De tardigrada. Een vreemde naam, die velen van u niets zal zeggen. Zonde, maar begrijpelijk.
Begrijpelijk omdat de tardigrada gewoon een dier is en onze aardbol nu eenmaal vele soorten dieren huisvest. Onmogelijk om die allemaal te kennen. Daarom beperken de meesten van u zich tot de diersoorten die goed zichtbaar zijn met het blote oog en opvallen vanwege eigenschappen die onze interesse prikkelen. Vandaar dat wij zo makkelijk de kat, de olifant, de dolfijn bewonderen, om hun kracht, schoonheid of souplesse. Echter is het meer dan zonde om u zo door uzelf laten te beperken.
Op een schaal zo klein dat die ons voorstellingsvermogen te boven gaat, bevinden zich werelden waar wij amper weet van hebben. Dom als wij zijn kijken we naar boven, naar de sterren. Verder willen we, ruimer moet onze blik worden. Groter, sneller, meer! Nee, zeg ik. Kijkt u allen eens naar het kleine. Naar het kleine, zo klein dat we bijna zouden vergeten dat het er is. Onze wereld, wat zeg ik, onze directe omgeving, herbergt wezens die bijzonder genoeg zijn om ons te vervullen met diep ontzag. Ik presenteer u: de
tardigrada!
Allicht bent u na deze inleiding geen steek verder gekomen. Dat is geen probleem, ik zal u weldra leiden over het pad naar verlossing. U zult het begrijpen. Heb geduld.
De tardigrada, ook wel waterbeertje of mosbeertje genoemd, is een wezentje van ongeveer 1 millimeter lang. Het is gedrongen gebouwd, eet zowel plantaardig als dierlijk voedsel, en leeft over het algemeen in mos. Gewoon mos, vochtig mos. Vandaar ook de bijnamen. De tardigrada is geen soort, maar een verzamelnaam voor meer dan 1.000 diersoorten, allen behorend tot de stam van de Tardigrada (die weer behoort tot de superstam Ecdysozoa). Ze zien er zo uit:
![]()
Een van de opvallende eigenschappen, een die wij op basis van bovenstaande foto al kunnen herkennen, is de complexiteit van dit zo kleine wezen. Slechts 1 mm lang, toch heeft het een duidelijk herkenbare kop en pootjes (acht) met klauwtjes eraan. De naam tardigrada is Grieks en betekent 'langzame loper'. De meeste schepselen van deze afmetingen zijn uiterst primitief, en bewegen zich door middel van een enkele reflexmatige samentrekking of anderszins simpele beweging voort. Zo niet de tardigrada, dit diertje loopt werkelijk en heeft een spierbeheersing die niet onderdoet voor die van een gemiddeld zoogdier. Dat het zich daardoor relatief vrij langzaam voortbeweegt, soit. Maar bijzonder is het zeker.
Dit feit alleen maakt het al een bewonderenswaardig beestje. Maar nu het meest interessante. Tardigrada's zijn vrijwel onverwoestbaar. En dan bedoel ik niet dat ze wel tegen een stootje kunnen. Nee, lieve lezer. De tardigrada is het meest taaie wezentje dat wij mogen kennen. Tardigrada's behoren tot de zogenaamde extremofielen. Dat betekent niet dat ze van extremen houden (het -fiel kan hier verwarring veroorzaken), maar dat ze onder extreme omstandigheden kunnen overleven. En dat kunnen ze zeker.
Droog een tardigrada volledig uit, laat het in verschrompelde toestand 120 jaar liggen, gooi er daarna een druppeltje water op... En het beestje loopt weg alsof er niets is gebeurd. Door de droogte geraakt het in een staat die cryptobiose heet, schijndood. De stofwisseling is volledig stopgezet en het waterbeertje vertoont geen enkel teken van leven. Het lijkt morsdood, maar kan zichzelf na jaren weer tot leven wekken. Een herrijzenis, zo u wilt.
Kook het diertje langdurig in water, en het komt ongeschonden de pan weer uit. Gooi het in vloeibaar helium (-272 graden Celsius) en de tardigrada doorstaat het. Er zijn tests gedaan waarbij tardigrada's in pure alcohol werden gedompeld, in zoutzuur werden gelegd, verhit tot 200 graden Celsius, onder een druk van 1000 atmosfeer werden geplaatst, vergiftigd, aan hoge doses radioactieve straling blootgesteld... Het was geen probleem voor dit miraculeuze dier. De tardigrada overleefde
alles. Met gemak.
In 2007 werden tardigrada's de ruimte in geschoten om te kijken of ze gedurende tien dagen konden overleven terwijl ze in een vacuüm werden blootgesteld aan hoge doses kosmische en UV-straling. De UV-straling had bij sommigen schade aan het DNA aangericht. Desondanks heeft een aantal het overleefd.
Nu zijn er meerdere organismen die extremofielen mogen worden genoemd. Dit zijn echter allemaal schimmels of eencelligen. Geen enkele extremofiel is zo hoog ontwikkeld als de tardigrada, en tegelijkertijd is er geen enkel bij ons bekend organisme dat zich qua taaiheid aan de tardigrada kan meten. Mede dankzij dat laatste zijn ze bepaald niet zeldzaam. Van de ijslagen in de Himalaya's tot een oase in de Sahara: ze zijn overal. Maar het liefst leven ze in het mos, of in een vijver of de oever van een sloot. Ja, ook in uw buurt zitten ze. Prijs uzelf gelukkig dat u in de buurt mag leven van zo'n wonderbaarlijk wezen. En onthoud: de ware wonderen der natuur zijn soms dichterbij dan u denkt.
[ Bericht 1% gewijzigd door Tardigrada op 25-01-2010 03:14:18 (paar woordjes gewijzigd) ]