18-01-2013
Indiase voorouders van AboriginalsRuim 4000 jaar geleden bereikten emigranten uit India al Australië, blijkt uit genetisch onderzoek.
![aboriginal_jongen.jpg]()
Heeft deze Aboriginal-jongen ook Indiaas bloed door zijn aderen stromen?
In de wetenschap was tot nu toe consensus over de kolonisatie van Australië door de mens: die was in twee golven het continent binnengekomen. Ongeveer 45.000 jaar geleden kwamen de eerste mensen aan, na een lange tocht via Zuidoost-Azië vanuit Afrika, vanwaar ze zich tussen 125.000 en 60.000 jaar geleden over de wereld begonnen te verspreiden. De tweede immigratiegolf begon aan het einde van de 18e eeuw vanuit Europa, na de “ontdekking” van Australië.
Het lijkt nu een bijna onmogelijke onderneming, om in primitieve bootjes de zeestraten rond het huidige Indonesië over te steken. Tijdens diverse ijstijden in het pleistoceen was het zeeniveau echter veel lager dan nu, omdat veel van het water op aarde vastgelegd was in de ijskappen. Java, Sumatra en Borneo lagen vast aan het Aziatische continent (Sunda) en Australië en Nieuw Guinea vormden één landmassa, de Sahul Shelf. Mensen die vanuit Azië naar het zuidoosten trokken, hoefden maar een klein stukje over volle zee om Australië te bereiken.
Deze migranten namen de tijd voor hun reis en ze hebben langs hun route dan ook genetische sporen achtergelaten. Het genoom van de oorspronkelijke bevolking van Australië, de Aboriginals, vertoont grote overeenkomsten met dat van de bewoners van Nieuw Guinea en met de Mamanwa, een groep oorspronkelijke bewoners van de Filippijnen. Dat toont aan dat de landverhuizers niet in korte tijd naar Australië trokken, maar dat een aantal van hen op veel plaatsen onderweg is blijven hangen.
Onderzoekers uit Leipzig en Rotterdam hebben nu in het DNA van Aboriginals uit Noord-Australië sporen gevonden van een nog een migratiegolf Zij schrijven hierover in het blad PNAS. Ruim 4000 jaar geleden moeten er mensen uit India naar Australië verhuisd zijn. Een deel van het DNA van Aboriginals uit de Northern Territories bleek hetzelfde te zijn als dat van Dravidische volken in Zuid-India, die beschouwd worden als de oudste bewoners van het Indiase subcontinent. Op grond van de veranderingssnelheid van DNA moet die Indiase migratiegolf 141 generaties terug hebben plaatsgevonden, oftewel 4230 jaar geleden (aangenomen dat een generatie 30 jaar is).
Deze Indiase genetische sporen zijn niet aangetroffen in het DNA van andere Zuidoost-Aziatische bevolkingsgroepen die onderzocht zijn. Dat impliceert dat de Indiërs die naar Australië trokken, dat in betrekkelijk korte tijd moeten hebben gedaan, zonder te blijven hangen op de tussenliggende eilanden.
Deze immigratiegolf van 4200 jaar geleden valt samen met een verandering in de archeologische vondsten in Australië. In deze periode verschijnen zgn. microlieten: kleine, vlijmscherpe schilfers steen die gebruikt werden als mesjes of pijlpunten.
Ook de oudste fossielen van de dingo, de Australische wilde hond, dateren van ongeveer 4000 jaar geleden. Op grond van hun DNA lijkt die Zuidoost-Aziatische voorouders te hebben, maar hij lijkt het meest op Indiase honden. Het is heel goed mogelijk dat de Indiërs op hun reis naar het zuidoosten ook hun huisdieren hebben meegenomen.
Niks nieuws onder de zon dus, Australië was 4000 jaar geleden ook al een immigratieland. En het is nog steeds populair onder Indiërs: na Nieuw Zeeland, China en Groot Brittannië staat India tegenwoordig op de vierde plaats van landen waar emigranten Australië als bestemming kiezen.
(wetenschap24.nl)