Het holografische principe is inderdaad een waanzinnig interessant onderzoeksgebied, en hier kwamen vorige week ook al de eerste berichten binnen over Verlinde's presentatie van zijn nieuwbakken theorie. Ik doe zelf gerelateerd onderzoek naar dit soort zaken, dus laat me een poging doen om mijn beperkte begrip van dit onderwerp hier neer te zetten. De gebruikelijke reviews gaan vaak al redelijk vlot de diepte in met snaartheorie, maar het uiteindelijke principe is niet verschrikkelijk ingewikkeld.
De meeste mensen hier die geinteresseerd zijn in dit soort fysica zullen ongetwijfeld weten dat Hawking in de jaren 70 aantoonde dat zwarte gaten heel gestaag deeltjes uitzenden. Dit blijkt uit een perturbatieve berekening waarin je kwantumveldentheorie en algemene relativiteit probeert te verbinden. Dit kan alleen perturbatief, omdat we geen volledige theorie van kwantumgravitatie hebben.
Bekenstein vond dit resultaat niet zo gek; hij had namelijk al een tijdje eerder beredeneerd dat een zwart gat een entropie kon hebben. De bewegingsvergelijkingen van zwarte gaten zien er qua vorm precies zo uit als de thermodynamische vergelijkingen, waarin de verschillende aspecten van zwarte gaten zich gedragen alsof ze thermodynamische grootheden zijn! De overeenkomsten zijn ongeveer als volgt:
Zwart gat - Thermodynamisch systeem
Oppervlaktezwaartekracht - temperatuur
Waarnemershorizon - entropie
Massa - energie
Dit zou natuurlijk toeval kunnen zijn, maar Hawkings bevinding laat ons denken dat dit waarschijnlijk meer is dan slechts toeval. Het oppervlakte van de waarnemershorizon geeft volgens Bekenstein een maat voor de entropie, en die kun je op verschillende manieren uitrekenen.
In de thermodynamica kun je entropie op twee verschillende manieren bekijken: macroscopisch en microscopisch. Macroscopisch is de entropie S een grootheid die afhangt van je externe parameters, bijvoorbeeld de energie E, het aantal deeltjes N en de druk P. Microscopisch is de entropie ruwweg het aantal configuraties van je systeem, en die moet je kwantummechanisch tellen.
Nu zou je dus kunnen zeggen dat de oppervlakte van de waarnemershorizon een macroscopische beschrijving is van je entropie. De vraag is: kun je ook een microscopische beschrijving geven? Dit blijkt erg ingewikkeld te zijn, ook weer omdat we zwaartekracht niet kwantummechanisch kunnen beschrijven. Vanuit snaartheorie kan men alleen van een bepaalde klasse van zwarte gaten de entropie microscopisch verklaren, namelijk van
extremale zwarte gaten .
Nu zal iemand met wat kennis van thermodynamica dit verhaal eigenaardig vinden. Want in de thermodynamica schaalt de entropie met het volume van je systeem; entropie is een extensieve grootheid. Als je het volume V x keer zo groot maakt, dan wordt de entropie ook x maal zo groot. Bij een zwart gat schaalt de entropie echter met het
oppervlak! Da's apart. Nou is een zwart gat sowieso een apart verschijnsel; het is in zekere zin "de meest pure vorm van zwaartekracht" wat we kennen. De entropie vertelt je iets over de configuratie van je systeem, en dus over je vrijheidsgraden. Kan het zo zijn dat bij zwaartekracht in D ruimtetijd dimensies de vrijheidsgraden eigenlijk kunnen worden beschreven in D-1 ruimtetijd dimensies?
Dit is de motivatie voor het zogenaamde holografische principe. Het holografische principe zegt eigenlijk dat een bepaalde zwaartekrachtstheorie in D dimensies "duaal is" aan een kwantumveldentheorie in D-1 dimensies. Een kwantumveldentheorie kun je ook lezen als "kwantummechanische theorie", voor als je het verschil niet kent. Deze kwantumveldentheorie blijkt op de rand van de ruimtetijd te leven waarin je je zwaartekrachtstheorie hebt geformuleerd.
Om er een plaatje van te maken: bekijk een zwaartekrachtstheorie in een ruimtetijd die je als een bol tekent, dan is deze theorie "duaal" aan een kwantumveldentheorie op het oppervlakte van deze bol. "Duaal" betekent dat ze in feite precies dezelfde natuurkunde beschrijven. Een simpel voorbeeldje is elektromagnetisme. Elektriciteit en magnetisme zijn twee duale verschijnselen; een elektrisch veld kan voor een andere waarnemer een magnetisch veld zijn. Dezelfde fysica, maar twee verschillende beschrijvingen. Het fantastische aan deze boven beschreven holografie is echter dat we het nu hebben over een dualiteit tussen twee theorieën die op het eerste gezicht compleet anders zijn!
Nou wordt het wat technisch. Deze kwantumveldentheorie blijkt een conformale veldentheorie te zijn, een theorie met schaalinvariantie. Vanuit renormalizatiegroepen weet je dat je deze conformale veldentheorie kunt beschrijven met een dimensie extra, waarin deze extra dimensie de energieschaal voorstelt. Je kunt met alle symmetrieën nu voor de gein es proberen een metriek op te schrijven voor de Minkowski ruimtetijd waarin deze conformale veldentheorie zich bevindt met deze extra dimensie. De metriek die je krijgt is een hele bekende uit snaartheorie: een zogenaamde "anti de Sitter metriek", die de maximaal symmetrische hyperbolische ruimte beschrijft met constante kromming. De zwaartekrachtstheorie die duaal is aan deze conformale kwantumveldentheorie is dan ook een zwaartekrachtstheorie geformuleerd op een anti de Sitter ruimtetijd.
Je kunt nu als het ware een kookboek opschrijven voor de verschillende correspondenties in de conformale theorie en de zwaartekrachtstheorie. Het is misschien wel belangrijk om te zeggen dat deze dualiteit, die vaak "AdS/CFT" wordt genoemd niet in zijn algemeenheid bewezen is. Dat komt ook omdat ze volgens mij van nature via snaartheorie is geponeerd door Maldacena, en men simpelweg niet weet wat snaartheorie nu precies inhoudt.
Misschien dat sommige mensen hier wat wijzer uit kunnen worden