Polderturk, ik denk vooral omdat je het probleem te eenvoudig wilt maken.
Het is niet alleen aardolie (wat maar een relatief klein deel is van de fossiel gebonden koolstof) maar ook aardgas en vooral kolen dat voor CO2 uitstoot zorgt. Daarnaast komt er ook veel CO2 vrij bij de productie van cement en staal, komt bij het kappen van bossen vervroegd CO2 vrij en produceren rijstvelden en onze veestapel veel meer methaan en CO2 dan een meer natuurlijkere verhouding. Ook dat is antropogene CO2.
Planten hebben een voorkeur voor de lichtere variant van koolstof nl C12 waardoor de verhouding tussen C12 en C13 in planten materiaal anders is dan in de atmosfeer. Door oude plantenresten te verbranden breng je dus in verhouding meer C12 in de atmosfeer en die verandering in de verhouding is gemeten en weerspreekt jouw 10% theorie. Op basis daarvan weten we ook dat de stijging van CO2 in de atmosfeer te wijten is aan
verbranding van fossiele brandstoffen. Daarnaast is de afname van het zuurstof gehalte als gevolg van die verbranding ook gemeten:
![]()
Men weet redelijk precies hoeveel fossiele brandstoffer er gebruikt worden ter wereld. De IEA houdt gedetailleerde statistieken bij die o.a. bij de CBS van vrijwel alle landen vandaan komen. Op basis van deze gegevens weet men dat mensen in 2008 zo'n 36300 miljoen ton CO2 produceren ([Le Quéré et al., 2009]) en dat is bijvoorbeeld ruim 100x meer dan wat alle vulkanen produceren (Gerlach, 2010).
Ook neemt het ecosysteem ongeveer 50% van onze uitstoot elk jaar op, waardoor 50% van de emissies in de atmosfeer achter blijft en voor de stijging van het aantal ppm zorgt. Van die 50% nemen de oceanen ongeveer 50% op (de oceanen nemen dus zo'n 25% op).
Dus even een simpele berekening maken met mol en kg's van alleen aardolie gaat niet op. Zoals zoveel dingen is dit iets complexer dan het er op het eerste gezicht uit ziet.
Die grafiek met de temperatuurverloop over 12 jaar doet er niet toe, het is namelijk geen klimaat wat je daar ziet. Door kortdurende schommelingen zoals El Niño/El Niña, de 11-jarige zonnecyclus, PDO, NAO etc, zul je nooit een lineaire temperatuurstijging zien maar altijd eentje met pieke en dalen. Vooral in de atmosfeer omdat die in verhouding met de oceanen maar weinig energie bevat. Het is de onderliggende trend waar het om gaat en daarvoor moet je zo'n
30 jaar pakken.
Daarnaast ga je er vanuit dat een paar graden temperatuurs verhoging maar weinig invloed kan hebben (immers de temperatuur per dag of per seizon veranderd veel meer). De term daarvoor is
klimaat gevoeligheid en daar gaan veel misverstanden van rond. Wat we nu al zien, met een temp verandering van maar 1 graad ten opzichte van pre-indurstriele tijd, is dat wereldwijd de gletschers structureel aan het krimpen zijn, het arctische zeeijs in rap tempo verdwijnt, planten en dieren zich omhoog verplaatsen (letterlijk: de berg op) maar ook naar de polen toe, voorjaar komt eerder en de herfst later en zo zijn er nog
vele voorbeelden.
Maar wat verontrustender is: de temperatuur rond de polen neemt harder toen dan het gemiddelde. Hierdoor kan permafrost in Canada en Siberie en in de bodem van de Arctische oceaan gaan ontdooien waardoor
immense hoeveelheden methaan en CO2 vrijkomen die daar duizenden jaren opgesloten hebben gezeten. Dit is wat klimatologen een kantelpunt en positieve feedback noemen. Zodra je het kantelpunt gepasseerd bent kun je door de overweldigende feedback eigenlijk maar heel moeilijk naar de oude situatie terug. Er is nog niet zo veel bekend over kantelpunten maar het wordt de laatste jaren steeds duidelijker dat we daar eerder dichter op zitten dan later.
Wat je eigenlijk eens zou moeten doen is het
IPCC Summary for Policymakers lezen. Dat is een erg leesbaar document met de samenvatting van de AR4 WG I/II/III rapporten en een naslagwerk van de kennis ten tijde van 2006 op dit gebied. Als je de achterliggende berekeningen wilt zien is
IPCC AR4 WGI de beste plek.