Jean-Pierre "Jempi" Monseré (Roeselare, 8 september 1948 - Lille (België), 15 maart 1971) was een Belgisch wielrenner. Hij was al een zegekoning in de jeugdcategorieën en bevestigde zijn uitzonderlijke kwaliteiten, waaronder zijn zelfdiscipline en zegehonger, zodra zijn profcarrière startte. Hij had daarbij veel te danken aan de sterke band met zijn blinde masseur, die hem onder andere de elementaire asana's uit de yoga liet uitvoeren.
In september 1969 werd hij profrenner en een maand later won hij als 21-jarige reeds de Ronde van Lombardije. Op 16 augustus 1970 werd hij in Leicester wereldkampioen bij de profs, in de Belgische ploeg met Walter Godefroot, Eddy Merckx en Roger De Vlaeminck. Hoewel de laatste zijn boezemvriend was, kwam die vriendschap toch enigszins onder druk.
In 1971 kwam er bruusk een einde aan zijn leven tijdens de Grote Jaarmarktprijs in Retie, georganiseerd door de Retiese Wielerclub De Zonnestraal, als lichte voorbereiding op de wielerklassieker Milaan-San Remo. De eventjes achterop fietsende Monseré kwam op de weg van Lille naar Gierle met zo'n 45 km/u frontaal in botsing met een auto die bij de graskant wachtte tot alle renners voorbijgereden zouden zijn. Hij overleed ter plaatse volgens de medische diagnose aan een nekslag; er wordt vermoed dat hij seconden voor de aanrijding had omgekeken en de auto te laat had opgemerkt. Bij deze lokale wedstrijd werd door politie, rijkswacht en koersorganisatie geblunderd: men had het niet nodig geacht het gewone verkeer van het koersparcours gescheiden te houden, terwijl men wist dat de wereldkampioen meereed. Volgens de toen geldende reglementering trof de bestuurster van de wagen in elk geval geen fout.
Op de plaats van het ongeluk is voor Monseré een monument opgericht. Sinds het overlijden van Monseré organiseert de Retiese Wielerclub De Zonnestraal de Grote Herdenkingsprijs Monseré ter gelegenheid van de kermis in september. Robbe De Hert maakte over Monseré de film De Dood van een sandwichman.
In 1976 kwam de zevenjarige Giovanni Monseré, zijn zoontje, om het leven door op een gelijkaardige manier tegen een auto aan te rijden — met de fiets die hij voor zijn eerste communie had gekregen van Freddy Maertens samen met een klein model van vaders wereldkampioenstrui. Hij ligt begraven bij zijn vader in Roeselare.

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !