Ooit las ik "Also sprach Zarathustra"(Nietschze). Een boek waarvan ik soms 3 regels lag, het dichtklapte en de inhoud van wat ik las op me in moest laten werken. Dit boek lezen was een soortgelijke ervaring. Om totaal andere redenen, dat wel. Wat ik vooral opmerkelijk vond was de manier waarop
Cons A man onze sympathie tracht te winnen door haar jeugherinneringen op te rakelen. "Ik was een echte dondersteen". De lezer ziet nu een soort vrouwelijke Pietje Bell voor zich. "Zo gooide ik een ruit in bij de buurvrouw als ik mijn zin niet kreeg, sleurde mijn bebrilde klasgenootje aan haar haren door de bus, en terroriseerde mijn vriendinnetjes

" Euh...?
Naar wie mag ik het doorsturen?
Ik adem in en kalmeer. Ik adem uit en glimlach.