abonnement Unibet Coolblue
pi_105164905
Kan ik in dit topic ook een vraag stellen hoe ik een Bode plot (phase,amp/freq) naar een transfer functie moet omzetten? Of kan ik daar beter voor bij een ander topic zijn?
pi_105169550
quote:
0s.gif Op zondag 4 december 2011 14:02 schreef dynamiet het volgende:
Kan ik in dit topic ook een vraag stellen hoe ik een Bode plot (phase,amp/freq) naar een transfer functie moet omzetten? Of kan ik daar beter voor bij een ander topic zijn?
Past hier wel, maar je zult iets specifieker moeten zijn.
Good intentions and tender feelings may do credit to those who possess them, but they often lead to ineffective — or positively destructive — policies ... Kevin D. Williamson
pi_105179273
Ik heb de volgende opdracht gekregen:
"Based on the measurement data in the lab exercise 2, estimate the dynamical model of the systemsto-be-controlled, which consists of the amplifier, motor, conveyor mechanism and the
tachogenerator."


Nu heb ik voor verschillende frequenties de vesterkingsfactor en fase-verschuiving gemeten. De volgende resultaten heb ik hier bij gekregen
Freq = [0.628318531,1.256637061,3.141592654,6.283185307,12.56637061,31.41592654,62.83185307]
Amp = [2.6719,2.6415,2.6611,2.8076,1.1931,0.4647,0.1142]
Phase = [-1.186022636,-2.319637234,-5.723848373,-11.63104324,-60.61320515,-87.11739091,-91.23122788]

Freq = rad/s, amp(versterking)= factor, Phase= fase verschuiving in graden.

Hier heb ik de volgende bode plot uit gecreëerd:


Mijn vraag is hoe ik hier nu een transfer functie uit kan creëren?
pi_105215998
Niemand?
  dinsdag 6 december 2011 @ 14:35:53 #155
323748 WhatsTheSecret
That's a question, sir.
pi_105252201
Zou iemand mij in het kort uit kunnen leggen wat de quantumgetallen (n,l,m) inhouden? En dan bijvoorbeeld bij een 4p-toestand.

Tevens is het voor mij ook lastig te begrijpen wat de spintoestand nu precies inhoud en hoe je dit bepaald en aangeeft. Wij gebruiken het boek "Chemistry'' van McMurry & Fay en dat is dus in het (Harvard) Engels. Soms een beetje lastig. De stof zelf is niet zo moeilijk, maar deze dingen kom ik niet helemaal uit. Alvast heel erg bedankt.
Waarom?
pi_105252847
quote:
0s.gif Op maandag 5 december 2011 17:29 schreef dynamiet het volgende:
Niemand?
Het is voor mij diep graven. Ik gebruik dit spul wel voor optische transfer functies, maar daar werken we niet met bodeplotten.

Wat ik me van die materie herinner, is dat je een delta functie (pulse input, oneindig kort en oneindig hoog met een oppervlak van 1) nodig hebt om de transferfunctie van het systeem te bepalen. De reactie van het systeem op die functie is namelijk de transfer functie, en daarmee kun je berekenen hoe een andere input (bijvoorbeeld een sinus met een bepaalde frequentie) versterkt zal worden.

In jouw geval heb je metingen waarbij je de versterking en fase als een functie van de frequentie hebt.

Het lijkt me dat je daarmee ook wel een transferfunctie op kunt stellen, maar dan op een andere manier dan ik eerder beschreef. Je roll-off, 3dB punt en zo zijn vrij klassiek en lijkt daarmee op een klassieke versterker. In dat geval kun je eens googlen op een transferfunctie voor een versterker. Je weet waar je 3dB punt ligt, en je weet hoe veel je roll-off (~10dB/decade?) is. Ik hoop dat ik je hiermee niet het bos instuur. ;)
Good intentions and tender feelings may do credit to those who possess them, but they often lead to ineffective — or positively destructive — policies ... Kevin D. Williamson
pi_105256444
quote:
5s.gif Op dinsdag 6 december 2011 14:35 schreef WhatsTheSecret het volgende:
Zou iemand mij in het kort uit kunnen leggen wat de quantumgetallen (n,l,m) inhouden? En dan bijvoorbeeld bij een 4p-toestand.

Tevens is het voor mij ook lastig te begrijpen wat de spintoestand nu precies inhoud en hoe je dit bepaald en aangeeft. Wij gebruiken het boek "Chemistry'' van McMurry & Fay en dat is dus in het (Harvard) Engels. Soms een beetje lastig. De stof zelf is niet zo moeilijk, maar deze dingen kom ik niet helemaal uit. Alvast heel erg bedankt.
Ik ben zelf geen natuurkundige, daarom kan ik je geen diepgaande uitleg hierover geven. Wat ik wel weet, is dat de quantumgetallen bedoeld zijn om de toestand waarin een elektron zich bevindt te beschrijven. Het hoofdquantumgetal n beschrijft het energieniveau (ofwel de schil) waarbinnen het elektron zich bevindt. Het nevenquantumgetal l beschrijft in wat voor type orbitaal het elektron zich bevindt (s, p, d, f). Het magnetisch quantumgetal m geeft weer binnen welke orbitaal zich het elektron zich bevindt (er zijn bijvoorbeeld 3 p-orbitalen). Het spinquantumgetal s beschrijft ten slotte de spin van het elektron (spin up of spin down).

Voor jouw voorbeeld 4p geldt in ieder geval dat n = 4 (vierde energieniveau/schil en l = 1 (p-orbitalen). Er zijn dan nog 6 combinaties van m (-1, 0, 1) en s (-1/2, 1/2) mogelijk. Dat komt precies overeen met het aantal elektronen dat zich in de 4p-orbitalen kan bevinden. Met andere woorden elk elektron heeft zijn unieke combinatie van quantumgetallen!

Hopelijk helpt dit je een beetje op weg!
  dinsdag 6 december 2011 @ 18:08:51 #158
323748 WhatsTheSecret
That's a question, sir.
pi_105261495
Ah thanx, dan had ik het toch wel redelijk begrepen. :) Alleen snap ik die 's' nog niet, hoe bepaal je die? -1/2 en 1/2.
Waarom?
pi_105264396
quote:
0s.gif Op dinsdag 6 december 2011 18:08 schreef WhatsTheSecret het volgende:
Ah thanx, dan had ik het toch wel redelijk begrepen. :) Alleen snap ik die 's' nog niet, hoe bepaal je die? -1/2 en 1/2.
De waarde voor s is arbitrair. Er kunnen maximaal 2 elektronen in een orbitaal zitten. Als je aan de ene de waarde -1/2 toekent, dan heeft de andere automatisch de waarde 1/2.

Stel dat er zich 2 elektronen in de 2px-orbitaal bevinden. Dan heeft het ene elektron bijvoorbeeld als quantumgetallen n=2, l=1, m=-1, s=-1/2, de ander heeft dan n=2, l=1, m=-1, s=1/2. In dit geval staan n en l vast, maar ik had voor m ook 0 of 1 kunnen kiezen. De waarde die je kiest voor m is dus ook arbitrair, zolang je (even doorgaand op mijn voorbeeld) voor py en pz maar de andere mogelijke waarden kiest.

[ Bericht 0% gewijzigd door lyolyrc op 06-12-2011 19:34:14 ]
  dinsdag 6 december 2011 @ 21:18:32 #160
300556 Tom_Poes
Marten bedankt!
pi_105270767
vandaag een college gehad over de glycolyse:

Daarbij werd een plaatje getoond waarin ik iets niet snap. Dat plaatje kon ik niet op internet vinden maar onderstaand is goed genoeg voor mn vraag



Het gaat om NAD+ en NADH

Als NAD+ een elektron opneemt om te vervoeren, wordt het toch NAD (met lading nul)?
En als er dan een H+ (lading plus 1) bijkomt, wordt het toch weer NADH+ (lading plus 1)?

Waarom staat er in de plaatjes (ook in die van mijn college) dat NAD+ verandert in NADH?
  dinsdag 6 december 2011 @ 22:06:23 #161
300556 Tom_Poes
Marten bedankt!
pi_105273471
Ik heb m al, de beschrijving is niet helemaal compleet op de plaatjes en dat bracht mij in verwarring.

pi_105278465
Hoe schrijf ik een Turing Machine die een binair getal kan vermenigvuldigen met drie? Dus de input is een binair getal (zeg 11) en de uitkomst is aan het einde van de rit 1001. Hoe doe ik dit, welke toestanden heb ik nodig? Ik zie geen eenduidig patroon hierin om correcte toestanden te maken. Wie helpt me op weg?

Edit: Binaire getal + (binaire getal + 'n 0 toevoegen als laatste bit) = vermenigvuldiging met drie binair :)

[ Bericht 4% gewijzigd door Diabox op 08-12-2011 18:30:38 ]
pi_105462503
Ik ben een paar proeftoetsen aan het maken voor statistiek, nu kom ik de volgende vraag tegen: zou even kort omschrijven

Onderzoek : 46 studenten, 23 controle groep, 23 experimentele groep.
Veronderstel dat in de populatie van alle studenten de test scores voor de controlegroep variëren volgens de N(56,9)-verdeling. Voor de experimentele groep is dit volgens de N(49,8) verdeling.

Vraag a: wat is de steekproef verdeling van de gemiddelde score x voor studenten die aan de controle groep worden toegewezen bij vele herhalingen van het experiment.

Ik begrijp niet helemaal wat ik nu moet doen. Als ik het goed begrijp, moet ik dus een betrouwbaarheidsinterval uitvoeren voor de mogelijke steekproeven? We hebben wel eens geoefend met het berekenen van een steekproef naar de populatie, maar niet vanuit een populatie naar een steekproef..

Heb t nu als volgt gedaan, maar weet bijna wel zeker dat dit niet klopt:
SE berekenen: wortel 56.9^2/ 23 = 11.86
Ga voor 95% zekerheid, dus Z = 1,96

Statistic +/- Z * SE, dus
56.9 + 1. 96 * 11. 86 = 80.15
56.9 - 1. 96 * 11.86 =33.65
x gemiddeld ligt met 95 % zekerheid tussen 33.65 en 80.15

Wie kan mij helpen en kan uitleggen hoe ik dit moet aanpakken??? Kom er niet meer uit!
Alvast bedankt
  maandag 12 december 2011 @ 19:50:12 #164
323372 DikBoek
Ook lekker met kaas.
pi_105505408
Als je me vertelt wat je met de N-verdeling bedoelt kom ik misschien verder. De normale verdeling met midden mu en standaarddev sigma zien jullie als N(mu,sigma), is dat zo?
Maar laten we wel wezen, dat was natuurlijk al lang duidelijk.
pi_105516583
Verplaatst

[ Bericht 51% gewijzigd door GeertJan88 op 12-12-2011 23:52:18 (Verkeerde tp[oc) ]
pi_105736355
Iemand die mij simpel kan uitleggen wat chromatografie is en wat gas-vloeistof chromatografie is.
pi_105877719
quote:
0s.gif Op zondag 18 december 2011 19:17 schreef vault_tec het volgende:
Iemand die mij simpel kan uitleggen wat chromatografie is en wat gas-vloeistof chromatografie is.
Chromatografie is een methode om stoffen van elkaar te scheiden en deze gescheiden van elkaar op te vangen of te meten.
Meestal maakt men hierbij gebruik van een stationaire fase en een mobiele fase die zich baseren op polariteit van de stof. De stationaire fase is altijd de kolom en de mobiele fase is het gas of vloeistof.

In het geval van HPLC (high performance liquid chromatografie) wordt een vloeistof onder druk door een kolom gespoeld. Wanneer men een vreemde stof in de chromatograaf spuit zal deze een interactie hebben met het vloeistof (de mobiele fase) en oplossen.

De binnenkant van de kolom is gecoat met een laag die een bepaalde affiniteit geeft met moleculen, afhankelijk van de polariteit. Ieder molecuul zal dus graag interactie aangaan met de binnenkant van het kolom (de stationaire fase). Hoe meer affiniteit een molecuul heeft met jouw stationaire fase, hoe langer hij er over zal doen om door de kolom heen te komen.

Misschien snap je dan wel dat je vreemde monster/stof in de kolom dus helemaal uit elkaar wordt getrokken en afhankelijk van zijn polariteit in tig van verschillende stoffen wordt gesplitst.

Aan het einde van je chromatograaf zit een detector die de deeltjes zal meten en dit uitschrijft in een chromatogram doormiddel van piekjes.

Tot slot kun je dan aan de hand van het verschil van afstand tussen de piekjes uitrekenen wat het verschil in polariteit van de stoffen in je monster was.
Vergeet hierbij nooit om een bekende controle aan je monster toe te voegen (dus waar je de polariteit van kent) van dan kun je die stof in je chromatogram terugzoeken en vervolgens aan de hand daarvan berekenen welke stoffen allemaal vertegenwoordigd moeten zijn door de andere gemeten (onbekende) piekjes.

Gas-chromatografie is een vrijwel identieke methode, welke zich echter baseert op gas in plaats van vloeistof. Er zal hierbij een ander (meestal veel langer) kolom worden gebruikt en er wordt gebruik gemaakt van anderen vormen van affiniteit.

:)
pi_106351866
Ik heb een vraag:

Ik heb een practicum gedaan waarbij ik het gehalte vanille in Baukje moest bepalen. Eerst heb ik de vanille geextraheerd met chloroform. Daarna het chloroformextract behandeld met NaOH-oplossing.
Daarna de absorptie gemeten met een spectrofotometer.

Nu moet ik de extinctie uitzetten tegen de concentratie, en dan de concentratie van de gemeten monsteroplossing met interpolatie bepalen.

Nu heb ik geen idee hoe ik dat moet doen. Is er iemand die me op weg kan helpen?
  dinsdag 3 januari 2012 @ 14:06:38 #170
364548 tiepmasheen
Effectiever studeren?
pi_106353391
Hi iedereen,

Er is heel veel wetenschappelijk onderzoek gedaan, naar hoe je het beste kunt leren.
Dus als je tentamens/examens hebt, zijn er allerlei trucjes die je kunt toepassen. Als je ze toepast, haal je veel hogere cijfers!

De trucjes zijn:

- Op tijd pauze houden (en weer beginnen)
Een Duitse wetenschapper (Ebbinghaus) heeft onderzoek gedaan naar de precieze tijden waarop je concentratie hoog is en wanneer je dingen vergeet. Het beste kan je 50 min leren, dan 10 min pauze nemen en dan weer 10 min herhalen wat je net hebt geleerd. Dan onthoud je het het beste en blijft je concentratie het best.

- Begrijpend lezen voor je begint
Voor je tekst begint te lezen, moet je eerst even nadenken: wat ga ik lezen? Waarom hoort dit bij het hoofdstuk? Dan heb je meteen een soort "kapstok" waaraan je de kennis ophangt! Dan onthoud je het daarna veel beter.

-Gebruik allebei de helften van je hersenen
Normaal gebruik je bij het leren alleen de linkerhelft van je hersenen (dit is de rationele kant, de feitelijke kant). Maar als je alle capaciteit van je hersenen wilt gebruiken moet je ook de rechterhelft (de creatieve, fantasievolle kant) van je hersenen gebruiken. Hoe doe je dit? Door bijvoorbeeld een mind map te maken van de stof! Mindmap is een kleurrijke weergave van de stof, in de vorm van een boom met takken.

-Samenvatting maken
Door een samenvatting te maken, onderscheid je de hoofd en bijzaken in de tekst.

- Aantekeningen delen met je vrienden
Je vrienden zien weer dingen die jij niet wist en andersom! Zo leer je dubbel zoveel.

- Ken jezelf!
Iedereen heeft een eigen manier van leren. Er zijn verschillende testen om je leerstijl te testen. Als je je leerstijl kent en deze toepast, ga je veel effectiever leren. Doe bijvoorbeeld de leerstijl van Kolb test op internet.

- Gebruik de inhoudsopgaven
Kijk goed naar de inhoudsopgaven, want dat is de structuur van je boek! Als je de structuur van je boek goed begrijpt, snap je ook veel beter waarom bepaalde dingen in het boek staan. Je hebt het " grote plaatje" van het boek door!

[ Bericht 7% gewijzigd door GlowMouse op 03-01-2012 14:11:48 ]
kijk op www.efaqt.com !
pi_106363142
quote:
0s.gif Op dinsdag 3 januari 2012 13:32 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb een vraag:

Ik heb een practicum gedaan waarbij ik het gehalte vanille in Baukje moest bepalen. Eerst heb ik de vanille geextraheerd met chloroform. Daarna het chloroformextract behandeld met NaOH-oplossing.
Daarna de absorptie gemeten met een spectrofotometer.

Nu moet ik de extinctie uitzetten tegen de concentratie, en dan de concentratie van de gemeten monsteroplossing met interpolatie bepalen.

Nu heb ik geen idee hoe ik dat moet doen. Is er iemand die me op weg kan helpen?
Waarschijnlijk heb je eerst van een aantal oplossingen met bekende concentratie de absorptie gemeten (of zijn de meetwaarden hiervan al gegeven). Als je deze meetwaarden dan zou uitzetten tegen de concentratie, dan kun je door de punten een lijn tekenen. Als je dan de absorptie meet van jouw onbekende oplossing, kun je uit de grafiek aflezen welke concentratie daarbij hoort.

Maar: je zult zien dat deze grafiek niet een rechte lijn is, waardoor je grote fouten zou maken bij de interpolatie. De truc om dit te omzeilen is de extinctie uitzetten tegen de concentratie. Daarvoor zul je eerst de gemeten absorptie moeten omrekenen naar transmissie en deze vervolgens omrekenen naar extinctie. De extinctie is wel lineair met de concentratie.

Hoe doe je dat:
• transmissie berekenen: transmissie = 1 - absorptie (in formulevorm: T = 1 - A)
• extinctie berekenen: E = - log(T)
• je kunt ook in 1 stap van absorptie naar extinctie: E = - log(1 - A)
• berekende extincties in een grafiek uitzetten tegen de concentratie
• absorptie van jouw monster omrekenen naar extinctie en met de grafiek de bijbehorende concentratie aflezen.
pi_106363310
quote:
3s.gif Op dinsdag 3 januari 2012 17:44 schreef lyolyrc het volgende:

[..]

Waarschijnlijk heb je eerst van een aantal oplossingen met bekende concentratie de absorptie gemeten (of zijn de meetwaarden hiervan al gegeven). Als je deze meetwaarden dan zou uitzetten tegen de concentratie, dan kun je door de punten een lijn tekenen. Als je dan de absorptie meet van jouw onbekende oplossing, kun je uit de grafiek aflezen welke concentratie daarbij hoort.

Maar: je zult zien dat deze grafiek niet een rechte lijn is, waardoor je grote fouten zou maken bij de interpolatie. De truc om dit te omzeilen is de extinctie uitzetten tegen de concentratie. Daarvoor zul je eerst de gemeten absorptie moeten omrekenen naar transmissie en deze vervolgens omrekenen naar extinctie. De extinctie is wel lineair met de concentratie.

Hoe doe je dat:
• transmissie berekenen: transmissie = 1 - absorptie (in formulevorm: T = 1 - A)
• extinctie berekenen: E = - log(T)
• je kunt ook in 1 stap van absorptie naar extinctie: E = - log(1 - A)
• berekende extincties in een grafiek uitzetten tegen de concentratie
• absorptie van jouw monster omrekenen naar extinctie en met de grafiek de bijbehorende concentratie aflezen.
Ok dank je wel. Ja ik heb met bekende concentratie de absorptie gemeten.
Ik denk dat ik er hiermee wel uit kom!
Bedankt! :)
pi_106602078
Ik heb weer een vraag,

Ik ga een potentiometrische titratie doen om het ijzergehalte in ijzertabletten te bepalen.

Nu is de vraag: Geef alle reactievergelijkingen die tijdens dit experiment plaatsvinden.

Maar het enige wat in de begeleidende tekst staat is dit:
Het gehalte ijzer in ijzertabletten kan bepaald worden door middel van een titratie met kaliumdichromaat, waarbij Fe2+ wordt geoxideerd door het dichromaat-ion volgens:

Fe2+ --> Fe3+ + e
Cr2O72- + 14 H+ +6e --> 2 Cr3+ + 7 H2O

Ik neem aan dat dat niet alle reactievergelijkingen zijn, maar heb ook geen idee welke er dan nog meer zouden moeten zijn?
Bij benodigheden staat wel dat ik ook nog fosforzuuroplossing moet gebruiken en zwavelzuuroplossing.
Ik ben volledig de kluts kwijt.
Kan iemand me helpen?
Zonder de reactievergelijkingen kan ik mijn berekeningen niet doen.
pi_106632070
quote:
0s.gif Op maandag 9 januari 2012 15:09 schreef daantje1044 het volgende:
Ik heb weer een vraag,

Ik ga een potentiometrische titratie doen om het ijzergehalte in ijzertabletten te bepalen.

Nu is de vraag: Geef alle reactievergelijkingen die tijdens dit experiment plaatsvinden.

Maar het enige wat in de begeleidende tekst staat is dit:
Het gehalte ijzer in ijzertabletten kan bepaald worden door middel van een titratie met kaliumdichromaat, waarbij Fe2+ wordt geoxideerd door het dichromaat-ion volgens:

Fe2+ --> Fe3+ + e
Cr2O72- + 14 H+ +6e --> 2 Cr3+ + 7 H2O

Ik neem aan dat dat niet alle reactievergelijkingen zijn, maar heb ook geen idee welke er dan nog meer zouden moeten zijn?
Bij benodigheden staat wel dat ik ook nog fosforzuuroplossing moet gebruiken en zwavelzuuroplossing.
Ik ben volledig de kluts kwijt.
Kan iemand me helpen?
Zonder de reactievergelijkingen kan ik mijn berekeningen niet doen.
De reacties die je hier geeft zijn alleen de halfreacties. Om te bepalen hoe ijzer en dichromaat samen gaan reageren, moet je de halfreacties nog samennemen. Dit kun je doen door het aantal elektronen dat de reductor (Fe2+) opneemt en de oxidator (Cr2O72-) te balanceren.

Hoe doe je dat? Fe2+ staat 1 elektron af, terwijl Cr2O72- er 6 opneemt. Met andere woorden als de halfreactie van ijzer 6x nemen en die van dichromaat 1x dan is er balans, waarbij je de elektronen na optellen van de halfreacties kan wegstrepen.

Fe2+ --> Fe3+ + e |6x|
Cr2O72- + 14 H+ +6e --> 2 Cr3+ + 7 H2O |1x|
============================================================= +
6 Fe2+ + Cr2O72- + 14 H+ + 6 e- --> 6 Fe3+ + 2 Cr3+ + 7 H2O + 6 e-

Het toevoegen van zuur is nodig om de reactie te laten verlopen. Je kunt dit ook zien in de halfreactie van dichromaat. Op elke mol dichromaat moet er 14 mol H+ aanwezig zijn.
pi_106657250
Heel erg bedankt weer! snap het nu eindelijk beter!
abonnement Unibet Coolblue
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')