Op zaterdag 27 juli 2013 18:39 schreef Kola het volgende:[..]
Henk had altijd ruzie met zijn schoonvader. Hij, de schoonvader, vond hem een sul, een nietsnut. Hij ging met zijn dochter, Ingrid, die net de respectievelijke leeftijd van 47 had bereikt. Nog thuiswonend, zijn prinses. Te goed voor een man, te mooi voor deze wereld, een bloeiende bloem in vaders oog. Henk had dat verpest. Hij had de bloem vertrapt, Ingrid haar onschuld afgepakt. Vader was woedend toen ze het nieuws aanbrak. Hij moest er niets van weten. Een plan werd opgezet, een plan om Henk hun perfect gebalanceerde aura uit te donderen. Vader was hier niet alleen in, ook Gertje van twee huizen verder op deed mee. Gertje deed mee omdat zijn leven hem niet langer plezierde. Zie je, hij was net gescheiden. Blij zou hij moeten zijn, want dat wijf stoorde hem in zijn ontwikkeling. Gertje was dol op postzegels verzamelen en zijn toenmalige wijf kon het niet hebben. Ja, je zou het ook wel een beetje zot kunnen noemen...
In het begin van het huwelijk was alles koek en ei, tot die postzegels in beeld kwamen. Dagen achtereen was hij geobsedeerd. Seks interesseerde hem allerminst meer, alleen het likken van postzegels kon hem in die tijden nog opwinden. Zijn ex-vrouw was een werkelijke nymfomane. De dokter zei dat dit kwam door haar overgewicht, de hormoonhuishouding zou zijn verstoord. Strenge katholieke opgevoeding weerhield haar van buitenechtelijke affaires in alle opeenvolgende postzegel-jaren. Het brak haar op een gegeven moment op. Na veel wikken en wegen heeft ze een zonde begaan, het huwelijkse contract ontbonden. Gertje leefde op door het vertrek van die piemelzuiger. In de kroeg deden de wildste verhalen rond over hem, Gertje en zijn postzegels. Mensen konden er geen genoeg van krijgen, die aparte situatie. Zo zou hij een keer in een dronken bui naar de hoeren zijn gegaan, met de vraag of hij postzegels op de desbetreffende dame van lichte zeden mocht plakken, en of ze dan over hem heen wilde schuren. Toen Henk zijn schoonvader hem vroeg of dit echt waar was, ontkende Gertje in alle staten. Dat zou in het dorp sociale zelfmoord hebben betekend, al keken mensen Gertje na de scheiding nooit meer helemaal helder aan. De paria. Bij het plaatselijke postkantoor wilden ze hem niet meer binnen hebben. Hij was vies. In het begin ging hij nog buiten het dorp postzegels halen, maar toen hij ontslagen werd wegens bepaald ongehoord gedrag, kon hij zich de benzine niet meer veroorloven. Fit genoeg om die 24,1 kilometer naar de stad te fietsen was hij niet. Dramatische periode. Langzamerhand begon hij te ijlen. Het huis verslonsde, hij verslonsde. At alleen nog maar kattenvoer en bonen uit blik. Nooit had hij iets gedaan in huis. Eerst was het zijn moeder, en toen zijn vrouw. Zijn postzegels deden niets voor hem! Nijd begon ook op te spelen. Ze smaakten hem niet meer. Afkicken was een klap die hem hard raakte. Nu was hij klaar voor iets nieuws. Dit sprong hem voor de voeten.
Henk zijn schoonvader en Gertje zaten zo vrijwel iedere dag samen aan de bar plannen te bekokstoven. Van de drank werden hun ideeën steeds wilden. Vooral Gertje had aardig wat frustratie te lossen. Mocht er iemand van het GGZ in de buurt zijn geweest, dan had hij zeker een enkeltje gekkenhuis gewonnen. Henk zijn schoonvader was wat milder, het ging immers ook over zijn oogappel. Hij moest er wel zeker van zijn dat haar tere blaadjes niet geschaad zouden worden in het hele Henk-verwijderings proces. Dit maakte Gertje een beetje boos, actie wilde hij zien! Spanningen zouden later nog hoog oplopen toen Gertje hier zijn persoonlijke missie van maakte.
Eerst namen ze Henk mee naar de kroeg, schonken hem vol om wat informatie van hem los te weken. Strategie zou alles zijn in dit plan, zonder een strategie zou alles worden verpest. Henk dronk graag, maar was verstandig op zijn hoede. Vriendelijk ontvangen was hij nooit. De eerste keer bij Ingrid thuis vloog vader al uit zijn slof. Moest zijn poten thuishouden als hij wist wat goed voor hem was. Geen moment heeft hij Ingrid willen verlaten, maar bepaalde gedachtes die vader over Henk had, had Henk over vader. Terwijl er met Gertje plannen gemaakt werden, zou Henk ook zo zijn poging wagen om vader uit te weg te werken. Via Gertje zijn ex-vrouw had hij vernomen dat Ingrid haar vader illegaal werkte naast zijn bijstandsuitkering, in de plaatselijke pizzeria als vervoerder van benodigde goederen. Iedere maandagavond deed hij zijn ding. Henk had het zelf gezien. Het enige waar hij hem op kon pakken was dit. Hem aangeven voor fraude speelde als eerste door zijn hoofd, maar dat zou Ingrid hem nooit vergeven. Ze hield van haar vader. Toen bedacht hij dat hij vader zou kunnen chanteren, zodat hij en Ingrid samen konden zijn en vader noodgedwongen een stap terug moest doen. Bewijzen moest hij hebben. Hij had al een fototoestel op het oog voor een paar honderd euro, dus het was sparen geblazen. Alles voor zijn Ingrid.
Vader en Gertje kwamen er inmiddels niet echt uit. Snugger waren ze niet, en ieder goed idee dat ze al hadden was de volgende ochtend verdwenen in vergetelachtigheid door het overmatige drankgebruik. Een tijdje ging het zo door. Sjokkend. Vader lag iedere dag tot het avondeten voor pampus in een roes, werd hij wakker dan was Ingrid daar, wat zij 's ochtends uitspookte met Henk, daar had hij geen weet van. 's Avond gingen ze vrolijk door met plannen maken in de kroeg, al blaakten ze niet langer meer van enthousiasme. Dit was rond de tijd dat Gertje losbarste. Dreigde zijn huis kwijt te raken door de schulden die hij had opgebouwd in de maanden na het vertrek van zijn vrouw en het verliezen van zijn baan. Toen hij hoorde dat zij weer een nieuwe man zoog, was de maat vol. Bijna een week hebben ze hem niet gezien.
Nuchter kwam hij op een vrijdag aanstommelen. Gertje was nooit nuchter. Nu was het menens. Met een overdreven serieuze blik richtte hij zich tot de schoonvader van Henk, die zich zat te verzuipen aan de bar. Als jij het niet doet, doe ik het wel, bulkte hij. Niemand keek op. Wat doen, vroeg vader. Controle nemen over deze situatie! Zie je niet dat we Ingrid aan het verliezen zijn! Ik zag haar, gisteren. Zij en Henk, in de Aldi bij de fototoestellen, ze zijn vast een vakantie aan het plannen zeg ik je. Nog even en ze is gevlogen. Geen reactie.
Een paar dagen later heeft Gertje zijn kans gepakt en bij Henk ingebroken, om zijn nieuwe fototoestel te jatten. Geen fototoestel, geen vakantie, zo had hij gedacht. Henk zijn huis was een dump. Zo'n nette man van buitenaf en zo'n hork binnen zijn eigen vier muren. Je zou het niet zeggen. Het enige wat schoon was, was zijn keuken. Piekfijn. Henk was dol op koken. Het liefste had hij een koksopleiding gevolgd, maar door geldgebrek was het er nooit van gekomen. Zijn moeder was dement aan het worden toen Henk een tiener was, naast het zorgen voor haar was zijn leven niet-bestaand. Een diploma heeft hij nooit weten te behalen. Zelfmoord was veel aan zijn hoofd, tot zijn moeder overleed, en daar Ingrid in zijn leven kwam. Hij leefde weer. Voor zichzelf. Hoe hij Ingrid zag, daar in huis met haar controlerende vader die haar geen stap buiten de grenzen van zijn bestaan gunde, zo zag hij zichzelf terug. Zijn moeder moest ook niets weten van de hulp van anderen, leunde altijd op haar zoon. Hij voelde zich vrij nu, en wilde zijn vrijheid delen met Ingrid. Haar laten voelen hoe fijn het kon zijn. Daarom gaf hij niet op. Bleef kalm en wachtte zijn moment af.
Gertje had hem gevonden, het fototoestel. Lachte venijnig en sloop de deur uit. Kon zijn enthousiasme niet voor zich houden. Rende dol naar de kroeg en wachtte daar op vader om zijn vangst te vertonen. Vader kwam niet opdagen. De barman zei dat hij er na die laatste uitspatting niet meer is geweest. Gertje wist wel wat hier aan de hand was. Haastte zich naar het huis van Ingrid en haar vader. Daar zat vader, voor de TV, rust alom. De deur was open, Gertje liet zichzelf binnen. Keek vluchtig rond om te zien waar Ingrid was. Nergens te bekennen. Ging naast vader zitten op de bank, die hem geen blik van erkenning gunde. Kijk eens wat ik hier heb, moet je zien, hij kwijlde van enthousiasme. Vader keek op; wat moet dat? Het fototoestel, van Henk, weet je nog, waar ik je over vertelde, over het toestel en de vakantie. Ik heb hem!
Vader zei dat het over was, op Gertje zijn vraag waarom gaf hij geen antwoord. Het was over, het toestel moest teruggebracht worden en rap wel. Gertje werd de deur gewezen. Boos dat hij was, kokend, laaiend. Al die moeite, al die moeite. Wederom een passie van Gertje gesmoord. Wat had hij nog..
Levenloos liep hij terug naar Henk zijn huis, maakte geen haast, deed geen moeite om zachtjes te doen, stampte naar binnen en gooide het fototoestel tegen de muur kapot. Het deed er niet meer toe. Geen huis, geen wijf, geen geld voor drank, geen passie. Op het moment dat hij de deur uit wilde lopen, zag hij in zijn ooghoek de blinkende keuken. Henk zijn passie. Henk.. had zijn leven verpest. Tranen liepen over zijn wangen. Strompelde naar de keuken en daar op keukenvloer draaide hij de mooiste drol van zijn leven, alsof het laatste beetje genot uit hem vloeide. Leeg.