quote:
Wordt verscheurd tussen alfa-taken en beta-enthousiasme. De eerste nemen helaas weer de overhand.
Zoals waarschijnlijk wel blijkt uit de wilde ideëen en snelle conclusies die ik beschreven heb in deze thread, schieten mijn gedachten alle kanten op. En dat terwijl de pure beta-wetenschappen nu juist een enorme accuratesse en geduld vereisen. Elke stap in een logische afleiding moet immers kloppen en ook voor anderen verifieerbaar zijn. Ook bespeurde ik na enige introspectie de sterke neiging tot selectieve perceptie met name gevoed door de angst om het 'kind niet meteen met het badwater weg te spoelen'. Als een nieuw feit niet lekker strookte met de hypothese, dan redeneren we dit er toch gewoon in of we drukken even snel op de ''ignore" toets.
Maar... wat is dat speculeren over iets waar je eigenlijk niets van weet toch enorm verslavend.

Ben door vele sinusgolven van "himmelhoch jauchzend" en "zum Tode betrübt" gegaan. Vind het oprecht jammer dat ik geen tijd heb om alsnog echt natuurkunde te leren.
Maar goed. Dat zijn enkel enige reflecties boven een glaasje wijn.
Toch nog een poging om wat preciezer samen te vatten hoe ik aan de temperatuurafhankelijkheid van de ruimtetijd gekomen ben.
Ik heb de volgende aannames gebruikt:
1. Zwaartekracht is een entropische kracht (n.a.v. Verlinde's hypothese)
2. Die entropische kracht kan alleen ontstaan in samenwerking met de andere krachten.
3. Aangezien de EM kracht in ons universum domineert, maak ik het foton tot 'the main suspect'
4. Een foton zou bijv. een systeem van atomen in een lagere staat van entropie kunnen brengen dan in het geval van ongebonden atomen.
5. De zwaartekrachtsterm G wil ik (net zoals Verlinde dat doet) opbouwen uit enkel de fundamentele constantes (in zijn geval het Planck oppervlak). Ik poneer dat G dus een diepere afleiding kent.
6. Daarom probeer ik om Newton's zwaartekracht formules in zoveel mogelijk fundamentele constantes weer te geven, maar wel zodanig dat de dimensies in m, kg, s blijven kloppen.
1) De fundamentele constantes neem ik als input en hun dimensies zijn als volgt:
k
b = m
2 kg / (s
2 K)
h = m
2 kg / s
c = m / s.
2) Dan neem ik de dimensies van Netwon's formules:
F = G . M/r . M/r
F = kg m / s
2M = kg
r = m
G = m
3 / (kg s
2)
3) Dan plaats ik de fundamentele constantes op correcte wijze het Newton keurslijf
Dit doe ik echter niet zomaar willekeurig, maar neem als uitgangspunt dat, ALS zwaartekracht een entropische kracht is, ik op z'n minst een k
b verwacht in de kracht (omdat een entropische kracht een delta S (entropie) moet incorporeren en die heeft k
b als dimensie. Ook gebruik ik de formule E=mc
2 om de 'entropische' energie dS T te herleiden tot de massa.
Met deze twee uitgangspunten is het aantal vrijheidsgraden om te spelen met fundamentele constantes opeens enorm beperkt. Ook wordt de temperatuur T (in K Kelvin) automatisch in de formule geïntroduceerd (en die kan niet verder in constantes versimpeld worden).
F
e = dS T / dx (F=kracht die nodig is om een massa met energie T dS over x meter (m) te verplaatsen)
F
e = T dS (k
b ln (Omega
ideaal / Omega
massa) / m = k
b T/ m = kg m / s
2 = Newton
E = T dS = T (k
b ln(Omega
ideaal / Omega
massa)
M = E / c
2 = (k
b T) / c
2 = kg
Ik kan geen andere kloppende combinatie vinden dan:
F
e = (k
b2 T
2) / ( c h) = Newton (
check)
M = (k
b T) / c
2) = kg (
check)
r = (c h) / (k
b T) = m (
check)
G = (h c
5) / (k
b2 K
2) = m
3 / (kg s
2) (
check)
4) Is er een verificatie mogelijk?
F
e = M.a
F
e = (k
b2 T
2) / ( c h) = Newton
M = (k
b T) / c
2) = kg
Daaruit kan alleen maar volgen:
a = (k c T) / h = Unruh = (h-bar is h/2pi) (
check)
Da's toevallig. Dus als ik toevallig Unruh als uitgangspunt had genomen, dan was ik via een omgekeerde redenatie ook op een kracht uitgekomen die geformuleerd wordt in precies deze constantes.
Let wel: dit is allemaal gebaseerd op de aanname dat Unruh klopt (niet aangetoond) en dat zwaartekracht inderdaad een entropische kracht is (slechts veronderstelling).
Daarna ging ik verder kijken of er wellicht andere fysische eigenschappen uit deze constantes af te leiden zijn. Als je bijvoorbeeld kijk naar de constantes voor de straal r (meter) dan staat daar:
r = (c h) / (k
b T) = m
Dan kun je alleen maar concluderen dat een meter een aantal keren c, h en k moet zijn bij een bepaalde T. Als echter de T daalt dan wordt de afstand langer. Waarschijnlijk is dat net zoals de (nu) temperatuurafhankelijk massa in kg, nauwelijks meetbaar en werkt het alleen bij hele hoge en hele lage temperaturen.
Uit de r formule (in meters) kun je heel eenvoudig de formule voor tijd (t) afleiden door deze te delen door c:
t = h / (k T) = seconde. Daarmee zie je dat de tijd op dezelfde wijze als de afstand, omgekeerd evenredig is met de temperatuur (waarschijnlijk net zo moeilijk meetbaar en alleen zichtbaar bij extreme temperaturen).
Omdat de ruimtetijd alleen meetbaar beïnvloed wordt in extreme situaties, ben ik gaan kijken wat dit dan zou betekenen voor het Big Bang punt (T= hoogste ooit) en voor een Zwart Gat (T=laagste mogelijk).
Voor de Big Bang betekent dit dat de ruimte-tijd tot nul nadert en voor een zwart gat betekent dat deze naar oneindig gaat. Beiden lijken we logisch. In een zwart gat gaat de tijd immers steeds langzamer lopen.
Dan is er ook nog de "vernieuwde" Gravitatieconstante:
G = (h c
5) / (k
b2 T
2)
Als je deze formule decomponeert staat er: (h c) * 1/(M) * 1/(M). Dus de nieuwe G heeft een constante component (h c) en een variabele component die afhangt van het omgekeerde van de massa's.
En als laatste de kracht F
eF
e = (k
b2 T
2) / ( c h) = (k T)/h * (k T)/c = Frequentie (Hz) * Impuls (m kg / s)
Geen idee wat dit verder fysisch kan betekenen.
Here's the challenge:
Gegeven de premissen, vind een andere combinatie van fundamentele constanten die qua dimensies precies in de formule's van Newton passen.