quote:Op vrijdag 5 oktober 2012 15:32 schreef Viking84 het volgende:
De antwoorden kwamen niet.
Sorry.SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
Ik heb ze onder de vorige les staan in mijn voorbereiding, ik zal ze boven de volgende les zetten zodat ik ze vanavond niet vergeet.
Overigens zijn deze zinnetjes nog buitengewoon simpel, omdat kleine woordenschat en weinig grammaticale kennis. De zinnetjes van vanavond werken al minder debiliserend, al zeg ik het zelf.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 5 – Ablativus en praesens
In deze les zetten we onze eerste stapjes op het gebied van de werkwoorden. Maar, voordat we daaraan beginnen, behandelen we nog even de ablativus.
Het vormen van de ablativus gebeurt op dezelfde manier als de andere naamvallen, namelijk door er een uitgang aan vast te plakken. Die uitgangen zijn als volgt:
De rol van de ablativus valt niet in enige woorden te beschrijven. Het is historisch gezien een samensmelting van drie verschillende naamvallen, en het heeft vandaar erg uiteenlopende functies en betekenissen.
Doordat we niet veel kunnen vertellen over de ablativus, is er nog tijd over om te praten over werkwoorden. We beginnen eenvoudig: met de indicativus praesens. Dat is de gewone onvoltooid tegenwoordige tijd.
De vormen worden gemaakt op dezelfde manier als de vormen van de zelfstandige naamwoorden: een stam krijgt een uitgang. Het vinden van de stam is gelukkig wel iets makkelijker: je laat gewoon de uitgang van het woord weg.
De werkwoorden worden ook opgedeeld in vijf categorieën. Omdat de laatste twee grotendeels samenvallen, zal ik die samennemen.
Zoals je ziet, worden de stammen vernoemd naar de laatste letter voor de uitgang. Alleen bij de 1e persoon enkelvoud van de a-verbuiging smelt de -a- samen met de -o, en is deze dus onzichtbaar. De 1e persoon enkelvoud is ook de vorm die gewoonlijk in het woordenboek staat. Om het onderscheid te maken tussen de a-verbuiging en de consonantverbuiging staat er vaak een cijfertje achter de naamval. Het systeem daarachter verschilt per woordenboek.
In het woordenboek staan soms drie woorden achtereen, bijvoorbeeld “facio, feci, factum”. Dat zijn alle drie vormen van hetzelfde werkwoord, in verschillende tijden. Wat het precies inhoudt, leer je later.
Oefeningen
Miles hostem vincis cum decore -
Pater et mater filio amorem dant. Ille [deze] quoque amat patrem et matrem. -
Equum cum servo ad regem mitto. -
Auditis mare? Audimus populum, sed non audimus mare. -
Deus terram, naturam, et deinde [vervolgens] hominem facit. -
Woorden
Ad + acc. - naar, bij, tot
Amo - liefhebben (Lat. amor, Fr. aimer)
Audio - horen (Ned. audio)
Cum + abl. - (samen) met
Do, dedi, datum - geven (Ned. data [lett.: “gegevens”]
Et - en
Facio, feci, factum - maken, doen (Eng. fact, It. factotum)
Habeo - hebben, houden (niet verwant met “hebben”, maar lijkt er wel veel op)
Mitto, misi, missum - zenden, sturen (Ned. missie)
Non - ontkenning
Quoque - ook
Sed - maar
Vinco, vici, victum - overwinnen (Eng. victor, Ned. victorie)
Wie geen zin meer heeft om woordjes op te moeten zoeken in de lijst, kan ik perseus.tufts.edu aanraden. Dat is een site waarop je makkelijk woordjes kunt zoeken. Je krijgt niet alleen de betekenis, maar ook een analyse van de vorm. Het is in het Engels, en niet de snelste site, maar het is wel gratis!
[ Bericht 0% gewijzigd door Ser_Ciappelletto op 06-10-2012 10:24:29 ]
quote:Serpens in horto!
Marcus et Cornelia in horto ambulant. Cornelia subito serpentem videt et clamat: "Marce! Marce!" Marcus rogat: "Quid est, Cornelia? Cur clamas?" Puella clamat: "Serpentem video!" Marcus rogat: "Ubi serpentem vides?" Cornelia serpentem indicat. Tum puer et puella clamant: "Pater! Pater! Serpentem in horto videmus!" Pater Marcum et Corneliam audit et cito in hortum venit. Rogat: "Ubi serpentem videtis, Marce et Cornelia?" Sed puer et puella serpentem non iam vident; serpens iam procul est.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 6 – Meervoud en imperfectum
Voordat we verdergaan met de werkwoorden, behandelen we nog even het meervoud. Qua indeling en vertaling is alles identiek aan het enkelvoud, alleen zijn er meer van alles.
Het goede nieuws is dat de uitgangen van de dativus en ablativus heel eenvoudig zijn: -is voor a- en o-verbuiging, -ibus voor de onregelmatige verbuiging:
Het slechte nieuws is dat de nominativus meervoud van onzijdige woorden op -a eindigt, en dit kan voor verwarring zorgen bij zogenaamde pluralia tantum [ev. plurale tantum, lett: “tantum” “slechts”, “plurale” “meervoud”]. Dat zijn woorden die alleen in het meervoud voorkomen. Er staat bijvoorbeeld “arma” (“wapens”) in het woordenboek, wat lijkt alsof het een woord van de a-verbuiging is, terwijl het eigenlijk van de o-verbuiging is. Om dat te vermijden staat in het woordenboek van zulke woorden ook vaak de genitief erbij. Er zal dus staan: “arma, armorum”, of “arma, -orum”.
Nu we dat achter de rug hebben, gaan we eens kijken naar het imperfectum. Dat is een van de verleden tijden die het Latijn heeft. Anders dan het Nederlands, werkt het Latijn in de werkwoorden vaak met een zogenaamd “infix”, oftewel enkele letters die tussen stam en uitgang komen. Voor de imperfectum is dat -ba-. De uitgangen zijn dezelfde als die van de praesens, met uitzondering van de eerste persoon: dat wordt een -m in plaats van een -o.
“Imperfectum” betekent letter onvoltooid (denk aan “perfect”), en wordt vandaar vertaald als een onvoltooid verleden tijd. “Habebam” is “ik had”, en “audiebatis” is “jullie hoorden”.
Oefeningen
Latijn > Nederlands
Antea habebamus multos [vele] pueros, sed nunc habemus tantum unum [één].
Matrem amatis, enim dona dabatis.
Pater et mater me [aan mij] nomen Aulo dabant quia quoque avo nomen Aulo est.
Milites hostes vincebant et eos [hen] servos ad urbem ducebant.
Vix decora ad uxorem mittebam, et illa [zij] laudabat amorem.
Nederlands > Latijn
De koning had een tempel, en hij gaf de tempel aan het volk van Rome [Roma].
Marcus Antonius zond het lichaam van Caesar [Caesar, Caesaris] naar het forum.
Paulus overwon de Grieken [Graecus] in oorlog [in + abl], maar de Grieken overwonnen de Romeinen [Romanus] in vrede [in + abl].
Wij horen het water van de zee,
De goden geven pijn en woede aan de mannen, omdat ze [i.e. de mannen] het rijk niet prezen.
Woordjes
Antea - voorheen, eerder (Lat. “ante” als in “ante bellum”)
Avus - grootvader
Ducere - leiden (Ned. aqua-duct, duct-tape)
Enim - immers
Laudare - prijzen (Eng. laud, Erasmus' Laus Stultitae -> lof der zotheid)
Nunc - nu (Nl. nu, (niet verwant))
Quia - omdat (Fr. que)
Puer - kind (Eng. puerile)
Vir - man (Ned. viriel, heel ver verwant met weerwolf (wer -> oud-Germaans voor “man”))
“Puer” en “vir” zijn uitzonderingen: hoewel ze eindigen op -r, worden ze toch verbogen als een -us woord. De genitivi zijn dus “pueri” en “viri”
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 7 – Perfectum
Na het Latijnse equivalent van de onvoltooid verleden tijd, gaan we vandaag de voltooid verleden tijd bekijken. Latijnse perfecta kennen een verdeling die nogal op het Nederlandse systeem van sterke en zwakke werkwoorden lijkt. Sommige woorden volgen de standaardregel, anderen hebben een andere stam voor praesens en perfectum. De afwijkende perfectumstammen staan in het woordenboek altijd achter de praesensvorm, bijvoorbeeld: Do [praesens], dedi [perfectum], datum [deze bespreken we later]. Bij de regelmatige verbuiging komt er een -v- tussen stam en uitgang. Dat ziet er als volgt uit:
Alle verbuigingen hebben dezelfde uitgangen, dus ik neem ze hier even samen om het simpel te houden.
Er is één ding waar je goed moet oppassen: bij de e-verbuiging verdwijnt de -e- in de stam, waardoor de -v- direct tegen de stam aan komt staan, bijvoorbeeld habvi. Omdat v en u dezelfde letter zijn in het Latijn, verandert de uitspraak om eufonische redenen (i.e., zodat het beter klinkt), naar habui. Zo wordt dat gewoonlijk dan ook weergegeven in woordenboeken en teksten.
De vertaling van de perfectum is hetzelfde als de Nederlandse voltooid tegenwoordige tijd. “Amavi” betekent “ik heb liefgehad”, “vici” betekent “ik heb overwonnen”.
“Esse”, “zijn”, heeft helaas een onregelmatige verbuiging in de imperfectum. Het perfectum heeft de normale verbuiging, maar is op de stam “fu-” gebaseerd:
Oefeningen
Raptio Lucretiae
Viri Romani in castra sederunt. Omnes [allen] dixerunt: “Mea uxor optima [beste] est.” Ergo ierunt [gaan, eo ii itum] et viserunt quam [welke] uxorem optimam fuit. Uxores biberunt, ederunt [eten, edo, edi] et dormiverunt [dormio, (4)], sed una [een] uxor diligenter [hard] laboravit [werken, laboro (1)]: uxor Lucii Collatini. Omnes viri dixerunt: “Ea [zij] optima uxor est! Decus Romae est!” Nocte [abl. van tijd] Sextus Tarquinius filius regis Tarquinii Superbi ad Lucretiam iit et illae dixit: “aut mecum [met mij] cubas [slapen, cubo (1)], aut te [je] occido et servum mortuum tecum [met je] in lecto [bed] pono.” Tunc Sextus illam [haar] violavit [verkrachten, violo (1)].
Postero die [de volgende dag] Lucretia omnia [alles] dixit patri et Lucio, et seipse [zichzelf] interfecit. Ira viros cepit vitio [misdaad, vitium], et ius iuraverunt [ius iurare: een eed afleggen]: “Regem expellimus [verdrijven, expello, expuli, expulsus]”. Ea [dat] fecerunt, et Brutum primum consulem [consul, consulis] fecerunt. Ita Tarquinius Superbus ultimus [laatste] regem Romae fuit.
Woordjes
Aut – of
Capere, cepi, captum – grijpen, pakken (Eng. captive)
Castra, castrorum – legerkamp (Ned. Castra Noviomagum, de Romeinse naam voor Nijmegen)
Dico, dixi, dictum – zeggen, spreken
Interficere, interfeci, interfectum – doden, vermoorden
Nox, noctis (f) – nacht (Eng. nocturnal)
Pugno (1) - vechten
Venio, veni, ventum – komen
videre, vidi, visum – zien
quote:Viri Romani in castra sederunt. Omnes1 dixerunt: “Mea uxor optima2 est.” Ergo ierunt3 et viserunt quam4 uxorem optimam fuit.
1. allen
2. beste
3. gaan, eo ii itum
4. welke
Is dit niet een idee?quote:Op zaterdag 6 oktober 2012 12:24 schreef Viking84 het volgende:
Even iets anders: heb jij of Iblis een idee of het mogelijk is om een cursus Latijn te volgen aan de Universiteit Leiden? Kan er niets over vinden en ben vast niet de enige die daar belangstelling voor heeft? Ik ben nu al een paar keer opnieuw begonnen, maar ik wil het ook wel eens afmaken ;-)
Of zou dit wat zijn? http://www5.volksuniversi(...)en%20grieks&publish=
5 min hiervandaan
Op zich wel, alleen kan ik niet vinden of dat ook 's avonds is, hoeveel lessen het zijn, hoeveel tijd het me kost...quote:Op maandag 8 oktober 2012 00:07 schreef Iblardi het volgende:
[..]
Is dit niet een idee?
https://studiegids.leiden(...)voor_niet-classici_1
Ik denk dat dat laatste makkelijker is. Het kan ook een idee zijn om op een wiki of zo een woordenlijst bij te houden.quote:Op zondag 7 oktober 2012 20:35 schreef Ser_Ciappelletto het volgende:
Vinden jullie het trouwens makkelijker als ik de aanvullingen in zo'n tekst tussen haakjes erachter zet, of hebben jullie liever een lijstje na afloop? E.g.:
[..]
Ik kan je helaas geen tips geven over cursussen in die regio, ik studeer heel ergens anders. Maar als je aan zelfstudie wilt doen, dan schijnt Tirocinium Latinum de beste methode te zijn.quote:Op maandag 8 oktober 2012 08:00 schreef Viking84 het volgende:
[..]
Op zich wel, alleen kan ik niet vinden of dat ook 's avonds is, hoeveel lessen het zijn, hoeveel tijd het me kost...
Ik heb even gemaild over de cursus aan de Volksuniversiteit, wie de docent is enzo. Op zich is dat het makkelijkst, want nog geen 5 min fietsen, maar aan de andere kant weet je in Leiden zeker dat de cursus op universitair niveau is en van kwaliteit is.
Thxquote:Op maandag 8 oktober 2012 12:13 schreef Ser_Ciappelletto het volgende:
[..]
Ik kan je helaas geen tips geven over cursussen in die regio, ik studeer heel ergens anders. Maar als je aan zelfstudie wilt doen, dan schijnt Tirocinium Latinum de beste methode te zijn.
Leuk om te zien dat het je geïnspireerd heeft!quote:Op maandag 8 oktober 2012 12:40 schreef Viking84 het volgende:
[..]
Thx. Die heb ik al liggen. Wat ik wel erg jammer vind, is dat er geen antwoorden zijn, ook al kun je (iig in het begin) redelijk makkelijk de antwoorden achterhalen, aangezien de oefeningen Latijn - Nederlands en Nederlands - Latijn vergelijkbare zinnen bevatten (met bijvoorbeeld verschillen in meervoud/enkelvoud en persoon).
Latin for beginners van D'Ooge is ook erg fijn voor zelfstudie. Hier ben ik nog het verst mee gekomen. Hij is inmiddels ook in boekvorm uit en er zijn (door de posters van Textkit vervaardigde) antwoorden beschikbaar. Bovendien kun je op het forum je vragen stellen.
Inmiddels contact gehad met Volksuniversiteit en de docent is een ervaren classicus. Ik heb zijn e-mailadres gekregen, dus ik heb even een mailtje gestuurd om te vragen naar zijn ervaring en de methode die hij gebruikt. Hopelijk Tirocinium idd.
Heb ook contact opgenomen met de universiteit Leiden, maar daar is het studiejaar al begonnen en ik vrees dat ik op z'n minst tot februari moet wachten voor ik kan beginnen = te lang. Dus gaat ws Volksuniversiteit worden. Ben benieuwd! Zijn klassen van maximaal 12 personen. Lekker. Ik hoop een leuk contact op te bouwen met mijn medestudenten.
En dankjewel: door dit topic is mijn enthousiasme weer opgelaaid. Hopelijk kan ik over een tijdje ook inhoudelijk meeposten
.
Jij studeert zeker in Groningen?
Een drilboek, dat heel mooi hierop aansluit is Geprogrammeerde Latijnse Grammatica van (toen nog) Drs. R.Eikeboom, Uitgeverij Wolters, Groningen, 1966.quote:Op maandag 8 oktober 2012 12:13 schreef Ser_Ciappelletto het volgende:
Maar als je aan zelfstudie wilt doen, dan schijnt Tirocinium Latinum de beste methode te zijn.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 8 Bijvoeglijke naamwoorden
Het Latijn kent, net als het Nederlands, bijvoeglijke naamwoorden die in geslacht en getal overeen moeten komen met het zelfstandige naamwoord waar ze bij horen. In het Nederlands is dit systeem grotendeels 'afgesleten', maar in het Latijn is het nog springlevend.
Er zijn twee groepen van bijvoeglijke naamwoorden, die overeenkomen met de verbuigingen van de naamwoorden.
De eerste groep is eenvoudig: deze worden, afhankelijk van het geslacht van het zelfstandige naamwoord waar ze bijhoren, vervoegd als de a-verbuiging (voor vrouwelijke woorden), de mannelijke o-verbuiging (voor mannelijke woorden) en de onzijdige o-verbuiging (voor onzijdige woorden).
De tweede groep is aan de ene kant makkelijker, omdat de vormen voor mannelijk en vrouwelijk dezelfde zijn, maar van de andere kant wijken meer woordjes af van de rijtjes van de zelfstandige naamwoorden.
De vormen die afwijken van de rijtjes van de zelfstandige naamwoorden zijn in het geel aangegeven. Gelukkig zijn het er niet zo veel, dus als je de zelfstandige naamwoorden goed kent, is dit ook zo geleerd.
Waar je wel goed op moet letten, is dat er een aantal bijvoeglijke naamwoorden zijn die, net als vir en puer, niet op -us eindigen, maar wel zo verbogen worden. Bijvoorbeeld, “pulcher”, “mooi”, wordt in de genitief “pulchri” en niet “pulchris” zoals je zou verwachten. Andere zulke woorden zijn “niger, nigri”, “zwart” en “miser, miseri” “ongelukkig”.
Het bijvoeglijke naamwoord moet in geslacht, getal en naamval overeenkomen met het zelfstandige naamwoord waar het bijhoort. Oftewel, “een goed leven” wordt “bona vita”, “van de sterke koningen” “fortium regum”, en “door een goede recht” “bono iuri”.
Oefening
Numitor rex Albae Longae fuit, urbis vetustae et pulchrae. Numitor bonus rex fuit, et populus eum amavit. Sed malus frater Numitoris Amulius imperium occupavit, Numitorem in exsilio misit et filium novum Numitoris interfecit. Sed Numitor quoque filiam habuit, ei nomen Rheae Silviae fuit. Amilius eam ad Virgines Vestales1 misit, ne2 filios gignat3.
Rhea Silvia, tristis ob morte fratris exsilioque patris, in lucem iit4. Deus belli Mars eam vidit, et pulchram formam laudavit. Ad terram descendit et illam violavit5. Potentis6 seminis7 dei Rhea Silvia gravida8 facta9 est.
Cetera10 cras11 leges12...
1 virgo Vestalis - Vestaalse maagd (Virgo, virginis – maagd)
2 ne – opdat niet
3 gigno (4), genui, genitum – baren, kinderen krijgen. Vertalen alsof er gignit staat
4 eo, ii, itum – gaan
5 violo (1) – verkrachten, geweld aan doen.
6 potens, potentis – krachtig, potent.
7 semen, seminis – zaad, sperma
8 gravidus, -a -um – zwanger
9 factus, -a -um - gemaakt
10 cetera – de rest
11 cras – morgen (i.e. de volgende dag)
12 Futurum 2e persoon enkelvoud van lego, legi, lectum – lezen
Woordjes
bonus, -a -um - goed
descendere, descendi, descensum - afdalen
exsilium - ballingschap
forma - gestalte, vorm
frater, fratris - broer
in + abl - in, op, bij
in + acc - naar, tot, bij
lux, lucis bos, vooral een heilig bos
malus slecht
mors, mortis dood
novus, -a -um nieuw, jong
ob + abl - wegens
occupare (1) bezetten
tristis, -e verdrietig, triest
vetustus, -a -um oud
[ Bericht 0% gewijzigd door Ser_Ciappelletto op 09-10-2012 20:13:22 ]
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 9 – Infinitivus en u-verbuiging en e-verbuiging.
Vandaag gaan we het hebben over de infinitivus. Die lijkt qua functie best veel op het Nederlands.
Om te beginnen zullen we eens kijken naar hoe ze gevormd worden. De infinitvus wordt gevormd door -(e)re achter de stam te zetten. That's it. Het enige gevaar zit 'm in de 4e verbuiging. Sommige woorden houden de -i- van de stam, anderen nemen de -e- over.
De belangrijkste taak van de infinitief is in de zogenaamde accusativus cum infinitivo ofte AcI. Dat is een inbeddingsmechanisme dat gebruikt wordt na woorden van zeggen, zoals “dicere”. Waarin het Nederlands de dat-zin staat, staat in het Latijn een infinitivus met een accusativus als onderwerp. “Ik zeg dat Aulus komt” wordt dus: “dico Aulum venire”. Als het onderwerp van de ondergeschikte zin dezelfde is als het onderwerp van de hoofdzin, hoeft er geen accusatief herhaald te worden, tenzij voor nadruk. “Aulus zegt dat hij komt” wordt dus “Aulum dicit venire”.
De andere inbeddingsmechanismen gaan we pas veel later bekijken, maar deze is zodanig belangrijk en veelvoorkomend dat we die best zo snel mogelijk doen.
Omdat het eerste gedeelte nogal kort is, zullen we nog even kijken naar de twee zeldzamere rijtjes van de zelfstandige naamwoorden: de u-verbuiging en de e-verbuiging. Deze rijtjes zijn relatief eenvoudig om te leren, omdat dezelfde vorm op verschillende plekken terugkomt:
Wat opvalt is dat het toch nog aardig wat raakvlakken heeft met de eerder geleerde rijtjes: de datief en ablatief meervoud is in alle gevallen gelijk aan die van de gemengde verbuiging. De onzijdige vormen van de u-verbuiging doen hetzelfde als de andere onzijdige verbuigingen: nominativus en accusativus enkelvoud zijn gelijk aan elkaar, en in het meervoud krijgen ze een -a.
Het is niet de grootste ramp als je deze rijtjes niet goed kent. Zeker de u-verbuiging komt niet veel voor. De e-verbuiging komt vaker voor, vooral in de woordjes “res”, “ding” (vergelijk: “res publica” --> republiek, “openbare zaak”) en “dies”, “dag”.
Oefeningen
Filios Rheae Silviae
Rhea Siliva duos filios fortes gignuit1. Eis2 nomina Romulum Remumque dedit. Rex Amulius iussit servum pueros interficere. Sed misericordia3 cor4 servi cepit, et servus non ipse5 potuit interficere pueros. In flumine Tiberi eos miseros posuit, et Romulus Remusque naverunt6 de urbe.
Sed Pluto, dominus7 inferorum8, non potuit rapere parvos. Ripam9 attigerunt10, et lupa11 eos12 aluit. Cito pastor13 Faustulus invenit pueros, et ad uxorem Accam Larentiam adduxit. Pastor cum uxore pueros educavit14, et paucis annis post15 pueri fuerunt viri. Nihil16 cognoverunt de matre et avo.
1 gigno, gignui genitum - baren
2 eis - aan hen
3 misericordia - medelijden
4 cor, cordis (n) - hart
5 ipse - zelf
7 dominus - meester
8 inferus- onderwereldbewoner
9 ripa - oever
10 attingo, attegi attectum - bereiken
11 lupa - wolf, prostituee
12 eos - hen
13 pastor, pastoris - herder
14 educo, educavi educatum - opvoeden
15 post + abl - later
16 nihil - niets
Woordjes
-que – en, wordt altijd achteraan het woord vastgemaakt: pater materque --> vader en moeder.
Alo, alui, alitum – voeden
Annus – jaar
Capio, cepi, captum – grijpen, pakken
Cognosco, cognovi, cognitum – leren kennen, perf.: weten, kennen
De + abl – weg van
Flumen, fluminis – rivier
Invenio, inveni, inventum – vinden, tegenkomen
Iubeo, iussi, iussum – bevelen
Miser, -a -um – ongelukkig
Parvus – klein
Paucis, -e – weinig(e)
Rapio, rapui, raptum – roven, grijpen, wegrukken
Saepe – dikwijls
Possum, potui – kunnen
Possum is onregelmatig in de praesens: alle vormen zijn een samentrekking van “pot” en een vorm van “esse”. Wanneer de vorm van “esse” met een s- begint, verandert de -t in een -s: potsum --> possum, potsumus --> possumus en potsunt --> possunt, maar potes(t)(is) --> potes(t)(is). In het perfectum is het volledig regelmatig op de stam “potui”.
Ik heb hier eens over na zitten denken, en misschien is het het makkelijkste als ik alleen nog uitleg geef over woorden en constructies die men zelf niet (of slechts met grote moeite) in het woordenboek kan vinden. De rest kan dan op internet (Perseus.tufts.edu) opgezocht worden. Dat scheelt mij veel werk, het maakt de zaak duidelijker, en men kan zelf oefenen met zoeken en dergelijke. Daarnaast, de belangrijkste woordjes leert men vanzelf doordat ze het vaakst gebruikt worden.quote:Op maandag 8 oktober 2012 08:20 schreef thabit het volgende:
[..]
Ik denk dat dat laatste makkelijker is. Het kan ook een idee zijn om op een wiki of zo een woordenlijst bij te houden.
Op de middelbare school was ik vrij goed in Latijn, maar ik merk nu wel dat het allemaal behoorlijk is weggezakt.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 10 – Voornaamwoorden
Net zoals het Nederlands, kent het Latijn ook verschillende voornaamwoorden. In deze les zullen we ze in grote lijnen bespreken, met een nadruk op het relativum ofte relatieve voornaamwoord (qui, quae, quod). Je zult zien dat de voornaamwoorden grotendeels verbogen worden als de gewone zelfstandige naamwoorden, maar er zijn enkele verschillen.
Laten we eens kijken naar de verbuiging van het relativum:
In geel staan weer de opvallende dingen.
- de genitivus, die op -ius eindigt.
- de datief “cui”, met c- in plaats van qu-
- de nominatief en accusatief onzijdig meervoud gelijk aan de nominatief vrouwelijk, terwijl je “qua” en “ha” zou verwachten.
- de accusatief mannelijk enkelvoud is -em, terwijl je -um zou verwachten. “Quum” komt wel voor, vooral bij dichters, maar is eerder zeldzaam.
- de datief en ablatief meervoud eindigen op “-ibus”, zoals de gemengde verbuiging. Dit geldt alleen voor de verbuiging van “qui”, in de regel niet voor andere voornaamwoorden.
- de verbuiging van “hic” heeft in het enkelvoud overal een “-c” achteraan. Vandaar dat het “hunc” en “hanc” is: eigenlijk was het “humc” en “hamc”, maar probeer het maar eens uit te spreken. Dat loopt gewoon niet lekker, en de -m- verandert al snel in een -n-.
Welnu, hoe worden deze gebruikt? Een voornaamwoord staat altijd in hetzelfde getal en geslacht als het woord waarnaar het verwijst, i.e. het antecedent. Als het in dezelfde zin staat, krijgt het ook dezelfde naamval. Bijvoorbeeld: “hic vir rex est” en “his fratribus servum do”.
Relativa staan daarentegen altijd in een andere zin, de zogenaamde relatiefzin. In het Nederlands gaat het dan om: “Ik zie de man, aan wie ik de tuin geef.” Het relativum krijgt dan getal en geslacht van het antecedent, maar de naamval die nodig is in de zin. Om het Nederlandse voorbeeld te vertalen: “Video virum [acc. manl. ev], cui [dat. manl. ev] hortum do”.
Nog een voorbeeld is een van de beroemdste zinnen uit de Latijnse literatuur, namelijk de openingszin van Caesar's De Bello Gallico: “Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unum incolunt Belgae [..]”, “Heel Gallie is verdeeld in drie delen, van welke de Belgen er één bewonen”. “Quarum” komt in geslacht en getal overeen met “partes” [pars, partis (f) – deel], maar het staat in de naamval van de functie die het in de relatiefzin bekleedt, namelijk een deelsgenitief ofte partitieve genitief.
Ook de aanwijzende voornaamwoorden (hoc, ille, iste) kunnen over de zin heen wijzen. Vanzelfsprekend nemen ze dan ook geslacht en getal van het antecedent over, maar de naamval die ze nodig hebben in de zin. Bijv.:“Donum do fratri. Hoc pulchrum est””
De oplettenden onder jullie zullen al “qua”, de vrouwelijke ablatief enkelvoud gespot hebben als een woord dat ook in het Nederlands bestaat. Dat is helemaal correct, en sterker nog, het heeft precies dezelfde betekenis als in het Latijn: “wat betreft”. Dat is één van de functies van de ablatief, namelijk de ablatief van betrekking. Deze wordt in de regel vertaald met “wat betreft”. Een mooi voorbeeld daarvan vinden we in de tweede zin uit Caesar's De Bello Gallico: “Hi omnes lingua [lingua - taal], institutis [institutum – instelling], legibus [lex, legis (f) - wet] inter se differunt” oftewel, “Deze allen verschillen onderling wat betreft taal, instellingen en wetten”.
Oefening:
Multos amicos fratres habuerunt, sed saepe pugnaverunt pastoribus regis Aemulii. In proelio ceperunt Remum, quem ad Amulium adduxerunt. Romulus quoque ad Aemulium iit: voluit liberare fratrem suum. Ibi Amulius fratres agnovit, et historiam eis dixit. Ira fratres cepit, et Amulium interfecerunt. Omnes praesentes dixerunt Romulum et Remum novos reges Albae Longae esse, sed gemini revocaverunt avum Numitor et eum fecerunt regem. Ipsi fratres voluerunt condere urbem.
Pergatur...
Woordjes
adduco, adduxi, adductum – brengen naar (ad-ducere)
Agnoscere, agnovi agn – herkennen
Eo, ii, itum – gaan (onregelmatig in praesens)
Geminum – (een deel van een) tweeling
Proelium – gevecht
Pugno (1) – vechten
revoco (1) – terugroepen (re-vocare)
Volo, volui, vol (onregelmatig in praesens)
Je ziet dat er twee onregelmatige werkwoorden tussen staan. Om deze allemaal één voor één te gaan behandelen, zou veel tijd kosten en het idee van dit topic overstijgen. Als je zo een vreemde vorm ziet, schiet dan niet in de stress, maar kijk even in het woordenboek op Perseus.tufts.edu: die site zal de vorm zo voor je vinden.
Hic, haec, hoc – deze (iets dat dicht bij de spreker is)
Idem, eadem, idem – dezelfde (verbogen vorm + “dem”. Acc. manl. ev. is bijvoorbeeld “eundem”, van “eum”+”dem”)
Ille, illa, illud – die, dat (iets dat ver weg van zowel spreker als toehoorder is)
Ipse, ipsa, ipsum - zelf
Is, ea, id – deze, dit
Iste, ista istud – die dat (iets dat dicht bij de toehoorder is), kan negatief zijn
Deze voornaamwoorden volgen grotendeels de bovengenoemde rijtjes. Toch hebben sommige woorden aparte vormen. Ook hiervoor leent Perseus zich uitstekend.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 11 – Passief
Vandaag gaan we eens kijken naar passiva. In het Nederlands worden die zonder uitzondering gevormd met het hulpwerkwoord “worden”. In het Latijn zijn de praesens en de imperfectum passief één woord, maar het perfectum is een omschreven vorm bestaande uit twee woorden. De passieve vormen hebben grotendeels hun eigen uitgangen, maar voor de rest lijken ze veel op de actieve vormen:
Het enige puntje is dat de 2e persoon enkelvoud praesens en de infinitief van de i-verbuiging twee verschillende vormen kan hebben: de werkwoorden die een -i- in hun actieve infinitief hebben, houden die -i- ook in de 2e persoon enkelvoud en in de infinitief komt er -ri achter de stam (e.g. audire --> audiris --> audiri). De woorden die -e- krijgen, hebben ook in de 2e persoon enkelvoud een -e-, en krijgen alleen -i in de infinitief; (e.g. capere --> caperis --> capi).
