Bij gelijkblijvende vrijheidsgraden is er gewoon een vaste relatie tussen de P-waarde en de waarde die uit de F-toets naar voren komt. Het maakt dus niet uit of je op basis van een kritische waarde van de F-toets de nulhypothese verwerpt of op basis van de P-waarde. Enige verschil is dat de P-waarde een gemakkelijker inzicht geeft in de significantie van de verwerping van de nulhypohese (bij een kritische P-waarde van 0,05 en een gevonden P-waarde van 0,0499 is de verwerping minder krachtig dan bij een gevonden P-waarde 0,0001).quote:Op maandag 7 december 2009 01:01 schreef sitting_elfling het volgende:
Met een hoge waarde op een F-test en een lage P waarde (onder 5%) is het toch rejecten van h0 en acceptatie van h1?
Ik hoop toch dat je het significantieniveau vantevoren kiest; de p-waarde zegt helemaal niks over de significantie van de verwerping, alleen over de kans op een type-2 fout.quote:Op maandag 7 december 2009 01:16 schreef Bolkesteijn het volgende:
[..]
Enige verschil is dat de P-waarde een gemakkelijker inzicht geeft in de significantie van de verwerping van de nulhypohese.
Hij komt inderdaad van een regressie model. Je doet de calculaties, krijgt een hoge F waarde, alleen moet je de mate van kans significantie zelf kiezen. En dan is er de vraag of je de null hypothese verwerpt of niet. Maar sinds P miniem laag is, wordt hij dus verworpen.quote:Op maandag 7 december 2009 01:03 schreef GlowMouse het volgende:
Bij een lage p-waarde verwerp je de nulhypothese ja. De F-test komt van een regressiemodel? Dan krijg je bij een hoge F-waarde een lage p-waarde.
Maar het is toch zo uitgaande van een regressie model dat bij hoge F er dus een kleine P is, en als die kleine P < 0.05 is h0 wordt verworpen, en vice versa. Dus bij lage F sowieso een hoge p zit?quote:Op maandag 7 december 2009 01:16 schreef Bolkesteijn het volgende:
[..]
Bij gelijkblijvende vrijheidsgraden is er gewoon een vaste relatie tussen de P-waarde en de waarde die uit de F-toets naar voren komt. Het maakt dus niet uit of je op basis van een kritische waarde van de F-toets de nulhypothese verwerpt of op basis van de P-waarde. Enige verschil is dat de P-waarde een gemakkelijker inzicht geeft in de significantie van de verwerping van de nulhypohese (bij een kritische P-waarde van 0,05 en een gevonden P-waarde van 0,0499 is de verwerping minder krachtig dan bij een gevonden P-waarde 0,0001).
Het significantieniveau hangt toch gewoon af van de betrouwbaarheid die je wenselijk acht? Wat heeft de volgorde er mee te maken? Indien je gevonden P-waarde maar minimaal onder de kritische P-waarde zit is er sprake van een minder krachtige verwerping van H0, dan als de gevonden P-waarde vrijwel gelijk is aan nul en dus ruim onder de kritische P-waarde zit. Zo heb ik het tenminste altijd geinterpreteerd, immers dan zou je ook in het geval van een nog lagere kritische P-waarde H0 verwerpen.quote:Op maandag 7 december 2009 01:18 schreef GlowMouse het volgende:
Ik hoop toch dat je het significantieniveau vantevoren kiest; de p-waarde zegt helemaal niks over de significantie van de verwerping, alleen over de kans op een type-2 fout.
juistquote:Op maandag 7 december 2009 01:31 schreef Bolkesteijn het volgende:
[..]
Het significantieniveau hangt toch gewoon af van de betrouwbaarheid die je wenselijk acht?
Je moet niet je significantieniveau kiezen op basis van je data, anders krijg je gekke dingen.quote:Wat heeft de volgorde er mee te maken?
Oh, zo, ja dat snap ik. Dan ga je jezelf 'rijk rekenen'.quote:Op maandag 7 december 2009 01:35 schreef GlowMouse het volgende:
Je moet niet je significantieniveau kiezen op basis van je data, anders krijg je gekke dingen.
Ik ga d'r vanuit dat die prima is, dus zal hem aanschaffen voor mn examens later in Januari.quote:Op maandag 7 december 2009 01:28 schreef GlowMouse het volgende:
Begin met Bain & Engelhardt, Introduction to Probability and Mathematical Statistics; staat genoeg in over kansrekening en standaard toetstheorie.
Oke, dat was echt helemaal fout, na vandaag weer ploeteren kom ik op het volgende uit. Maakt het nu wel sense?quote:Op woensdag 2 december 2009 23:15 schreef GlowMouse het volgende:
Ln Y = Ln α + K^β1 + L^β2
vandaar kom ik al niet op Y = L * K^β1 * L^β2 zoals je op de eerste regel zegt.
kun je niet zeggenquote:Op maandag 7 december 2009 18:52 schreef Hap_Slik het volgende:
Bij kansrekening een tijd gediscussieerd over het volgende vraagstuk. Hoe stom ook, maar wij kwamen er niet uit. Kan iemand mij een beetje de goede kant opsturen? Alvast bedankt.
Voor een bepaalde plaats en tijd doen 2 weerstations, I en II, een weersvoorspelling: regen of zon.
Bekend is dat I in 9 van de 10 gevallen goed voorspelt, en II in 4 van de 5 gevallen.
Vraag: Als I regen voorspelt en II zon, wat is dan de kans op regen?
De rol van u_i in regel 1 is twijfelachtig, verder ziet het er goed uit.quote:Op maandag 7 december 2009 18:20 schreef sitting_elfling het volgende:
[..]
Oke, dat was echt helemaal fout, na vandaag weer ploeteren kom ik op het volgende uit. Maakt het nu wel sense?
Is het stap per stap nu wel goed? Dus de stappen uitleggen van het initiele Cobb Douglas model naar log Y/L = log K/L
[ afbeelding ]
omdat afhankelijkheid een grote rol speelt.quote:
Zal je dat nader kunnen toelichten, denk dat ik het niet helemaal volgquote:Op maandag 7 december 2009 18:58 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
omdat afhankelijkheid een grote rol speelt.
Als die twee weerstations in dezelfde plek staan (wat ze doen) dan hebben ze hetzelfde weer. Het is waarschijnlijk dat alleen in twijfelgevallen een fout gemaakt wordt. Station II doet het vaker fout dan Station I, dus het zou best kunnen dat als Station I het fout heeft, II het ook zeker fout heeft, en II ook soms anders afwijkt.quote:Op maandag 7 december 2009 19:05 schreef Hap_Slik het volgende:
[..]
Zal je dat nader kunnen toelichten, denk dat ik het niet helemaal volg
Wat ' ze' bedoelen was nou net de vraag. Oorspronkelijk was het een hoogleraar wiskunde die ermee kwam en toen is een professor kansrekening een beetje uit zijn slof geschoten. De vraag was waarom. En dit is het antwoord dus. Bedankt!quote:Op maandag 7 december 2009 19:18 schreef Iblis het volgende:
[..]
Als die twee weerstations in dezelfde plek staan (wat ze doen) dan hebben ze hetzelfde weer. Het is waarschijnlijk dat alleen in twijfelgevallen een fout gemaakt wordt. Station II doet het vaker fout dan Station I, dus het zou best kunnen dat als Station I het fout heeft, II het ook zeker fout heeft, en II ook soms anders afwijkt.
Met die logica is station I dus ‘leidinggevend’ en zou je die gewoon altijd moeten volgen en is het 9/10 keer correct.
Maar dat is waarschijnlijk niet wat ze bedoelen, ze bedoelen waarschijnlijk dat er helemaal geen verband zit tussen de momenten waarop ze het fout doen. Dat ze het onafhankelijk van elkaar fout doen. Maar je moet je ernstig afvragen of dat wel een realistische situatie is.
Tja, met de extra aanname van onafhankelijkheid is de som wel op te lossen op zich. Maar dan moet je dat even melden. Zo gegeven is er geen oplossing om bovenstaande dus.quote:Op maandag 7 december 2009 19:29 schreef Hap_Slik het volgende:
[..]
Wat ' ze' bedoelen was nou net de vraag. Oorspronkelijk was het een hoogleraar wiskunde die ermee kwam en toen is een professor kansrekening een beetje uit zijn slof geschoten. De vraag was waarom. En dit is het antwoord dus. Bedankt!
Nee het ging puur om dit vraagstuk(letterlijk). Want als ze wel onderling afhankelijk zijn met elkaar, wat zal het dan worden ?quote:Op maandag 7 december 2009 19:32 schreef Iblis het volgende:
[..]
Tja, met de extra aanname van onafhankelijkheid is de som wel op te lossen op zich. Maar dan moet je dat even melden. Zo gegeven is er geen oplossing om bovenstaande dus.
Er kan echt vanalles uitkomen, je hebt de simultane kansverdeling nodig. En dat wist die professor ook best.quote:Op maandag 7 december 2009 19:40 schreef Hap_Slik het volgende:
[..]
Nee het ging puur om dit vraagstuk(letterlijk). Want als ze wel onderling afhankelijk zijn met elkaar, wat zal het dan worden ?
Niemand hier nog een antwoord op?quote:Op zondag 6 december 2009 23:40 schreef Burakius het volgende:
[ afbeelding ]
Heren , waarom wordt die cost niet meegenomen in de Laplace transformatie (die cost, waar die dirac functie in het begin mee wordt vermenigvuldigd). Dank u wel.
1 2 3 | -------- - ---------------------------------------------- 2^16 2^I |
Een e-macht? Ik snap hem niet volgens mij.quote:Op dinsdag 8 december 2009 14:49 schreef MichielPH het volgende:
[ code verwijderd ]
Hoe zou je bovenstaande kunnen vereenvoudigen tot een enkele formule? Als ik het plot is het bijna een e-macht, afgezien dat de uitkomst bij I > 16 natuurlijk 0 is. Oftewel: is afkappen wiskundig te benaderen?
Hmm das lekkerquote:Op dinsdag 8 december 2009 17:19 schreef Iblis het volgende:
Veel van die trucs van dy/dx zijn algebraïsch van aard inderdaad en volgen uit Leibniz’ dy/dx notatie. Die ‘werken’, maar er is soms moeilijk een interpretatie aan te geven, daarom houdt ook niet iedereen ervan.
Het is m.i een beetje een notatietruc (maar wel een handige). In principe kan het ook zonder, maar dat is vaak wel omslachtiger noteren.
Stom van me, het grondtal is natuurlijk gewoon 2:quote:Op dinsdag 8 december 2009 17:23 schreef Iblis het volgende:
[..]
Een e-macht? Ik snap hem niet volgens mij.
1 2 3 | -------- - ---------------------------------------------- 2^16 2^I |
1 2 3 | --------------- = 2^(-i) - 2^-16 2^16 |
Het is een traditionele notatie die teruggaat op Leibniz en dateert uit de tijd dat men nog geen streng limietbegrip had. Omdat men met dx, dy, althans oorspronkelijk, 'oneindig kleine' grootheden bedoelde aan te geven sprak men dan ook van infinitesimaalrekening.quote:Op dinsdag 8 december 2009 16:28 schreef synthesix het volgende:
Ik besef me net dat ik eigenlijk geen fuck snap van de letter 'd' in de differentiaalrekening. Het is echt een chinees voor mij die notaties. Heeft iemand toevallig een duidelijke uitleg wat die letter nou in alle gevallen betekent? De andere notaties van functies en afgeleiden etc. snap ik eigenlijk ook niet goed.
Over welk boek heb je het hier?quote:Wat ik nu weet:
d betekent soms dat het gaat om een oneindig klein interval. Dus als je dan dy/dx hebt, geeft je daarmee de exacte richtingscoefficient op een bepaalde plek aan, of de functie van alle richtingscoefficienten -> de afgeleide.
Volgens mijn boek is dit dan weer uit te leggen doordat je dx als een 'independent variable' neemt en dy als een 'dependent variable' afhankelijk van dx als volgt: dy = dy/dx * dx = f'(x) * dx
De notaties van Leibniz zijn om allerlei redenen erg nuttig, denk alleen maar aan de kettingregel of de substitutiemethode in de integraalrekening. De notatie ∫f(x)dx is trouwens ook van Leibniz afkomstig. Hij correspondeerde veel met de broers Jacob en Johann Bernoulli, die zijn notatie overnamen. Johann Bernoulli gaf Leonard Euler les in zijn jonge jaren, zodat Euler de notatie ook overnam. And the rest, as they say, is history ...quote:Wat ik nou niet begrijp is waar die dy nou voor staat. Ik kan me er geen beeld bij vormen, algebraisch is het wel logisch, maar wat is nou het nu van het aangeven een 'dy' dan uberhaupt?
Je kunt bij dx en dy het best de overeenkomst met Δx en Δy in gedachten houden. Als x je onafhankelijke variabele is en y de daarvan afhankelijke variabele, dan is Δy dus het increment van de afhankelijke variabele y als gevolg van het increment Δx in de onafhankelijke variabele x. Evenzo voor dy en dx, zij het dat men zich oorspronkelijk voorstelde dat het hier ging om 'oneindig kleine' (infinitesimale) grootheden.quote:
En dan beginnen ze vervolgens ook nog die d voor allemaal verschillende soorten elementen te zetten.
Bijv. U = lnx , dU = dx/x
Dat klopt algebraisch, maar wat is die dU dan uberhaupt? De afgeleide van U? Dat kan weer niet want dat is dU/dx al right? De richtingscoefficient van U bij x misschien? En wat is het verschil dan tussen U en U(x)?
Ga eens even lekker grasduinen in Wikipedia. De raison d'être van de diverse notaties wordt je dan wel duidelijk.quote:Ik ben echt totaal het overzicht kwijt
Thanks ^^ het begon al een beetje duidelijker te worden onderhand, ik snap het idee van de notatie nu wel ongeveer. Het gaat trouwens om "Calculus: A complete course van Robert Adams, Christopher Essex (et al. ?)"quote:Op dinsdag 8 december 2009 18:15 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het is een traditionele notatie die teruggaat op Leibniz en dateert uit de tijd dat men nog geen streng limietbegrip had. Omdat men met dx, dy, althans oorspronkelijk, 'oneindig kleine' grootheden bedoelde aan te geven sprak men dan ook van infinitesimaalrekening.
[..]
Over welk boek heb je het hier?
[..]
De notaties van Leibniz zijn om allerlei redenen erg nuttig, denk alleen maar aan de kettingregel of de substitutiemethode in de integraalrekening. De notatie ∫f(x)dx is trouwens ook van Leibniz afkomstig. Hij correspondeerde veel met de broers Jacob en Johann Bernoulli, die zijn notatie overnamen. Johann Bernoulli gaf Leonard Euler les in zijn jonge jaren, zodat Euler de notatie ook overnam. And the rest, as they say, is history ...
In Engeland bleven ze overigens nog een eeuw doorprutsen met de onhandige notatie van Newton, dit als gevolg van de grote controverse rond de ontdekking van de infinitesimaalrekening. Maar het resultaat daarvan was dat de Britse wiskunde enorm achterop raakte.
[..]
Je kunt bij dx en dy het best de overeenkomst met Δx en Δy in gedachten houden. Als x je onafhankelijke variabele is en y de daarvan afhankelijke variabele, dan is Δy dus het increment van de afhankelijke variabele y als gevolg van het increment Δx in de onafhankelijke variabele x. Evenzo voor dy en dx, zij het dat men zich oorspronkelijk voorstelde dat het hier ging om 'oneindig kleine' (infinitesimale) grootheden.
De notatie U(x) geeft alleen expliciet aan dat een variabele U afhangt van (dus een functie is van ) een variabele x. We noemen x dan de onafhankelijke variabele en U de (daarvan) afhankelijke variabele. Niettemin is hier sprake van een conceptuele verwarring tussen de naam van een functie en de naam van de afhankelijke variabele van die functie, dat is immers niet hetzelfde: je kunt een functie f hebben met als functievoorschrift y = f(x). Dan is y de afhankelijke variabele, maar de functie zelf wordt toch echt aangeduid met f, niet met y.
[..]
Ga eens even lekker grasduinen in Wikipedia. De raison d'être van de diverse notaties wordt je dan wel duidelijk.
Ja zolang hij niet rijen verwisseld of vermenigvuldigd, veranderd er toch niks als het goed is? Zoiets was het.quote:Op woensdag 9 december 2009 15:48 schreef Iblis het volgende:
Je kunt ook met rijoperaties de matrix in driehoeksvorm brengen, als je bijhoudt hoe de determinant dan verandert.
zou je dat misschien uit kunnen leggen?quote:Op woensdag 9 december 2009 15:48 schreef Iblis het volgende:
Je kunt ook met rijoperaties de matrix in driehoeksvorm brengen, als je bijhoudt hoe de determinant dan verandert.
Ja, maar ook al doet hij dat wel, dan kan het nog.quote:Op woensdag 9 december 2009 15:53 schreef Burakius het volgende:
[..]
Ja zolang hij niet rijen verwisseld of vermenigvuldigd, veranderd er toch niks als het goed is? Zoiets was het.
ok, thx. Ik zal even uit gaan zoeken hoe ik aan een driehoeksmatrix kom.quote:Op woensdag 9 december 2009 15:59 schreef Burakius het volgende:
Kloontje, mijn uitleg is niet super ik weet het. Het is echter een dermate grote matrix, dat ik je aanraad om gewoon een driehoeksvorm matrix te krijgen. En zoals Ibo zegt, als je tijdens dat proces vermenigvuldigd met c, dan moet je de determinant daarna ook met c delen. En als je twee rijen verwisselt, moet je met -1 vermenigvuldigen.
Ik weet niet wat je allemaal als voorkennis hebt, je kunt natuurlijk ook beide combineren. B.v. eerst één kolom allemaal 0-en maken op 1 na, en dan de cofactoren van Burakus kiezen. En zo voort.quote:Op woensdag 9 december 2009 16:01 schreef kloontje_de_reuzekloon het volgende:
[..]
ok, thx. Ik zal even uit gaan zoeken hoe ik aan een driehoeksmatrix kom.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |