quote:
Er moet een soort consistentie zijn in je controleplan. Als je als doelstelling hebt: volledigheid van de opbrengstverantwoording en het risico is verschuivingsgevaar tussen producten/prijzen dan moet je je werkzaamheden hierop afstemmen. Als je de AO/IC onderzoekt dan wil je bijv. functiescheiding zien, want hoe ondervangt de onderneming anders de volledigheid van de opbrengstverantwoording? Dus als je als doelstelling volledigheid van iets wil controleren dan ga je altijd bij het onderzoek naar AO/IC de functiescheiding vermelden. Als die functiescheiding in de opzet is opgenomen en ze bestaat dan heb je dus deels dat risico afgedekt en je doelstelling gerealiseerd. De werking kan je dan testen bij detailcontroles door paar procedures zelf te herhalen, als er geen dubieuze dingen plaatsvinden betekent dit dat de functiescheiding goed werkt en dat je ervan uit kunt gaat dat de opbrengsten volledig zijn (steunen op de AO/IC).
Bij de AO/IC wil je ook vooral de registraties, richtlijnen/procedures en autorisaties zien. Deze spits je allemaal toe op je doelstellingen. Als je juistheid van de kostprijs hebt dan wordt er bij de AO/IC verwacht dat je factuurcontrole, afgifte tegen kwijting, korting wordt vastgelegd en geautoriseerd opschrijft. Bij je detailcontroles kan je dan bijv. de accountant de factuurcontrole laten herhalen om de werking te testen. Zo ontstaat er een samenhang in je controleplan tussen de werkzaamheden en je controledoelstellingen.