quote:
Deel 2 Uitspraak discriminatie en hoofddoek-ongeval moslima op kartbaan, bewijsopdracht voor eiseres
© Het Juridisch Dagblad
dinsdag, 13 april 2010
Echtgenoot zou haar hoofd snel weer hebben willen bedekken, terwijl moslima nog in shock was na kartcrash
Deze 'prioritering' staat evenwel niet centraal in dit vervolg op nieuwsartikel 'Uitspraak discriminatie en hoofddoek-ongeval moslima op kartbaan, bewijsopdracht voor eiseres', ook van heden.
Wat was er nou precies (mogelijk) discriminerend in deze zaak? Welnu, in het dossier zat een brief van 15 november 2007 van een vennoot van Cartingbaan Linnaeushof, aan de toenmalige raadsvrouwe van eiseres, de moslima.
Deze brief luidt 'voor zover in het kader van de onderhavige procedure van belang' - aldus de rechtbank (met een slag om de arm dus wat de weggelaten delen betreft, red) als volgt:
“[…] In tegenstelling tot wat door uw partij wordt beweerd heeft een onzer medewerkers wel degelijk uw cliënte gewaarschuwd voor de risico’s van afwijkende kleding, (hieronder verstaan wij, kleding die afwijkt van datgene wat door de overgrote meerderheid van onze cliënten wordt gedragen) zoals deze door uw cliënte op de dag van het voorval gedragen werden.
Dit gebeurt bij een ieder die ofwel afwijkende kleding draagt, of lang los haar heeft, om slechts enkele voorbeelden te noemen. Tevens is door werknemer duidelijk gevraagd of uw cliënte bekend was met het materiaal, en gevraagd of ze verder uitleg behoefte. Speciaal bij dames die dezelfde religie als uw cliënte aanhangen, is onze ervaring dat sommigen geen rijbewijs hebben, en dus enige uitleg behoeven. Wij geven die altijd graag, en doen dit ook bij de kleine kinderen, die de meerderheid van onze clientèle uitmaken.
[…] Ik wens dan ook met klem te benadrukken dat toen uw cliënte de Kart betrad, haar kleding een weliswaar afwijkende, maar ordentelijke indruk wekte. Ik kan niet anders dan op basis van een jarenlange ervaring, vermoeden dat deze kleding als gevolg van haar eigen onzorgvuldig rijgedrag (botsen, en abrupte bewegingen) is los komen te zitten met alle gevolgen welke genoegzaam bekend.
[…]De echtgenoot [de rechtbank leest: van [eiseres]] is wel degelijk ter plekke gekomen, maar enkel en alleen om naar mijn persoonlijke waarneming, (en die van meerdere getuigen) met forse rukken en draaien aan het bovenlijf van uw cliënte (Nb terwijl deze nog in gespannen toestand in de kart zat) te bewerkstelligen dat het blootgevallen gedeelte van het hoofd en haar, als gevolg van het ontbreken van de losgerukte hoofd bedekking, zo snel mogelijk weer bedekt werd.[…]Ik kan mij voorstellen dat aangezien het binnen de religie van uw cliënte zeer ongebruikelijk is om bepaalde lichaamsdelen te tonen, “en - publique”, en gezien ik naar mij is verteld, heb vernomen dat de echtgenote van uw cliënte pas enige tijd in Nederland was, e.e.a. voor veel emotionele spanning heeft gezorgd, of in ieder geval niet heeft bijgedragen aan een kalme en rustige situatie, welke mij aanbevolen lijkt om de spanningen die vrijkwamen na dit vervelende voorval te verwerken.[…]”
De rechtbank Haarlem acht de uitlatingen die [A] heeft gedaan in haar brief van 15 november 2007 niet discriminerend. Voor zover [eiseres] deze uitlatingen als kwetsend heeft ervaren en dit haar herstel in de weg heeft gestaan, houdt dat onvoldoende verband met het ongeval om Recreatiepark Linnaeushof c.s. voor die schade aansprakelijk te kunnen achten.
ansprakelijkheidsrecht, of wat er voor doorgaat. Een vrouw uit Heerhugowaard maakte in 2007 met een islamitische vereniging (Islamitische Vereniging Langedijk) een gezellig uitstapje. Tijdens het karten raakte het hoofddoekje los en niet zonder gevolgen, zo blijkt uit een tussenvonnis van de rechtbank Haarlem. Heel vervelend voor alle betrokkenen. Ook voor een vennoot van het kartbedrijf, die discriminatie wordt verweten, een niet geringe beschuldiging.
Terug naar het ongeval: de hoofddoek (waarvan de knoop die er mogelijk inzat los was geraakt) van de dame fladderde over de achteras en al gauw knelde het haar luchtpijp af en kon de moslima naar het ziekenhuis.
Eiseres vordert zodoende vergoeding van de schade die zij heeft geleden als gevolg van het ongeval: betaling van EUR 10.978,90 vermeerderd met rente en kosten.
Gedaagden Recreatiepark Linnaeushof en Cartingbaan Linnaeushof zijn aansprakelijk wanneer komt vast te staan dat deze heeft nagelaten eiseres instructies te geven ter voorkoming van het gevaar dat loshangende kledingstukken opleveren doordat zij tussen de bewegende delen van de kart kunnen komen. De rechtbank draagt eiseres op dit te bewijzen, overeenkomstig de hoofdregel van art. 150 Rv. Dat zal een zucht van verlichting geven voor gedaagden, want als de bewijslast was omgedraaid zou het geen sinecure zijn.
Zat de knoop vast of los?
Rechtbank: 'Tussen partijen staat vast dat de hoofddoek van [eiseres] vastgeknoopt zat toen zij in de kart stapte en dat deze tijdens het rijden is losgegaan. Of de hoofddoek op zodanige wijze was geknoopt dat een punt los over de rug hing zoals [eiseres] stelt, of straks langs hoofd en schouders zoals Recreatiepark Linnaeushof c.s. stelt, kan in het midden blijven, nu niet de lengte van de hoofddoek of de wijze waarop deze om en langs haar hoofd en schouders was geschikt de directe oorzaak van het ongeval is geweest, maar het feit dat de hoofddoek tijdens het rijden is losgeraakt.'
Eiseres draagt ook zelf verantwoordelijkheid ter voorkoming van de verwezenlijking van dat gevaar, zegt de rechtbank. In dat verband dient zij zelf de helft van de schade te dragen. Over die eigen schuld rechtsoverweging 4.8:
'De rechtbank is van oordeel dat het feit dat Ouhris ook zelf verantwoordelijk is voor het goed vastzetten van haar hoofddoek (zoals overwogen onder 4.4) hetgeen zij kennelijk onvoldoende heeft gedaan, een omstandigheid is die aan haar kan worden toegerekend. Een ieder die zich verplaatst op een voertuig met open wielen, zoals een fiets of een kart, dient zich er immers van bewust te zijn dat loszittende kleding in de wielen beklemd kan raken en dus maatregelen te nemen ter voorkoming daarvan. De rechtbank is van oordeel dat de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen moet worden vastgesteld op 50%. Dat betekent dat – zo aansprakelijkheid komt vast te staan – Recreatiepark Linnaeushof c.s. voor de helft van de door de rechtbank vast te stellen schade van Ouhris zal worden veroordeeld.'
Aldus kan gedupeerde slechts voor de helft claimen áls het kartbedrijf aansprakelijk blijkt.
Ook ietwat opmerkelijk, kosten claimen maar procederen op kosten van de Staat:
'De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten ten bedrage van EUR 2.769,72 zal worden afgewezen. [eiseres] heeft tegenover de gemotiveerde betwisting door Recreatiepark Linnaeushof c.s. onvoldoende gesteld dat de kosten waarvoor zij vergoeding claimt door haar zullen worden gedragen, nu vast staat dat de Raad voor de Rechtsbijstand een toevoeging heeft verleend'.
De vordering tot vergoeding van EUR 224,00 in verband met verzorging door familie wordt afgewezen, net als die 25 euro voor 'opname ziekenhuis'.