Even zoeken op combinatorics op een nzb site levert een hele waslijst aan textbooks op, daar zit vast wel iets bruikbaars bij.quote:Op zondag 24 januari 2010 17:55 schreef Borizzz het volgende:
typ.
Heeft er iemand een website of adres die een goede inleiding geeft tot combinatoriek?
Je vult de bovenste integratiegrens in als theta, en trekt daarna de onderste integratiegrens ingevuld er vanaf.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:02 schreef tony_clifton- het volgende:
Hallo,
Ik zit met een klein probleempje; ik snap te weinig van integreren. Kan iemand mij deze regels even verduidelijken?
Het is een deel van het bewijs van de formule voor de grootte van de elektrische veldsterkte van een oneindig lange lijn met een lading Q.
[ afbeelding ]
Wat ik weet;
Bij de eerste formule (dEx) kunnen een reeks onderdelen geschrapt worden; de constanten zijn de termen zonder thèta en mogen voor het integratieteken geplaatst worden. Je bekomt de eerste gelijkheid bij de tweede formule.
Nu snap ik niet goed wat die 2e gelijkheid wil zeggen, hoe je daar komt en hoe je tot de meest vereenvoudigde vorm komt (gelijkheid 3). Als je cosinus thèta integreert krijg je sinus, oké, maar wat doe je dan met die integratiegrenzen?
Als eerste: die streep betekent voor welke waarden de primitieve geëvalueerd wordt. De definitie van een bepaalde integraal is immers:quote:Op maandag 25 januari 2010 14:17 schreef tony_clifton- het volgende:
Wat is dan het verschil tussen de vorm met het integraalteken en die met de streep?
Die sin is al geprimitiveerd, die wordt niet nogmaals geprimitiveerd.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:17 schreef tony_clifton- het volgende:
Ok, de versie met de streep is de primitieve functie...
Je houdt dan cos 0 = 1 over, dus dat valt weg, maar vanwaar gaat de 4 pi naar 2 pi in de noemer?
Bedankt alvast!
Je moet het bij de sinus invullen he!quote:Op maandag 25 januari 2010 14:17 schreef tony_clifton- het volgende:
Ok, de versie met de streep is de primitieve functie...
Je houdt dan cos 0 = 1 over, dus dat valt weg, maar vanwaar gaat de 4 pi naar 2 pi in de noemer?
Bedankt alvast!
Thanks!quote:Op maandag 25 januari 2010 14:26 schreef Iblis het volgende:
[..]
Men werkt verder met radialen, sin(π/2) = sin(90°) = 1 en sin(-π/2) = -1; maar, als ik vragen mag, als je dit snapt (wat verder geen schande is), waarom wil je dan toch deze berekening doen, want volgens mij mist er dan aardig wat voorkennis.
Thanks allebei!quote:Op maandag 25 januari 2010 14:27 schreef BasementDweller het volgende:
[..]
Je moet het bij de sinus invullen he!
BIj de bovengrens krijg je sin(pi/2)=1 en bij de ondergrens sin(-pi/2)=-1. Als ik dat zooitje constantes even A noem, dan krijg je: 1*A - (-1*A) = 2A. Omdat A iets is met 4 in de noemer, dan komt er dus een twee in de noemer als je A met 2 vermenigvuldigd
Dit is nog een eenvoudige integraal die kant en klaar opgelost kan worden, dat leer je als het goed is op de middelbare school (als je wiskunde hebtquote:Op maandag 25 januari 2010 14:31 schreef tony_clifton- het volgende:
[..]
Thanks!
Moet wel, komt voor in een cursus die ik doormoet (elektromagnetisme).
Heb nooit wiskunde gehad en de cursus wiskunde op school is veel te abstract - een paar belachelijk simpele voorbeelden en dan ineens functies waar je een blad voor nodig hebt om ze uit te werken...
Probeer al wat voor te zitten en ben nog op zoek naar boeken wiskunde waar 't wat gemakkelijker in staat uitgelegd...
(als iemand titels heeft btw, zeker even melden!)
Valt inderdaad mee. Het ziet er ingewikkelder uit dan het is door al die constantesquote:Op maandag 25 januari 2010 14:32 schreef tony_clifton- het volgende:
[..]
Thanks allebei!
Zie 't nu.
Helemaal niet zo moeilijk (deze toch) als je 't verstaanbaar uitgelegd krijgt...
Er is het ‘basisboek wiskunde’ dat volgens mij hiervoor bedoeld is. Van Jan Craats. Je kunt online veel downloaden, maar niet de integratiehoofdstukken. Maar allicht dat het je een beeld geeft of het je een nuttig boek lijkt.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:50 schreef tony_clifton- het volgende:
Ik studeer chemie (hogeschool, da's eentje lager dan unif), al kom ik van een niet-wetenschappelijke richting.
Altijd erdoor op chemievakken maar de wiskunde en fysica blijft mij achtervolgen, gewoon omwille van 't feit dat de leercurve bij desbetreffende leerkracht te stijl is.
Ga nu proberen om al wat voor te zitten op de cursus EM (heb nog 2 weken vakantie), en ondertussen de cursus wiskunde op te halen met toegankelijkere studieboeken (moet ik wel nog ff naar zoeken).
Jan van de Craats, huhu.quote:Op maandag 25 januari 2010 14:53 schreef Iblis het volgende:
[..]
Er is het ‘basisboek wiskunde’ dat volgens mij hiervoor bedoeld is. Van Jan Craats. Je kunt online veel downloaden, maar niet de integratiehoofdstukken. Maar allicht dat het je een beeld geeft of het je een nuttig boek lijkt.
Yeah ik dacht al wel dat het daar mee te maken had.. Maar ik snap dan nog niet hoe ze er aan komen..quote:Op maandag 25 januari 2010 19:30 schreef thabit het volgende:
Ken je het principe van inclusie-exclusie?
Ik denk dat ik 't boek gewoon ga kopen, ga het véél nodig hebben, en dan is een papieren versie wel zo makkelijkquote:Op maandag 25 januari 2010 19:11 schreef Hanneke12345 het volgende:
[..]
Jan van de Craats, huhu.
Als je hoofdstukken mist en geen zin hebt het te kopen, wil ik eventueel ook nog wel eens wat inscannen overigens.
Bedankt voor je antwoord!quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:17 schreef Iblis het volgende:
Je kunt eerst met de verticale hoek en de afstand tussen A en B uitrekenen hoe hoog B staat. Dat is een gewone driehoek als je het tekent: de schuine zijde heb je dan, en je hebt de hoek bij A.
Je kunt ook de afstand tot het punt onder B op dezelfde hoogte als A uitrekenen, dat is de derde zijde van die driehoek. Nu kun je met behulp van die laatste zijde nog een driehoek tekenen waarvan die laatste zijde de schuine zijde is, en je de horizontale hoek gebruikt. Reken je nu de andere twee zijdes uit, dan heb je x en y.
Hopelijk is het zo duidelijk.
En je gaat ook goed met graden en radialen? Kun je anders de getallen en het verwachte antwoord geven?quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:31 schreef molleymijsje het volgende:
[..]
Bedankt voor je antwoord!
op deze manier dacht ik het ook.
maar het antwoord is verkeerd.
Ik heb al gekeken of ik wel de goede hoeken denk te hebben, maar volgens mij is dat goed......
euhm het gaat in gons, en die heb ik omgerekend naar graden (400gon=360graden)quote:Op woensdag 27 januari 2010 11:44 schreef Iblis het volgende:
[..]
En je gaat ook goed met graden en radialen? Kun je anders de getallen en het verwachte antwoord geven?
optelconstante is het verschil tussen de elektronisch gemeten afstand en de werkelijke afstand.quote:Op woensdag 27 januari 2010 12:03 schreef Iblis het volgende:
Ik heb geen idee wat je met een optelconstante moet doen. Die corrigeert vast voor een meetfout in het apparaat, maar hoe corrigeer je daarmee?
Oke in plaats van recht omhoog bedoel je?quote:Op woensdag 27 januari 2010 12:40 schreef Iblis het volgende:
Oh ja, als je als 100 gon ‘recht vooruit’ neemt, dan kom je al meer in de buurt. Ik ben er dan nog niet helemaal…
quote:Op woensdag 27 januari 2010 20:16 schreef molleymijsje het volgende:
[..]
Oke in plaats van recht omhoog bedoel je?
Dat kan ik wel gaan proberen!
Dank je wel!
en anders vul ik maar gewoon wat in. Ik heb het tentamen al gehaald, dit is alleen een inhaalopdracht voor een gemist landmeetpracticum.....
De grafiek van deze functie heeft geen top.quote:Op donderdag 28 januari 2010 07:57 schreef Granaatappel het volgende:
Ik moet de exacte coördinaten van de top berekenen bij:
(x^3 + 125)^0,5 (wortel dus)
Hoe pak ik dit aan?
Je hebt iets gemist. De grafiek die ze hebben gemaakt toont het in feite. Je hebt twee punten (5, 90) en (8, 30). Die punten zijn getekend en ze hebben daar een lijn doorheen getrokken (het lineaire verband). Ze willen nu de richtingscoëfficiënt van die lijn weten. Daartoe moet je Δp en Δq bepalen. Dit doe je door de x-coördinaten en de y-coördinaten van elkaar af te trekken. En het verschil te delen. Van belang is dat je dezelfde volgorde aanhoudt, dus als je de y-coördinaat van de eerste minus de y-coördinaat van de tweede doet, moet je ook delen door de x-coördinaat van de eerste minus de x-coördinaat van de tweede.quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:37 schreef APPELBOOMZOR het volgende:
Morgen heb ik een proefwerk wiskunde (Wiskunde A/C 4VWO), en ik snap het tamelijk goed, op één ding na. Ik weet niet of dit een fout in het boek is of dat ik iets over het hoofd zie. Ik heb er even een foto van gemaakt:
[ afbeelding ]
Mijn vraag: Hoezo doen ze bij DeltaQ / DeltaP 30-90 / 8-5
Voor zover ik weet moet je altijd het hoogste - laagste doen. In dit geval 90-30 i.p.v. 30-90? Is dit een drukfout, of heb ik iets gemist?
Ok, dus je hebt een functie q(p). Als dq/dp<0, dan betekent dat dat als p groter wordt, q kleiner wordt. Als dq/dp>0, dan betekent dat dat als p groter wordt, q ook groter wordt.quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:37 schreef APPELBOOMZOR het volgende:
Morgen heb ik een proefwerk wiskunde (Wiskunde A/C 4VWO), en ik snap het tamelijk goed, op één ding na. Ik weet niet of dit een fout in het boek is of dat ik iets over het hoofd zie. Ik heb er even een foto van gemaakt:
[ afbeelding ]
Mijn vraag: Hoezo doen ze bij DeltaQ / DeltaP 30-90 / 8-5
Voor zover ik weet moet je altijd het hoogste - laagste doen. In dit geval 90-30 i.p.v. 30-90? Is dit een drukfout, of heb ik iets gemist?
Damn, ty!quote:Op donderdag 28 januari 2010 14:50 schreef Iblis het volgende:
[..]
Je hebt iets gemist. De grafiek die ze hebben gemaakt toont het in feite. Je hebt twee punten (5, 90) en (8, 30). Die punten zijn getekend en ze hebben daar een lijn doorheen getrokken (het lineaire verband). Ze willen nu de richtingscoëfficiënt van die lijn weten. Daartoe moet je Δp en Δq bepalen. Dit doe je door de x-coördinaten en de y-coördinaten van elkaar af te trekken. En het verschil te delen. Van belang is dat je dezelfde volgorde aanhoudt, dus als je de y-coördinaat van de eerste minus de y-coördinaat van de tweede doet, moet je ook delen door de x-coördinaat van de eerste minus de x-coördinaat van de tweede.
Zeg dat (5, 90) punt A is en (8, 30) punt B, dan doen ze dus:
[ afbeelding ]
Je kunt het ook omdraaien in principe, dat boeit niet zoveel:
[ afbeelding ]
Wat je echter niet mag doen is bovenin A - B en onderin B - A (en dat is wat jij wilt doen). Een negatieve uitkomst betekent verder dat de richtingscoëfficiënt negatief is, en dus, dat als je het tekent dat de lijn ‘van rechtsboven naar linksonder loopt’, als een backslash: \ Positief betekent dat deze ‘van linksonder naar rechtsboven loopt’, als een slash: /
Wat jij wilt doen, altijd de grootste - de kleinste levert altijd een positief getal gedeeld door nog een positief getal op: dus dat zou altijd een positieve richtingscoëfficiënt geven, ook bij een lijn die naar beneden loopt! Dat kan niet.
Kortom: het maakt niet uit of je de grootste min de kleinste doet in de teller, als je in de noemer maar dezelfde volgorde aanhoudt.
Zo:quote:
Waarschijnlijk heb ik hem fout, maar als je labda substitueert, krijgt je:quote:
Ja het is een onderdeel van een contrained optimization functie dmv langrange;)quote:Op donderdag 28 januari 2010 16:20 schreef Hondenbrokken het volgende:
Oh, dat wat achter labda stond, was het antwoord. Ik dacht dat je dat moest substitueren en dan zou de opgave wel erg raar zijn omdat er zo'n beetje oneindig antwoorden zijn.
Dan is het eigenlijk bestwel een makkelijke opgave.
Ik begin het nu een beetje te begrijpen maar waar ik nog steeds mn hoofd over breek is hoe ze aan het uiteindelijke antwoord komen..quote:Op maandag 25 januari 2010 19:49 schreef thabit het volgende:
Je kunt als volgt redeneren. Het totaal aantal mogelijkheden om mensen over wagens te verdelen is n^m. Maar ja, dan tel je er te veel, namelijk alle mogelijkheden waarbij er eentje niet gebruikt wordt. Dus je moet daarvan aftrekken het aantal mogelijkheden waarbij wagen j niet gebruikt wordt, gesommeerd over alle j, ofwel n*(n-1)^m Echter, trek je er dan weer te veel van af: alle mogelijkheden waarbij minstens 2 wagens niet gebruikt worden; die moet je er dus weer bij optellen, etc.
Dankje, zo ver was ik ook al gekomen met de kettingregel.quote:Op donderdag 28 januari 2010 08:58 schreef Riparius het volgende:
[..]
De grafiek van deze functie heeft geen top.
We hebben:
y = (x3 + 125)½
De afgeleide is:
dy/dx = ½∙(x3 + 125)-½∙3x2
De afgeleide is 0 voor x = 0, maar hier heeft de grafiek een buigpunt. Beredeneer zelf maar even waarom.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |