Kijk, die ongelijkheid hadden we dus nog niet gehad. Ik kan me inderdaad je post herinneren over het bewijs met de ongelijkheid van Bernoulli.quote:Op zondag 17 november 2013 01:17 schreef Riparius het volgende:
[..]
Bij het werken met (limieten van) rijen komt de ongelijkheid van Bernoulli vaak van pas (vernoemd naar Jakob Bernoulli, de broer van Johann). Deze ongelijkheid zegt dat je hebt
(1 + h)n ≥ 1 + nh, h ≥ −1, n ≥ 0
Er is ook een strikte versie van de ongelijkheid die zegt dat je hebt
(1 + h)n > 1 + nh, h ≥ −1, h ≠ 0, n > 1
De juistheid van deze ongelijkheden is triviaal voor h > 0 op grond van het binomium, maar ze hebben dus een ruimere geldigheid. Meestal neemt men voor n een natuurlijk getal, en dan kun je eenvoudig een bewijs met inductie geven. De ongelijkheid is ook uit te breiden naar reële exponenten r, dan heb je
(1 + h)r ≥ 1 + rh, h > −1, r ≤ 0 ∨ r ≥ 1
(1 + h)r ≤ 1 + rh, h > −1, 0 ≤ r ≤ 1
En de strikte vorm hiervan is
(1 + h)r > 1 + rh, h > −1, h ≠ 0, r < 0 ∨ r > 1
(1 + h)r < 1 + rh, h > −1, h ≠ 0, 0 < r < 1
Voor een (niet triviaal) gebruik van de ongelijkheid van Bernoulli moet je mijn post met het bewijs voor de convergentie van de Newton-Raphson iteratie voor derdemachtswortels nog maar eens bestuderen.
Een heel bekende (en wel triviale) toepassing van de ongelijkheid van Bernoulli is het bewijs dat je voor α > 1 en n positief geheel hebt
limn→∞ 1/αn = 0
Immers, zij α = 1 + h, dan is h > 0 en hebben we
0 < 1/αn = 1/(1+h)n ≤ 1/(1 + nh) < 1/nh
zodat het gestelde direct volgt met behulp van de insluitstelling.
Maar nu moesten we bewijzen dat voor α > 1 en n positief geheel geldt
limn→∞ n/αn = 0
en dan komen we met de ongelijkheid van Bernoulli niet verder dan 0 < n/αn < 1/h, en dat is niet bruikbaar voor het bewijs. Maar we kunnen een uitdrukking voor de bovengrens krijgen waarbij wel een factor met n in de noemer zit als we bedenken dat (1 + h)n voor n > 1 als derde term (n(n−1)/2)·h2 heeft, zodat we voor h > 0, n > 1 hebben
(1 + h)n > (n(n−1)/2)·h2
en daarmee
0 < n/αn < 2/((n−1)·h2)
waaruit het gestelde weer volgt met behulp van de insluitstelling.
Wel netjes werken: er zijn twee punten op de eenheidscirkel waarbij de y-coördinaat (en dus ook de sinus van de bijbehorende rotatiehoeken) gelijk is aan −½. Je krijgtquote:Op zondag 17 november 2013 18:32 schreef DefinitionX het volgende:
[..]
Nu je het zegt, inderdaad!
Trouwens, ik heb 1 antwoord kunnen vinden, namelijk sin(x)=-1 oftewel x= 3pi/2 + k2pi
En opgelost voor
sin(x)=-1 v sin(x)= - (1/2)
Het is muggenziften, maar je gooit ineens een variabele k in het spel. Formeel moet je definiëren wat die k is, zoals Riparius hierboven doet, hij definieert k als een element van Z (de gehele getallen). Stel dat ik dat element k nu als een element van R (de reële getallen) opvat dan klopt het gewoon niet meer voor alle k.quote:Op zondag 17 november 2013 18:51 schreef DefinitionX het volgende:
Opgave d op een zelfde manier opgelost, bedankt Amoeba en Riparius!
