ESOTSM. Prachtig film ja, standaard mijn nummer één als ik het beste script ooit aan mag wijzen. Pas moest ik op een niet-filmgerelateerd forum nog een betoog schrijven over hoe belachelijk het was dat deze film niet eens bij de laatste 32 kwam bij een toernooi voor beste film van de jaren 2000. Kan ik inkomen als deze tegenover een film als Requiem for a Dream of Pan's Labyrinth staat, maar tegen freaking Bourne Identity. Goede film hoor, maar winnen van Eternal Sunshine? Nooit. Ik word weer helemaal wild.

49.
Jean de Florette (
Claude Berri, 1986) ::
8.3 Prachtig ingetogen geschoten film met veel aandacht voor de mooie Franse landschappen, zoals ik ze zelf ook heb mogen ervaren toen ik geregeld dichtbij de Pyreneeën in een klein dorpje op vakantie ging. Het realisme spat er dankzij deze ervaring vanaf, met de knorrige, oude petanque spelende dorpse mannen.
De acteurs spelen stuk voor stuk prima rollen en de muziek is op een prachtige manier aanwezig, bijvoorbeeld om de passie van de bochel extra cachet te geven. Helaas is het verhaal erg zwart-wit als het gaat om goed-slecht en natuurlijk weet je al snel wat er zal gaan gebeuren, helemaal met het vervolg van deze film in het achterhoofd. Gelukkig stoort dit nimmer en is dit simpelweg een prachtig ingetogen plaatje over jaloezie en goed vs. kwaad.
50.
Manon des sources (
Claude Berri, 1986) ::
8.4Waar Jean de Florette je van het begin af aan toch te pakken had, duurt dit bij Manon des Sources duidelijk een stukje langer. Eenmaal op gang is de film echter wel een kleine klasse beter dan deel 1. Alles wat in het eerste deel al zo goed was, is nu net zo goed of zelfs net iets beter. Met name het acteerwerk heeft er niet onder geleden en de toevoeging van de beeldschone Manon (Emmanuele Béart) legt de film ook bepaald geen windeieren.
De strijd goed vs. kwaad die in het eerste deel plaatsvond en iets te zwart-wit werd vormgegeven heeft inmiddels plaatsgemaakt voor berouw en wraakgevoelens, wat voor een meer gebalanceerd geheel zorgt. Het mooie slot met de prachtige en gevoelige monoloog van Yves Montand geeft dit alles nog wat extra emotie mee en zorgt voor een passend slot van dit schitterende tweeluik.