Reactie kerncentrale en kernfysische dienst op ArgosGeplaatst op 26 maart 2011 door Barbara Schreuders onder Zonder categorie
REACTIE KERNCENTRALE BORSSELE
EPZ, de exploitant van de kerncentrale Borssele heeft als bedrijfsdoelstelling om tot de 25 procent veiligste kerncentrales in de wereld te behoren. Veiligheid staat voorop en heeft dus voorrang op alle andere bedrijfsdoelstellingen.
Om deze doelstelling te bereiken, hanteert EPZ een proces van continu verbeteren van haar veiligheidsprestaties. Resultaten van onafhankelijk toezicht gebruikt EPZ om van te leren. Bovendien is het routine om voortdurend de eigen installatie en organisatie te beproeven en te onderzoeken op verbetermogelijkheden. Ten slotte wordt elke tien jaar de installatie, de organisatie en de procedures tegen de stand internationale stand der techniek getoetst.
EPZ heeft er bewust voor gekozen meer veiligheidsvoorzieningen te installeren dan vereist volgens het veiligheidsontwerp. Ook als veiligheidsvoorzieningen (tijdelijk) niet beschikbaar zijn, wordt nog steeds ruim voldaan aan de ontwerpeisen.
Verder willen wij benadrukken dat serieuze veiligheidsincidenten door de IAEA gekwalificeerd worden met een INES 3.
INES 1 = anomaly
INES 2 = incident
INES 3 = serious incident
In de kerncentrale Borssele heeft zich 1 keer een INES 2 incident voorgedaan (incident), alle andere INES gebeurtenissen werden gekwalificeerd met 1 (anomaly) of 0 (geen veiligheidsrelevante gebeurtenis). Serieuze veiligheidsincidenten hebben zich volgens de internationale norm in Borssele dus niet voorgedaan.
Verdedigingslinies (Defence in depth)
Voorts vinden wij het belangrijk aan te geven dat ook in een kerncentrale zaken stuk kunnen gaan. Er kunnen zelfs fouten worden gemaakt. Wij onderkennen dit, daar is organisatie en onze installatie op voorbereid en toegerust.
Binnen de kerncentrale(organisatie) kennen we verschillende verdedigingslinies die elkaar opvolgen. Als een verdedigingslinie breekt, is er altijd een volgende paraat. Elke verdedigingslinie in onze organisatie/installatie is voorbereid en toegerust op een incident zodat deze niet kan uitgroeien tot een ernstige situatie. Dit principe wordt defence in depth genoemd.
Systemen waarmee een incident kan worden opgevangen zijn overvloedig aanwezig en beschikbaar (redundant en divers uitgevoerd). Met andere woorden er zijn tal van technische en organisatorische waarborgen die voorkomen dat een fout of een afwijkende gebeurtenis kan uitgroeien tot iets ernstigs.
De installatie
Om afwijkingen te ontdekken worden jaarlijks duizenden beproevingen uitgevoerd aan de (veiligheids)systemen. Uiteraard worden ontdekte afwijkingen gerapporteerd en verholpen. Overigens is het niet zo dat een storing in een (veiligheids)systeem leidt tot een gevaarlijke situatie. De kerncentrale Borssele beschikt over tal van (redundante) veiligheidssystemen die onafhankelijk van elkaar de kerncentrale in een veilige toestand kunnen brengen.
Mocht het u interesseren, dan verwijzen wij u graag naar onze website waar u een uitgebreide brochure kunt downloaden met tekst en uitleg over deze veiligheidssystemen. Ook vindt u daar een uitgebreide lijst met veelgestelde vragen naar aanleiding van de gebeurtenissen in Japan.
De organisatie
Onze mensen zijn getraind om kritisch de eigen en andermans prestaties te beoordelen. (Operationele medewerkers worden zelfs twee maal per jaar een week lang getraind in een simulator waarbij gekeken wordt naar hun gedrag in extreme situaties). Bovendien wordt van onze organisatie verwacht om goed te luisteren naar kritiek en daar mee aan de slag te gaan.
Ten slotte worden onze mensen aangemoedigd zelf verbetermogelijkheden en afwijkingen te melden. Wellicht ten overvloede: alle afwijkingsmeldingen behandelt EPZ als verbetermogelijkheden (hoe groot of hoe klein ook). De EPZ-storingswerkgroep onderzoekt en beoordeelt niet alleen de eigen afwijkingen maar ook die in andere kerncentrales. Daarbij staat voortdurend de vraag centraal of er verbeteringen in en rond de kerncentrale Borssele mogelijk zijn.
Conclusie
De organisatie van EPZ kent tal van in- en externe waarborgen die de veiligheidscultuur in standhouden en verbeteren. De cyclus van continu verbeteren leidt tot installatieverbeteringen tijdens jaarlijks onderhoud of tijdens het tienjaarlijkse groot onderhoud als de kerncentrale wordt aangepast aan de best-beschikbare techniek. Zo leiden afwijkingen die zich in het verleden hebben voorgedaan tot verbeteringen in het heden. Dit is een continu proces.
Zoals u weet rapporteert EPZ onregelmatigheden open en transparant aan de overheid. De overheid classificeert deze afwijkingen volgens de genoemde INES-schaal en rapporteert deze vervolgens door aan de Tweede Kamer. Zo is de samenleving op de hoogte van de veiligheidssituatie bij EPZ. Dit is dus openbare informatie die terug gaat tot het begin van de jaren tachtig.
Ten slotte:
Onze organisatie is het gewend om kritisch te worden bekeken. Het houdt ons scherp. Toezicht is geïnstitutionaliseerd op de werkvloer door de aanwezigheid van de wettelijke toezichthouder (KFD), het Internationale Atoomagentschap van de Verenigde Naties (IAEA) en onze internationale collegas (WANO). Ook neemt EPZ zelf regelmatig deel aan internationale missies om collega-centrales te beoordelen. Alles met het doel om ervaring uit te wisselen, te leren en te verbeteren.
REACTIE KERNFYSISCHE DIENST (bij monde van woordvoerder Gerard Westerhof)
- Staan er fouten in de lijst met incidenten?
Ik ga er van uit dat er netjes is geciteerd uit de betreffende openbare stukken. En waar de auteur er hier en daar zelf conclusies aan heeft verbonden, is dat natuurlijk voor zijn rekening.
- klopt het dat in 1986 ook de stroom van de kolencentrale nodig was omdat de eigen (nood-)stroomvoorziening faalde? Is het nog vaker gebeurd?
Bij de bewuste storing in 1986 is de stroomvoorziening van de kolencentrale betrokken. Sindsdien is de kolencentrale niet meer voor noodstroomvoorziening ingezet, omdat er een tweede noodstroomnet is toegevoegd. Dat staat in een bunker beschermd tegen externe invloeden (bijv. overstroming). Stroom van de kolencentrale wordt nog wel gebruikt als de kerncentrale uit bedrijf is, bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse splijstofwisselstop. Dan levert de kolencentrale huishoudelijke stroom o.a. voor onderhoud. De gedachte hierachter is om de nooddiesels niet voor regulier bedrijf te gebruiken maar voortdurend als noodstroomvoorziening beschikbaar te hebben, ook als de kolencentrale geen stroom zou leveren.
- Hoe vaak is de KCB door de KfD berispt, gemaand, of misschien zelfs gestraft?
De KFD inspecteert de KCB vrijwel wekelijks, en tijdens de jaarlijkse splijtstofwisselstop inspecteert de KFD vrijwel continu. Elk inspectierapport leidt wel tot enkele actiepunten omdat de KFD steeds aanstuurt op verbetering. Over actiepunten die onvoldoende worden opgepakt wordt de directie (zo nodig schriftelijk) aangesproken. Door er voortdurend bovenop te zitten wordt voorkomen dat er daadwerkelijk overtredingen van vergunningvoorschriften ontstaan. Straffen zijn dan ook al een groot aantal jaren niet aan de orde geweest.
- Duidt het grote aantal incidenten (minstens 6 ) met de noodstroomvoorziening op een probleem in de veiligheidscultuur?
Nee. Een van de noodstroomvoorzieningen kan het bij een test niet blijken te doen. Dat is niet goed maar daarom test je nu juist ook. En er kunnen noodstroomvoorzieningen in werking treden door een probleem met de hoofdstroomvoorziening (het externe net bij vol bedrijf of de kolencentrale tijdens de stop). En dat is precies waarvoor ze bedoeld zijn.
- Waarom is daar door de KfD niet of nauwelijks tegen opgetreden?
De KFD ziet erop toe dat de KCB uit elk incident opnieuw lering trekt. Dat kan leiden tot technische maatregelen, andere procedures, opleiding enzovoort. Dat is een permanent proces, waar soms nog een schepje bovenop gaat zoals in 2006 toen na een oplopend aantal storingen een pakket verbetermaatregelen is afgedwongen. Sindsdien is het aantal storingen weer gedaald.