7 januari, geboorte van Aviva Gabriëlle
's Ochtends had ik vanaf het wakker worden steeds terugkerende krampen, van het niveau zeurende indalingswee, waar ik al weken door geplaagd ben. Dus in principe niks bijzonders, ware het niet dat madam volledig ingedaald zat, en de krampen zeer regelmatig kwamen (iedere 6 minuten). Regelmatige indalingskrampen met een ingedaald kind, 5 uur achter elkaar, toch ff de verloskundige bellen. Dus de verloskundige vroeg zeer scherp "zijn het weeën of krampen?" Het zijn krampen, maar ze duren langer dan mijn normale voorwerkgebeurens (max. 3 uur) en ze zijn superregelmatig, en ik verlies wat vocht, dus kom toch maar s.v.p.
De verloskundige + stagiair komen rond 12:45u, controleren de baby, constateren dat ik waarschijnlijk mijn slijmprop aan het verliezen ben op een zeer waterige manier (eet smakelijk!
), dus voorwerk. Wanneer zouden ze ook alweer gaan strippen? Waarop ik droog antwoord "Nu";.
Ik zou zaterdag bellen, maar ik ben 40w6d zwanger, en als we de originele termijnecho hadden aangehouden (uitgerekend 30 december, 2 dagen eerder dus) hadden we het 41w1d genoemd, dus dan hadden ze me ook nu gestript, en jullie zijn er toch, dus kom maar door! Ook gegeven de hogere bloeddruk begin van de week, en mijn bekkenhistorie hebben ze maar de handschoen aangetrokken. Conclusie, 1 cm ontsluiting, zoals normaal bij een tweede op deze termijn, maar ze kan er niet goed bij om te strippen. Niet gestript, wel wat gerommeld dus. Ik vond het niet fijn dat het niks was, en toen ik kreeg ik voor het eerst (en het laatst) deze zwangerschap te horen "er is er nog nooit een blijven zitten". Toch nog een mijlpaal zo op het eind.
Ze zijn rond 13u weer weg.
Daarna ben ik gaan slapen, zoals ik de afgelopen week iedere dag al heb gedaan, voor het geval er die avond actie kwam. Dan heb ik tenminste nog wat rust gehad 's middags en om 16u komt mijn bijlesleerling voor les. Tijdens de les krijg ik al wat krampen die al meer ergens op lijken. Gelukkig zit Mich tegenover ons aan tafel en als ik me even wat moet concentreren (lees: even met mijn handen mezelf uit de stoel drukken, omdat de kramp druk op mijn achterkant geeft), gaat hij even met de bijlesleerling kletsen. Om 17u zeg ik tegen Mich dat dit wel echte weeën zijn. Maar met een frequentie van 1 per 20 minuten, word ik er niet echt warm van. Dus 4 weeën later, rond 18u gaan we samen Eli ophalen. In de auto heb ik een wee, misschien twee. En dan halen we Eli op. We komen iemand tegen bij de voordeur “Goh, je moet zeker bijna bevallen!” “Ja, ik ben nu 6 dagen overtijd, dus het kan ieder moment gebeuren.” “Nou, succes ermee!” “Dank je wel”
Snel Eli opgehaald en weer terug naar de auto. Op de terugweg wordt de frequentie iets hoger, misschien 3 weeën gehad in die 20 minuten, en rond 18:45u of zo, gaan Mich en Eli boodschapjes doen. Alles is nog prima op te vangen, ik waggel nog wat rond, en bij een wee zoek ik ergens steun aan.
Uiteindelijk eindig ik liggend op de bank als Mich en Eli weer thuis komen. De tv staat aan, en op een wee komt Eli naar me toe “Niet slapen, mama!” Ik heb namelijk mijn ogen dicht en probeer in stilte te puffen, zodat Eli er niet teveel van meekrijgt. We hebben nog steeds niet het idee dat het zo'n tempo gaat, en het is inmiddels al bijna half 8, dus dat half uurtje redden we nog wel tot Eli naar bed gaat. Is wel zo rustig voor hem. Mich en Eli eten hun avondeten (zalm, dat kotst makkelijker, voor het geval ik wel wat binnen krijg en het er weer uitgooi), en ik zit er eventjes bij, puf wat weg, en strompel weer naar de bank. Heb geen hap gegeten, geen zin in. De weeën zijn nu wel echt sterker, en het kost meer moeite om stil te blijven. Vanaf de eerste wee zit er al lichte persdrang achter, dus dat ligt niet fijn. Het schiet nog door mijn hoofd dat ik toch wel echt mijn armen en benen ook moet ontspannen, maar als ik mezelf opgehesen hou om maar geen gewicht op het bekken en de anus te hebben, dan moet je wel de benen en armen aanspannen, dus de daaropvolgende gedachte was “schijt! Ik houd het wel bij het ontspannen van de mond en goed ademhalen.” Al is het effect van enkel de ademhaling volgen niet helemaal optimaal, en voel ik nog best wat pijn door de concentratie heen.
Rond 20u brengt Mich Eli naar bed, belt Vanes (om 19:56u volgens de telefoon) dat ze moet komen omdat de bevalling begonnen is en wij dus van plan zijn naar het ziekenhuis te gaan, en belt daarna de verloskundige (20:09u) dat de weeën nu wel sneller komen. Mich komt 5 minuten later naar beneden (normaal duurt het nachtritueeltje 20 minuten) en zegt dat Vanes er over een uur is. Op geheel subtiele wijze zeg ik dat het kind er dan al bijna is, dus dat een uur niet acceptabel is. Vijf minuten later (20:06u, dus) belt Mich nog een keer dat ze haast moet maken. De weeën zijn ineens een stuk heftiger geworden, gezellige persdrang erbij, en ik kan op een wee eigenlijk alleen nog maar (heel hoog) piepen, kreunen, en “eh-eh” roepen op het hoogtepunt als buik aan het persen is en ik toch wat moet met de vrijgekomen energie. In mijn hoofd is er niet veel meer ruimte dan “hou de mond ontspannen” en luisteren naar mijn eigen oergeluiden die hun eigen leven leiden. Ik kan er niks aan doen, het geluid komt eruit. Een seconde denk ik “ik moet stiller zijn, Eli slaapt” en daarna weer “jammer dan, ik kan er niks aan doen.” Inmiddels (na 20u, dus) zit er eigenlijk geen pauze meer tussen de weeën, maar wel lang genoeg om een keer te denken “Dit is een weeënstorm, bij Eli werd ik helemaal high ervan, wanneer word ik nu high van de hormonen? Ik ben nog veel te helder!” om daarna weer vrolijk verder te piepen, kreunen en grommen. De volgende gedachte was “Waar blijft de verloskundige? Dat kind komt hier op de bank!
” Ik keek toen nog wel om me heen, zag een fleecedeken, dus als de baby inderdaad zou komen voordat de verloskundige er was, lag er tenminste iets warms beneden waar we haar dan mee af zouden kunnen dekken. Mich had dezelfde gedachte, blijkt later. Om 20:21u (lang leve het telefoonlogboek) breken de vliezen. Pats *flats plons*, dat waren de vliezen.
Rond 20:25u komt de verloskundige binnen met stagiair, al roepend dat ik niet mag persen. Direct bij aankomst wordt de hartslag van de baby gecontroleerd door de ene, terwijl de andere me maant om niet te persen en alvast wat klaar legt om te toucheren. Inmiddels trekt Mich mijn schoenen uit (ik denk “ja mag geen koude voeten krijgen tijdens de bevalling, dat is niet bevorderlijk voor de ontsluiting. Urg, schijt, doe ik zo wel sloffen aan!”) en samen weten ze me uit mijn broek te manoeuvreren. Even voelen, welja, helemaal open, we gaan naar boven. Huh? “Ja, je bent volledig ontsloten, we gaan naar boven, je mag gaan persen!” Huh? Toen kwam er weer een wee, die ik dus wel helemaal weg hebben kunnen hijgen, zodanig dat er kracht echt afnam. Dit in tegenstelling tot de persweeën in de ontsluitingsfase, waar buik echt niet te stoppen was. Dus wederom sterkere ontsluitingsweeën dan persweeën, maar dat terzijde. De tweede verloskundige komt naar beneden en roept dat ze heel streng moet zijn en me toch naar boven gaat sturen, maar ik voel dat deze laatste wee helemaal wegzakt, dus ze wacht maar even. Met opgeheven vingertje geef ik aan dat de wee bijna weg is, en zodra het kan waggel ik met een kraammatrasje tussen de benen treetje voor treetje de trap op. Ik ben in tijden niet meer zo snel die trap opgekomen
Ik zit op bed, en voel de baby zo *flop* naar beneden zakken. Ik zeg nog “ze komt eraan!” en vraag me af hoe ik in vredesnaam nu op mijn zij moet gaan liggen. Op de een of andere manier is dat toch gelukt, ik krijg mijn knieën in mijn handen gedrukt en ze zeggen dat ik mag meepersen. De volgende zeer coherente gedachte vormt zich “Oh ja, we waren aan het persen, ik was al volledig ontsloten. Maar ik wilde zelf helemaal niet mijn benen vasthouden, maar er zitten geen beugels aan het bed, dus dan moet het maar.” Tijdens deze gedachte voel ik Aviva nog een stuk uitzakken en weer terug. De volgende keer dat ze zakt, gaat ze niet meer terug, dus het hoofdje staat. Volgens mijn bevalplan wil ik dan en washandje voor het branderige gevoel. Dat het helemaal niet zo brandt, is geheel “besides the point”, ik wil een washandje. Dus ik vraag Mich of hij een washandje wil pakken voor me. Dat mag niet van de verloskundige. Jamaar, ik ben barende vrouw, ik wil washandje! De verloskundige zegt dat hij dan de geboorte mist, dat Mich toch echt deze kamer niet uitgaat. Oké, klinkt logisch. Daarna zegt de verloskundige dat ik heel goed moet luisteren wat de stagiair zegt. Is goed. Ik mag meepersen op de volgende wee. Persen, hoe ging dat ook alweer? Zal ik een beetje meedrukken? “Zuchten, zuchten, zuchten!” Oké, ik doe al niets meer. *Plop*dat was het hoofdje. Huh? “Je mag weer persen op de volgende wee” Jamaar, was dat nou net echt het hoofdje wat eruit kwam? *Glibber, glibber* “Whèèèè”
Mijn welkomsttekst voor Aviva: “Was dat alles?”
Eerstvolgende gedachte: “Godhalleluja, de zwangerschap is voorbij. Het is klaar!”
En dat laatste vind ik toch wel heel verdrietig. Doe je zo je best om ondanks die verrotte bekkenklachten te genieten, is je dank dat de eerste gedachte is “ik ben goddank niet meer zwanger”…
Aviva’s dank voor mijn liefdevolle welkomstwoorden is trouwens dat ze me volledig onderschijt.
Vanes blijkt om 20:34u gearriveerd te zijn, en Mich was net weer boven toen ik om mijn washandje bedelde. Hij riep dus naar Vanes om een washandje te regelen, en op het moment dat Vanes met de deurklink in de hand staat om het washandje te geven, wordt Aviva geboren. Ik neem aan dat ze daarna naar beneden is gegaan, want ze is pas de kamer in gekomen toen Mich haar heeft geroepen.
Ik kan me dus echt niet heugen dat ik geperst heb. Misschien een beetje meegedrukt, maar verder niet. En dan zag ik dus best op tegen de persfase, wegens de hel die dat was bij Eli. Toen had ik eigenlijk geen persweeën. De druk die daarachter zat, is vergelijkbaar met de druk die achter de (milde) indalingsweeën zat, dus dat heb ik echt op eigen kracht moeten doen.
Ze blijkt een korte navelstreng te hebben, dus ze kan niet te hoog op mijn buik gelegd worden, want dan snijdt de navelstreng.
Mich knipt de navelstreng door, e.e.a. wordt gecontroleerd, en ik kijk met stijgende verbazing hoe gaaf en roze Aviva is. Eli was een halve gremlin toen hij geboren was, en dit was al echt een gaaf kindje.
Mooi, en zo.
Ik krijg zo’n spuit syntocinon om de placenta te laten komen. Mijn hemel, wat brandde dat spul, zeg!
Wat later moet ik gaan persen voor de placenta. Daar heb ik toch echt voor moeten werken! Die kwam uiteindelijk ook helemaal prima naar buiten.
Ik blijk wat gescheurd te zijn, niet heel spannend, maar moet wel gehecht worden. De stagiair gaat me op haar gemakje verdoven, 6 keer controleren of ze alle plekjes (?) heeft aangeprikt (ik hou niet van prikken
) en tomtiedomtiedom, wordt er gehecht. In de tussentijd probeer ik Aviva aan te leggen, maar zo strak op mijn rug met de benen wijd wil dat niet echt lekker, dus daar wachten we dan toch nog maar even mee. De huid wordt onverdoofd gehecht.
In het ziekenhuis hadden ze daar een spray voor, maar dat hebben ze niet, of dat kan niet, of ik weet niet, maar het is een kwestie van “knijp maar in mijn hand. Kiezen op elkaar, het moet even”. Grmbl. Ik ga maar druk bezig zijn met mijn kind te bewonderen, en vooral mijn hand te ontspannen,in plaats van knijpen, en bidden dat het snel klaar is.
Om een uurtje of 10 komt de kraamzorg. Alles gaat lekker gemoedelijk, helemaal prima. Als de verloskundige en Vanes op een gegeven moment weg zijn, gaan we eens denken over douchen. Ik heb best wat bloed verloren (750cc), en word al duizelig bij het rechtop zitten. We nemen dus heel rustig de tijd om dat weg te laten trekken. Bril op, misschien helpt dat. Uiteindelijk ben ik naar de douche gegaan, op de badrand gezeten. (De kraamzorgmevrouw helemaal verbaasd dat ik daarop ging zitten, maar als je je zitbotjes goed neerzet, zit je helemaal niet op de hechtingen, dus dat scheelt.) Gedoucht, gedaan, bed verschoond, prima. Er was kennelijk was bloed langs de randen van de onderlegger gegaan, dus de kraammevrouw heeft het bloed eruit geschrobd en ging toen aan de haal met een föhn om het water eruit te krijgen, anders krijg je waterkringen. We hebben een föhn in huis, en daarmee is alle gezegd. Dat ding loeide meer dan dat er warmte vanaf kwam, en wij hechten geen waarde aan deze oude IKEA-matras, dus we hebben met de nodige overredingskracht die mevrouw ervan kunnen overtuigen dat het helemaal niet erg was om de matras gewoon om te draaien, en dat er dan maar kringen in zaten. Bij het omdraaien ging Mich nog uitgebreid de andere kant bestuderen terwijl die mevrouw de matras omhoog hield. “Erm, meneer?” Oh ja, we waren de matras aan het omdraaien. Mich moest ook even bijkomen van de bevalling.
Ik vind het wel heel bijzonder dat ik thuis bevallen ben. Ik, de grote voorstander van ziekenhuisbevalling, want dan is medische zorg dichtbij, indien noodzakelijk, ben thuis bevallen. Maar zoals die weeën vanaf 20u kwamen, had ik ook nergens heen gewild (of gekund). En ik zie nu ook wel echt de voordelen van de thuisbevalling. Iedereen is daar enkel en alleen voor jou en je versgebakken kind. Niet dat je bevallen bent, en dat je dan eeuwig moet wachten tot ze weer eens terug komen van lunch (zoals bij Eli’s geboorte), of wat dan ook. De huiselijke sfeer of wat dan ook, is ook wel fijn, dat je niet de kou in hoeft (-15oC
), maar vooral de exclusieve aandacht en dat het zo gemoedelijk gaat, heb ik als erg fijn ervaren.
Wederom een goede bevalling. Uiteindelijk standje turbo, waarbij ik meer door de pijn heen ging, dan dat het weg heb kunnen concentreren/denken, en met de nodige naweeën tot gevolg, maar toch niet vervelend. Het voelde goed, ik voelde dat mijn lichaam het goed deed, geen angst, geen paniek, gewoon hijgen, kreunen, piepen, en luisteren naar je eigen gepiep en hopen dat de verloskundige snel komt. Mich heeft het ook weer voortreffelijk gedaan. Deed alles wat ik vroeg, en dat was precies wat ik nodig had.