Ik heb je boekje niet, anders zou ik waarschijnlijk kunnen achterhalen wat dan wel de bedoeling was.quote:Op zondag 17 november 2013 18:44 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Er wordt hier geroepen dat het waarschijnlijk niet de bedoeling was om de regel van l'Hôpital te gebruiken, maar nu kan ik net zo hard roepen dat het niet de bedoeling is om de ongelijkheid van Bernoulli te gebruiken.
College 2: Reële getallen II, rijen Iquote:Op zondag 17 november 2013 19:01 schreef Riparius het volgende:
[..]
Ik heb je boekje niet, anders zou ik waarschijnlijk kunnen achterhalen wat dan wel de bedoeling was.
Dat lijkt me wel. Maar laat nog maar even weten hoe je geacht werd opgave 4b te doen zonder gebruik van de ongelijkheid van Bernoulli. Ben ik wel benieuwd naar.quote:Op zondag 17 november 2013 19:05 schreef Amoeba het volgende:
[..]
En dan vind ik opgave 2 nog wel het vaagste (en meest triviaalste). Volgt dat niet direct uit de limietdefinitie?
Komt in orde.quote:Op zondag 17 november 2013 19:18 schreef Riparius het volgende:
[..]
Dat lijkt me wel. Maar laat nog maar even weten hoe je geacht werd opgave 4b te doen zonder gebruik van de ongelijkheid van Bernoulli. Ben ik wel benieuwd naar.
Ik zal proberen in het vervolg netter te werken.quote:Op zondag 17 november 2013 18:54 schreef Riparius het volgende:
[..]
Wel netjes werken: er zijn twee punten op de eenheidscirkel waarbij de y-coördinaat (en dus ook de sinus van de bijbehorende rotatiehoeken) gelijk is aan −½. Je krijgt
x = 3π/2 + k·2π ∨ x = 7π/6 + k·2π ∨ x = 11π/6 + k·2π, k ∈ Z
Zal ik aan denken.quote:Op zondag 17 november 2013 19:01 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Het is muggenziften, maar je gooit ineens een variabele k in het spel. Formeel moet je definiëren wat die k is, zoals Riparius hierboven doet, hij definieert k als een element van Z (de gehele getallen). Stel dat ik dat element k nu als een element van R (de reële getallen) opvat dan klopt het gewoon niet meer voor alle k.
Creatief. Alleen ik snap je regel niet waar je die c introduceert. Dat je daaruit concludeert dat de rij monotoon dalend is begrijp ik wel.quote:Op zondag 17 november 2013 20:08 schreef Riparius het volgende:
[..]
Kijk eens naar mijn edit hierboven. Gewoon een beetje creatief zijn.
Voor n > 20 heb je bn < 220−n·b20, dus neem bijvoorbeeld c = 220·b20, dan is bn < c·2−n voor n > 20. Zo, en nu niet meer mekkeren dat de opgave niet oplosbaar zou zijn met uitsluitend de stof die tot nu toe in het college aan de orde is geweest.quote:Op zondag 17 november 2013 20:22 schreef Amoeba het volgende:
[..]
Creatief. Alleen ik snap je regel niet waar je die c introduceert. Dat je daaruit concludeert dat de rij monotoon dalend is begrijp ik wel.
Dadelijk krijgen we te horen dat we hadden moeten gebruiken dat een macht van n altijd sneller groeide dan een macht op n voor voldoende grote n. Dat was een ´vuistregeltje´ bij Calculus.quote:Op zondag 17 november 2013 20:38 schreef Riparius het volgende:
[..]
Voor n > 20 heb je bn < 220−n·b20, dus neem bijvoorbeeld c = 220·b20, dan is bn < c·2−n voor n > 20. Zo, en nu niet meer mekkeren dat de opgave niet oplosbaar zou zijn met uitsluitend de stof die tot nu toe in het college aan de orde is geweest.
Uit 6 plekken moeten ze er 3 kiezen. Dit is een combinatie, namelijk:quote:Op zondag 17 november 2013 22:21 schreef wiskundenoob het volgende:
Zes parkeerplaatsen voor auto’s liggen naast elkaar. Drie chauffeurs gaan hun auto er parkeren. Ze hebben verschillende auto’s.
Op hoeveel verschillende manieren kan dat?
Kan iemand mij deze uitleggen?
Ok gesnopen. Bij deze kom ik ook niet uit:quote:Op zondag 17 november 2013 22:28 schreef Ensemble het volgende:
[..]
Uit 6 plekken moeten ze er 3 kiezen. Dit is een combinatie, namelijk:
Maar omdat ze verschillende auto's hebben maakt de volgorde onderling ook uit. Dit is nu een permutatie, namelijk: 3! = 3 x 2 x 1
Dan krijg je
Dus op 120 manieren.
Maar je kan het ook op een makkelijkere manier bekijken. De eerste auto heeft 6 opties, de tweede auto heeft 5 opties en de derde auto heeft 4 opties. Dus 6*5*4 = 120
Net een heel verhaal getypt, maar dat is nu perongeluk weg.quote:Op zondag 17 november 2013 23:04 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Ok gesnopen. Bij deze kom ik ook niet uit:
Uit een groep van 15 heren en 5 dames moet een bestuur gekozen worden, bestaande uit een voorzitter, een penningmeester en 4 leden.
Op hoeveel manieren kan een bestuur met precies 2 dames erin gekozen worden?
Ik heb
5*4 *18!/14!4! = 5*4*(18*17*16*15)/(4*3*2*1) = 61200
Het gegeven antwoord is 202020. Ik zal morgen dit nog eens doornemen.quote:Op zondag 17 november 2013 23:42 schreef Ensemble het volgende:
[..]
Net een heel verhaal getypt, maar dat is nu perongeluk weg.
Maar in ieder geval zou ik het zo doen:
Eerst kies je 2 van de 5 vrouwen en 4 van de 15 mannen. Deze kun je dan op 30 verschillende manieren verdelen over het bestuur. Eerst uit 6 mensen 1 voorzitter kiezen, dan uit 5 mensen 1 penningmeester en de overige 4 zijn de leden.
Dit laatste noemen ze ook wel multinomiaal
Ik zal er morgen ook nog wel even naar kijken. Is het nu te laat voor.quote:Op zondag 17 november 2013 23:49 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Het gegeven antwoord is 202020. Ik zal morgen dit nog eens doornemen.
Heb je toevallig een linkje naar het bestand met de vragen en antwoorden? Kan ik wel gebruiken voor m'n tentamenquote:Op zondag 17 november 2013 23:49 schreef wiskundenoob het volgende:
[..]
Het gegeven antwoord is 202020. Ik zal morgen dit nog eens doornemen.
Volgensmij komt dit van hhofstedequote:Op maandag 18 november 2013 01:06 schreef Reemi het volgende:
[..]
Heb je toevallig een linkje naar het bestand met de vragen en antwoorden? Kan ik wel gebruiken voor m'n tentamen
Thanks!quote:Op maandag 18 november 2013 01:50 schreef jordyqwerty het volgende:
[..]
Volgensmij komt dit van hhofstede
http://www.hhofstede.nl/modules/tellen2.htm
Als aanvulling op deze: kan iemand mij uitleggen op hoeveel manieren dat kan als de drie overblijvende plaatsen naast elkaar liggen?quote:Op zondag 17 november 2013 22:21 schreef wiskundenoob het volgende:
Zes parkeerplaatsen voor auto’s liggen naast elkaar. Drie chauffeurs gaan hun auto er parkeren. Ze hebben verschillende auto’s.
Op hoeveel verschillende manieren kan dat?
Kan iemand mij deze uitleggen?
Simpel. Als V voor vol en L voor leeg staat, zijn vier mogelijkheden om drie lege plekken naast elkaar te zetten:quote:Op maandag 18 november 2013 11:46 schreef Reemi het volgende:
[..]
Als aanvulling op deze: kan iemand mij uitleggen op hoeveel manieren dat kan als de drie overblijvende plaatsen naast elkaar liggen?
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |