Artikel 1 van de Grondwet is over discriminatie glashelder: het is verboden. Letterlijk zegt de wet:
"Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan."
In totaal zijn twaalf discriminatiegronden in de wet vastgelegd: ras, geslacht, hetero- of homoseksuele gerichtheid, politieke overtuiging, godsdienst, levensovertuiging, handicap of chronische ziekte, burgerlijke staat, leeftijd, nationaliteit, arbeidsduur (fulltime of parttime) en soort contract (vast of tijdelijk). Word je onterecht ongelijk behandeld en heeft dat te maken met een van de bovenstaande discriminatiegronden, dan kun je een beroep doen op de wet.