1. Ferrer. Smul echt van zijn speelstijl, mentale kracht, etc. Woont in mijn favoriete stad in Spanje, Valencia. Praat zeer slecht Engels, en dat is wel weer stoer. Enige top vijf speler die zijn hand niet omdraait voor een ATP 250, heb ik altijd het idee. Hoe dan ook een koning, deze man.
2. Gasquet, heerlijke backhand, beetje een flapdrol, tof dus.
3. Hewitt. Die was hip toen ik begon met tennis kijken als puber, en is voor mij nooit helemaal weggeweest.
4. Isner. Heeft potten gespeeld dat ik echt fan van 'm werd. De laatste tijd is hij een beetje, zoals iemand het hier verwoordde, 'een pussy in rally's' geworden. Dieptepunt was toch wel z'n pot tegen Anderson in Shanghai. Twee en een half uur op de baan en twaalf minuten zuivere speeltijd.

5. Tommy Haas. Oude baas.
6. Tsonga.
7. Del Potro. Beetje haat-liefde verhouding mee, maar toch.
8. Nishikori. Als-ie niet geblesseerd is. Bijna nooit dus.
9. Nadal, ook al mis ik 'm nu niet echt.
10. Querrey. Als je 'm een strohoed opzet rechtstreeks uit een boek van Mark Twain. Toffe peer.