rond sproeide. De blik in haar ogen was nog het ergst. Er lag een mengeling van walging en teleurstelling in die hij niet licht vergeten zou. Zwijgend had ze het voor hem meegenomen stoofpotje op tafel neergezet en de flat weer verlaten.

Met dit besef op hem neerdalend besloot Antoon dat het dit jaar anders zou zijn en hij scooterde richting een club in nachtelijk Den Haag. Het kostte hem al zijn bijeengeschraapte moed en een fles Euroshopper wijn die inmiddels lelijk op begon te spelen maar hij arriveerde. Als zij op Fok! in hem geloofden, waarom kon hij dat dan zelf niet? Het duurde niet lang voor hij uit zijn comfortzone durfde te stappen en onhandige dansbewegingen begon te maken terwijl hij krampachtig oogcontact probeerde te maken met een uitdagende Oosterse schone. Ze beantwoordde zijn blik en zo ontmoette hij Nguyen-Bak-Pao, een Thaise uitwisselingsstudente. Ze schuurde ritmisch tegen hem aan op de dansvloer.

Hij wilde haar vingeren, hier, in de club, en zijn hand kroop onder haar rokje, maar nog altijd lachend duwde ze deze weg. ''Come with me.'' hijgde ze zwaar in zijn oor. ''I need a little more privacy.'' Antoon, overdonderd door het geluk wat hem zojuist was overkomen, knikte slechts. Terwijl zij zijn hand nam en zich een weg baande door de dansende menigte maakte een gevoel van euforie zich meester van Antoon. Zou het dan toch eindelijk...?

Eenmaal bij de herentoiletten en na in het dichtstbijzijnde hokje gedoken te zijn, drukte zij haar mond op de zijne en probeerde Antoon wanhopig haar tongbewegingen na te bootsen voor ze zich omdraaide en haar billen tegen de dikke bobbel in zijn broek aandrukte. Antoon bestierf het. Met een ferme ruk wist hij haar rok omhoog te krijgen en trok hij haar string opzij. ''Easy, easy...'' kirde ze nog terwijl ze haar hand bevochtigde met speeksel en Antoon hielp haar verboden ingang te betreden. ‘’Die Aziaten hebben verdomd harige billen!’’ dacht hij verbaasd, een gedachte die al snel verdrongen werd door de pure, geile magie van deze kerstavond en voor het eerst in zijn miserabele bestaan voelde Antoon zich man.

Niet veel later stapte Nguyen-Bak-Pao naar buiten, hief voor de tweede keer binnen afzienbare tijd haar rokje op en begon, terwijl Antoon een verbijsterde blik wierp op haar set bungelende kerstballen, wijdbeens haar blaas te legen in het urinoir.

Antoon, nooit te beroerd om ergens de ironie van in te zien, had nog tijd zich af te vragen wie hier nu feitelijk de pickup-artist was alvorens de euroshopper wijn van eerder die avond zijn tol eiste en hij begon te braken.
pi_134498466
Dat zou geestig zijn

Ja, hoi. Scrooge is de naam. Aangenaam. Nee, natuurlijk heet ik niet echt Scrooge. Ik lijk ook niet bepaald op ´m kan ik je vertellen, met mijn blonde krullen, lange wimpers en grote tieten. Ik ben dan inderdaad ook geen man. Maar goed, mijn moeder zag de gelijkenis wel. Omdat we beiden van die zure Kerstmishaters zijn, volgens haar. En omdat ik ook zo op de centen zit. Tsja. Geef me eens ongelijk, zou ik zeggen. Een andere overeenkomst is dat ik eveneens vrij vriendloos ben. Over contacten heb ik verder niets te klagen, hoor. Ze zijn alleen niet bijster duurzaam, zoals mijn moesje graag zou zien. Wat mij betreft is dat trouwens geen enkel geen probleem, ik krijg er prima voor betaald. Anyhow, ik verwacht in ieder geval geen bezoek deze Kerstavond. Het zou natuurlijk wel geestig zijn. Ik zie het zelfs al helemaal voor me. Die dode zakenpartner met de waarschuwing slaan we wel even over, want mijn bedrijfje heb ik altijd al alleen gerund.

De geest van het verleden zou me een jaar of twintig mee terugnemen in de tijd. Kerstavond, tijd voor de mis. En natuurlijk moesten de kinderen dan optreden in een koortje, want dat was ´schattig.´ Mijn zus had de solo, zoals elk jaar, en ze zong de kerststerren van de hemel. Ik stond altijd maar een beetje verscholen achteraan, met m´n scheve bek en schorre stem. De foto moest immers niet verpest worden, en de geluidsopname voor de lokale radiozender evenmin. Een solo voor mij? Dat kwam nooit in iemand op. Na afloop was het tijd voor warme choco bij de vuurkorf. Ik bungelde er altijd maar wat alleen en eenzaam bij, als lelijk en verlegen eendje. Wekt dit al medelijden op, mijn vreselijke jeugd? Mooi. Dan kan de volgende geest komen. Die staat namelijk al te trappelen om langs te komen.

De geest van het heden. Wat zou hij me laten zien? In ieder geval geen doodziek kind, want die is er momenteel niet in mijn omgeving, geloof ik. Niet dat ik met mijn geld had kunnen helpen, overigens. Zó rijk ben ik nu ook weer niet. Nou ja, ik moet toegeven dat het toch niet slecht gaat met mijn eigen bedrijfje momenteel. Ik zie wel perspectief voor de toekomst. Maar ik dwaal af. De geest van het heden, zoals ik al zei. Mijn perfecte zus zit op de bank bij mijn ouders, haar vriend staart haar kwijlend aan. De tv veel te hard, het huis propvol met alle kerststallen, kerststollen en kerstballen. Mijn klanten zijn voor de verandering eens thuis, gezellig bij moeder de vrouw. En ik ben hier, alleen in mijn flatje. Het bevalt me prima. Ik heb een avond vrijgenomen, dat is ook weleens fijn. Voor erg veel spanning zorgt ie niet, deze geest nummer twee. Depressief word ik er ook nog niet van. Jammer. Op naar mijn laatste gast dan maar.

De geest van de toekomst komt me immers tot slot met een bezoekje vereren. Naar hem ben ik het meest benieuwd. Het liefst wel een geest die me iets verder in de toekomst laat kijken dan één jaar, zoals bij het origineel van meneer Dickens het geval is. En laat me alsjeblieft ook nog niet dood zijn zoals de echte Scrooge, want daar ben ik heus nog te jong voor. Misschien zou ik bij de laatste geest een jaar of veertig kunnen zijn, dat lijkt me reuze interessant. Hoe zou alles er over vijftien jaar uitzien? Eerst wordt er ingezoomd op mijn zus, die inmiddels al jaren getrouwd is met die nietsnut van haar. Samen hebben ze twee, of nee wacht, drie, snoezige dochtertjes met strikjes in hun haar geproduceerd. Op Kerstavond kijken ze nog steeds knus met zijn allen All You Need Is Love, want dat is traditie. Dat programma bestaat blijkbaar nog steeds, al is Robert den Brink haast ouder dan Santa himself. Daarna hebben die kutkoters allemaal een solo in de kerstnachtdienst. Zij wel. Vervolgens zie ik mijn ouders, die in het bejaardenhuis zitten en elkaars hand stevig vasthouden. Zo zoet en ontroerend. Snif. En dan komt het grote slotstuk: het beeld verschuift naar mij. Ik heb nog steeds hetzelfde kleine appartementje als nu. Al mijn geld zal wel door één of ander ongeluk verdampt zijn. Mijn gezicht is gerimpeld en ik heb een bittere trek om mijn mond, omdat ik zo´n zuurlap was en ben. Zelfs botox kon daar niets tegen doen. Mijn tieten? Die hangen, natuurlijk. Mijn bedrijfje kan ik dus ook wel op mijn buik schijven, want er is geen man die voor zo´n vrouw betaalt. Ik zit daar, kortom, in mijn eentje, zwaar ongelukkig te zijn.

Vervolgens is het hoog tijd om tot inkeer te komen. Kerst is geweldig! Mijn familie is fantastisch! Geld is onbelangrijk! Ik moet het uitgeven! De armen helpen! Secretaresse of museumvrijwilligster worden! Gelukkig maar, dat zoiets in werkelijkheid nooit zal gebeuren. Want als er iets is wat deze Scrooge echt humbug vindt, dan is wel het idee dat Kerstmis speciaal is en alles mogelijk is. Bah, bah, bah.

Wat is dat voor rare windvlaag die nu door mijn kamer raast, trouwens?

Nee, geintje jongens. Zoiets gaat dus echt niet. Zelfs niet met Kerst.
pi_134498475
Een kerstverhaal

Maaike is acht maanden zwanger, en dat vindt ze grondig kut. Het is niet dat ze het niet leuk vindt om een kind te krijgen, ze kijkt er zeker naar uit. Maar het zwanger zijn is ze volledig beu. De vreetbuien, de labiele emoties, maar vooral die pens. Die dikke, vette buik die ze overal mee heen moet slepen. In van die lelijke broeken die tijdens de zwangerschap langzaam meerekken totdat ze een enorme omvang hebben bereikt. Telkens als ze een glimp van haar bolle verschijning opvangt, wordt ze weer depressief.

Daar komt nog bovenop dat ze een verhaal moet schrijven. Nou ja, 'moeten' is een groot woord. Ze moet het van haarzelf. Op internet kwam ze laatst een schrijfwedstrijd tegen. De opdracht: schrijf een kerstverhaal met als thema de magie van de kerst. Aangezien ze al tientallen keren is begonnen met haar schrijfcarrière, maar nooit verder is gekomen dan een flinke writer's block, heeft ze besloten zich nu eens te dwingen om een verhaal te schrijven.

Momenteel is ze de wanhoop nabij. Het verhaal moet op kerstdag ingeleverd worden, morgen dus, en het ontbreekt haar volledig aan inspiratie. Ze heeft wel ideeën, maar het zijn vreselijk slechte ideeën. Een sneeuwman die tot leven komt, sneeuw die valt op kerstmorgen, zulke afgezaagde dingen. Of nog erger. Een familie met problemen, die op kerst door een onwaarschijnlijke gebeurtenis weer vrede vindt. Zo'n mierzoet verhaal ga ik echt niet schrijven, denkt ze. Alsof ik met kerst niet al genoeg zoete zooi binnenkrijg.

Onvrijwillig moet ze lachen om haar grapje, een lach die ze snel probeert te onderdrukken. Het komt eruit als een spastische snuif. Een man verderop kijkt haar even aan. Daar zit ze dan, zonder ideeën maar mét een vette pens en nu ook een rode kop. Snel duikt ze terug achter het scherm van haar laptop. Het verhaal wil nog steeds niet komen en ze besluit te vertrekken. Terwijl ze opstaat krijgt ze een scherpe steek in haar zij. Ze ploft terug in de zetel. De man kijkt haar weer aan. Een nieuwe steek volgt, nog erger dan de vorige. Ze weet nog net om hulp te roepen, voordat alles haar zwart voor de ogen wordt.

Ze wordt wakker in een ziekenhuis. Naast haar staat een dokter met een bezorgde blik in zijn ogen. Hoewel ze het al doorheeft, vraagt ze hem toch wat er aan de hand is. De dokter geeft haar het slechte nieuws: het gaat slecht met de baby, de kans is klein dat de vrucht de volgende dag haalt. Maaike begint te huilen. Ze begint te huilen, te schreeuwen, te smeken, te schelden. Zelfs lang nadat de dokter haar kamer heeft verlaten, tiert ze nog door.

Maar dan hoort ze tussen haar snikken door een kinderstemmetje. Ietwat confuus kijkt ze rond. Heeft ze dat nou goed gehoord? Dan hoort ze het opnieuw: “Mamma”. Ze kijkt naar het voeteneind van haar bed. Niemand te zien. Ook in de rest van de kamer is niemand te zien. Opnieuw hoort ze het, deze keer nog duidelijker: “Mamma, ik ben het.” Kwaad over de perverse grap vraagt Maaike waar het kind zich verstopt heeft. “Ik zit in je buik, mamma.” En inderdaad, het stemmetje komt uit haar buik. Verbaasd begint Maaike te stamelen. “Ik wilde gewoon één kerst bij je zijn”, zegt het kind: “Eigenlijk mag ik dit helemaal niet, maar ik wilde zo graag één kerst samen met jou vieren.” Maaike begint weer te huilen, een zoete mengeling van verbazing en geluk. Het kind vertelt verder: “Ongeboren kinderen staan dankzij onze perfecte onschuldigheid nog in verbinding met God, de oerbron of hoe je het ook wilt noemen. Zo weten wij alles. Ik weet dat je moeite hebt met het schrijven van een verhaal, mamma. Ik wil je daarmee graag helpen en zal je een verhaal vertellen.”

Het kind spreekt van draken, van monsters en van geesten. Het vertelt over verlies en vreugde, over lijden en leven. Het vertelt over de jonge prins die de dood van zijn vader wreekt op zijn boze stiefmoeder, niet door geweld of door sluwheid, maar door liefde, goedheid en een sprankje kerstmagie. Naarmate het verhaal vordert, wordt het stemmetje van het kind steeds zwakker. Als het verhaal afgelopen is, zegt het kind: “Mamma, ik zal het niet veel langer volhouden.” Maaike smeekt het kind om niet te sterven, ze vraagt of het in z'n alwetendheid geen manier kent om het sterven te voorkomen. “Nee,” zegt het kind: “Zo'n manier is er niet.” Wat zal er dan met hem gebeuren, vraagt Maaike. “Dat weet ik niet. Ik had eigenlijk niet met je mogen praten, ik zal daarvoor ook gestraft worden. Maar dat is niet erg. Zoals de liefdevolle prins zijn gemene stiefmoeder overwon, zal het ervaren van jouw liefde alles wat me te wachten staat overwinnen. En ik hoop dat mijn liefde voor jouw al je verdriet zal overwinnen.”

De klok slaat twaalf. Maaike toont een vermoeide glimlach. “Ik houd van je, kleine”. “Ik houd ook van jou, mamma. Prettig kerstfeest.”
pi_134498479
Chef

Wat een ellende, die jaarlijkse kerstborrel op de zaak. Zoals altijd had zijn vrouw hem bij de voordeur moed ingesproken en vervolgens met zachte hand richting auto gedirigeerd. En zoals ieder jaar had hij ook nu weer een minuut of twintig wezenloos voor zich uit zitten staren op de parkeerplaats. Duizend keer liever een wortelkanaalbehandeling. Of een rectaal onderzoek. Daar kon je misschien medisch gezien nog enig nut in ontdekken. Maar dit soort bijeenkomsten vond hij volstrekt zinloos. Dan konden ze op die managementcursussen nog zo hard roepen dat het vooral ging om natuurlijk overwicht en effectief leiderschap en dat het respect dan vanzelf kwam, maar hij was van mening dat respect afgedwongen moest worden. En dat deed je niet door in de bedrijfskantine toe te kijken hoe je personeel zich te buiten ging aan goedkope wijn uit kartonnen pakken en bittergarnituurtjes van de groothandel (budgettair had hij het evenement namelijk wel strak neergezet, zodat het niet uit de klauwen zou lopen). Nee, dat deed je door hard, rechtlijnig en consequent op te treden. En dus niet door krampachtig mee te grinniken bij iedere flauwe opmerking van Wim van Debiteurenbeheer.

Je kon maar beter niet te zichtbaar zijn, zodat je een soort mythische figuur werd voor je werknemers. Leiding geven met een menselijk gezicht, waarom zou je? Zodat ze je zwaktes konden zien en daar genadeloos op in konden hakken? Hou toch op. Ze moesten wegstuiven bij het koffieapparaat als je kordaat de gang op kwam marcheren. Als de dood om hun baan te verliezen, iedere dag weer, daar werden mensen productief van. Het Amerikaanse model zeg maar, daar was hij een groot voorstander van. Dat iemand ’s ochtends niet wist of hij ’s avonds nog werk zou hebben. Precies die spanning bracht mensen naar grote hoogten.

Met een diepe zucht duwde hij de deur van de kantine open en schuifelde naar binnen. Als hij zich nou zo veel mogelijk afzijdig hield kwam hij er misschien zonder al te veel gedoe vanaf. Niemand die er wat van kon zeggen, want hij had toch zeker zijn gezicht laten zien, of niet dan? Hij liet zijn ogen door de zaal glijden. Daar werd woest gedanst op keihard dreunende muziek, met bewegingen waar een groot deel van de aanwezigen zeker twintig jaar te oud voor was. Hij zag Danielle, het meisje van de catering. Ze had zich speciaal voor de gelegenheid uitgedost in een spannend kerstpakje. Was het zijn verbeelding of knipoogde ze naar hem? Ze leek in ieder geval de enige te zijn die zijn aanwezigheid opmerkte en dat streelde hem. De rest moest het maar bekijken. Dit waren dan, volgens zijn persoonlijke coach, “zijn mensen”. Het waren stuk voor stuk vreemden voor hem. En daar voelde hij zich prima bij. Hij had geen talent voor menselijk contact, maar hij was dan ook gezegend met andere kwaliteiten. Anders was hij echt niet zover gekomen in het leven.

“Kijk eens chef, een lekker sappie”. Danielle. Wat zag ze er weer stralend uit, die meid. Asblond haar, lichtroze lippenstift. Lekker ordinair, daar hield hij wel van. En haar tepels leken wel twee vrolijke rendierneusjes die door de strakke rode stof probeerden te dringen. Hij nam het plastic bekertje appelsap van haar aan. Dat had hij via zijn secretaresse geregeld, dat er appelsap zou zijn. Alcohol dronk hij niet, bang als hij was om de controle te verliezen. Maar niets drinken was ook geen optie. Trouwens, met een beker in zijn handen was het een stuk makkelijker om zich een houding te geven.

Daar ging hij weer. Stond hij toch weer het onzekere mannetje uit te hangen. Wie was hier nou godverdomme de baas? Hij toch zeker? Hij kon iedereen hier maken en breken. Als een god regeerde hij over hun levens. Opslag, promotie, ontslag, overplaatsing: alles wat hier gebeurde was het directe gevolg van zijn beslissingen. En ze gingen het redden, let maar op. De crisis die de hele branche momenteel lamlegde zou geen grip krijgen op zijn toko. Die appelsap smaakte vreemd trouwens. Welke onbenul had die inferieure troep op rekening van de zaak aangeschaft?

(…)

Hij moest even in slaap zijn gevallen, want nu zat hij ineens op zijn knieën midden op de dansvloer. Volkomen gedesoriënteerd voelde hij aan een warme natte plek rond de gulp van zijn pantalon. Hee, daar was Danielle weer. Ze dook opeens op in de dichte mist die zijn blikveld vertroebelde. In de deuropening naar de gang wenkte ze hem met haar genagellakte vinger. Zie je nou wel! Ze wilde hem, hij zag het aan de ondeugende twinkeling in haar zwaar opgemaakte ogen. Een kerstwonder, dacht hij grimmig. Toch goed dat hij gekomen was vanavond. Hij klauwde zich een weg door de menigte die luid lachend uiteenweek. Sommigen gaven hem een duwende beweging mee richting deur. Hij ving wat verdwaalde woorden op. “Klootzak”, “appelsap”, “slavendrijver”, hij kon er geen logica in ontdekken. Geroezemoes over “GHB”, waarschijnlijk de lokale voetbalclub. Hij struikelde hulpeloos over een uitgestoken been. Het volgende ogenblik werd hij alweer overeind geholpen door onbekende handen. Hij strompelde verder. Het leek wel of hij die verdomde deur nooit zou bereiken, terwijl het toch voelde of hij van een steile berg naar beneden rende. Eindelijk viel hij door de tochtdeuren heen en keek verwilderd om zich heen. “Hier chef!”. Danielle, zwoel heupwiegend op de pompende bas die nog vaag hoorbaar was op de achtergrond. Hij trok zijn riem los. Niets stond hem nog in de weg. Hij kon het bijna niet geloven. Hij ging haar nemen. De maretak moest ze er zelf maar bij verzinnen. Met gulzig grijpende handen stortte hij zich zwaar hijgend op haar.

“Blijf van me af viespeuk” krijslachte Danielle schel. Om hem heen zag hij een magische wolk van oplichtende mobiele telefoons. Nog voor de avond voorbij was zou hij op Youtube en Facebook aan de digitale schandpaal worden genageld. Hier eindigde het dus. Ontmaskerd door zijn eigen mensen, half ontkleed op de vloer. Het werd donker voor zijn ogen.
pi_134498487
Historie van vergane glorie

In mijn jeugd ging ik naar een Rooms-katholieke basisschool. Pasen, Hemelvaart maar vooral het kerstfeest waren dus vaste prik. Dat begon nog voor de goedheiligman het land uit was met de zogenaamde adventvieringen en eindigde vier weken later, op kerstavond. We wandelden dan met een grote groep door de snijdende kou achter Caspar, Melchior en Balthasar aan (doordeweeks beter bekend als meneer Bernhard, Twan en Arno) vanaf school naar de plaatselijke kerk.

Als we daar onder leiding van deze drie koningen aan waren gekomen, werden verhalen verteld over Jozef en Maria zoals geschreven in Lucas 2. Hoe zij van Nazareth naar hun geboortestad Bethlehem gingen om zich in te laten schrijven, de volle herberg en de alom bekende stal. Daar beviel de onbevlekt ontvangen Maria van het wurmpje Jezus. Onze redder was geboren!

Dat deze baby tot grote dingen in staat was stond al direct vast, dat het allemaal niet zo leuk met hem eindigde nemen we dan maar even voor lief. Dat is meer iets voor de paasverhalenschrijfwedstrijd, die overigens niet bestaat, maar dat is ook niet erg vreemd als je dit woord eens uit probeert te spreken. Hoe dan ook: laat de bel, laat de trom, laat de beltrom hóóóren, Christus is geboren.

Zwanger worden van een geest en een engel als geboortekaartje, als dit niet een goede tweeduizend jaar geleden al gebeurd zou zijn hadden de Grimmetjes of Andersen het later wel verzonnen. Toch is dit niet de ware magie van kerst. ‘Is dit dan nog niet genoeg, wat is het in hemelsnaam dan wel?’ hoor ik jullie denken. Het spijt me dat ik degene ben die jullie dit mede moet delen, maar de ware magie van kerst is natuurlijk gewoon de commercie.

Hier volgt even een complex stukje. Vroeger, heel vroeger, waren er –nota bene Nederlandse- kolonisten. Zij namen ons paradepaardje Sinterklaas mee naar Amerika. Omdat Sinterklaas voor hen nog moeilijker uit te spreken is als paasverhalenschrijfwedstrijd voor ons, werd dit verbasterd tot Santa Claus. Hij zag er toen nog uit als onze eigen kindervriend. Daar kwamen pas in de dertiger jaren van de vorige eeuw verandering in, door de keizer van de reclame Coca Cola. En zo werd de kerstman geboren uit een door de Coca Cola ingehuurde geestelijk vader. Even voor de duidelijkheid: haal deze twee types niet door de war. Jezus is door een geest verwékt, de kerstman uit een geest gebóren. Allemaal weer op een rijtje? Mooi, dan kunnen we verder.

Een groot man kan namelijk, wat Verene Shepherd ook beweerd, niet zonder hulp. De kerstman kreeg hiervoor zo’n tien jaar na zijn eigen schepping Rudolph The Red Nosed Reindeer. Dus als je vader tijdens het kerstdiner weer aan komt zetten met zo’n afgrijselijke gebreide trui van een rendier met een rood LED-lichtje als neus, je moet bij ene Robert May zijn. Verzin er een slee bij en je hebt kerstmis zoals het nu wordt gevierd.

De kerstman heeft zijn imperium door de jaren heen dus flink uitgebreid, van veredelde Sinterklaas tot waar we nu zijn. Liggen de eerste pepernoten zo halverwege augustus alweer in de schappen, zo zijn de kerstballen rond oktober van de partij. Kerstverlichting de boom in, helder verlichte etages, extra koopavonden en de prijs van een schaaltje gourmetvlees wordt verviervoudigd. De magie van kerst is allang niet meer de geboorte van kindeke Jezus en we doen er allemaal vrolijk aan mee.

De magie van kerst is jezelf volproppen tot het er bijna weer uitkomt en dan nog een toetje eten, de goede voornemens komen de week erop pas toch? Het is stiekem Mariah Carey meezingen of juist keihard Wham! na een wijntje te veel. Het is de verplichte bezoekjes aan de schoonfamilie, de kerstspecial van All you need is love. Jezelf afvragen hoe Kevins ouders hem zelfs de zeventiende keer weer kunnen vergeten waardoor hij met kerst Home Alone is. Kerst is 24 december één minuut voor sluitingstijd de laatste, lelijkste, kerstboom bij de Intratuin vandaan plukken en hem op de fiets mee naar huis sleuren (om hem vervolgens de 27e weer gauw buiten te gooien). Kerst is Giel ‘Fucking hell, Nederland bedankt!’ Beelen en kitscherige beeldjes van sneeuwpoppen, want die witte kerst om er zelf eentje te maken komt maar niet.

We kunnen dus wel concluderen dat ergens de afgelopen jaren iets drastisch veranderd is. Of het nu echt zo erg is, is een tweede. De hele wereld wordt nu eenmaal commerciëler en hoewel het geloof weer wat in opkomst is, is het niet te vergelijken met de populariteit van de kerk zestig jaar geleden. Het is voor veel mensen de enige keer in het jaar dat ze in de kerk komen, maar toch wordt de echte kerstmís nog goed bezocht.

Terug naar hoe het was gaat niet meer, kerst wordt gevierd zoals het past in het huidige wereldbeeld. Dus staat er ook hier een spar met versiering waar Roy Donders jaloers op zou zijn in de huiskamer, gaat er een extra kaarsje aan en wordt er wat meer tijd geïnvesteerd in een lekkere maaltijd. Geniet van de tijd met familie en vrienden nu iedereen zo’n druk en gehaast leven leidt. Leg je telefoon eens weg (natuurlijk nadat je al je contacten fijne feestdagen hebt ‘geappt’) en voer een echt gesprek. Of is dat nog idealistischer dan kerst biddend voor een kerststalletje doorbrengen?
  Moderator vrijdag 20 december 2013 @ 19:31:46 #10
42184 crew  DaMart
pi_134498504
Spookachtige eenzaamheid

Kerstavond helemaal alleen, voor het eerst in mijn leven. Het overkomt je als vrijgezel, wanneer je ouders besluiten op wereldreis te gaan voor een jaar. Ik zit alleen in mijn studentenhuis. Vrienden zijn allemaal naar hun eigen families toe. En ook mijn huisgenoten zijn er niet. Ik heb besloten wat achterstallige studieprojecten te doen. Maar het wil er niet echt van komen. Ik zit wat te lummelen achter mijn computer met achter me de televisie. Dit wordt de vervelendste kerst ooit. Op die keer dat ik mijn been gebroken heb na dan.

Ineens gaat de bel. Wie zou dat kunnen zijn? Ik loop naar de voordeur en doe open. Er staat een jongedame. Ze is dik ingepakt, Boven haar jas en das zie ik een pluk blond haar. Ook is ze brildragend.
“Hallo, voor wie kom je?” vraag ik.
“Ik ben Annelies, ik heb hier vroeger gewoond. Ik kom weer eens langs.”
“Je treft het niet. Iedereen is weg zo op kerstavond.”
“Jij bent er toch?” lacht ze.
Daar zit wat in. Ik kan haar ook niet in de kou laten staan. Ze lijkt gezellig en ziet er ook niet onbetrouwbaar uit en ik kan wel wat gezelschap gebruiken.
"Wil je anders een kop koffie?" vraag ik.
"Ja, graag!"
"Kom dan maar mee naar mijn kamer."
Ik neem haar mee de trap op naar mijn kamer. Ik loop naar mijn koffiezetapparaat en in een mum van tijd heb ik twee kopjes gezet. Annelies heeft haar jas uitgedaan. Daardoor zie ik haar goed. Ze is vrij stevig gebouwd, heeft blonde lange haren en bolle wangen die blozen van de kou. Ze draagt een bril met een dun metalen montuur. Ze mag wel eens een nieuwe kopen want dit model is al jaren uit de mode. Achter haar brillenglazen kijken een paar mooie ogen. NU haar das weg is zie ik dat er in haar onderlip een piercingknopje prijkt. Dat is wel een prikkelende toevoeging aan haar verder vrij brave uiterlijk. Ze is geen babe maar toch ook niet afstotelijk. Ze heeft wel wat.

Samen nemen we plaats voor de televisie, met ieder een kop koffie. We praten wat over studie. Ze heeft geneeskunde gestudeerd. Ze is best gezellig als je even met haar praat. Ook kijken we naar een spelshow op televisie.
“Mag ik tegen je aan zitten” vraagt ze ineens.
Gedurfde vraag. Maar het antwoord is ja. Haar stevige lichaam leunt tegen me aan. Ik leg mijn hand op de hare. Maar die is erg koud. Dat komt natuurlijk door het weer. Terwijl we tegen elkaar aan zitten kijken we verder televisie. Dit gaat een droomkerst worden. Langzaam sukkel ik in slaap.

Ineens schrik ik wakker van mijn televisie. Ik ben weer alleen. Annelies is weg. Ik roep maar ze reageert niet. Het hele huis loop ik door, ik kijk in iedere kamer, maar ze lijkt in rook opgegaan. Wie is die Annelies? Waarom kwam ze hier? Waar is ze gebleven? Op internet probeer ik via Facebook haar te achterhalen maar ze is onvindbaar. De hele lange kerstdagen denk ik aan haar. Ik heb haar nog geen half uur gezien maar ben stapelverliefd. Maar ik zal haar vinden. Is het niet tijdens deze eenzame kerst, dan wel op een later moment.

De dag na tweede kerstdag is het mijn huisgenoot Anton die het eerst van zijn ouderlijk huis terugkeert. Hij woont er al het langst van het hele huis dus hij zal meer weten.
"Zeg Anton, ken jij een meisje dat Annelies heet dat hier heeft gewoond?"
"Annelies? Ja, die woonde hier tot een paar maanden voordat ik er kwam. Een triest verhaal. Het bleek een heel eenzaam meisje geweest te zijn. Ze had geen vrienden of familie. En de huisgenoten van toen keken ook niet naar haar om. Uit eenzaamheid pleegde ze zelfmoord. Op kerstavond nog wel. Toen bleek het haar teveel geworden te zijn."
“Hoe zag ze er ongeveer uit?”
“In de CMS van de huiswebsite moet wel een oude foto staan.”
Anton pakt zijn smartphone en surft naar een pagina waar hij inlogt. Dan laat hij mij een foto zien. Ik trek wit weg wanneer ik zie dat het precies dat meisje is dat op kerstavond naast me zat.
“Dus nu is ze dood?”
"Ja, eigenlijk ben jij sindsdien de eerste hier die zo wanhopig is geweest om op kerstavond in een leeg studentenhuis te gaan zitten. Maar, hoe kom je er eigenlijk op haar?"
"Oh, niets. Ik hoorde er wat over van een studiegenoot die haar gekend heeft."
Met een gevoel dat ik nooit eerder had loop ik terug naar mijn kamer. Niemand zal geloven dat ik op magische wijze een spook ontmoet heb. En door mijn aanwezigheid op kerstavond heb ik het opgelost. Ik heb de vurige wens van Annelies in vervulling doen gaan.
  Moderator vrijdag 20 december 2013 @ 19:31:58 #11
42184 crew  DaMart
pi_134498507
Verlichting

“Proost! Op ons, op een paar mooie feestdagen, en op onze weer schitterend versierde straat!” riep Willem, terwijl hij zijn zoveelste flesje bier in de lucht stak. Zijn buren vielen hem bij met “Cheers!”, “Op onze gezondheid”, of simpelweg met een glimlach. Het was traditie in de straat om op Kerstavond met z’n allen bij elkaar te komen. Ieder jaar bij Willem, die er al het langst woonde. Hij was ook de fanatiekste versierder. Wat betreft het huis dan.

En de straat was ook echt weer schitterend versierd. Meerdere kerstmannen in tuinen en op daken, duizenden lichtjes langs de dakgoten en in bomen, nepsneeuw op de grasvelden en brievenbussen, met z’n allen hadden ze er alles aan gedaan om de kerstsfeer er lekker in te krijgen. Er was zelfs een tuin met meer dan zeven verlichte rendieren dit jaar. Dat kon natuurlijk helemaal niet, maar meer dan één kerstman eigenlijk ook niet. Dat kon ze niets schelen, ze vonden het er gewoon prachtig uitzien.

“Maar toch,” reageerde Sonja op de mooie woorden van haar buurman, “heel jammer dat die nieuwe niet meedoet.” “Ja, zo ziet het er toch raar uit, één onversierd huis in de straat”, viel haar man Henk bij. Hans, die zijn achtste flesje bier net achterover tikte, werd er boos van: “Belachelijk! Hij kan zich toch gewoon aanpassen? Hij heeft niet eens gereageerd op de nieuwsbrief die we ieder jaar hebben. Zulke asociale types, daar hou ik niet van!”

Er was dat jaar een nieuwe bewoner in de straat gekomen, ene David. Alleenstaand, maandag tot en met vrijdag van 7 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds van huis, zaterdag ook heel de dag weg, en op zondag vertoonde hij zich ook nooit buiten. De buren wisten niets meer dan zijn naam. Ja, hij zal wel gewoon aan het werk zijn doordeweeks, op zaterdag iets van een sociaal leven hebben, en verder niets. Zo simpel kan het zijn, toch? Maar in deze sociale en gezellige straat vol mensenmensen was hij voor zijn buren een buitenbeentje.

“Weet je wat we zouden moeten doen?”, vervolgde Hans. “Nu naar hem toe gaan met z’n allen, en op de man af vragen wat zijn probleem nou eigenlijk is. Anders rot hij maar lekker op. Toch?” “Nou, Hans, ik weet niet of dat...”, begon Willem, maar de rest viel Hans al bij: “Ja, goed plan!” zei Sonja, en Henk en de anderen zetten hun halflege glazen al op tafel om naar buiten te gaan. Willem wist dat hij nu kansloos was. Hij kon dan wel het langst in de straat wonen, maar kende zijn buren goed genoeg om te weten dat ze nu echt naar David toe zouden gaan.

“We zijn de fakkels en hooivorken vergeten”, grapte Henk buiten. Sonja moest er hard om lachen, maar voor Hans was het alleen maar olie op het vuur: “Inderdaad zeg, dat hadden we moeten meenemen. Maar als het echt moet trek ik wel een kinderkopje uit z’n oprit, dan stenig ik hem wel!” “Doe nou rustig, Hans,” zei Willem, “laten we de kerstgedachte niet uit het hoofd verliezen.” Maar Hans was al bij de voordeur, waar een vaag licht achter leek te schijnen, en klopte drie keer achter elkaar hard aan.

Een paar seconden later deed David de deur open, en keek vol verbazing al zijn buren aan. “Eh, goedenavond”, stamelde hij, “vanwaar dit onverwachte bezoek?” “We kwamen vragen om...”, opende Willem.” “We komen helemaal niets vragen, klootzak, we komen binnen!”, schreeuwde Hans, die de daad bij het woord voegde en doorliep naar de woonkamer. “We moeten je hier niet, jij hoort hier helemaal niet! Waarom kun je je niet gewoon aanpassen aan onze kersttradities?”, tierde hij verder. “En waarom geen lichtjes in de tuin, maar hier wel die kutkandelaar met brandende kaarsen?”

David zuchtte diep, keek Hans aan, en zei: “Hans, en iedereen die ook vindt dat ik hier niet hoor, het is heel simpel. Ik ben jood, ik vier helemaal geen kerst, maar een ander feest op dit moment. En voor mij is de manier om dat te vieren zonder kerstlichtjes, maar met deze... ja, deze kutkandelaar dus.” “Oh, ja, oh… ja, dat kan hè”, stamelde Hans, die zich ineens realiseerde dat hij dit huis was binnengestormd. “Sorry man. Wij stappen maar ’s op, denk ik.” “Dat lijkt me een goed plan”, reageerde David. “Fijne feestdagen allemaal!”

Eenmaal buiten voelde iedereen zich nogal opgelaten. “Ik schaam me kapot”, zei Sonja. “Ja, dit sloeg helemaal nergens op”, besefte ook Henk zich. Hans, die binnen een minuut van woest naar verbouwereerd was gegaan, zei: “Mensen, laten we inderdaad maar eens de kerstgedachte onthouden. En die lichtjes zijn daar niet bij nodig.”

De volgende dag waren alle kerstmannen, rendieren en lichtslangen op de verschillende zolders opgeborgen, was de straat ontdaan van alle versiering, en stak Hans bij David de kandelaar aan.
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')