Ik heb het vaak over het falen van de Nederlandse Officieren in de Meidagen, hieronder een prachtig stukje wat dit onderbouwd.
Het zou anders lopen – men zou anders beschikken. Na de overval door de Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen was iedere staf in Vesting Holland in rep in roer. Vanaf het eerste moment raakten communicatielijnen overbezet omdat vrijwel iedere bevelvoerder op eigen houtje aan het improviseren sloeg. De commandant Vesting Holland en zijn beide Groepscommandanten in Spui en Kil waren bepaald geen uitzondering. Zodoende kreeg 3GB al in de vroege middag van 10 mei de onwerkelijke opdracht om zich dienstbaar te stellen als stormtroep ten bate van herneming van Waalhaven [hetgeen onder 3GB uiteraard nader wordt beschouwd]. Het bataljon werd de Groep Kil toegeëigend en Groep Spui kreeg daar niets voor terug. Aangezien Groep Spui zich op haar beurt voorbereide op eventuele vijandelijke luchtlandingen, achtte men het ondoenlijk een vervanging voor 3GB naar Willemstad te sturen. Er kon zelfs geen enkel ondersteunend wapen vanaf. Hetzelfde gold voor Groep Kil, dat inderdaad zelf vrijwel geen infanterie ondersteuningswapen bezat en die van het relatief rijkelijk voorziene 3GB gaarne aanvaardde. Willemstad moest het maar doen met artilleriesteun vanuit Numansdorp.
Het was een onwerkelijk besluit vanuit de noordelijke commando’s. Gespeend van iedere realiteitszin. Als de overweging dan kennelijk zodanig was – en men dus geen enkele steun kon of wilde geven – had men moeten volstaan met een voorpost plaatsen in Willemstad, en de overige manschappen terugtrekken. Nu diende men zonder enige krachtig wapen een Bruggenhoofd te verdedigen met slechts geweren en een enkele mitrailleur. Men kan dat met goed fatsoen onverantwoord beleid noemen.
Bij deze incompetentie in de hogere echelons sloot de commandant van 1-I-39RI – tevens Commandant Bruggenhoofd - zich helaas aan. Deze reserve kapitein had al blijk gegeven nauwelijks in staat te zijn de dagelijkse gang van zaken behoorlijk te coördineren. In feite was het de onder hem gestelde kapitein Isaäcs – een beroepsmilitair en commandant van de (halve) MC – die de tactische leiding voerde. Voor de inval werkte deze officier alle noodzakelijke tactische bevelen uit, en ook op de eerste oorlogsdag was hij het die de gangbare zaken regelde. Kapitein Meijjes had vooral toegekeken.
De enige belangrijke handeling die C-1-I-39RI zelf verrichte op 10 mei was een prelude van wat nog komen zou. Op de eerste de beste melding van parachutisten besloot deze officier niet rationeel te handelen en patrouilles uit te sturen ter verificatie van het bericht, maar loog hij in puur primair en panisch handelen zijn superieur van de staf Groep Kil voor door te zeggen dat zijn positie – Fort de Hel – ernstig bedreigd werd door vijandelijke parachutisten en onhoudbaar was. In zijn krijgsverslag loog de kapitein ter eigen indekking dat hij zelfs ‘op telefonisch advies’ van de chef-staf naar Fort Sabina trok. Hij verbloemde dat hij de chef-staf een status voorspiegelde die verre van eerlijk en accuraat was. Dat was nog niet alles. Hij besloot in zijn paniek en voor eigen lijfsbehoud, ook een van de essentiële verdedigingspunten binnen zijn Bruggenhoofd eigenhandig volledig te ontruimen en zich het vrijkomende detachement toe te eigenen voor zelfbehoud. Namelijk verdediging van het Fort Sabina. Daarmee handelde deze kapitein niet alleen irrationeel jegens de vermeende landing van parachutisten, maar bracht hij eveneens de buitenverdediging van zijn Bruggenhoofd direct in gevaar. De andere secties informeerde hij niet, hoewel die nu – uitgaande van een vijandelijke penetratie – ieder moment vijand in de rug konden verwachten.
__________________
het is werkelijk waar van de zotte, ik hoop dat deze zogenaamde " leiders " enorm hard aangepakt zijn door de comissie na de oorlog. Het zal maar je familie zijn geweest... je schaamt je dood.
[DEF] SC#8 Pumatje, niet geboren maar door de baas verstrekt