abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_134630358
De som is onbegrensd op (1, a), met a willekeurig. Denk je dat de reeks dan nog uniform kan convergeren?
pi_134630495
quote:
0s.gif Op maandag 23 december 2013 23:06 schreef thabit het volgende:
De som is onbegrensd op (1, a), met a willekeurig. Denk je dat de reeks dan nog uniform kan convergeren?
Nee.

Maar hoe weet dat ik de som onbegrensd is op op D := (1,a)?
pi_134630992
Limiet x->1 nemen.
pi_134631703
quote:
0s.gif Op maandag 23 december 2013 23:20 schreef thabit het volgende:
Limiet x->1 nemen.
Hmm, okay. Even kijken hoe ik dat formeel opschrijf dan.
pi_134728882
Hoe berekenen computers de natuurlijke logaritme? Want deze formule



lijkt alleen voor kleine waarden van x te werken?


Waarschijnlijk wordt er slim gebruik gemaakt van deze regel




ja dus


Algorithms for calculating the built-in functions

:Y Dat wortel truukje is wel leuk

[ Bericht 6% gewijzigd door LogiteX op 26-12-2013 22:52:37 ]
pi_134733761
quote:
5s.gif Op donderdag 26 december 2013 22:29 schreef LogiteX het volgende:
Hoe berekenen computers de natuurlijke logaritme? Want deze formule

[ afbeelding ]

lijkt alleen voor kleine waarden van x te werken?


Waarschijnlijk wordt er slim gebruik gemaakt van deze regel

[ afbeelding ]


ja dus


Algorithms for calculating the built-in functions

:Y Dat wortel truukje is wel leuk
Die eerste formule heet een Taylorreeks. Je moet maar eens opzoeken hoe dat werkt.
pi_134780689
Ik kan nu sin(x)^2 en cos(x)^2 integreren. Van welke regel maak je gebruik om sin(of cos)(x)^n, met n>2 op te lossen? Mag je zeggen dat

Integraal sin(x)^6 = integraal sin(x)^3 * integraal sin(x)^3 ?
pi_134780894
quote:
0s.gif Op zaterdag 28 december 2013 12:41 schreef DefinitionX het volgende:
Ik kan nu sin(x)^2 en cos(x)^2 integreren. Van welke regel maak je gebruik om sin(of cos)(x)^n, met n>2 op te lossen? Mag je zeggen dat

Integraal sin(x)^6 = integraal sin(x)^3 * integraal sin(x)^3 ?
Nee, dat gaat niet werken. Je kan wel gaan lopen truken met goniometrische identiteiten, maar het makkelijkst is het om het om te schrijven naar complexe e-machten.
pi_134781018
quote:
0s.gif Op zaterdag 28 december 2013 12:48 schreef thabit het volgende:

[..]

Nee, dat gaat niet werken. Je kan wel gaan lopen truken met goniometrische identiteiten, maar het makkelijkst is het om het om te schrijven naar complexe e-machten.
Geen idee hoe dat moet. Ik zoek wel wat op youtube op.
pi_134782476

Hij stelt op een gegeven moment:

u=cos(x)
du=-sin(x)dx
-du=sin(x)dx

En rekent daarmee verder. Maar hij gebruikt regels die ik niet snap. Bij het integraal rekenen van cos(x)^2 zeg ik toch ook niet dat het antwoord ((cos(x)^3)/3) + c is.
pi_134783705
quote:
0s.gif Op zaterdag 28 december 2013 13:37 schreef DefinitionX het volgende:

Hij stelt op een gegeven moment:

u=cos(x)
du=-sin(x)dx
-du=sin(x)dx

En rekent daarmee verder. Maar hij gebruikt regels die ik niet snap. Bij het integraal rekenen van cos(x)^2 zeg ik toch ook niet dat het antwoord ((cos(x)^3)/3) + c is.
Maar als cos(x) je variabele is, wel.

\int cos^2(x) dx \neq \int cos^2(x) d(cos(x)) = \frac{1}{3} cos^3(x)
pi_134784255
quote:
0s.gif Op zaterdag 28 december 2013 14:13 schreef thenxero het volgende:

[..]

Maar als cos(x) je variabele is, wel.

\int cos^2(x) dx \neq \int cos^2(x) d(cos(x)) = \frac{1}{3} cos^3(x)
Plus a fucking constant.
pi_134785998
quote:
1s.gif Op zaterdag 28 december 2013 14:26 schreef Amoeba het volgende:

[..]

Plus a fucking constant.
Voor het gemak even 0 genomen ;) .
pi_134786514
quote:
0s.gif Op zaterdag 28 december 2013 12:41 schreef DefinitionX het volgende:
Ik kan nu sin(x)^2 en cos(x)^2 integreren. Van welke regel maak je gebruik om sin(of cos)(x)^n, met n>2 op te lossen?
Je zou bijvoorbeeld gebruik kunnen maken van de techniek van het partieel integreren die ik je hier onlangs nog heb uitgelegd. Dan kun je de volgende recursieve betrekkingen afleiden:





Door herhaaldelijk gebruik te maken van partiële integratie kun je dus de exponent steeds met 2 reduceren, totdat je uitkomt bij een integraal met als integrand cos2x of cos x resp. sin2x of sin x, en waarvan je al weet hoe je deze kunt primitiveren.
pi_134788514
quote:
0s.gif Op zaterdag 28 december 2013 15:15 schreef thenxero het volgende:

[..]

Voor het gemak even 0 genomen ;) .
Nee.
pi_134878681
Beschouw de functie y=x^3−2x+4.

Hoeveel raaklijnen aan deze functie zijn evenwijdig met de rechte 3x−y=2?

A. 0
B. 1
C. 2
D. 3

SPOILER
Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
3x2 - 2 = 3
3x2 = 5
x2 = 5/3
x= wortel(5/3) of -wortel(5/3)

Hoe komt men dan aan 1 en -1?

Edit:

Vul 1 in de afgeleiden van f(x) en ook in y=3x-2. Dan krijg je precies hetzelfde. Wilt dat zeggen dat de lijn y=3x-2 gelijk is aan de raaklijn van het punt f(1)?

Edit2:

Nee dat kan niet, want de afgeleiden is een kwadratische functie....

Edit3:

Volgens mij klopt het antwoord wel, dat het C is, maar niet de uitkomsten.

[ Bericht 5% gewijzigd door DefinitionX op 30-12-2013 16:50:42 ]
pi_134886937
Ik ben bezig met bestuderen van een bepaald bewijs. In grote lijnen kan ik het wel volgen. Maar er wordt vanuit een bepaalde benadering geredeneerd. Waarvan ik niet kan zien hoe deze is afgeleid. het gaat om de volgende benadering: (n!)^1/n is ongeveer gelijk aan n*e^-1. De eerste formule doet me denken aan de meetkundige gemiddelde. Maar hoe dit in relatie staat met n*e^-1 is mij een raadsel. Wie kan me uit de brand helpen?
-
pi_134954804
quote:
0s.gif Op maandag 30 december 2013 18:53 schreef gaussie het volgende:
Ik ben bezig met bestuderen van een bepaald bewijs. In grote lijnen kan ik het wel volgen. Maar er wordt vanuit een bepaalde benadering geredeneerd. Waarvan ik niet kan zien hoe deze is afgeleid. het gaat om de volgende benadering: (n!)^1/n is ongeveer gelijk aan n*e^-1. De eerste formule doet me denken aan de meetkundige gemiddelde. Maar hoe dit in relatie staat met n*e^-1 is mij een raadsel. Wie kan me uit de brand helpen?
Dit is af te leiden uit de formule van Stirling.
pi_134964210
quote:
1s.gif Op woensdag 1 januari 2014 17:25 schreef pentarou het volgende:

[..]

Dit is af te leiden uit de formule van Stirling.
Ja dat klopt. Ik heb het t gisteren uitgevogeld. Als je de representatie n/(n!)^1/n van e gebruikt dan volgt de benadering vanzelf. Maar bedankt voor het meedenken.
-
pi_134980026
Kan iemand mij uitleggen hoe je het domein kan bepalen bij bijvoorbeeld de onderstaande functie?

y = f(x) = 3 + x^2

Alvast bedankt!
pi_134981454
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 12:57 schreef Senderious het volgende:
Kan iemand mij uitleggen hoe je het domein kan bepalen bij bijvoorbeeld de onderstaande functie?

y = f(x) = 3 + x^2

Alvast bedankt!
Een domein kan je niet bepalen, maar definieer je. Je kunt bijvoorbeeld f(x)=x^2 definiëren op [3,5] of op [-3, oneindig)... zolang f(x) voor alle x in het domein maar goed gedefinieerd is. Bij f(x)=1/x mag bijvoorbeeld 0 niet in het domein zitten, want 1/0 kan niet.
pi_134981482
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 12:57 schreef Senderious het volgende:
Kan iemand mij uitleggen hoe je het domein kan bepalen bij bijvoorbeeld de onderstaande functie?

y = f(x) = 3 + x^2

Alvast bedankt!
Elke reële waarde van x levert een reële waarde van f(x), dus als het de bedoeling is voor het domein D van f opgevat als reële functie de grootst mogelijke deelverzameling van R te bepalen, dan is D = R. Maar ik heb het idee dat dit niet is wat er wordt gevraagd ...
pi_134981607
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 13:44 schreef Riparius het volgende:

[..]

Elke reële waarde van x levert een reële waarde van f(x), dus als het de bedoeling is voor het domein D van f opgevat als reële functie de grootst mogelijke deelverzameling van R te bepalen, dan is D = R. Maar ik heb het idee dat dit niet is wat er wordt gevraagd ...
Volgens mij wel. De uitleg is vrij gebrekkig in mijn wiskundeboek helaas..

Het antwoord luidt als volgt:

Df = R, Bf = [3, ∞]
pi_134981786
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 13:50 schreef Senderious het volgende:

[..]

Volgens mij wel. De uitleg is vrij gebrekkig in mijn wiskundeboek helaas..

Het antwoord luidt als volgt:

Df = R, Bf = [3, ∞]
Ok. Dat zal dan inderdaad de bedoeling zijn, zoals meestal in schoolboeken. Thenxero heeft natuurlijk gelijk als hij zegt dat het domein van een functie gegeven moet zijn. Maar wat is nu je moeilijkheid?
pi_134984753
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 13:55 schreef Riparius het volgende:

[..]

Ok. Dat zal dan inderdaad de bedoeling zijn, zoals meestal in schoolboeken. Thenxero heeft natuurlijk gelijk als hij zegt dat het domein van een functie gegeven moet zijn. Maar wat is nu je moeilijkheid?
In de opdracht staat (letterlijk) dat ik het domein moet bepalen, vervolgens een grafiek moet schetsen en ten slotte het bereik van de desbetreffende functie moet bepalen.

Maar ik snap het principe van domeinen niet dus daar begint voor mij de moeilijkheid.
pi_134985462
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 15:12 schreef Senderious het volgende:

[..]

In de opdracht staat (letterlijk) dat ik het domein moet bepalen, vervolgens een grafiek moet schetsen en ten slotte het bereik van de desbetreffende functie moet bepalen.

Maar ik snap het principe van domeinen niet dus daar begint voor mij de moeilijkheid.
Beschouw een functie eens als een black box waar je iets in stopt (namelijk een waarde van x) en waar dan ook weer iets uit komt, namelijk een waarde y = f(x). Dan is het domein van een functie de verzameling van alle mogelijke invoerwaarden, en het bereik is dan de verzameling van alle mogelijke uitvoerwaarden.

Eigenlijk moet het domein zijn gegeven als onderdeel van de definitie van een functie, maar als je alleen een functievoorschrift hebt, zoals f(x) = x² + 3, en de invoer en uitvoer worden verondersteld reële getallen te zijn, dan kiest men als domein gewoonlijk de grootst mogelijke deelverzameling van R. In dit voorbeeld is dan Df = R omdat je voor x elk reëel getal kunt invullen. Maar als je bijvoorbeeld hebt

g(x) = 1/(x − 1)

dan mag je niet x = 1 invullen, want dan krijg je 1/0, en dat heeft geen betekenis, omdat delen door nul niet is gedefinieerd. In dit geval bestaat het (grootst mogelijke) domein van de functie g dus uit alle reële getallen behalve 1, en dat kun je noteren als volgt:

Dg = R\{1}
pi_134985792
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 15:29 schreef Riparius het volgende:

[..]

Beschouw een functie eens als een black box waar je iets in stopt (namelijk een waarde van x) en waar dan ook weer iets uit komt, namelijk een waarde y = f(x). Dan is het domein van een functie de verzameling van alle mogelijke invoerwaarden, en het bereik is dan de verzameling van alle mogelijke uitvoerwaarden.

Eigenlijk moet het domein zijn gegeven als onderdeel van de definitie van een functie, maar als je alleen een functievoorschrift hebt, zoals f(x) = x² + 3, en de invoer en uitvoer worden verondersteld reële getallen te zijn, dan kiest men als domein gewoonlijk de grootst mogelijke deelverzameling van R. In dit voorbeeld is dan Df = R omdat je voor x elk reëel getal kunt invullen. Maar als je bijvoorbeeld hebt

g(x) = 1/(x − 1)

dan mag je niet x = 1 invullen, want dan krijg je 1/0, en dat heeft geen betekenis, omdat delen door nul niet is gedefinieerd. In dit geval bestaat het (grootst mogelijke) domein van de functie g dus uit alle reële getallen behalve 1, en dat kun je noteren als volgt:

Dg = R\{1}
Bedankt voor je uitleg! Dit maakt het een stuk duidelijker. Dus als ik het goed begrijp betekent R dat je voor x elk getal kunt gebruiken?
pi_134985903
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 15:37 schreef Senderious het volgende:

[..]

Bedankt voor je uitleg! Dit maakt het een stuk duidelijker. Dus als ik het goed begrijp betekent R dat je voor x elk getal kunt gebruiken?
Ja. De vetgedrukte letter R staat voor de verzameling van alle reële getallen. Zo heb je ook nog andere standaardverzamelingen van getallen. De verzameling van alle gehele getallen bijvoorbeeld wordt aangegeven met Z en de verzameling van alle rationale getallen met Q.
pi_134986032
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 15:37 schreef Senderious het volgende:

[..]

Bedankt voor je uitleg! Dit maakt het een stuk duidelijker. Dus als ik het goed begrijp betekent R dat je voor x elk getal kunt gebruiken?
Elk reëel getal ja: positief, negatief, nul, breuken en irrationale getallen zoals pi. Het gaat niet om álle getallen, want er zijn ook verzamelingen getallen zoals complexe getallen, die niet in R zitten.
pi_134988036
Bedankt thenxero, Riparius en Aardappeltaart! Zou iemand mij ook uit kunnen leggen hoe ik het bereik kan bepalen van desbetreffende functie? f(x) = x² + 3
pi_134989839
quote:
0s.gif Op donderdag 2 januari 2014 16:36 schreef Senderious het volgende:
Bedankt thenxero, Riparius en Aardappeltaart! Zou iemand mij ook uit kunnen leggen hoe ik het bereik kan bepalen van desbetreffende functie? f(x) = x² + 3
Je kunt beginnen met te bedenken dat het kwadraat van een reëel getal nooit negatief kan zijn. Dus is x² zeker groter dan of gelijk aan nul. Maar dan is f(x) = x² + 3 zeker groter dan of gelijk aan 3. Getallen kleiner dan 3 kunnen dus in ieder geval niet tot het bereik van deze functie behoren.

Nu rest nog de vraag of ook elk reëel getal groter dan of gelijk aan 3 deel uitmaakt van het bereik. Dat is inderdaad het geval, maar probeer nu zelf eens te bedenken hoe je dat (algebraïsch) aan zou kunnen tonen.
pi_135027668
Ik heb een vraag waarop het antwoord makkelijk zou moeten zijn, maar ik mis hem:

http://fermatslasttheorem(...)rmats-one-proof.html

In de overgang van (5) naar (6) wordt gesteld dat omdat S = 2W² + V², (2W²)² + (V²)² een kwadraat is. Waarom is dat zo? En als bonus, is dit waarom ik niet snap waarom in (7) uit de oplossing voor de Pythagoreïsche drietallen volgt dat het verschil inderdaad een kwadraat is?
Cuius rei demonstrationem mirabilem sane detexi hanc marginis exiguitas non caparet
pi_135046503
Stel dat je een paar AB en een paar CD hebt. Beiden paren vormen 1 grotere paar.

Op hoeveel manieren kun je deze paren neerzetten?

Opschrijven geeft:

AB
CD

AB
DC

BA
CD

BA
DC

Dus 4. Ik kan zo doorgaan met paren zoals ABC en DCE of ABCF en GHIJ.

Wiskundig kom je dan uit op verschillende manieren = 2^n, waarin n staat voor verschillend aantal letters in een enkele paar.

Betekent dat ook dat als je een drievoudig paar moet vormen zoals:

ABC
DCE
FGH

De formule om de verschillende aantal combinaties te berekenen 3^n is?

Ik denk dat ik het een beetje verwarrend formulier, maar ik hoop dat het duidelijk is wat ik vraag wat betreft 2^n en 3^n.

Ook vraag ik mij af waarom n niet 8 is bij iets zoals ABCD en EFGH. Je hebt per paar weliswaar 4 verschillende letters, maar totaal zijn het er 8.

Kortom; ik heb de vraagstukken wel goed, maar ik snap het niet wat ik aan het doen ben.
pi_135047295
quote:
0s.gif Op vrijdag 3 januari 2014 22:50 schreef DefinitionX het volgende:
Betekent dat ook dat als je een drievoudig paar moet vormen zoals:

ABC
DCE
FGH

De formule om de verschillende aantal combinaties te berekenen 3^n is?
Nee, dat is iets te makkelijk gedacht.

Stel je hebt ABC. Dit kan je schrijven als: ABC, ACB, BAC, BCA, CAB, CBA.
Dit zijn 6 manieren, oftwel 3! = 3x2x1 = 6.

Nu heb je dus een drietal dat elk op 6 manieren geschreven kan worden.
Dus dan krijg je 6x6x6 = 63 = 216 manieren.
pi_135047416
quote:
0s.gif Op vrijdag 3 januari 2014 22:50 schreef DefinitionX het volgende:

Baseer je je algemene oplossing nu op één voorbeeld? Wie zegt dat het voor andere aantallen per paar of meerdere paren ook zo gaat?

Als ik het goed begrijp is dit je vraagstuk: Je hebt q paren letters, met n letters per paar. Op hoeveel manieren kan je deze letters achter elkaar zetten, waarbij de letters uit hetzelfde paar bij elkaar blijven?

Per paar begin je met één van de n letters. Voor de volgende zijn er (n-1) over, enzovoorts. Er zijn per paar dus n! (n faculteit) mogelijkheden.

Wat niet duidelijk is is of je de paren van volgorde mag verwisselen. Als dit niet zo is, geldt wat Ensemble zei. Als dat wel zo is, moet je denk ik nog wat met de faculteit van het aantal paren dat je hebt doen: q! (je begint met één paar, de volgende moet één van de paren die overblijven zijn, etc...).
pi_135047735
quote:
0s.gif Op vrijdag 3 januari 2014 23:10 schreef Aardappeltaart het volgende:

[..]

Wat niet duidelijk is is of je de paren van volgorde mag verwisselen. Als dit niet zo is, geldt wat Ensemble zei. Als dat wel zo is, moet je denk ik nog wat met de faculteit van het aantal paren dat je hebt doen: q! (je begint met één paar, de volgende moet één van de paren die overblijven zijn, etc...).
Als de volgorde van de paren van belang is moet je het nog met q! vermenigvuldigen ja.
pi_135047897
quote:
14s.gif Op vrijdag 3 januari 2014 23:16 schreef Ensemble het volgende:

[..]

Als de volgorde van de paren van belang is moet je het nog met q! vermenigvuldigen ja.
Precies, ik wilde niet óók de allerlaatste stap nog helemaal voorzeggen, maar dat kwam door de 'vind ik' misschien een beetje onzeker over, zie ik nu.
pi_135048140
quote:
0s.gif Op vrijdag 3 januari 2014 23:19 schreef Aardappeltaart het volgende:

[..]

Precies, ik wilde niet óók de allerlaatste stap nog helemaal voorzeggen, maar dat kwam door de 'vind ik' misschien een beetje onzeker over, zie ik nu.
Ah, ik dacht inderdaad dat je het niet zeker wist. :)

Misschien kan DefinitionX als allerlaatste stap nog de algemene formule geven voor q paren met n letters. Dat moet niet meer zo moeilijk zijn, en dan snapt hij hem zeker.
pi_135049486
quote:
0s.gif Op vrijdag 3 januari 2014 23:10 schreef Aardappeltaart het volgende:

[..]

Baseer je je algemene oplossing nu op één voorbeeld? Wie zegt dat het voor andere aantallen per paar of meerdere paren ook zo gaat?

Als ik het goed begrijp is dit je vraagstuk: Je hebt q paren letters, met n letters per paar. Op hoeveel manieren kan je deze letters achter elkaar zetten, waarbij de letters uit hetzelfde paar bij elkaar blijven?
Niet achter elkaar. Zie het zo:

ABC
DEF

Twee paren die 1 groter paar vormen. Dit noem ik 1 van de mogelijk combinaties. A is verbonden met D, B met E, C met F.

ABC
EFD

Dit noem ik de 2e mogelijkheid van het totaal aantal combinaties. Nu is A verbonden met E, B met F en C met D.

Edit:

Komt het op hetzelfde neer als achter elkaar?

Edit2:

Het heeft te maken met een vraagstuk over chromosomen. Je hebt in een cel 4 chromosomen met elke chromosoom een dubbel. Dan heb je 8 chromosomen in de cel.

Vraag: op hoeveel verschillende manieren kun je de chromosomen sorteren in paren.

Het antwoord is 16, gebruikmakend van 2^n. Waarin n is verschillend aantal chromosomen.

[ Bericht 8% gewijzigd door DefinitionX op 04-01-2014 01:33:52 ]
pi_135080748
quote:
11s.gif Op vrijdag 3 januari 2014 15:52 schreef Diacetylmorfine het volgende:
Ik heb een vraag waarop het antwoord makkelijk zou moeten zijn, maar ik mis hem:

http://fermatslasttheorem(...)rmats-one-proof.html

In de overgang van (5) naar (6) wordt gesteld dat omdat S = 2W² + V², (2W²)² + (V²)² een kwadraat is. Waarom is dat zo? En als bonus, is dit waarom ik niet snap waarom in (7) uit de oplossing voor de Pythagoreïsche drietallen volgt dat het verschil inderdaad een kwadraat is?
Al gevonden.
Cuius rei demonstrationem mirabilem sane detexi hanc marginis exiguitas non caparet
pi_135083439
quote:
7s.gif Op zaterdag 4 januari 2014 20:58 schreef Diacetylmorfine het volgende:

[..]

Al gevonden.
Die blogger waar je naar verwijst maakt het allemaal veel te moeilijk door een hoop overbodige variabelen te introduceren waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet, en bovendien kan hij ook niet goed uitleggen. Typisch kwaaltje van een ICTer die naar hartelust variabelen declareert zonder zich af te vragen of die wel nuttig zijn.

De m.i. duidelijkste en meest eenvoudige reconstructie van de gedachtengang van Fermat is gegeven door André Weil, Number Theory: An approach through history from Hammurapi to Legendre, Birkhäuser 1984, p. 76-77, zie hier.
pi_135110110
quote:
0s.gif Op zaterdag 4 januari 2014 22:01 schreef Riparius het volgende:

[..]

Die blogger waar je naar verwijst maakt het allemaal veel te moeilijk door een hoop overbodige variabelen te introduceren waardoor je door de bomen het bos niet meer ziet, en bovendien kan hij ook niet goed uitleggen. Typisch kwaaltje van een ICTer die naar hartelust variabelen declareert zonder zich af te vragen of die wel nuttig zijn.

De m.i. duidelijkste en meest eenvoudige reconstructie van de gedachtengang van Fermat is gegeven door André Weil, Number Theory: An approach through history from Hammurapi to Legendre, Birkhäuser 1984, p. 76-77, zie hier.
Ah, de mensen die bang zijn hun oorspronkelijke variabelen aan te passen. Iedereen houdt toch van een rommelig script? Bedankt voor de link.
Cuius rei demonstrationem mirabilem sane detexi hanc marginis exiguitas non caparet
pi_135112315
quote:
14s.gif Op zondag 5 januari 2014 17:59 schreef Diacetylmorfine het volgende:

[..]

Ah, de mensen die bang zijn hun oorspronkelijke variabelen aan te passen. Iedereen houdt toch van een rommelig script? Bedankt voor de link.
Nee, ik houd helemaal niet van rommelige code of redundante variabelen. Die blogger kent zijn literatuur niet, anders had hij het nooit zo onbeholpen opgeschreven. Hij heeft de Engelse vertaling van de Latijnse tekst van Fermat kennelijk overgenomen uit het boek van Edwards die weer verwijst naar T.L. Heath als bron, maar hij heeft niet de moeite genomen T.L. Heath, Diophantus of Alexandria; a study in the history of Greek algebra, Cambridge University Press, ²1910 te raadplegen, waar het ook glashelder wordt uitgelegd (lees online of download dit boek als PDF of als DjVu).
pi_135136616
quote:
0s.gif Op zondag 5 januari 2014 18:51 schreef Riparius het volgende:

[..]

Nee, ik houd helemaal niet van rommelige code of redundante variabelen. Die blogger kent zijn literatuur niet, anders had hij het nooit zo onbeholpen opgeschreven. Hij heeft de Engelse vertaling van de Latijnse tekst van Fermat kennelijk overgenomen uit het boek van Edwards die weer verwijst naar T.L. Heath als bron, maar hij heeft niet de moeite genomen T.L. Heath, Diophantus of Alexandria; a study in the history of Greek algebra, Cambridge University Press, ²1910 te raadplegen, waar het ook glashelder wordt uitgelegd (lees online of download dit boek als PDF of als DjVu).
Dat was ironisch bedoeld, we zitten op een lijn. Je blijft me verbazen met alle kennis en informatie die je ogenschijnlijk met een handomdraai produceert - hoe doe je dat toch?
Cuius rei demonstrationem mirabilem sane detexi hanc marginis exiguitas non caparet
pi_135207094
Een stuk uit een voorbeeld opgave waarmee ik bezig ben:

quote:
U(x,y) = xy1/2
MRS(x,y) = U'x(x,y) / U'y(x,y) = (1/2)x-1/2y1/2 / (1/2)x1/2y-1/2 = Y / X
De laatste stap begrijp ik niet en als ik hem nareken met mijn rekenmachine lijkt hij ook niet te kloppen. Kan iemand mij uitleggen hoe ze die laatste stap (y/x) komen?
pi_135207876
quote:
0s.gif Op dinsdag 7 januari 2014 21:13 schreef stephano1990 het volgende:
Een stuk uit een voorbeeld opgave waarmee ik bezig ben:

[..]

De laatste stap begrijp ik niet en als ik hem nareken met mijn rekenmachine lijkt hij ook niet te kloppen. Kan iemand mij uitleggen hoe ze die laatste stap (y/x) komen?
Dit kan je vinden door ff te spelen met de regels voor machten:
an/am = an-m en
a-n=1/an
pi_135207895
quote:
0s.gif Op dinsdag 7 januari 2014 21:13 schreef stephano1990 het volgende:
Een stuk uit een voorbeeld opgave waarmee ik bezig ben:

[..]

De laatste stap begrijp ik niet en als ik hem nareken met mijn rekenmachine lijkt hij ook niet te kloppen. Kan iemand mij uitleggen hoe ze die laatste stap (y/x) komen?
Bedoel je deze stap:
 \frac{   \frac{1}{2} x^{-1/2}y^{1/2}   }{   \frac{1}{2} x^{1/2}y^{-1/2}  } = \frac{  x^{-1/2}y^{1/2}   }{    x^{1/2}y^{-1/2}  } = \frac{ x^{-1/2}}{x^{1/2}} \cdot \frac{y^{1/2}}{y^{-1/2}} = \frac{1}{x^{1/2+1/2}} \cdot \frac{y^{1/2+1/2}}{1} = \frac{1}{x}\cdot\frac{y}{1} = \frac{y}{x}

Of het uitrekenen van de afgeleide? (btw, volgens mij ben je de haakjes vergeten in je eerste formule. Het lijkt me dat U(x,y) = (xy)1/2
pi_135208114
quote:
0s.gif Op dinsdag 7 januari 2014 21:25 schreef Alrac4 het volgende:

[..]

Bedoel je deze stap:
 \frac{   \frac{1}{2} x^{-1/2}y^{1/2}   }{   \frac{1}{2} x^{1/2}y^{-1/2}  } = \frac{  x^{-1/2}y^{1/2}   }{    x^{1/2}y^{-1/2}  } = \frac{ x^{-1/2}}{x^{1/2}} \cdot \frac{y^{1/2}}{y^{-1/2}} = \frac{1}{x^{1/2+1/2}} \cdot \frac{y^{1/2+1/2}}{1} = \frac{1}{x}\cdot\frac{y}{1} = \frac{y}{x}

Of het uitrekenen van de afgeleide? (btw, volgens mij ben je de haakjes vergeten in je eerste formule. Het lijkt me dat U(x,y) = (xy)^1/2
Wow, dat zijn even heel wat stappen die eventjes zijn overgeslagen! XD

En inderdaad, (xy)^1/2 had tussen haakjes moeten staan! :)

Thanks! :)
pi_135208293
quote:
0s.gif Op dinsdag 7 januari 2014 21:29 schreef stephano1990 het volgende:

[..]

Wow, dat zijn even heel wat stappen die eventjes zijn overgeslagen! XD

En inderdaad, (xy)^1/2 had tussen haakjes moeten staan! :)

Thanks! :)
Voor een machine komt dit heel nauw. In principe is (xy)^1/2 gelijk aan dit:

\frac{(xy)^1}{2}

Nu weet iedereen dat je \sqrt{xy} bedoelt, maar strikt formeel staat dat er niet.
pi_135208352
quote:
0s.gif Op dinsdag 7 januari 2014 21:13 schreef stephano1990 het volgende:
Een stuk uit een voorbeeld opgave waarmee ik bezig ben:

[..]

De laatste stap begrijp ik niet en als ik hem nareken met mijn rekenmachine lijkt hij ook niet te kloppen. Kan iemand mij uitleggen hoe ze die laatste stap (y/x) komen?
Ik mag hopen dat je bedoelt U(x,y) = (xy)1/2 anders klopt je partiële afgeleide naar x niet. Verder moet je hiervoor niet je rekenmachine gebruiken, maar rekenregels voor breuken en machten. Vermenigvuldig teller en noemer van je quotiënt eens met x1/2y1/2, wat krijg je dan?
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')