quote:
Op woensdag 8 september 2010 12:03 schreef smoking-snares het volgende:[..]
ik zou een objectief model niet natuurlijk noemen, objectiviteit is onmogelijk.
als je een objectief model wil maken moet je putten uit je enige bron van informatie, jouw subjectieve werkelijkheid. het fascineert me hoeveel subjectieve dimensies bestaan, de verschillende perspectieven met elk hun eigen waarde en waarheid. ik geloof oprecht dat objectiviteit een verzinsel is om de mens wat minder alleen te laten voelen, gelukkig kan objectiviteit realiteit worden als we maar in dat verzinsel geloven.
niets heeft een statische betekenis, zij is veranderlijk en afhankelijk van onze beleving van de realiteit.. maar dit hoef ik jou niet te vertellen

ik hoop alleen dat je ons wat meer te vertellen hebt
Dat wordt een lang verhaal.Schopenhouwer schrijft: “De wereld is mijn voorstelling. Dit is een waarheid die voor elk levend en kennend wezen geldt, ofschoon alleen de mens haar in het reflectieve, abstracte bewustzijn kan brengen; doet hij dit dan is bij hem het stadium van filosofische bezinning ingetreden. Dan wordt het hem duidelijk en staat het voor hem vast, dat hij geen zon kent en geen aarde, maar altijd alleen maar een oog dat een zon ziet en een hand die een aarde voelt; dat de wereld om hem heen er alleen is als voorstelling, dat wil zeggen uitsluitend in relatie tot iets anders, namelijk iets dat voorstelt – en dat is hij zelf”.
Een algemeen probleem van de menselijke situatie is dat ons bewuste zelf altijd aan de buitenkant staat, van wat er zich in werkelijkheid afspeelt. Wat correspondeert er in de werkelijkheid, met wat zich aan het bewustzijn voordoet? Een mogelijk antwoordt is: niets! Het solipsisme, dat het onafhankelijke bestaan van de buitenwereld ontkent, is een extreem en onaantrekkelijk standpunt. Toch exploreren we deze optie voor alle duidelijkheid.
Als het bewustzijn uitstaat, zoals in de slaaptoestand, dan lijkt het bestaan tijdelijk opgeschort. Bestaat de werkelijkheid ook als je slaapt? Op grond van je directe bewuste ervaring kun je dat niet weten. Maar duizend en één dingen duiden erop dat het zo is. Ik heb gewoon een klokje naast mijn bed staan, waarop ik kan zien hoelang de wereld is doorgegaan met bestaan, in mijn afwezigheid.
We geloven in de continuïteit van dingen, want dat verheldert vele zaken. Je bewuste aanwezigheid heeft te weinig continuïteit om als het fundament van de wereld te worden beschouwd. Want als de geest er is, dan is de wereld er ook, maar als de wereld doorgaat, kan het zijn dat de geest slaapt. Dat kun je vaststellen op grond van klokken, de getuigenis van je partner, etc. Nu kun je menen dat ook die alleen in je eigen geest bestaan. Daarmee verdwijnt de buitenwereld als iets dat op zichzelf bestaat, verdwijnt de gedeelde wereld, de objectiviteit en de waarheid. Daarmee plaats je de logica van de wereld buiten spel en verklaar je in één slag alle evidente tegenbewijzen voor ongeldig. Wat je partner je in alle oprechtheid vertelt, betekent eigenlijk niets, en de tijd die een klok aangeeft ook niet. De gehele wereld verliest zijn betekenis. Als de wereld alleen in je geest bestaat, dan ben je nergens, dan heb je geen omgeving.
Een (onafhankelijk van het bewustzijn bestaande) buitenwereld verduidelijkt je situatie als een deelnemer in de wereld. Het verduidelijkt het gevoel in een ruimte te zijn en in de stroom van de tijd. De wereld wordt een speelterrein waarin je leven zich ontvouwd. Het verduidelijkt het onderscheidt tussen jezelf en de ander. De ander krijgt dezelfde natuurlijke status als jezelf en wordt een medemens. Het verklaart je eigen bestaan in termen van de voortplanting binnen de menselijke soort. Daarom is de hypothese dat de buitenwereld onafhankelijk van jezelf bestaat, buitengewoon verhelderend en leidt het schrappen ervan tot een diepe vorm van desoriëntatie. Interactie met de onafhankelijk van jezelf bestaande buitenwereld, is voor een deelnemer in deze wereld een noodzakelijke bestaansvoorwaarde.
De werkelijkheid is er voor ons alleen, als deze zich aan ons bewustzijn voordoet, maar het fysieke bestaan zelf, is niet van het bewustzijn afhankelijk. Er is dus een verschil tussen de buitenwereld om je heen en de interne bewuste representatie daarvan. Het is gangbaar te veronderstellen dat je bewustzijnsinhouden hun bron hebben in een (onafhankelijk van het bewustzijn bestaande) buitenwereld. Deze interpretatie wordt aan ons opgedrongen en is waarschijnlijk de enige werkbare interpretatie van deze gegevens.
Sceptische twijfels over de mogelijkheden om kennis van de buitenwereld te verkrijgen, berusten op normale deelnemersbeperkingen. Voor een deelnemer in de wereld is alle kennis indirect, omdat je zintuigen nodig hebt om iets te kunnen waarnemen. Een deelnemer in de wereld heeft een gezichtpunt, een persoonsgebonden perspectief. Dit gezichtspunt is zelfgecentreerd. De waarheid over het geheel, is een deelnemer in de wereld niet eenvoudig gegeven.
De buitenwereld is de bron van onze intuïtie voor het ware. Een waarheidsconcept is noodzakelijk voor onze omgang met de wereld, voor de communicatie en afstemming tussen de mensen onderling en voor rechtvaardigheid in de gemeenschap. Daarbij gaat het niet zozeer om de ‘Waarheid’ maar om waarheidsgehalte, of iets meer of minder aannemelijk is op grond van de feiten uit de buitenwereld. Iets dat zich in de buitenwereld bevindt, is in potentie een gedeelde ervaring. We kijken allemaal naar dezelfde dingen, dat maakt het objectief.
Maar omdat je de wereld alleen via de werking van je eigen lichaam kent, en de werking van het eigen lichaam zich grotendeels aan je bewuste waarneming ontrekt, komt er van deze objectiviteit vaak niet veel terecht. Je interne belevingswereld bestaat uit tal van gewaarwordingen, waaronder je gevoelens en emoties, je wil en bijbehorende voorstellingen van het gewenste, en je gedachten. Deze binnenwereld is de bron van onze intuïtie voor het goede. Een idee van het goede is noodzakelijk omdat wij zelfmotiverend zijn. Iets in ons geeft die motivering gestalte, en dat kennen we alleen van binnen uit. Dit is geen gedeelde ervaring, ook al hebben we daarin veel met elkaar gemeen. Een ieder ziet zijn eigen ding, want wij zijn verschillend, hebben ongedeelde ervaringen, verschillende rollen en natuurlijke belangentegenstellingen en dat maakt het subjectief.
Het boven gemaakte onderscheid tussen een binnenwereld en buitenwereld is statisch. De samenhang tussen beide perspectieven wordt pas duidelijk als we de ontwikkeling in de tijd volgen. Dan blijkt dat het ene deel afhankelijk is van het andere. De interne belevingswereld en het gedrag van de deelnemer in de buitenwereld, hangen onverbrekelijk met elkaar samen, en pas daarmee krijgt de interne belevingswereld zijn natuurlijke dynamiek. Om de binnenwereld begrijpelijk te maken, moet je de buitenwereld erbij betrekken. Daarom voeg ik de interne belevingswereld en het gedrag van de deelnemer in de wereld samen, en noemen dit geheel het deelnemerperspectief.
De tegenhanger van het deelnemersperspectief is het waarheidsperspectief. Het waarheidsperspectief is een uitbreiding van de buitenwereld zodat het ook jezelf omvat, want je bent zelf, inclusief je interne belevingswereld, ook een stukje van de wereld. Gebeurtenissen in buitenwereld verklaren de binnenwereld van de deelnemer. Ook de invulling van het waarheidsperspectief is blijvend in ontwikkeling, omdat het afhankelijk is van het al dan niet verworven inzicht van de deelnemers.
Zo wordt de splitsing van de bewustzijnsinhoud (in een binnenwereld en een buitenwereld) vervangen door twee dynamische perspectieven:
1. Een deelnemersperspectief (DP)
De mens is een deelnemer in de wereld, gebonden aan een gezichtspunt, dat bestaat uit de aard van het beestje, zijn ervaringen, belevingwereld, rollen en belangen. Het DP wordt het beste uitgelegd in de vorm van een roman, waarbij men zich identificeert met de hoofdpersoon. In het DP neemt de deelnemer zichzelf voor vanzelfsprekend aan en ziet zichzelf als de autonome bestuurder van zijn lichaam. De binnenwereld is leidend en de buitenwereld wordt gezien in termen van de binnenwereld. Voor een deelnemer is zijn DP de realiteit.
2. Het waarheidsperspectief (WP)
Het waarheidsperspectief bestaat uit pogingen om het zelfgecentreerde deelnemersperspectief te overstijgen. Een invulling van het WP bestaat uit de constructie van een objectieve voorstelling van de wereld, dat het eigen individuele gezichtspunt overstijgt en omvat. De buitenwereld is leidend en de binnenwereld wordt geïnterpreteerd in termen van de buitenwereld. Het WP is een product van de logische verbeelding. In het WP berust het gedrag van een deelnemer op een onpersoonlijke bewegingswet.
Beide perspectieven zijn een interpretatie van dezelfde werkelijkheid. De samenhang bestaat uit de uitwerking van de correspondentie tussen beide, zoals een kleurbeleving (in de binnenwereld) correspondeert met de frequentie van het licht ( in de buitenwereld).