quote:
Op maandag 20 september 2010 00:09 schreef Igen het volgende:[..]
Maar dat
is toch een dode letter, in de huidige situatie? Want als de rechter zou concluderen dat een concrete gedraging door een wet in formele zin verboden is maar tegelijkertijd door de grondwet expliciet is toegestaan, dan zou hij daarmee impliciet zeggen dat de formele wet (deels) ongrondwettig is. En dat mag niet. Als een gedraging volgens een wet in formele zin strafbaar is, dan
moet de rechter dus ervan uitgaan dat de volksvertegenwoordiging (m.n. de Eerste Kamer) de Grondwet dusdanig uitlegt dat deze gedraging daarin niet expliciet toegestaan is, en moet hij zijn oordeel aan die uitleg aanpassen.
Ik denk dat er een verschil is tussen een formele wettelijke bepaling die grenzen stelt aan een grondwettelijke vrijheid en een formele wettelijke bepaling die in strijd is met een grondwettelijke bepaling.
Het wordt in artikel 6 Gw ook helemaal niet expliciet toegestaan om in religieuze boeken haatzaaiende passages op te nemen en die boeken vervolgens aan de man te brengen (zoals verboden in 137e). Zoals gezegd, dat voorbehoud in artikel 6 Gw betekent nu juist dat de vrijheid van godsdienst (A) niet onbegrensd is en (B) alleen (en dus juist) door de formele wet kan worden begrensd. Dat is precies wat 137e doet en dus ook mag doen volgens de Grondwet.
Een eventuele strafzaak op dit punt zou mi dus ook niet leiden tot een toets van 137e aan de Grondwet maar als het tot een dergelijke toets zou komen dan zou (even afgezien van 120 Gw) ook geen sprake zijn van strijdigheid.
When you're racing, it's life. Anything that happens before or after is just waiting.