Seculiere staat onder atheisme. Frankrijk, 1792, 4 jaar na de Franse revolutie.
De Eerste Franse Republiek werd opgericht op 22 september 1792, door de nieuw opgerichte Nationale Conventie. De Eerste Republiek duurde tot de verklaring van het Eerste Franse Keizerrijk in 1804 onder Napoleon Bonaparte. Deze periode wordt gekenmerkt door de val van de monarchie, de oprichting van de Nationale Conventie en de beruchte Terreur, de oprichting van het Directoire en de Thermidorische Reactie en uiteindelijk, de creatie van het Consulaat en de rijzing van de macht van Napoleon Bonaparte.
De Terreur (Frans: la Terreur, letterlijk vertaald "schrikbewind", met een hoofdletter), is een concept dat door historici gebruikt wordt om twee periodes in de Franse Revolutie aan te duiden waarin Frankrijk werd geregeerd door een uitzonderlijke uitvoerende macht die berustte op kracht, illegaliteit en repressie.[1]
De datering en definitie ervan blijven onzeker.[2] Toch kan men twee fases onderscheiden in de Terreur:[3] de eerste gaat van de afzetting van de koning op 10 augustus 1792 tot de uitroeping van de Franse Republiek op 21 september 1792. In deze periode werd de instelling gecreëerd die de politiek van de Terreur zou aanwenden: een tribunal criminel extraordinaire wordt op 17 augustus 1792 ingesteld, maar haar gebrek aan ijver om de royalisten, die het volk irriteren, te straffen, leidt tot de septembermoorden in de gevangenissen. De tweede periode gaat van de eliminatie van de girondijnse afgevaardigden op 2 juni 1793[4] tot de arrestatie van Robespierre op 27 juli 1794.
Tussen de zomer van 1793 en de lente van 1794 bereikt de verzwakking van de staat, begonnen in 1789-'90, haar hoogtepunt, die al het geweld en opbod toeliet; het Comité de salut public, gebonden aan de persoon van Robespierre, wordt geconfronteerd met concurrentie van het Comité de sûreté générale, dat de politie leidde, en van de Commune van Parijs, die sinds 10 augustus 1792 de militaire macht had en gelieerd is met de sansculottes, die in feite het ministerie van Oorlog controleerden. Het is pas in maart 1794 dat men met een versterking van de staat begint onder leiding van het Comité de salut public.[5] De Terreur wordt onder druk van de radicaalste revolutionairen ingesteld door de revolutonaire regering; meerdere vrijheden worden opgeschort en een politiek van strijd tegen de interne en externe gevaren, die de Republiek bedreigen, treedt in werking. De opvallendste personages van de Terreur, ook wel 'terroristen' genoemd, zijn in het bijzonder Robespierre, Saint-Just, Couthon, Collot d'Herbois, Fouché en Billaud-Varenne. De periode wordt eveneens gekenmerkt door pogingen tot economische, sociale en culturele hervormingen. Naar schatting verloren ruim 40.000 mensen hun leven ten gevolge van de Terreur.
Sovjet-Unie.
De Sovjet-Unie (vertaald "Radenunie"), voluit Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (Russisch: ; Sojoez Sovjetskich Sotsialistitsjeskich Respoeblik) of afgekort USSR (; SSSR), was een communistische staat in Eurazië tussen 1922 en 1991.
De Sovjet-Unie was een eenpartijstaat geregeerd door de Communistische Partij vanaf de oprichting in 1922 tot het uiteenvallen in 1991.[3] Hoewel de Sovjet-Unie officieel een unie van 15 subnationale Sovjetrepublieken was, waren de overheid en economie sterk gecentraliseerd.
De Russische Revolutie van 1917 veroorzaakte de ondergang van het Russische Rijk. Na de Russische Revolutie, was er een strijd om de macht tussen de bolsjewistische partij, onder leiding van Vladimir Lenin, en de anticommunistische Witte beweging. In december 1922 hadden de bolsjewieken de burgeroorlog gewonnen, en werd de Sovjet-Unie opgericht door de fusie van de Russische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, de Transkaukasische Socialistische Federatieve Sovjetrepubliek, de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek en het Wit-Russische Socialistische Sovjetrepubliek.
Na de dood van Vladimir Lenin in 1924 kwam Jozef Stalin aan de macht,[4] hij heeft de Sovjet-Unie geleid door middel van een grootschalig industrialisatie-programma. Stalin ontwikkelde een geplande economie en onderdrukte politieke oppositie tegen hem en de communistische partij.[4][5]
In juni 1941 viel nazi-Duitsland met zijn bondgenoten de Sovjet-Unie binnen, waarmee nazi-Duitsland het niet-aanvalsverdrag brak dat beide landen hadden ondertekend in 1939. Na vier jaar won de Sovjet-Unie de oorlog, en werd een van de twee grootmachten van de wereld, tegenover de Verenigde Staten.
De Sovjet-Unie en haar Oost-Europese satellietstaten waren na de Tweede Wereldoorlog verwikkeld in de Koude Oorlog, een langdurige wereldwijde ideologische en politieke strijd tegen de Verenigde Staten en haar westerse bondgenoten, die uiteindelijk voor economische problemen zorgde.[6][7] In de late jaren 80 probeerde de laatste Sovjetleider Michail Gorbatsjov de staat te hervormen met zijn beleid van perestrojka en glasnost, maar de Sovjet-Unie stortte in elkaar en werd officieel ontbonden in december 1991 na de mislukte Augustusstaatsgreep in Moskou.[8] De Russische Federatie nam haar rechten en verplichtingen over.[9]
Opbouw van het Sovjet-communisme
Zie ook artikel Geschiedenis van de Sovjet-Unie (1927-1953)
Een intensieve herstructurering van de economie, industrie en de politiek van het land begon in de vroege dagen van de Sovjet-macht in 1917. Een groot deel hiervan werd gedaan op basis van de bolsjewistische documenten, ondertekend door Vladimir Lenin. Een van de meest prominente doorbraken was het GOELRO plan, dat een belangrijke herstructurering van de Sovjet-economie voorstelde die gebaseerd was op de totale elektrificatie van het land. Het plan is ontwikkeld in 1920 en bedekt 10-tot 15 jaar. Het plan omvatte de bouw van een netwerk van 30 regionale elektriciteitscentrales, waaronder tien grote waterkrachtcentrales, en tal van elektrisch aangedreven grote industriële ondernemingen.[15] Het plan werd het prototype voor de volgende vijfjarenplannen en werd vervuld in 1931.[16]
Stalin en Nikolaj Jezjov, het hoofd van de NKVD. Nadat Jezjov was geëxecuteerd werd hij spoorloos verwijderd uit deze afbeelding.
Vanaf het begin was de regering in de Sovjet-Unie gebaseerd op de een-partij heerschappij van de Communistische Partij (bolsjewieken).[17] Na het economische beleid van het oorlogscommunisme tijdens de Russische Burgeroorlog, had de Sovjet-regering toegestaan dat er een aantal private onderneming bestonden naast de genationaliseerde industrie in de jaren 20 en de totale voedsel vordering op het platteland werd vervangen door een levensmiddel belasting (zie Nieuwe Economische Politiek).
Sovjet-leiders stelden dat een-partij heerschappij noodzakelijk was om ervoor te zorgen dat "kapitalistische uitbuiting" niet kon terugkeren naar de Sovjet-Unie en dat dankzij het democratisch centralisme waarop de partijorganisatie was gebaseerd, garandeerde dat de partij de wil van de burgers vertegenwoordigde. Het debat over de toekomst van de economie verstrekte de achtergrond voor een machtsstrijd in de jaren na de dood van Lenin in 1924. In eerste instantie zo
[ Bericht 10% gewijzigd door Ali_Kannibali op 10-08-2012 14:22:19 ]