Het perfectum wordt op een speciale manier gevormd: men neme het supinum, en vervangt -um door -us. Het supinum is het derde woord dat in de rijtjes van onregelmatige werkwoorden staat (e.g. “capio, cepi, captum”). Bij regelmatige werkwoorden wordt dat supinum gevormd door -tum (soms -sum) achter de stam te zetten (e.g. ama-tum, van amo).
Vervolgens neem je het voltooide participium passief (VPP), zoals het genoemd wordt, en je zet dat in hetzelfde geslacht en getal als het onderwerp. De VPP's worden volledig verbogen als de a- en o-verbuiging. Voeg de juiste vorm van “esse” toe, en je bent klaar.
Om een voorbeeld te geven: “Het forum werd ingenomen”. “Het forum”, ofte “forum” is een onzijdig woord, en hier is het enkelvoud. Het VPP moet dus ook onzijdig enkelvoud zijn. De naamval is vanzelfsprekend: het onderwerp is altijd nominatief. Het VPP van “capio” is “captus”. Zet dat in het juiste geslacht en getal, en dan hoeft er alleen nog een vorm van “esse” toegevoegd te worden. Het onderwerp is hier een 3e persoon enkelvoud, dus de vorm van “esse” wordt “est”. Zet alles achter elkaar, en je krijgt “Forum est captum”. Zouden er meerdere forums ingenomen zijn, dan zou het “Fora sunt capta” worden.
De vertaling is eenvoudig: je zet er gewoon “worden” voor: “vincor” betekent “ik word overwonnen”, “audiebar” betekent “ik werd aangehoord”. De persoon die handelt, staat ofwel in de datief, ofwel is het a(b) + abl. Deze persoon wordt echter lang niet altijd toegevoegd!
Binnen dit onderwerp passen ook de zogenaamde deponentia. Dat zijn woorden die hun actieve vormen hebben neergelegd (“de-ponere”), en alleen nog in het passief voorkomen. Veelvoorkomende voorbeelden zijn “sequor”, “ik volg” en “patior”, “ik duld”.
Oefening:
Dit is een licht aangepaste passage uit Caesar. Het volgt direct op de twee zinnen die we in de vorige les hebben gezien. Let goed op de naamvallen, want de woordvolgorde is een stuk minder evident dan in de vorige oefeningen!
Gallos ab Aquitanis Garumna flumen, a Belgis Matrona et Sequana dividit. Horum omnium fortissimi1 sunt Belgae, propterea quod2 a cultu atque humanitate provinciae longissime absunt, minimeque3 ad eos mercatores4 saepe veniunt atque ea important quae ad effeminandos5 animos pertinent5, proximique sunt Germanis, qui trans Rhenum incolunt, quibuscum7 continenter8 bellum gerunt. De qua causa Helvetii quoque reliquos9 Gallos virtute praecedunt, quod10 fere11 cotidianis12 proeliis cum Germanis contendunt, quando aut suis finibus eos prohibent13 aut ipsi in eorum finibus bellum gerunt.
1 fortissimus – superlatief van “fortis”
2 propterea quod – aangezien
3 minime (bijwoord) – weinig, allerminst veel
4 mercator, mercatoris (m) – koopman
5 effeminandus – verwijfd (technisch gezien een werkwoordsvorm, maar dat komt later nog)
6 pertineo, pertinui (ad) – betrekking hebben op
7 het woordje “cum + abl”, “samen met” heeft de neiging achter het woord te gaan staan als het bij een voornaamwoord staat.
8 continenter – onophoudelijk, voortdurend
9 reliquus, -a -um - overige
10 quod - hier: omdat
11 fere (bijw) - bijna, (staat hier bij cotidianus
12 cot(t)idianus, -a -um - dagelijks
13 prohibeo, prohibui, prohibitum - verbieden, verhinderen
Woorden
A(b) + ablatief – weg van, door
Causa - oorzaak, reden
contendo, contendi, contentum - zich inspannen, wedijveren
Cultus, cultus (m) – cultuur, bewerking (van land)
De + ablatief - wegens
Divido, dividi, divisus – verdelen
Finis, finis - grens, rand
Gero, gessi gestum – doen, voeren, dragen, bellum --: oorlog voeren
Humanitas, humanitatis (f) – menselijkheid
Incolo, incolui – bewonen.
Omnis, omnis – enkelvoud: geheel, meervoud: alle
Praecedo, praecessi, praecessum - voorgaan, de baas zijn, aftroeven
Quando - wanneer
Virtus, virtutis (m) - mannenmoed, dapperheid (verwant met "vir", "man")
Begrepen! Ik zal het tempo proberen terug te schroeven.quote:Op vrijdag 12 oktober 2012 09:39 schreef Viking84 het volgende:
Ik vind het tempo een beetje te hoog liggen, eigenlijk. Voor een totale noob.
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 12 - Participia
Omdat mij ter ore is gekomen dat het allemaal wat snel is gegaan, zal ik de komende dagen de theorie kort proberen te houden. Ik zal vooral oefeningen geven om het reeds geleerde te oefenen. Daarbij zullen we meteen wat kijken naar de verschillende functies van naamvallen.
De functies van de naamvallen zijn dingen die de meeste leerlingen slechts kunnen herkennen door ze vaak te zien.
Gisteren hebben we al het passieve participium perfectum (VPP) gezien. Vandaag gaan we ook eens kijken naar het actieve participium praesens (GPA). Het vormen daarvan is heel eenvoudig: je neemt de stam en zet er -(e)ns achter:
Vervolgens worden ze helemaal verbogen als “fortis”.
Zulke participia worden gebruikt als bijvoeglijke naamwoorden. De betekenis is ook eenvoudig: het VPP wordt vertaald als een voltooid deelwoord (victus vir--> een overwonnen man), het GPA wordt vertaald als een onvoltooid deelwoord (vincens vir --> een overwinnende man).
Met de participia kun je een heel speciale constructie bouwen: de ablativus absolutus/losse ablatief. Zoals de naam al zegt, is daar de ablativus bij betrokken. Als je een bijzin met “terwijl” of “nadat” wilt maken, kan dat met de losse ablatief: je zet het onderwerp in de ablativus, je neemt het participium van het werkwoord dat je wilt gebruiken en dat zet je ook in de ablativus, en je hebt je bijzin. Het GPA wordt gebruikt voor “terwijl”, het VPP voor “nadat”. Bijvoorbeeld:
“Rege vincente venio” “Terwijl de koning overwint, kom ik”, en “Rege victo, veni” “Nadat de koning overwon, kwam ik”
Oefening
Apud Helvetios longe1 nobilissimus2 fuit et ditissimus3 Orgetorix. Is M. Messala, [et P.] M. Pisone consulibus4 regni5 cupiditate6 inductus7 coniurationem8 nobilitatis9 fecit et civitatem10 persuasit11 de finibus suis cum omnibus copiis12 exire: perfacile13 est totius Galliae imperio potiri14: virtute omnibus praestarunt. Id hoc facilius15 iis persuasit, quod natura Helvetii continentur16: ex una parte flumine Rheno, qui agrum17 Helvetium a Germanis dividit; ex altera19 parte monte20 Iura, qui est inter18 Sequanos et Helvetios; ex tertia21 lacu22 Lemanno et flumine Rhodano, qui provinciam nostram ab Helvetiis dividit.
1 Longe (bijwoord) – lang, met afstand (hoort bij nobilissimus en ditissimus)
2 nobilissimus – superlatief van “nobilis”, “edel”
3 ditissimus – superlatief van “divitis” “rijk”
4 een losse ablatief met weggelaten GPA van “esse”: “Terwijl X Y was”.
5 regnum – heerschappij
6 cupiditas, cupiditatis (f) – begerigheid, verlangen naar (+gen)
7 induco, induxi, inductum – ertoe aanzetten, binnenleiden, introduceren
8 coniuratio, coniurationis (f) – samenzwering
9 nobilitas, nobilitatis (f) – adel
10 civitas, civitatis (f) – burgerschap, het geheel van burgers
11 persuado, persuasi, persuasum – overtuigen
12 copia – hulp, macht, meervoud: hulptroepen
13 perfacile (bijwoord) – zeer makkelijk
14 potior, potitus est – zich meester maken van (+dat)
15 facilius – overtreffende trap van “facile”, hier vertaald als “vrij eenvoudig”
16 contineo, continui, contentum – binnen houden, omsluiten
17 ager, agri – akker, land, landgoed
18 inter (+ acc) - tussen
19 alter, altera, alterum – ander, tweede
20 mons, montis (f) – berg
21 tertius, -a -um - derde
22 lacus, lacus (f) - meer
SPOILEROm spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.Les 13 – Bijwoorden
Deze les zal ik ook enkele functies uitleggen in de oefening. Als je je daarmee bekend wilt maken, doe je er dus goed aan om de oefening ook eens door te nemen.
Het goede nieuws: regelmatige bijwoorden zijn heel eenvoudig te vormen. Het slechte nieuws: er zijn vrij veel onregelmatige bijwoorden. Deze laatsten gaan we natuurlijk niet allemaal nu behandelen. Enkele daarvan heb je al gezien, anderen ga je nog zien, en veel zul je nooit zien tenzij je je professioneel bezig gaat houden met Latijn.
Om het eenvoudige stuk dan maar te doen: bijvoeglijke naamwoorden die worden verbogen als “longus” krijgen een uitgang -e, bijvoeglijke naamwoorden die worden verbogen als “fortis” krijgen -(it)er. De meeste woorden in die verbuiging krijgen -iter, alleen degenen van wie de stam op -nt eindigt krijgen -er. Om dat even schematisch weer te geven:
Het bijwoord wordt totaal niet verbogen volgens geslacht, getal of naamval. Alleen door de vergelijkende en overtreffende trap kan het veranderen, maar daar komen we later op terug.
Het bijwoord staat meestal bij het predicaat: “fortiter pugnat”, “hij vecht dapper”. Maar soms staat het ook bij een andere woordgroep. We zagen in de vorige tekst al “longe nobilissimus”, waar het bijwoord “longe” bij een bijvoeglijk naamwoord stond. Het Latijn heeft geen waterdichte manier om duidelijk te maken waar het bij staat, vanwege het gebrek aan verbuiging. Vaak zal het uit de context blijken.
Vooral dichters maken soms dankbaar gebruik van de twijfel die kan ontstaan door de ambiguïteit.
Oefening
We zijn weer terug bij Caesar. Hij heeft juist verteld dat de Helvetiërs aan alle kanten ingesloten zijn door de natuur.
His rebus fiebat ut1 et minus late vagarentur et minus2 facile3 finitimis4 bellum inferre possent; ex qua parte homines bellandi6 cupidi magno dolore7 adficiebantur. Pro8 multitudine autem hominum et pro gloria belli atque fortitudinis10 angustos11 se fines habere arbitrabantur, qui in longitudinem12 milia14 passuum15 CCXL [240], in latitudinem13 CLXXX [180] patebant.
1 ut (voegwoord) – hier: “dat”
2 minus – minder
3 facile (onregelmatig bijwoord) – van facilis, “eenvoudig”
4 finitimus – aangrenzend. Dit is een zogenaamde prefixdatief: het werkwoord waarbij het hoort, “inferre” heeft een voorzetsel (prefix) “in-”. Zulke prefixen roepen een voorwerp in de datief of accusatief op, afhankelijk van het gebruikte prefix.
5 possent – lees: possunt
6 bellandum – het oorlogvoeren
7 een ablatief van het meewerkend voorwerp bij een passief werkwoord: “door X”
8 adficio, adfeci, adfectum – aandoen
9 pro (+abl) – voor, ter verdediging van, in plaats van, in verhouding tot
10 fortitudo, fortitudinis – dapperheid [vergelijk “fortis”. Woorden met “-tudo” betekenen vaak iets met “-heid”]
11 angustus, -a -um – nauw, eng
12 longitudo, longitudinis – lengte [vergelijk “longus” --> langheid]
13 latitudo, latitudinis – breedte [vergelijk “latus”, “breed” --> breedheid]
14 milia – duizend. Dit is een accusatief van maat, en duidt een afstand aan.
15 passus, passus – stap, pas, een lengtemaat van ongeveer 1,5 meter. Dit is een beschrijvende genitief: deze genitief beschrijft het woord waar het bij hoort in meer detail.
16 pateo, patui – openstaan, zich uitstrekken.
Woordjes
Multitudo, multitudinis (f) – menigte
Autem – maar, echter
Infero, intuli, inlatum [onregelmatig in praesens] – binnendragen [inferre is de infinitief].
Gloria – eer, roem
Arbitror, arbitratum [deponens] – menen, vinden, van mening zijn
Maar Duits gaan leren omdat je niet weet hoe je Latijn moet leren?quote:Op donderdag 18 oktober 2012 06:59 schreef Nithosm het volgende:
NICE.
TeVettoPidee.
Ik ben sinds een paar weken aan het prakiseren hoe ik 't beste Latijn kan leren.
Uit radeloosheid ben ik maar wat Duits gaan leren, dit is echt geen toeval![]()
*doet dansjes doen *
Ik zit momenteel in Costa Rica en áls ik iets wil studeren wil ik dat uit boeken doen en met mensen die de taal kundig zijn. Nogal lastig met Latijn.quote:Op donderdag 18 oktober 2012 07:32 schreef Viking84 het volgende:
[..]
Maar Duits gaan leren omdat je niet weet hoe je Latijn moet leren?![]()
Er zijn genoeg prima zelfstudiemogelijkheden
Is dat die tekst met:quote:Op donderdag 29 november 2012 13:30 schreef Viking84 het volgende:
Eens kijken hoe het met dit topic gaat, dacht ik. Ik zie dat het overleden is, maar dat had ik eigenlijk al wel verwacht... jammer! Ik ben intussen een maand bezig met de beginnerscursus van de Volksuniversiteit in Den Haag en het is echt ontzettend leuk en leerzaam. We gebruiken Vivat Roma en volgen het verhaal van Aeneas. De docent is goed onderlegd en komt met allerlei leuke feitjes aanzetten. Bijv. dat de mogelijke etymologie van snob sine nobilitate is. Ik hoor zelden dingen die ik niet al eens gehoord had, maar deze cursus hangt aaneen van dit soort dingenTof!
Verder kan ik iedereen echt aanraden een cursus olv een classicus te doen, omdat je dan ook hardop Latijn leest en dus hoort hoe dingen uitgesproken worden.
Het was allemaal een beetje teveel voor één persoon. In het begin ging het wel, maar naarmate het studiejaar vordert komen er steeds meer taken bij. Misschien dat ik het begin volgend semester weer op kan pakken.quote:Op donderdag 29 november 2012 13:30 schreef Viking84 het volgende:
Eens kijken hoe het met dit topic gaat, dacht ik. Ik zie dat het overleden is, maar dat had ik eigenlijk al wel verwacht... jammer! Ik ben intussen een maand bezig met de beginnerscursus van de Volksuniversiteit in Den Haag en het is echt ontzettend leuk en leerzaam. We gebruiken Vivat Roma en volgen het verhaal van Aeneas. De docent is goed onderlegd en komt met allerlei leuke feitjes aanzetten. Bijv. dat de mogelijke etymologie van snob sine nobilitate is. Ik hoor zelden dingen die ik niet al eens gehoord had, maar deze cursus hangt aaneen van dit soort dingenTof!
Verder kan ik iedereen echt aanraden een cursus olv een classicus te doen, omdat je dan ook hardop Latijn leest en dus hoort hoe dingen uitgesproken worden.
Nog een leuker weetje: wist je dat de Griekse woorden heis ("één", mannelijk telwoord), mia ("één", vrouwelijk telwoord), homoios ("gelijk"), het Latijnse similis ("gelijkend") én het Nederlandse samen allemaal van dezelfde Proto-Indo-Europese stam komen? Maar dat het Latijnse homo dan weer verwant is met humus ("grond"), en met het -gom in bruidegom?quote:Op donderdag 29 november 2012 13:50 schreef AthCom het volgende:
[..]
Is dat die tekst met:
Aeneas currit. Fugit. Anchises fugit. Non currit. Cur non currit? (Want – ik weet het Latijnse woordje niet meer) Anchises senex est. Bellum saevit. Troia capta est. etc etc etc?
En dat is inderdaad een leuk weetje.Wist je ook dat homofiel niet afgeleid is van het Latijnse homo (= mens), maar van het Griekse homoios (= gelijk) wat insinueert 'vallen op het gelijke geslacht'?
ja dat had ik ook al ergens gelezen, maar daar werd ook weer gezegd dat het verband met schoenmakersleerling ook onwaarschijnlijk is. Het is gewoon leuker om te doen alsof het uit het Latijn komtquote:Op donderdag 29 november 2012 16:35 schreef Ser_Ciappelletto het volgende:
[..]
Nog een leuker weetje: wist je dat de Griekse woorden heis ("één", mannelijk telwoord), mia ("één", vrouwelijk telwoord), homoios ("gelijk"), het Latijnse similis ("gelijkend") én het Nederlandse samen allemaal van dezelfde Proto-Indo-Europese stam komen? Maar dat het Latijnse homo dan weer verwant is met humus ("grond"), en met het -gom in bruidegom?
En dat snob zeer zeker niet van sine nobilitate komt?
Anchises enim senex estquote:Op donderdag 29 november 2012 13:50 schreef AthCom het volgende:
[..]
Is dat die tekst met:
Aeneas currit. Fugit. Anchises fugit. Non currit. Cur non currit? (Want – ik weet het Latijnse woordje niet meer) Anchises senex est. Bellum saevit. Troia capta est. etc etc etc?
En dat is inderdaad een leuk weetje.Wist je ook dat homofiel niet afgeleid is van het Latijnse homo (= mens), maar van het Griekse homoios (= gelijk) wat insinueert 'vallen op het gelijke geslacht'?
Als je van die kromme etymologieën houdt, zou je eigenlijk eens iets over Johannes Goropius Becanus moeten lezen. De beste man dacht dat alle talen in de wereld van het 16e eeuwse (contemporain voor hem) Antwerpse dialect kwamen.quote:Op donderdag 29 november 2012 17:20 schreef Viking84 het volgende:
[..]
ja dat had ik ook al ergens gelezen, maar daar werd ook weer gezegd dat het verband met schoenmakersleerling ook onwaarschijnlijk is. Het is gewoon leuker om te doen alsof het uit het Latijn komt
Zo ver ben ik nog nietquote:Op donderdag 29 november 2012 17:25 schreef Ser_Ciappelletto het volgende:
[..]
Als je van die kromme etymologieën houdt, zou je eigenlijk eens iets over Johannes Goropius Becanus moeten lezen. De beste man dacht dat alle talen in de wereld van het 16e eeuwse (contemporain voor hem) Antwerpse dialect kwamen.
Een bekend voorbeeld in het Latijn is Isidorus Hispalensis (a.k.a. Isidoor van Sevilla), die in zijn Etymologarium Libri XII ook menig rare etymologie neerpende. Zo dacht hij dat 'cadaver' van 'caro data verminibus' (vlees, gegeven aan het ongedierte) kwam.
Voor een klassiek voorbeeld zou je eens naar Terentius Varro's De lingua latina (met lange a's!) kunnen kijken, alhoewel hij minder extreem is dan bovenstaande voorbeelden. De precieze passages zal ik even moeten opzoeken, als je die wilt weten.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |