VerkeerslichtenVerkeerslichten regelen met behulp van lichtsignalen het oprijden van een gelijkvloerse kruising, de toegang tot bruggen, tunnels en spoorwegovergangen, de toegang tot parkeergarages en -terreinen, evenals de toegangsregulering bij fabrieken, bedrijven en andere afgesloten terreinen. Bij toepassingen op de openbare weg zijn de verkeerslichten onderdeel van een verkeersregelinstallatie (VRI), die bestaat uit de verkeerslichten, voertuigdetectoren, detectielussen en een regelsysteem daarvoor.
Standaard verkeerslicht
Een verkeerslicht heeft doorgaans drie lampen. Van boven naar beneden: rood, geel en groen. Het gele licht wordt vaak als oranje aangeduid. In Nederland is de betekenis juridisch geregeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990).
Rood: stop.
Geel (soms oranje): stop; voor bestuurders die het teken zo dicht genaderd zijn dat stoppen redelijkerwijs niet meer mogelijk is: doorgaan.
Groen: doorgaan.
Indien geel/oranje knipperlicht: 1. Gevaarlijk punt, voorzichtigheid geboden (vaak een verkeerslicht voorafgaand aan een regulier verkeerslicht, zonder de rode en groene lichten) en/of 2. verkeerslicht buiten gebruik, waarbij andere verkeerssignalen (wegmarkering, verkeersborden enz.), of, indien geen andere verkeerssignalen aanwezig zijn, de standaard verkeersregels gelden (rechts heeft voorrang, bijvoorbeeld); veelal te zien op reguliere verkeerslichten bij een (elektriciteits)storing en/of gedurende de avond/nachturen.
In andere landen zoals bijvoorbeeld in Duitsland, Hongarije, Groot-Brittannië, Oostenrijk, Zwitserland, Polen, Litouwen, Noorwegen, Rusland en Zweden brandt voordat het licht op groen gaat eerst het gele of oranje licht in combinatie met het rode licht ten teken dat het groene licht er aan komt en men alvast kan oprijden. Een knipperend geel licht geeft in België en Nederland aan dat de verkeerslichten buiten gebruik zijn. Als het knipperende gele licht zich echter op de plaats van een groen licht bevindt, dan duidt dit op een gevaarlijke verkeerssituatie, waar je wel mag doorrijden, maar met gematigde snelheid, omdat er kruisend verkeer mogelijk is.
Verkeersregelinstallaties voor voetgangers hebben in België en Nederland twee lichten. Vrijwel altijd wordt de functie van het gele licht overgenomen door een knipperend groen licht, soms springt het licht gewoon direct van groen naar rood. Op veel plaatsen zijn de voetgangerslichten voorzien van "rateltikkers", die ten behoeve van blinden en slechtzienden bij rood licht langzaam en bij groen licht snel tikken. Er zijn ook voetgangerslichten die in plaats van een rood licht een knipperend geel licht hebben: bij geel mogen voetgangers oversteken als er geen verkeer aan komt.
De (toegepaste) wetenschap voor het ontwerp en optimaliseren van verkeerslichten heet verkeersregeltechniek.
OV-LichtIn veel Europese landen, waaronder België en Nederland, kent men speciale verkeerslichten voor het stads- en streekvervoer of openbaar vervoer (OV). In Nederland gebruikt men hiervoor een negenoog. Vroeger waren er in Nederland ook speciale tramlichten met een rood en een groen pictogram met een afbeelding van een tram.
BelgiëIn België bestaat het OV-licht uit meerdere lampen, al zijn ze niet altijd allemaal aanwezig:
een witte omgekeerde driehoek: toelating om door te rijden in alle richtingen (vergelijkbaar met gewoon groen licht)
een verticale witte streep: enkel toelating om rechtdoor te rijden
schuine witte streep naar rechts / of naar links \: enkel toelating om in die richting te rijden
een wit rondje: stoppen tenzij dit niet meer mogelijk is (vergelijkbaar met gewoon oranje licht)
een horizontale witte streep: stoppen (vergelijkbaar met gewoon rood licht)
De horizontale streep en het wit rondje kunnen ook samen branden juist voor één van de lichten zal branden die doorrijden toelaat (zie foto).
[bewerken]Nederland
In Nederland bestaat het OV-licht (negenoog) uit een vierkant van maximaal negen lampjes:
Twee witte lampjes in een verticale of diagonale lijn al dan niet knipperend: doorgaan rechtdoor of doorgaan linksaf / rechtsaf (knipperend betekent dat er nog kruisend verkeer mogelijk is). De stand van de wissel bij trams wordt echter met een apart wissellicht weergegeven.
Twee rode lampjes in een horizontale lijn: stop.
Een geel lampje in het midden: stoppen, als stoppen niet meer mogelijk is: doorgaan
De voorloper van het verkeerslicht
Toen er nog veel minder verkeerslichten waren dan tegenwoordig, werd soms op drukke kruispunten het verkeer geregeld door een verkeersagent. Deze gebruikte daartoe alleen zijn handen en een schel fluitje.
Als hulpmiddel werd ook wel een metalen "klapbord" op een paal gebruikt, die "rood" of "groen" kon aanduiden in de vier verschillende richtingen op het kruispunt. De paal kon midden op het kruispunt worden geplaatst in een speciaal daarvoor aangebracht gat in het wegdek. De paal bevatte vier borden: twee vaste rode stopborden en twee uitklapborden, die afwisselend rood of groen konden zijn. Door deze borden uit en in te klappen (rood resp. groen) en door de gehele paal te draaien kon de verkeersstroom worden geregeld.
Ook nu nog wordt incidenteel het verkeer met de hand geregeld door een verkeersregelaar (of een agent), bijvoorbeeld tijdens drukke manifestaties, wegwerkzaamheden en bij toeristische attracties, of indien het verkeerslicht door een storing niet functioneert.
TriviaVaak wordt een verkeerslicht "stoplicht" genoemd. Veel mensen vinden dit onjuist, want zij zijn van mening als het een stoplicht zou zijn dat niemand verder kan rijden. De term "stoplicht" is echter al enige tijd opgenomen in het Nederlands woordenboek als correcte benaming.
Verkeerslichten voor voetgangers in de voormalige DDR hadden een beeltenis van een man met een hoed op; zie Ampelmännchen. Verkeerslichten voor voetgangers in Amersfoort krijgen de beeltenis van een vrouw; zie: Sofie.
In Oostenrijk is het verplicht om bij geel licht te stoppen. Door geel rijden is een overtreding. Als waarschuwing voor het naderende "geel", gaat het groene licht de laatste seconden knipperen.
In België mág men doorrijden bij groen, in Nederland is dit verplicht.
Er bestaan in de wereld ook verkeerslichten die zebraklok worden genoemd en de wachttijd aangeven.
Een verkeerslicht fungeert soms op rustige momenten in de nacht als waarschuwend knipperlicht.
Hier hebben ze nog nooit van deze dingen gehoord;
Dit was mijn spreekbeurt over stoplichten, als er nog serieuze vragen zijn kunt u deze nu stellen! Bedankt voor de aandacht!