Je moet inderdaad vinden dat f(a+h,b) - f(a,b) = 6ah + 3h2 + 2bh.quote:Op zondag 10 oktober 2010 16:22 schreef algebra010 het volgende:
[..]
Dan heb ik dus
3a2+h2+2ah+2(a+h)b+b3 - (3a2+2ab+b3)
= h2+2ah+2hb
= 2(a+b)h+h2
Begrijp ik het dus goed dat je bij 3(a+h)2, eerst (a+h).(a+h) doet en vervolgens alleen de a keer 3? Want ik dacht in eerste instantie dat je alles keer 3 moest doen. Dan zou je 3a2+3h2+6ah hebben
y = -1/3x -3 ?quote:Op maandag 11 oktober 2010 23:51 schreef GlowMouse het volgende:
ik zou zeggen dat de richtingscoëfficient +1/3 is
Wat krijg je als je bij y+2 = -1/3(x-3) de haakjes wegwerkt en de +2 naar de andere kant haalt?
De richtingscoëfficient van de lijn door de gegeven punten A en B is ∆y/∆x = (5-2)/(5-(-4)) = 1/3. Verder is het gemakkelijk te onthouden dat de vergelijking van een rechte lijn door een punt (x0;y0) met richtingscoëfficiënt m is te schrijven als:quote:Op maandag 11 oktober 2010 23:35 schreef Lindstrøm. het volgende:
Iemand stelde aan mij deze vraag. Aangezien ik het zelf helemaal kwijt ben weet ik het niet meer. Eén van jullie misschien?![]()
Gegeven is de rechte lijn m die door de punten A (-4, 2) en B (5, 5) gaat.
Bepaal een vergelijking van de lijn l die door C (3, -2) gaat en parallel loopt aan m.
Is toch gewoon y = -1/3x -1 neem ik aan? Of ben ik nu zo dom geworden![]()
Antwoordenblad zegt (kan ook een andere vraagstelling zijn):
y+2 = -1/3(x-3)
Maar het antwoord moet zijn 2(a+b)h+h2, iig dat staat in het boek.quote:Op maandag 11 oktober 2010 17:03 schreef Riparius het volgende:
[..]
Je moet inderdaad vinden dat f(a+h,b) - f(a,b) = 6ah + 3h2 + 2bh.
Nee, dat 'moet' niet. Waarom geloof je mij niet en het antwoordenboekje wel? Dat kun je beter niet doen, mijn antwoord is juist.quote:Op dinsdag 12 oktober 2010 09:02 schreef algebra010 het volgende:
[..]
Maar het antwoord moet zijn 2(a+b)h+h2, iig dat staat in het boek.
Om te beginnen kun je eerst een goede ondergrens voor (y+d1)a-ya proberen te bepalen. Daarna kun je direct een y opschrijven in termen van d1 die laat zien dat het groter is dan 1.quote:Op dinsdag 12 oktober 2010 21:40 schreef BasementDweller het volgende:
Ik probeer te bewijzen dat xa uniform continu is op het domein van alle positieve reële getallen, als a=0 of a=1, en anders niet.
De bewijzen voor a=0 en a=1 zijn makkelijk. Stel nu a>1. Kies e=1 en zij d>0 willekeurig. Ik moet nu aantonen dat er een x,y bestaat met |x-y|<d en |f(x)-f(y)|>=e=1.
Definieer d1=d/2 en kies x=y+d1. Dan geldt |x-y|<d, en |f(x)-f(y)|=|f(y+d1)-f(y)|=|(y+d1)a-ya|=....
Is er een manier om dit zo af te schatten dat dit groter is dan 1? Of moet ik een uitdrukking vinden voor y zodat het groter is dan 1? Zo ja, hoe?
Het is intuïtief duidelijk dat als y maar groot genoeg wordt, dat het verschil vanzelf groter dan 1 wordt...
a = 2, y = 1/4, d1 = 1/4 gaat niet d1 als ondergrens geven.quote:Op dinsdag 12 oktober 2010 22:04 schreef BasementDweller het volgende:
d1 is een ondergrens, maar ik zie niet hoe je dan een y kan opschrijven in termen van d1
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |