abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_93580510
02-03-2011

Grafkuilen Rotterdam oudste van het land

ROTTERDAM - Drie kuilen met crematieresten die bijna drie jaar geleden werden gevonden in Rotterdam, blijken veel ouder dan aanvankelijk gedacht.


© ANP

Archeoloog Patrick Ploegeart stelde woensdag dat de resten ongeveer 9000 jaar oud zijn. Het zijn daarmee de oudste graven die in Nederland zijn gevonden, aldus Ploegaert die daarmee berichtgeving in het AD bevestigde.

Eerder gingen archeologen er nog vanuit dat de resten circa 6500 jaar oud waren. In de drie kuilen in zogenoemde rivierduinen lagen verbrande mensenbotten, maar ook voorwerpen als werktuigen van vuursteen, een rolsteenhamer en een slijpsteen.

Ploegaert noemt het bijzonder dat enkele werktuigen zijn gemaakt van kwartsiet dat uit België komt.

Onderzoek

Uit onderzoek blijkt dat in elk graf één persoon is bijgezet en dat dit niet tegelijkertijd heeft plaatsgevonden. Vermoedelijk liggen in één graf de resten van een vrouw; van de overige personen is het geslacht niet meer te achterhalen.

De archeologen schatten dat de gecremeerde mensen tussen de 10 en 40 jaar oud geweest moeten zijn.

Rivierduinen ontstonden meer dan 10.000 jaar geleden aan het eind van de laatste ijstijd. Vanuit een brede riviervlakte waaide zand tot duinen. Toen het ijs smolt, ontstond een moerasrijk gebied, waar mensen zich op de veilige en hoger gelegen rivierduinen vestigden.

© ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_93627706
03-03-2011

De Turk die de wereld veroverde



Sultan Süleyman legde de basis voor eeuwen welvaart. Henk Boom onderzocht zijn invloed.

Als het om Rome ging, liepen hun meningen ver uiteen, maar wat betreft ‘de Turk’ waren Maarten Luther en Erasmus het helemaal met elkaar eens. De Turken waren, in de woorden van Luther, ‘de geďncarneerde duivel’. Alleen de paus in Rome was even erg.

Erasmus, de alom vanwege zijn mildheid geprezen Rotterdamse humanist, kwam werkelijk woorden te kort. De Turken waren ‘een stel barbaren van duistere herkomst die God op ons heeft afgestuurd zoals hij ooit Egypte teisterde met kikkers.’

Net als Luther was hij ervan overtuigd dat de Turken een straf van God waren, dat het christelijke Europa deze plaag volledig aan zichzelf te danken had: ‘Als wij willen slagen om de Turken van onze nekken te schudden, moeten wij eerst die afschuwelijke Turkse gesteldheid uit ons hart bannen, namelijk hebzucht, jaloezie, heerszucht, zelfzucht, goddeloosheid, bandeloosheid, wellust, bedrog, toorn, haat en nijd.’

Aldus Erasmus in zijn Overwegingen om een oorlog tegen de Turken te beginnen, uit 1530. Erasmus, beroemd vanwege zijn reconstructie van het Griekse Nieuwe Testament, was een van de toonaangevende denkers in West-Europa. Met zijn geraas tegen de Turken leerde hij een generatie Europese intellectuelen dat verdraagzaamheid een groot goed was – behalve tegenover de islam. En hij staat aan de basis van wat de beroemde Palestijnse politicoloog Edward Saďd ‘oriëntalisme’ noemde: de mythe van het Oosten als verdorven, maar ook verleidelijke tegenpool van ‘het Westen’.

Angst

De angst zat er goed in. En niet zonder reden. In 1529 hadden de Turken Boedapest veroverd. Vanaf de kerktoren van Boeda riep de muezzin op tot gebed. En in datzelfde jaar verschenen de Turken voor de poorten van Wenen. Niemand kon ‘de Turk’ tegenhouden. Van gezamenlijk optrekken was geen sprake. Rome smeulde nog van de plundering door Karel V, en de Franse koning Frans I kon de Turkse opmars tegen zijn Oostenrijkse aartsvijand Ferdinand wel waarderen. Nog even, en heel Europa was Turks.

Zo ver kwam het niet. Wenen bleef gespaard. Na een saai en slepend beleg besloot Süleyman te vertrekken – met achterlating van zijn immense, schitterende tent/paleis. De Weners konden hun geluk niet op, en hun ogen niet geloven. Geen enkele christelijke koning bezat de weelde die Süleyman daar achteloos liet slingeren. Was het een overwinning of was Süleyman de oorlog beu? Henk Boom, de auteur van De Grote Turk, spreekt Turkse historici die glimlachend vertellen dat Süleyman de stad helemaal niet wilde veroveren. Hij wilde Europa gewoon even laten zien wie de baas was. Eigenlijk konden die kille vlakten in het noorden hem niet veel schelen.

De jaren van sultan Süleyman, van 1520 tot 1566, gelden als het politieke, militaire en culturele hoogtepunt uit de geschiedenis van het Ottomaanse Rijk. Dat was te danken aan het voorwerk verricht door zijn vader Selim ‘de Onverbiddelijke’, die niet alleen de grenzen van het rijk fiks had uitgebreid maar ook tijdig inzag dat zijn zoon Süleyman zijn opvolger moest worden, en zijn andere zoons om het leven liet brengen. Selims keuze bleek een gelukkige. De spichtige Süleyman was geen indrukwekkende verschijning maar hij bleek al heel snel een wijs bestuurder en een voortreffelijk veldheer. Hij stierf in het zadel, tijdens de zoveelste belegering ergens in Hongarije.

Grootste sultan

Süleyman legde de basis voor drie eeuwen ongekende welvaart (het Ottomaanse rijk was tot omstreeks 1800 het welvarendste deel van de wereld, welvarender dan het christelijke Westen), en zijn rijk strekte zich uit van Jemen tot Wenen, van Algiers tot Tiflis.

En toch, zo ontdekte Boom, is er zo opvallend weinig terug te vinden van deze Grote Turk. Buiten zijn graftombe, in Istanbul, zijn er nauwelijks monumenten aan te wijzen, en ook in geschiedenisboekjes en lokale musea komt de Grote Turk er bekaaid vanaf. Geen land wil eraan herinnerd worden ‘Turks’ te zijn geweest. En de Turken zélf zijn maar net begonnen hun islamitische geschiedenis te herontdekken. Boom reist door het Ottomaanse Rijk, vertelt vlot en helder hoe het tot stand kwam en weer verging. Volken, grenzen, culturen: alles draagt het bijna onzichtbare stempel van de grootste sultan.

(depers.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_93758273
07-03-2011

Experimenteerden onze voorouders 6.000 jaar geleden al met paddo's?



Europeanen gebruikten mogelijk 6.000 jaar geleden al paddo's voor hun religieuze rituelen. Dat suggereert een muurschildering in Spanje waarop hallucinogene paddestoelen te zien zijn. Het gaat om het oudste bewijs van hun gebruik in Europa, bericht het wetenschappelijke tijdschrift New Scientist op zijn website.

Op de muurschildering van Selva Pascuala, in een grot nabij het dorpje Villar del Humo, is een grote stier te zien. Maar vooral de rij van dertien paddestoel-achtige objecten heeft de interesse gewekt van wetenschappers Brian Akers en Gaston Guzman, respectievelijk uit de Verenigde Staten en uit Mexico. Volgens hen gaat het om "pislocybe hispanica", een lokale paddestoelensoort met hallucinogene kenmerken.

De "pislocybe hispanica" hebben net als de afbeelding op de muur een klokvormige hoed met ronde top, en hebben ook geen ring rond de steel. "De stelen variëren ook van recht tot kronkelend, zoals op de muurschildering", zegt Akers.

Toch spreekt de New Scientist niet over de oudste prehistorische afbeelding van mogelijke "magic mushrooms" wereldwijd. Een Algerijnse muurschildering die de "psilocybe mairei" zou afbeelden, is 7.000 tot 9.000 jaar oud. (belga/odbs)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_93804223
07-03-2011

Duizend jaar oude graven gevonden in Deventer

DEVENTER - Onder het Grote Kerkhof in Deventer zijn vorige week tijdens een archeologisch onderzoek tientallen skeletten gevonden die tussen de tiende en vijftiende eeuw begraven zijn.


© ANP

De skeletten werden aangetroffen in houten kisten en stenen sarcofagen. Dit meldde de gemeente Deventer maandag.

Het Grote Kerkhof was van de negende tot de achttiende eeuw de grootste begraafplaats in Deventer. Maar eerdere vondsten van skeletten zijn nauwelijks beschreven. De gemeente denkt dat er mogelijk nog oudere resten ontdekt worden.

De gemeente doet het archeologisch onderzoek voorafgaand aan de aanleg van een ondergrondse vuilcontainer.

© ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_93804256
05-03-2011

De mysterieuze code van Langrenus

350 jaar oud raadsel nog steeds onopgelost

Langrenus, de man uit Brussel die de eerste kaart van de maan tekende, had wellicht ook een methode voor de lengtebepaling op zee. Maar die beschreef hij in een code die tot nu nog niet is ontcijferd.

Michiel Florentius Van Langren (1598-1675) was een cartograaf die vanuit Nederland naar Brussel emigreerde. Hij maakte de eerste kaart van de maan. Langrenus de Latijnse versie van zijn naam dacht rond 1630 ook het probleem van de bepaling van lengte op zee te hebben opgelost. Hij ging tot aan het Spaanse hof, dat toen in Brussel de plak zwaaide. Maar door allerhande verwikkelingen kreeg hij nooit de uitgeloofde prijs. Uiteindelijk zou Langrenus zijn methode voor de lengtebepaling in geheimschrift formuleren, als een bijzonder bijvoegsel bij zijn verhandeling La verdadera longitud, uit 1645.

Uit angst voor plagiaat Van Langren leefde in de tijd van grootheden zoals Huygens, Kepler en Galilei sprak hij steeds heel vaag over zijn uitvindingen. Sommigen denken dat hij in het geval van het vraagstuk van de lengtebepaling een mistgordijn wou optrekken en dat hij de cryptische tekst schreef omdat hij helemaal geen goed werkende methode had. Het ligt in handen van de ontcijferaar of hem een postume eer toekomt of juist helemaal niet.

Code kraken
De tekst begint vrij leesbaar, zie onderstaande figuur. De eerste zinnen zijn letterlijk vertaald.


Vertaling:

II. Voorstel. Over de Zeevaartlengte die de genoemde VAN LANGREN voorstelde aan zijne Majt. zoals hij dit vermeldt in zijn verzoek dat werd gelezen door de K. INDISCHE Raad: En is in volgende vorm die hij zal uitleggen als zijne Majt. hem de opdracht zal geven.
.Maar de rest is schijnbaar ondoorgrondelijk. Zelfs vooraanstaande cryptografen beten er al hun tanden op stuk. Al dachten de experts die wiskundige Ad Meskens (Artesis Hogeschool Antwerpen) contacteerde voor zijn boek Joannes Della Faille s.j.: mathematics, modesty and missed opportunities wel dat een zogenoemde dubbele Vigenčrecode de sleutel zou zijn tot de code (zie onderstaand kader).

De Vigenčrecode

Het Vigenčrecijfer, uitgevonden in 1553, is een polyalfabetische subsitutie, het vervangen van letters aan de hand van alfabetische reeksen. Daarbij gebruik je een tabel waarop op iedere regel een alfabet staat waarbij je telkens één letter doorschuift naar links. Vervolgens kies je een geheim sleutelwoord of -zin, die je onder de te coderen tekst schrijft. Dan zoek je de letter van de te coderen tekst op in het verticale alfabet en de letter van het sleutelwoord in het horizontale alfabet. De kruising van beide geeft de codeletter.

Bijvoorbeeld:


Maar hoe ontcijfer je de gecodeerde tekst? Driehonderd jaar lang dacht men dat de Viginčrecode onkraakbaar was. Ze kreeg zelfs de bijnaam le chiffre indéchiffrable. Maar in de negentiende eeuw werd de code toch gebroken, door naar de afstanden tussen stukjes tekst te kijken en door letterfrequentie-analyse, gebaseerd op de vaakst voorkomende letters in een taal. Vandaag kan dat natuurlijk allemaal met de computer. Op deze website van de TU Delft kan je een en ander uitproberen.

Ben jij een puzzelaar? Misschien kun je het geheim ontsluieren. Dat is niet zo onmogelijk als het lijkt. De geschiedenis leert dat toegewijde liefhebbers eerder al boodschappen ontcijferden die jarenlang onbegrepen de tijd hadden getart. De ontcijfering van de hiëroglyfen door Jean-François Champollion is het beroemdste voorbeeld, maar er zijn er nog, zoals het Mysterie van Patjitan, ontcijferd door een lezer na een oproep in het tijdschrift Archipel.

Een hersenkraker wordt het sowieso. Niet alleen omdat de tekst wellicht in een soort oud-Spaans is geschreven, maar ook omdat hij waarschijnlijk wetenschappelijke termen bevat waar een taalontcijferaar niet noodzakelijk mee vertrouwd is. Om de geďnteresseerde lezer te helpen volgt hier enige wetenschappelijke achtergrond over het probleem waar Van Langren zo door gefascineerd was.


Het astrolabium, dat plaats en hoogte van hemellichamen meet, werd tot de zestiende eeuw gebruikt voor navigatie.

Het vraagstuk
In de zestiende eeuw liepen heel wat schepen op de klippen wegens een foutieve positiebepaling op zee. Het kompas kende men natuurlijk al lang, zodat zeelui het noorden konden vinden. Ook de breedte, dat is de afstand tot de evenaar, kon men bepalen door de hoogte van de zon of een ander hemellichaam te meten. De bepaling van de lengte, namelijk de afstand tot de nulmeridiaan (vandaag die van Greenwich), was echter een probleem.

Zeelieden deden dan maar een gok op basis van de snelheid van het schip ten opzichte van het water, door touwen met knopen in het water te laten zakken, zoals je al eens ziet in films over piraten of oude zeilschepen (denk maar aan het verhaal over Hornblower). Bij grote zeestromingen kon het echter gebeuren dat een schip in werkelijkheid achteruit ging in plaats van vooruit, ook al had het schip een redelijke voorwaartse snelheid ten opzichte van het in tegenzin stromende zeewater.

De toenmalige grootmachten op zee, waaronder de Lage Landen, loofden daarom hoge prijzen uit voor degene die het lengteprobleem kon oplossen. Er ontstond wedijver en argwaan tussen de wetenschappers die de prijzen in de wacht probeerden te slepen. Precieze zeewaardige klokken zouden uiteindelijk het probleem oplossen. Immers, de aarde draait rond haar as in 24 uur, zodat 1 uur overeenkomt met een lengteverschil van 360°/24 of 15°. Maar voor het zover was, waren er mensen zoals Van Langren die met allerhande oplossingen kwamen aandragen.

Oplichtende maan
Een methode die Van Langren wel degelijk beschreef en openlijk verdedigde, was gebaseerd op het oplichten en het uitdoven van bergtoppen op de maan. Het oplichten van een bergtop op de maan door de opkomende zon wordt overal ter wereld waar de maan dan zichtbaar is op hetzelfde moment waargenomen. Het idee was bijgevolg dat een goede maankaart de maan in een soort hemelse klok zou veranderen. Maar bij het daadwerkelijk testen van deze methode blijkt het zelfs in deze moderne tijden niet mogelijk om schaduwveranderingen nauwkeurig genoeg te voorspellen. Daarbij gaat het oplichten en uitdoven erg traag.

Van Langren bestudeerde de maan meer dan twintig jaar en wellicht kwam ook hij tot de vaststelling dat de methode van de oplichtende of uitdovende maanstippen in de praktijk niet werkte. Misschien was deze werkwijze niet meer dan een afleidingsmanoeuvre? Trouwens, in zijn latere werken spreekt hij niet over het oplichten van maanbergen, maar alleen over de bepaling van de positie van de maan.


De schaduwovergang op de maan gebeurt heel traag. Fotos: Jos Pauwels, sterrenkundige kring Mercator

Een andere methode?
Wat kon dan de methode zijn die Van Langren onthulde in zijn gecodeerde tekst? Omdat de maan zich zeer snel tussen de sterren door beweegt, zou haar positie gebruikt kunnen worden. Maar de maan staat zo dicht bij de aarde dat je in Brussel of Londen de maanschijf niet op dezelfde plaats ziet ten opzichte van de sterren, door de zogenoemde parallax (zie onderstaand kader). Men kan echter afspreken steeds de maan te aanschouwen op haar hoogste punt. Trouwens, in zijn latere teksten heeft Van Langren het geregeld over dit moment van cumulatie, dat ongeveer in het zuiden gebeurt. Er is dan geen probleem met de oost-westparallax. Als scheepslui goede tabellen zouden hebben van de tijdstippen waarop de maan bepaalde posities inneemt ten opzichte van de sterren, zouden zij haar als een hemelse klok kunnen gebruiken. De bijkomende moeilijkheid dat de maan zich toont als een grote schijf of (meestal) als een stuk van een schijf, kan worden opgelost door tabellen op te stellen met de tijden waarop goed bekende verlichte bergtoppen door een bekende meridiaan trekken.

Parallax
Een illustratie van het begrip parallax: op de drie fotos van Antwerpen vanaf de linker Schelde-oever zie je de positie van de torens verschuiven. Op de eerste, genomen ten noorden van Antwerpen, zie je de Boerentoren links van de kathedraal, op de tweede foto juist ervoor en op de derde foto, die veel zuidelijker genomen werd, staat hij rechts van de kathedraal. Dat komt omdat de kathedraal zich dichter bij de waarnemer op Linkeroever bevindt dan de Boerentoren. Op dezelfde manier verschuift ook de maan ten opzichte van de achtergrond van de sterren zodat haar relatieve positie ten opzichte van het firmament misleidend is.


De KBC-Boerentoren staat links, achter of rechts van de Antwerpse kathedraal naargelang de positie van de waarnemer. Fotos: Jos Pauwels

Concreet: als je door een kijker kijkt, moet je een bekende ster net door de kruisdraad laten komen. Vervolgens tel je de seconden, bijvoorbeeld met een slinger, tot een bepaalde verlichte maanberg in de kijker voorbijkomt. Als je dat vergelijkt met wat op een andere plaats op dezelfde manier met dezelfde ster wordt gedaan en het tijdsverschil vergelijkt, kan je daaruit de lengte afleiden. Want het gevonden tijdsverschil is te wijten aan de verplaatsing van de maan ten opzichte van die ster.

Was dit de echte methode van Van Langren? Dat staat niet vast. Zijn geheim, waarvan hij steeds sprak, ligt besloten in de mysterieuze gecodeerde tekst. Het zou hem tot een van de belangrijkste personen van zijn tijd hebben gemaakt. Als iemand de code kan ontcijferen, ruim 350 jaar nadat ze werd geschreven, kan dat misschien alsnog, postuum.

(Kennislink)

[ Bericht 10% gewijzigd door ExperimentalFrentalMental op 08-03-2011 08:36:07 ]
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  dinsdag 8 maart 2011 @ 16:59:18 #256
66444 Lord_Vetinari
Si non confectus non reficiat
pi_93820258
Echte foto's uit het "Wilde" Westen:























The Wild West as it really was rather than how Hollywood has imagined it is revealed in this extraordinary collection of pictures.

The grainy photographs, taken in the late 19th century in and around the notorious gold mining town of Deadwood, provide a unique, sepia-toned glimpse of the Wild West. The images were published in American papers this week after being released by the U.S. Library of Congress.

Deadwood recently brought to life in an acclaimed TV drama series of the same name, starring Ian McShane has gone down in legend as a riotous and lawless town that was home to the likes of Wild Bill Hickok, Calamity Jane and Wyatt Earp.

And yet many of the pictures, taken by the pioneering photographer John C.H. Grabill, show how the reality was rather different to the traditions instilled by decades of Hollywood Westerns.

The bushy-bearded old timers are pictured panning for gold, native American Indian chiefs are seen posing solemnly in full headdress. There is the ugly scar of a mining town on a hillside and the tepee encampments of hostiles such as the Lakota Sioux.

The expressions of weather-beaten earnestness on the faces of frontiersmen and Native Americans alike are what we have come to expect, but there is barely a six-shooter to be seen hanging from anyones hip, the wagon trains are pulled by oxen, not horses, and everyone on the Deadwood Stage is wearing a jacket and tie, dressed more for a business meeting than a Sioux attack.

Between 1887 and 1892, Grabill sent 188 photographs taken using an early technique that used albumen, or egg white, to bind together the chemicals to the Library of Congress for copyright protection.

Deadwood in South Dakota was founded shortly after the discovery of gold in the neighbouring Black Hills in 1876.

As miners flocked to the town and its population quickly grew to 5,000, the wagon trains brought in not only supplies but gamblers, prostitutes and gunfighters.

Grabill (who also famously photographed the aftermath of the Wounded Knee massacre in which the U.S. Seventh Cavalry killed up to 300 Native American men, women and children) chronicled the settlements rapid expansion from a collection of tents to a fully-fledged town that celebrated the completion of a connecting railway with a parade down its main street in 1888.

Long before the arrival of the white man, the land was home to the Cheyenne, Kiowa, Pawnee, Crow and Sioux (or Lakota) Indians.

The settlement of Deadwood began in the 1870s, despite the town lying within the territory granted to Native Americans in the 1868 Treaty of Laramie, which guaranteed ownership of the Black Hills to the Lakota tribes.

However, in 1874, Colonel George Armstrong Custer led an expedition into the Hills and announced the discovery of gold on French Creek.

This triggered the Black Hills Gold Rush and gave rise to the town of Deadwood, which quickly reached a population of around 5,000.

In early 1876, frontiersman Charlie Utter and his brother Steve led a wagon train to Deadwood containing what were deemed to be needed commodities to bolster business.

The wagon train also brought gamblers and prostitutes, helping the town to boom - but with a bawdy reputation.

As the economy changed from gold rush to steady mining, Deadwood lost its rough and rowdy character and settled down into a prosperous town.

One of the subjects of Grabill's photographs is the last survivor from the battle of Little Bighorn - a horse called Comanche.

The battle took place between soldiers under the command for General Custer and the combined forces of Lakota, Northern Cheyenne and Arapaho people

Every soldier in the five companies under Custer was killed and Comanche, who belonged to Captain Keogh, was found wondering the battlefield.

It is thought, however, that the Indians may have captured some of the American army's animals.

Other images chronicle a time otherwise only imagined on film; from prospectors panning for gold to the early interactions between settlers from the East and the native Americans who inhabited the Midwest.

Little is known about Grabills life before or after his work in the Midwest.

There is speculation that he moved to Colorado - Denver Public Library is in possession of some of his work - or that he moved back to Chicago.

What is surprising is that a man who dedicated his life to charting people and communities left no self portrait, memoir or anything else with which to remember Grabill the man.

Read more: http://www.dailymail.co.u(...)s.html#ixzz1G1Z685yM
De pessimist ziet het duister in de tunnel
De optimist ziet het licht aan het eind van de tunnel
De realist ziet de trein komen
De machinist ziet drie idioten in het spoor staan....
pi_93893843
09-03-2011

De Romeinen in Woerden

NRT-recensie: Overzicht van de archeologie in Laurium

Zeven Romeinse schepen en talloze bouwresten, militaire uitrustingsstukken en allerlei andere spullen kwamen in Woerden uit de grond. Een nieuw boek geeft een mooi overzicht van deze vondsten en wat ze betekenen.

De oude Romeinse grens in Nederland moet op de internationale UNESCO Werelderfgoedlijst komen te staan, vinden de provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland. In januari van dit jaar hebben zij een voorstel daartoe ingediend bij staatssecretaris van Cultuur Halbe Zijlstra. ‘Grote delen van de grens of limes in Duitsland, Schotland en Engeland staan al op de Werelderfgoedlijst, en ook in andere landen (Kroatië, Hongarije en Oostenrijk) worden binnenkort delen voorgedragen’, aldus een persbericht dat in januari in veel media als nieuwsbericht verscheen.

‘De limes liep in Nederland tussen 57 v. Chr. tot 400 n. Chr. van Arnhem naar Katwijk, en vormt het grootste archeologische monument in Nederland’, zo gaat het persbericht verder. Langs deze grens lag ook Laurium (waar nu Woerden ligt) met een castellum of legerplaats met een vicus, een burgerlijke nederzetting. Maar laat ik bij het begin beginnen.

Al in 1576 wordt in Woerden melding gemaakt van de vondst van (toen nog waarschijnlijk) Romeinse scheepsresten en in 1590 worden Romeinse molenstenen uit Woerden beschreven. Op de Peutingerkaart (een kopie uit de 13e eeuw van een laat Romeinse wegenkaart) komt Woerden niet voor, maar op de plek waar nu Woerden ligt staat op de kaart Laurium vermeld. Dat er op die plaats Romeinse vondsten worden gedaan is dus niet vreemd.

Grootscheeps onderzoek
Maar pas vanaf 1974 wordt er serieus opgegraven, culminerend in een grootscheeps onderzoek van 2002 tot 2004. En wat er dan gevonden wordt, mag zonder meer indrukwekkend genoemd worden. De resten van een castellum worden opgegraven, en van de civiele vicus. Grote hoeveelheden overblijfselen komen aan het licht, zoals bouwresten, militaire uitrustingsstukken, aardewerk, sieraden, munten, en de spectaculaire resten van zeven Romeinse binnenschepen. Laurium lag aan het water, de limes lag in Nederland immers voor het grootste deel langs de grote rivieren, en de Oude Rijn liep langs Woerden naar Katwijk om daar in de Noordzee uit te komen. Woerden zal terecht een belangrijk deel gaan uitmaken van dit UNESCO Werelderfgoed.

Van de geschiedenis van Romeins Woerden is een fraai boek verschenen. Het beschrijft het castellum en de vicus, de Romeinse militaire bezetting en civiele bewoning van Laurium, maar ook de limes in groter verband (deel I van het boek, 140 pagina’s). En natuurlijk de Romeinse scheepvaart en scheepsvondsten (deel II, 60 pagina’s). Ook de geschiedenis van de opgravingen zelf, de conservering van de vondsten, de datering enz. komen uitgebreid aan de orde. Het boek is plezierig leesbaar geschreven, en bevat heel veel mooie foto’s van vondsten, duidelijke reconstructietekeningen, schema’s en kaartjes die een goed overzicht geven van wat er gevonden is, en vooral ook van hoe het aangetroffen is.

Drive-in museum
In Woerden is nog steeds veel te zien dat herinnert aan de Romeinse tijd. Zo is in het plaveisel van het Kerkplein de omtrek van het castellum aangegeven, de parkeergarage “Castellum” vormt feitelijk een drive-in museum, en er zijn twee archeologische wandelroutes, die in het centrum en de “schepenroute”. Het derde deel van het boek (25 pagina’s) beschrijft en illustreert uitvoerig dit ‘Romeins weerzien in Woerden’. Het is een prachtig boek geworden, voor het grote publiek (met name de inwoners van Woerden natuurlijk), voor in archeologie geďnteresseerde liefhebbers, en voor beroepsarcheologen, vooral diegenen die zich met de Romeinse tijd (in Nederland) bezighouden. Net als deze eerdere uitgave over Romeinen in Valkenburg (ZH) overigens.

Twee minimale minpuntjes. Het chronologische overzicht op de pagina’s 110-111 had ik liever andersom gezien - met “oud” onder en “nieuw” boven (zo is het in de archeologie en geologie ook gebruikelijk want zo treffen we het in de grond immers aan). En dan het formaat (25 x 30 cm). Handig voor een mooie lay-out, maar mijn boekenkasten zijn geen van alle 30 centimeter diep. En rechtop kan ik de rugtekst niet lezen!

Herman de Swart – Noorderlicht Recensie Team

Titel: Romeinen in Woerden - het archeologische onderzoek naar de militaire bezetting en de scheepvaart van Laurium
Auteurs: Wouter Vos, Edwin Blom, Tom Hazenberg
Uitgever: Hazenberg Archeologie, Leiden, 2010
Gebonden, 238 pagina's, EUR 42,15
ISBN 978 90 808534 8 5

(Noorderlicht)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_93893952
quote:
1s.gif Op dinsdag 8 maart 2011 16:59 schreef Lord_Vetinari het volgende:
Echte foto's uit het "Wilde" Westen:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

The Wild West as it really was rather than how Hollywood has imagined it is revealed in this extraordinary collection of pictures.

The grainy photographs, taken in the late 19th century in and around the notorious gold mining town of Deadwood, provide a unique, sepia-toned glimpse of the Wild West. The images were published in American papers this week after being released by the U.S. Library of Congress.

Deadwood recently brought to life in an acclaimed TV drama series of the same name, starring Ian McShane has gone down in legend as a riotous and lawless town that was home to the likes of Wild Bill Hickok, Calamity Jane and Wyatt Earp.

And yet many of the pictures, taken by the pioneering photographer John C.H. Grabill, show how the reality was rather different to the traditions instilled by decades of Hollywood Westerns.

The bushy-bearded old timers are pictured panning for gold, native American Indian chiefs are seen posing solemnly in full headdress. There is the ugly scar of a mining town on a hillside and the tepee encampments of hostiles such as the Lakota Sioux.

The expressions of weather-beaten earnestness on the faces of frontiersmen and Native Americans alike are what we have come to expect, but there is barely a six-shooter to be seen hanging from anyones hip, the wagon trains are pulled by oxen, not horses, and everyone on the Deadwood Stage is wearing a jacket and tie, dressed more for a business meeting than a Sioux attack.

Between 1887 and 1892, Grabill sent 188 photographs taken using an early technique that used albumen, or egg white, to bind together the chemicals to the Library of Congress for copyright protection.

Deadwood in South Dakota was founded shortly after the discovery of gold in the neighbouring Black Hills in 1876.

As miners flocked to the town and its population quickly grew to 5,000, the wagon trains brought in not only supplies but gamblers, prostitutes and gunfighters.

Grabill (who also famously photographed the aftermath of the Wounded Knee massacre in which the U.S. Seventh Cavalry killed up to 300 Native American men, women and children) chronicled the settlements rapid expansion from a collection of tents to a fully-fledged town that celebrated the completion of a connecting railway with a parade down its main street in 1888.

Long before the arrival of the white man, the land was home to the Cheyenne, Kiowa, Pawnee, Crow and Sioux (or Lakota) Indians.

The settlement of Deadwood began in the 1870s, despite the town lying within the territory granted to Native Americans in the 1868 Treaty of Laramie, which guaranteed ownership of the Black Hills to the Lakota tribes.

However, in 1874, Colonel George Armstrong Custer led an expedition into the Hills and announced the discovery of gold on French Creek.

This triggered the Black Hills Gold Rush and gave rise to the town of Deadwood, which quickly reached a population of around 5,000.

In early 1876, frontiersman Charlie Utter and his brother Steve led a wagon train to Deadwood containing what were deemed to be needed commodities to bolster business.

The wagon train also brought gamblers and prostitutes, helping the town to boom - but with a bawdy reputation.

As the economy changed from gold rush to steady mining, Deadwood lost its rough and rowdy character and settled down into a prosperous town.

One of the subjects of Grabill's photographs is the last survivor from the battle of Little Bighorn - a horse called Comanche.

The battle took place between soldiers under the command for General Custer and the combined forces of Lakota, Northern Cheyenne and Arapaho people

Every soldier in the five companies under Custer was killed and Comanche, who belonged to Captain Keogh, was found wondering the battlefield.

It is thought, however, that the Indians may have captured some of the American army's animals.

Other images chronicle a time otherwise only imagined on film; from prospectors panning for gold to the early interactions between settlers from the East and the native Americans who inhabited the Midwest.

Little is known about Grabills life before or after his work in the Midwest.

There is speculation that he moved to Colorado - Denver Public Library is in possession of some of his work - or that he moved back to Chicago.

What is surprising is that a man who dedicated his life to charting people and communities left no self portrait, memoir or anything else with which to remember Grabill the man.

Read more: http://www.dailymail.co.u(...)s.html#ixzz1G1Z685yM
Dank beste Lord.
dit is ook een super site voor dergelijke foto's
http://www.old-picture.com/collection-index-001.htm
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94082185
13-03-2011

Atlantis weg door tsunami?

Men zoekt er al vele jaren naar, volgens sommigen bestaat de verzonken stad niet eens, en nu lijkt er een doorbraak te zijn. Volgens de Amerikaanse professor Richard Freund lag Atlantis in het zuiden van Spanje en werd het weggespoeld door een tsunami. Van dat natuurfenomeen, meestal afkomstig van een zeebeving, leren we tegenwoordig steeds meer de kracht kennen. De overlevenden van de Atlantis-tsunami weken uit naar centraal Spanje en bouwden daar steden in de Atlantische stijl, ter nagedachtenis. Daar werden ook al bewijzen van gevonden, aldus de professor.


(Open moerasland in Nationaal park Dońo Ana)

Om het mysterie op te lossen gebruikte het team van professor Freund satellietbeelden, onderwatertechnologie, deep-ground radar en digital mapping. Met hun onderzoeksgegevens konden ze een verzonken stad, iets ten noorden van de Spaanse stad Cadiz, ontdekken. Daar, begraven in het Dońa Ana Park, zou volgens de vorsers een oude concentrisch ommuurde stad verstopt liggen: Atlantis.

Tsunami's zijn belangrijk in het hele verhaal. Volgens Freund wordt de regio regelmatig getroffen door kleine en grote tsunami's. Al sinds oudsher houdt men daar verslagen van bij. De grootste bekende tsunami dateert er van november 1755. Een vloedgolf van 10 verdiepingen hoog beukte toen op Lissabon in.

De bevindingen van Freund en zijn team werden vastgelegd voor National Geographic Channel. In de documentaire 'Finding Atlantis' kunt u dit allemaal zelf bekijken. Freund is overigens niet de eerste die vermoedt dat Atlantis in dat deel van Spanje ligt. Zowel Spaanse als Cubaanse wetenschappers zoeken ook al een tijdje in die regio.

(Grenswetenschap)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94082476
Ze zeggen dus eigenlijk dat Atlantis = Tartessos?
pi_94132457
14-03-2011

Gebruik van vuur relatief recent in Europa

AMSTERDAM - Het gebruik van vuur door de prehistorische mens in Europa kwam zo'n drie- tot vierhonderdduizend jaar geleden op gang.


© Thinkstock

Dat is verrassend, omdat de mens ongeveer een miljoen jaar geleden naar Europa trok en in de tussenliggende periode het relatief koude klimaat van dit werelddeel zonder vuur heeft overleefd.

Wil Roebroeks van de Universiteit van Leiden en Paola Villa van de Universiteit van Colorado schreven een artikel over het gebruik van vuur door de vroege mens.

Hun bevindingen worden dinsdag in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences gepubliceerd.

Vragen

Een onderzoek naar 141 archeologische vindplaatsen in Europa leverde geen bewijs op dat de mens meer dan vierhonderdduizend jaar geleden al vuur gebruikte. Na deze periode gebruikten Neanderthalers en de moderne mens wel vuur om zich te warmen, op te koken en als licht, blijkt uit vondsten.

Het onderzoek roept de vraag op hoe de mens honderdduizenden jaren lang kon overleven in het Europese klimaat, dat een stuk kouder is dan het klimaat in Afrika, van waaruit de mens zich over de wereld verspreidde.

Mogelijk paste de mens zich aan de koude aan door een actieve levensstijl en een eiwitrijk dieet. Bekend is dat de vroege mens vlees, vis en schaaldieren rauw at.

Koken

In Israël en op enkele vindplaatsen in Afrika is wel bewijs gevonden dat de mens meer dan vierhonderdduizend jaar geleden vuur gebruikte.

De theorie dat de mens relatief recent vuur maakte, wordt niet onderschreven door Richard Wrangham, archeoloog aan de universiteit Harvard en auteur van het boek Catching Fire: How Cooking Made Us Human.

Hij beweert dat het koken van voedsel mogelijk al twee miljoen jaar geleden plaatsvond. Door voedsel te koken werd de voedingswaarde van het eten vergroot en de evolutie van de mens bespoedigd. Hersenen zouden door dit voedselrijkere dieet zijn gegroeid, zodat de vroege mens kon evolueren tot de moderne, aldus Wrangham.

Verbrande botten

Mogelijk zijn verbrande botten en as verdwenen of verwaaid, waardoor er nu geen bewijzen worden gevonden voor vroeg vuurgebruik, meent Wrangham.

Villa brengt hier tegenin dat in een grot in Zuid-Afrika wel degelijk verbrande botten uit een vroegere periode, namelijk een miljoen jaar geleden, zijn gevonden. "Verbrande botten blijven dus bewaard", zei ze.

"Dit artikel vertegenwoordigt zeer duidelijk de archeologische conclusies van wat Wil Roebroeks zeer elegant een geval van 'science friction' noemt. Dit komt voort uit de botsing tussen archeologisch en biologisch bewijsmateriaal", schreef Wrangham in een e-mail.

"Hoe dan ook, we hebben een mooie puzzel."

© Novum

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94132570
quote:
1s.gif Op maandag 14 maart 2011 09:00 schreef DutchSL het volgende:
Ze zeggen dus eigenlijk dat Atlantis = Tartessos?
14-03-2011

Onderzoeker claimt vondst 'mytisch' Atlantis


Onderzoeksleider Richard Freund van de Universiteit van Hartford.

ROTTERDAM - De Amerikaanse onderzoeker Richard Freund claimt dat hij Atlantis heeft gevonden. Volgens Freund ligt het 'mytische' eilandenrijk onder een moerasgebied in zuid-Spanje, iets ten noorden van de stad Cadiz.


Een fictieve kaart van Atlantis uitgegeven door Athanasius Kircher (Amsterdam, 1665). Hier is het Noorden onder en het Zuiden boven. Links is Spanje nog zichtbaar en rechts Amerika. BRON WIKIPEDIA


Een kaart van de plaats waar Atlantis volgens de meeste theorieën gelegen zou hebben: midden in de Atlantische oceaan. BRON WIKIPEDIA

Volgens de onderzoeker van de Universiteit van Hartford is Atlantis bedolven onder een vloedgolf.

Tsunami
,,Dit is dus de kracht van tsunami's. De vloedgolf is zestig kilometer landinwaarts gegaan en heeft Atlantis volledig doen zinken'', aldus Freund. Hij deed twee jaar lang onderzoek, met grondradar en andere hoogwaardige technische apparatuur, om er achter te komen wat er in de grond bij Cadiz verscholen zit.

Nooit bewezen
Of Atlantis ooit heeft bestaan is overigens nooit bewezen. De Griekse filosoof Plato schreef er vierhonderd jaar voor Christus als eerste over. Hij schreef dat Atlantis 'binnen één dag en nacht verdween in de diepten van de zee'.


De stad Cadiz.

Plato
In een van Plato's dialogen vertelt het personage Critias dat zijn grootvader het verhaal over Atlantis rechtstreeks van de grote Solon (638 - 558 voor Christus) vernomen zou hebben. Hoe het land eruit zag, is door Plato bij monde van deze Critias in detail beschreven. Op het eiland was er een tempel gewijd aan de god Poseidon, de god van de zee. Het eiland Atlantis lag buiten de Middellandse Zee, dus nog verder dan de Zuilen van Hercules (de straat van Gibraltar).

Hoofdstad
Volgens Plato was de oude hoofdstad van Atlantis een streng geometrisch uitgebouwd systeem van concentrische cirkels met om beurten een ommuurd eiland en een kanaal, met een totale diameter van 22,5 km. Op het cirkelvormige centrale eiland waren er sportterreinen, het koninklijk paleis en een tempel, gewijd aan de zeegod Poseidon, beschermgod van de stad.

Fascinatie
,,We zijn zo gefascineerd door Atlantis, omdat het hier gaat over het begin van de beschaving'', aldus Freund, die samen met een team van archeologen het onderzoek deed. Zijn zoektocht naar de mytische stad is verfilmd in de documentaire Finding Atlantis, die onlangs is vertoond bij National Geographic. De reden waarom Freund in zuid-Spanje ging zoeken, was de stijl van huizen bouwen. Rondom Cadiz leek die volgens Freund op 'overlevenden van de ramp van Atlantis.'

Zondvloed
Door een wereldwijde catastrofe, een soort zondvloed, waardoor ieder spoor van het land werd weggewist, zou het rijk elfduizend jaar geleden plotseling zijn verdwenen. De Atlantische Oceaan dankt zijn naam aan deze legende.



Speculatie
Door de jaren heen is er veel gespeculeerd over de ligging van het eilandenrijk. Er zijn talloze theorieën over de ligging van Atlantis verschenen.

Er is beweerd dat Atlantis gevonden zou zijn in de buurt van de Azoren, Amerika, Scandinavië, de Noordzee, de Britse eilanden, het eiland Cuba, Zuid-Spanje, Kreta, Cyprus, Santorini, de Canarische Eilanden en Antarctica. Ook worden wel Egypte, Indonesië, Madagaskar, Australië en zelfs Antartica genoemd als mogelijke plaatsen van Atlantis.

Inspiratie
De mythe van Atlantis is door de jaren heen veelvuldig gebruikt als inspiratie voor boeken, strips, films, computerspellen en zelfs pretparken.(BVDL)


De plek waar Atlantis volgens Freund zou liggen.

(AD)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94138011
Tartessos zou ook "voorbij de zuilen van Hercules" bij de monding van de Guadalquivir hebben gelegen, dus ook ongeveer op die plaats in de buurt van Cadiz ;)
Ik vind het toch wel vreemd dat ze de beide steden dan niet aan elkaar linken in dat artikel.
  dinsdag 15 maart 2011 @ 13:23:16 #264
137134 Iblardi
Non semper idem
pi_94139505
Ja, en dat Tartessos de bron zou zijn geweest voor de Atlantislegende is toch ook best al een oude theorie?
pi_94227445
16-03-2011

90 miljoen jaar oude langnekdino gevonden

MAASTRICHT - Een internationaal team van paleontologen, onder wie medewerkers van het Natuurhistorisch Museum Maastricht, heeft in Angola een 90 miljoen jaar oude langnekdinosaurus ontdekt.


© NCB Naturalis

Het is de eerste keer dat de resten van een dinosaurus in Angola zijn gevonden, zo is woensdag bekendgemaakt.

De dinosaurus was van kop tot staart ongeveer 13 meter lang. In 2006 werd een gigantische voorpoot gevonden door verschillende paleontologen, onder meer uit Maastricht.

De botten zijn in afzettingen in zee gevonden; de rest van het karkas is waarschijnlijk de zee in gespoeld en onmogelijk terug te vinden.

© ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94227457
16-03-2011

Grote archeologische glasvondst in Roermond

ROERMOND - In Roermond hebben archeologen bij een opgraving in de binnenstad ruim 1200 kilo glas uit de 13e tot en met 16e eeuw gevonden.


© Novum

Van de anderhalf miljoen glasfragmenten bestonden 8400 fragmenten uit uiterst zeldzaam gebrandschilderd vensterglas, waaronder het oudste gebrandschilderde glas dat in Nederland bewaard bleef.

Dat maakte de gemeente Roermond woensdag bekend. Het gaat volgens de archeologen van SOB Research om de grootste en meest diverse collectie gebrandschilderd glas die ooit in Nederland is gevonden.

Het glas werd gevonden in de resten van een kelder van een pand, dat verloren ging bij een grote stadsbrand in 1665.

Glasbedrijf

De archeologen denken dat ter plaatse eind zestiende en begin zeventiende eeuw een glasbedrijf was gevestigd, dat glasplaten maakte. De gevonden voorraad was bestemd voor hergebruik, aldus de archeologen.

Het oudste gebrandschilderde glasplaatje stamt uit ongeveer 1280, aldus directeur Jente van den Bosch van SOB Research.

Motieven

Het ging toen nog om primitieve motieven in de schilderingen. Naarmate de Renaissance opbloeide, werden die taferelen sierlijker, flamboyanter en minder religieus en verschenen beelden van mensen en dieren in de ruitjes.

''Ik ben verrast door de vrolijkheid en de uitbundigheid'', zei Van den Bosch. ''Juist in de tijd van de Inquisitie (de vervolging van ketters door de RK-Kerk, red) en de Tachtigjarige Oorlog had de gewone bevolking blijkbaar een drang naar blijheid en feestelijkheid. Men hield van het goede leven''.

Nationaal belang

Van den Bosch sprak van een vondst van nationaal belang. ''Het gaat om het werk van honderden kunstenaars uit de wijde omgeving van Roermond, tot in Vlaanderen en Duitsland''.

Hij houdt het voor mogelijk dat veel kunstwerken vernield zijn tijdens de Tachtigjarige Oorlog, toen soldaten de glas-in-loodramen kapotsloegen om het lood om te smelten tot kogels, waarbij het glas in scherven voor hergebruik beschikbaar kwam.

© ANP

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94227583
17-03-2011

Puma Punku, een mysterie uit de oudheid

Puma Punku is waarschijnlijk het oudste en merkwaardigste bouwwerk dat er op de aarde te vinden is. Sommige wetenschappers dateren Puma Punku op ongeveer 3.000 v.Chr., maar andere wetenschappers spreken over jaartallen tussen de 10.000 en 15.000 v.Chr.. Moderne dateringstechnieken lijken er niet uit te komen. Eigenlijk zou het bouwwerk een ere-plek moeten krijgen op de lijst van wereldwonderen en zou het bouwwerk met gemak de complexibiliteit van de Grote Piramide in Gizeh kunnen verslaan. Toch weten de meeste mensen weinig van het mysterieuze Puma Punku, gelegen in een dun bevolkt hoogland in Bolivia, ten zuiden van het Titicacameer, nabij het beroemde Tiahuanacu.



Met de modernste technologie en informatie gaan de structuren van Puma Punku tegen alle bestaande logica in. Vooralsnog lijkt geen enkele vooraanstaande wetenschapper ook maar enig idee te hebben hoe het mogelijk was om in de tijd dat Puma Punku gebouwd werd dit met de toenmalige stenen tijdperk-technieken te realiseren. Sterker nog: zelfs met onze huidige technieken zal het vrijwel niet te realiseren zijn.

Naast het feit dat men niet weet hoe het bouwwerk tot stand is gekomen heeft men ook geen flauw idee wie dit bouwwerk hebben gemaakt en waaróm zij het überhaupt gebouwd hebben. Rationele verklaringen lijken er niet te zijn en men wordt al snel gedwongen verder te kijken dan de gangbare theorieën wat betreft het tot stand komen van oude megastructuren.

Puma Punku

Men weet dat Puma Punku vroeger veel complexer was dan het nu nog is. Het moet een prachtig ingenieus bouwwerk geweest zijn dat om één of andere reden bijna volledig vernietigd lijkt door een bepaalde gebeurtenis in de geschiedenis. Een grote aardbeving? Een meteoriet die de aarde heeft geraakt? Misschien zelfs wel een gigantische tsunami. Niemand kan dit met zekerheid vaststellen, hoewel het laatste nog het meest voor de hand ligt, aan de hand van het geologische bewijs.

Er is namelijk niet alleen bewijs dat daar ooit een grote vloed is geweest, maar er is geologisch bewijs dat er ooit een beschaving geleefd heeft voordat de vermeende vloed plaatsvond. Er zijn namelijk sporen gevonden van gereedschap, botten en ander materiaal in een aardlaag voordat er sprake was van een vloed. De vermeende vloed zal dan ongeveer 12.000 jaar geleden plaats hebben gevonden, wat een goede verklaring kan zijn voor de destructie van Puma Punku.

Is Puma Punku het bewijs dat er ooit een geavanceerde beschaving heeft bestaan die lang geleden verloren is gegaan? Want als de piramiden in Egypte al zo moeilijk waren om een paar duizend jaar geleden te bouwen, hoe moeilijk zal het dan wel niet geweest moeten zijn om het immense Puma Punku zon 10.000 tot 17.000 jaar geleden te bouwen?

Wat maakt de ruďnes zo bijzonder?



Het is onmogelijk dat de gigantische stenen van Puma Punka zijn bewerkt met gereedschappen uit het stenen tijdperk. De stenen bestaan namelijk uit graniet en dioriet en de enige steensoort die harder is dan deze twee, is diamant. Als de mensen dit gigantische bouwwerk hebben gebouwd met steenbewerkingstechnieken, moeten zij dus diamanten gereedschap hebben gebruikt of een soort waarvan wij het bestaan niet kennen. Maar in de tijd dat Puma Punku is gebouwd, is het volgens de gangbare wetenschap niet denkbaar dat men zulke gereedschappen had; men stond in het beste geval immers nog maar met één been buiten het stenen tijdperk.

De gigantische stenen waren niet alleen bijzonder hard om in te snijden, maar ze zijn ongelooflijk zwaar. Sommige stenen bij Puma Punku wegen volgens sommige wetenschappers 800 ton, hoewel ook hier de meningen over verdeeld zijn. Het feit is wel dat het gaat om hele grote stenen die ook nog eens erg zwaar zijn. De dichtstbijzijnde mogelijke bron voor deze stenen ligt op meer dan 15 kilometer afstand. Hoe konden deze mensen de blokken steen vervoeren en hoe maakten ze er vervolgens een perfect in elkaar passend ingenieus puzzel-achtig bouwwerk van?

Zelfs met de technologie die we vandaag bezitten zal het bijzonder moeilijk (zo niet onmogelijk) zijn om dit bouwwerk te reproduceren. Als zelfs wij het al niet kunnen in deze tijd, hoe konden deze mensen dit duizenden (wellicht zelfs meer dan 10.000) jaar geleden wel voor elkaar krijgen?

Onderzoekers zijn het er over eens dat de beschaving die hier verantwoordelijk voor was bijzonder geavanceerd heeft moeten zijn in hun manier van werken. Zo moesten zij veel kennis hebben van astronomie, geometrie, wiskunde en noem het maar op. Toch is er geen enkele aanwijzing in de geschiedenis van een beschaving die hier verantwoordelijk voor zou kunnen zijn. Sterker nog: er is zelfs geen bewijs voor een Boliviaanse beschaving uit die tijd die überhaupt een geschrift had ontwikkeld

Buiten het feit om dat een beschaving het plan had moeten kunnen maken, moesten zij het dus vervolgens ook nog eens gaan uitvoeren. De technieken die men hier voor heeft moeten gebruiken vereisen feitelijk gezien van geavanceerde aard te zijn. Wellicht geavanceerder dan onze eigen bewerkingstechnieken.

Bijzondere stenen



Hierbij komen we meteen bij het volgende punt aan, dat is de manier hoe de stenen zijn bewerkt. Het is niet alleen lastig om in de stenen te snijden, maar de manier waarop dit is gedaan maakt het mysterie alleen maar groter. Lange groeven die via digitale meettechnieken 100% recht blijken te lopen. Net zoals de kleine gaten die naast elkaar exact dezelfde diepte hebben, op de millimeter af.

Hoe is het mogelijk dat primitieve indianen de stenen op deze manier konden bewerken terwijl zelfs wij vandaag de dag wellicht niet die precisie kunnen halen met onze machinale bewerkingstechnieken?

De stenen van Puma Punku zijn ook nog eens zo bewerkt dat ze als het ware als een puzzel in elkaar passen. Er is geen mortel gebruikt, enkel de gigantische stenen die ooit als een perfecte puzzel in elkaar pasten zodat men een bouwwerk kreeg van maar liefst vier verdiepingen hoog.

Als deze beschaving het blijkbaar voor elkaar kreeg deze gigantische blokken te vervoeren, wat al een bizarre prestatie is, is het nog moeilijker voor te stellen hoe zij deze blokken tot vier verdiepingen hoog op elkaar hebben kunnen krijgen.

Tegenwoordig hebben wij voor het vervoeren van zware stenen gigantisch grote machines nodig en zelfs dan gaat het maar moeizaam en erg traag. Het is zelfs maar de vraag of wij een 800 ton wegende steen überhaupt kunnen vervoeren.

Men neigt al snel een beeld in het hoofd te krijgen van honderden mensen die met boomstammen in de weer gingen. Deze oude roltechniek, waarvan de meeste geleerden denken dat de Egyptenaren deze ook gebruikten, gaat bij Puma Punku niet op. Binnen een straal van 15 kilometer is er geen enkele boom te vinden en of dit in het verleden wel zo was, is nog maar de vraag. Sowieso heeft men meer gedaan dan het vervoeren alleen; er is nog steeds de noodzaak van allerlei kennisgebieden in de wiskunde, astronomie enzovoort. En een schrift is daarvoor noodzakelijk. Er zijn echter nooit sporen of aanwijzingen gevonden van een beschaving uit die tijd die soortgelijke kwaliteiten bezat. Anders dan wat primitieve indianen heeft er volgens de gangbare wetenschap niet rondgelopen in die tijd.

Wie zou er verantwoordelijk kunnen zijn?



Het simpele antwoord is dat we geen flauw idee hebben wie Puma Punku heeft bedacht, gebouwd en hoe zij dit uiteindelijk hebben gedaan.

Daarom wordt Puma Punku ook wel de heilige graal genoemd voor de mensen die de theorie aanhangen van de 'astronauten uit de oudheid'. En geef ze eens ongelijk. Als de huidige wetenschap geen flauw idee heeft wie Puma Punku gemaakt hebben, hoe en waarom zij dit gemaakt hebben, is het dan zo vreemd om te stellen dat er duizenden (of tienduizenden) jaren geleden een geavanceerde buitenaardse beschaving bestond die (mede) verantwoordelijk was voor dit bouwwerk? Er zijn immers wel meer aanwijzingen in zowel geschriften als in oude geavanceerde bouwwerken die lijken te wijzen in deze richting.

Een andere verklaring kan zijn dat de mensheid uit de oudheid veel geavanceerder was dan wij op dit moment weten. Wellicht bezaten zij dus machinale technieken die zelfs wij vandaag de dag niet hebben, of nauwelijks hebben. Voor dit laatste is echter nooit bewijs gevonden, mogelijkerwijs door de gevolgen van de ramp die sowieso heeft gezorgd voor de destructie van het ooit prachtige Puma Punku.

Hoewel beide theorieën ongelooflijk en fantasierijk klinken, zijn het tot nu toe de meest aannemelijke die we hebben. Het is nu eenmaal een feit dat Puma Punku bestaat en dat het ooit gebouwd is. Maar als zelfs wij het vandaag de dag niet zouden kunnen bouwen, kan je geen gemakkelijk antwoord verwachten wat betreft de oorsprong van Puma Punku en word je gedwongen om wat verder te denken dan boomstammen en touwen.

Een bouwwerk als Puma Punku zorgt er voor dat onderzoekers gedwongen worden om buiten de gangbare theorieën te kijken. Het idee dat de mensheid ooit bezocht is door buitenaardse wezens is natuurlijk een confronterende hypothese en zal door daarom ook niet snel geaccepteerd worden. Dat de mensheid ooit geavanceerd was, vergelijkbaar met onze huidige beschaving, zal overigens ook niet snel geaccepteerd worden. Misschien is dat de reden dat er zo weinig bekend is over Puma Punku, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de piramide van Gizeh.

Antwoorden betreffende het mysterie van Puma Punku zijn er vrijwel niet. Er is veel verdeeldheid en onenigheid tussen de onderzoekers hetgeen uiteindelijk alleen maar tegenwerkt. Misschien dat we de antwoorden moeten zoeken in de legendes en culturele mythologische verhalen die de mensheid in de duizenden jaren dat wij bestaan geproduceerd heeft.

In sommige legendes spreekt men over een apocalyptische gebeurtenis die in de Bijbel de Zondvloed genoemd wordt. Veel culturen hebben een soortgelijk verhaal over een beschaving die van de aarde wordt gevaagd door een verschrikkelijke vloed. Ondanks de verschillende details van het verhaal, is de basis van het verhaal hetzelfde.

Er zijn ook andere legendes waarin beweert wordt dat er in totaal vier soortgelijke gebeurtenissen plaatsgevonden die er uiteindelijk voor hebben gezorgd dat de mensheid vrijwel uitstierf. Is dit wat er gebeurde met de beschaving die verantwoordelijk is voor Puma Punku, of zijn we daadwerkelijk bezocht door een buitenaardse beschaving? Misschien een combinatie van beide.

Hoe dan ook zal Puma Punku waarschijnlijk altijd een mysterie uit de oudheid blijven en voor velen als bewijs dienen dat de geschiedenis van de menselijke beschaving spectaculairder en uitgebreider is dan we ooit voor mogelijk hebben kunnen houden.


(Grenswetenschap.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  donderdag 17 maart 2011 @ 10:18:37 #268
73232 De_Hertog
Aut bibat, aut abeat
pi_94229525
Ik weet niet waar die '3000 v Chr' vandaan komt, laat staan die 10.000, maar Wiki en onderliggende bronnen hebben het over 500 AD en verder, met het hoogtepunt van gebruik tussen 700 en 1000.
Daarnaast is het sowieso niet echt nieuws, het gaat niet over een nieuwe ontdekking of iets dergelijks.
Mary had a little lamb
Then Mary had dessert
  donderdag 17 maart 2011 @ 10:55:24 #269
137134 Iblardi
Non semper idem
pi_94230666
Het is ook niet helemaal duidelijk waarop die claim is gebaseerd over die gesteenten die voor de technieken uit die tijd onbewerkbaar zouden zijn geweest... Als je bronnen van het type Atlantis, Lemurië e.d. buiten beschouwing laat vind je dat op publicaties in Google Books vooral zandsteen en andesiet als bouwmaterialen voor Puma Punku worden genoemd. En zo ontzettend weerbarstig schijnt dat nu ook weer niet te zijn.
quote:
In ancient Pergamon there are numerous examples of andesite in structural use in temples, piers, floors, and columns. Andesite was also used in the temple of Athena, fortification walls in ancient Smyrna, and in the bouleterion and the gymnasium at ancient Assos.
Andesite was used widely as the raw material for axes in the Andean region of South America. In North America, a black glassy andesite that outcrops on San Antonio Mountain in New Mexico was used to make projectile points, knives, scrapers, and a large ... implement that may have been a hoe.
(George Robert Rapp, Archaeomineralogy)
pi_94230800
quote:
1s.gif Op dinsdag 8 maart 2011 16:59 schreef Lord_Vetinari het volgende:
Echte foto's uit het "Wilde" Westen:

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

[ afbeelding ]

The Wild West as it really was rather than how Hollywood has imagined it is revealed in this extraordinary collection of pictures.
Erg mooie foto's, geven zeker een beter beeld van het wilde westen dan je in de meeste films ziet :Y
..non est vivere sed valere vita est ..
pi_94278355
16-03-2011

The Roman Ninth Legion's mysterious loss



The disappearance of Rome's Ninth Legion has long baffled historians, but could a brutal ambush have been the event that forged the England-Scotland border, asks archaeologist Dr Miles Russell, of Bournemouth University.

One of the most enduring legends of Roman Britain concerns the disappearance of the Ninth Legion.

The theory that 5,000 of Rome's finest soldiers were lost in the swirling mists of Caledonia, as they marched north to put down a rebellion, forms the basis of a new film, The Eagle, but how much of it is true?

It is easy to understand the appeal of stories surrounding the loss of the Roman Ninth Legion - a disadvantaged band of British warriors inflicting a humiliating defeat upon a well-trained, heavily-armoured professional army.

It's the ultimate triumph of the underdog - an unlikely tale of victory against the odds. Recently, however, the story has seeped further into the national consciousness of both England and Scotland.

Find out more
Rome's Lost Legion is on the History Channel on Thursday 17 March at 2200 GMT
The Eagle is in UK cinemas from 25 March

For the English, the massacre of the Ninth is an inspiring tale of home-grown "Davids" successfully taking on a relentless European "Goliath". For the Scots, given the debate on devolved government and national identity, not to say the cultural impact of Braveheart, the tale has gained extra currency - freedom-loving highlanders resisting monolithic, London-based imperialists.

The legend of the Ninth gained form thanks to acclaimed novelist Rosemary Sutcliff, whose masterpiece, The Eagle of the Ninth, became an instant bestseller when published in 1954.

Since then, generations of children and adults have been entranced by the story of a young Roman officer, Marcus Aquila, travelling north of Hadrian's Wall in order to uncover the truth about his father, lost with the Ninth, and the whereabouts of the Legion's battle standard, the bronze eagle.

The historians have dissented, theorising that the Ninth did not disappear in Britain at all, arguing both book and film are wrong. Their theory has been far more mundane - the legion was, in fact, a victim of strategic transfer, swapping the cold expanse of northern England, for arid wastes in the Middle East. Here, sometime before AD 160, they were wiped out in a war against the Persians.


The Ninth would have spent much of their time at York

But, contrary to this view, there is not one shred of evidence that the Ninth were ever taken out of Britain. It's just a guess which, over time, has taken on a sheen of cast iron certainty. Three stamped tiles bearing the unit number of the Ninth found at Nijmegen, in the Netherlands, have been used to support the idea of transfer from Britain.

But these all seem to date to the 80s AD, when detachments of the Ninth were indeed on the Rhine fighting Germanic tribes. They do not prove that the Ninth left Britain for good.

In fact, the last certain piece of evidence relating to the existence of the Legion from anywhere in the Roman Empire comes from York where an inscription, dating to AD 108, credits the Ninth with rebuilding the fortress in stone. Some time between then and the mid-2nd Century, when a record of all Legions was compiled, the unit had ceased to exist.

But what happened to the Ninth?

Theories on the Ninth
Ambushed in Caledonia while fighting revolt
Destroyed in the Bar Kokhba Jewish revolt
Wiped out in battle against the Parthians

The early years of the 2nd Century were deeply traumatic for Britannia. The Roman writer Fronto observed that, in the reign of the emperor Hadrian (AD 117 - 138), large numbers of Roman soldiers were killed by the British.

The number and full extent of these losses remain unknown, but they were evidently significant. The anonymously authored Augustan History, compiled in the 3rd Century, provides further detail, noting that when Hadrian became emperor, "the Britons could not be kept under Roman control".

The British problem was of deep concern to Roman central government. Thanks to a tombstone recovered from Ferentinum in Italy, we know that emergency reinforcements of over 3,000 men were rushed to the island on "the British Expedition", early in Hadrian's reign. The emperor himself visited the island in AD 122, in order to "correct many faults", bringing with him a new legion, the Sixth.

The fact that they took up residence in the legionary fortress of York suggests that the "great losses" of personnel, alluded to by Fronto, had occurred within the ranks of the Ninth.


Archaeological evidence of the legion's fate is scarce It would seem that Sutcliff was right after all.

It was the Ninth, the most exposed and northerly of all legions in Britain, that had borne the brunt of the uprising, ending their days fighting insurgents in the turmoil of early 2nd Century Britain.

The loss of such an elite military unit had an unexpected twist which reverberates to the present day. When the emperor Hadrian visited Britain at the head of a major troop surge, he realised that there was only one way to ensure stability in the island - he needed to build a wall.

Hadrian's Wall was designed to keep invaders out of Roman territory as well as ensuring that potential insurgents within the province had no hope of receiving support from their allies to the north. From this point, cultures on either side of the great divide developed at different rates and in very different ways.

The ultimate legacy of the Ninth was the creation of a permanent border, forever dividing Britain. The origins of what were to become the independent kingdoms of England and Scotland may be traced to the loss of this unluckiest of Roman legions.

Dr Miles Russell is a senior lecturer in Prehistoric and Roman Archaeology at Bournemouth University.

(BBC News)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
  vrijdag 18 maart 2011 @ 09:02:21 #272
210227 rechtsedirecte
Southern most Fok!ker
pi_94278891
EFM, bedankt voor je post over Puma Punka.
Ik had er nog nooit iets over gelezen maar erg intressant!
ook al heeft de Hertog gelijk en heeft Wiki het over een constructie datum van ongeveer 600 AD, het maakt het niet minder bijzonder.

[ Bericht 37% gewijzigd door rechtsedirecte op 18-03-2011 09:19:06 ]
'Lopen is geen sport maar een manier van reizen'
'Als ik loop voel ik me beroerd, maar als ik niet loop nog beroerder'
'Once you discover the rewards of pain, you want more pain'
pi_94499168
quote:
1s.gif Op vrijdag 18 maart 2011 09:02 schreef rechtsedirecte het volgende:
EFM, bedankt voor je post over Puma Punka.
Ik had er nog nooit iets over gelezen maar erg intressant!
ook al heeft de Hertog gelijk en heeft Wiki het over een constructie datum van ongeveer 600 AD, het maakt het niet minder bijzonder.

Graag gedaan beste rechtsedirecte
^O^
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94499185
23-03-2011

"Wiskundige fout maakt van Da Vinci nog groter genie"



Zelfs wiskundige genieën maken al eens een reken- of redeneerfoutje. Zo ook Leonardo Da Vinci, zo ontdekte de Nederlandse wiskundige Rinus Roelofs ontdekt. Volgens Roelofs vergiste Da Vinci zich in een illustratie van een zogezegde romboëdrische kuboctaëder. "Maar dat van hem net nog een groter genie", zo staat te lezen in Eos.


De afbeelding die Da Vinci maakte.


Deze illustatrie toont inderdaad een ander grondvlak van de piramide.

Een romboëdrische kuboctaëder is een veelvlak waarbij een gelijkzijdige driehoek steeds door vierkanten wordt omringd.

De betwiste tekening is een illustratie voor een boek van de wiskundige Luca Pacioli. Da Vinci plaatste op elk zijvlak van het object een piramide, met een drie- of een vierhoekig grondvlak, naargelang het zijvlak een driehoek of vierkant is).

Echter is het grondvlak onderaan de figuur vierhoekig, terwijl dit volgens Roelofd driehoekig moet zijn. Ook andere piramides op de afbeelding lijken verkeerd.

De fout doet volgens Roelofs niets af aan het genie Da Vinci. "Da Vinci was zonder meer een genie, en wellicht het grootste genie aller tijden. Maar ook hij was een mens, die moest nadenken en redeneren, en die daarbij al eens een foutje beging. En dat maakt hem alleen maar een nog groter genie."

Bovendien had Da Vinci geen model om zich op te inspireren: hij was de eerste ooit die de romboëdrische kuboctaëder tekende voor een drukwerk, laat staan dat iemand er al piramides op had getekend om het stervormige lichaam af te beelden in druk, zo klinkt het in Eos. (belga/edp)

(HLN)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
pi_94543143
23-03-2011

Egyptische 'schoonheidskoningin' had mogelijk wrat

AMSTERDAM Een Spaanse wetenschapper heeft mogelijk een wrat ontdekt op het gemummificeerde hoofd van de oud-Egyptische koningin Tiye.


© Thinkstock

De grootmoeder van Toetanchamon die bekend stond om haar schoonheid, had waarschijnlijk een zogenaamde platte wrat tussen haar ogen. De vermoedelijke huidaandoening van Tiye was onschadelijk, maar volgens wetenschappers duidelijk te zien in haar gezicht.

Dat meldt Discovery News op basis van een bevinding van de Spaanse onderzoeker Mercedes Gonzalez van het Institutio de Estudios Científicos en Momias in Madrid.

Foto

De mummie van Tiye bevindt zich in het Egyptisch Museum in Caďro. De ontdekking van de wrat kwam toevallig tot stand op basis van een foto.

Het Egyptisch Museum stuurde me een foto in hoge resolutie van het gezicht van de mummy, verklaart Gonzalez. De kleine vergroeiing op het voorhoofd viel me meteen op. De onregelmatigheid vertoont sterke overeenkomsten met een platte wrat, een zogenaamde verruca plana.

Wratten zijn nog niet eerder aangetroffen op de gezichten van mummies uit het Oude Egypte. Tot nu toe heb ik bij andere mummies nog niets vergelijkbaars kunnen ontdekken, aldus Gonzalez.

Tempel

Koningin Tiye was de vrouw van farao Amenhotep III. Ze stond in het oude Egypte bekend om haar schoonheid. Amenhotep III liet onder meer een tempel voor haar bouwen en schonk haar ook een artificieel meer.

Het gemummificeerd lichaam van Tiye werd pas in 2010 geďdentificeerd op basis van haar donkerrode haar. Sommige wetenschappers twijfelen echter nog over de identiteit van het lichaam.

Moedervlek

Volgens de Amerikaanse egyptologe Salima Ikram is het ook nog niet onomstotelijk bewezen dat er daadwerkelijk een wrat op het voorhoofd van de mummie zit. Wetenschappers zouden dan eerst een monster van huidcellen moeten afnemen en onderzoeken.

"Ik noem haar de mogelijke koningin Tiye, omdat er wat twijfels zijn over haar identificatie", verklaart Ikram op Discovery News. "Verder moeten we er rekening mee houden dat de wrat in werkelijkheid slechts een moedervlek is die is platgedrukt tijdens het proces van mummificatie."

© NU.nl/Dennis Rijnvis

(nu.nl)
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')