Een e-macht? Ik snap hem niet volgens mij.quote:Op dinsdag 8 december 2009 14:49 schreef MichielPH het volgende:
[ code verwijderd ]
Hoe zou je bovenstaande kunnen vereenvoudigen tot een enkele formule? Als ik het plot is het bijna een e-macht, afgezien dat de uitkomst bij I > 16 natuurlijk 0 is. Oftewel: is afkappen wiskundig te benaderen?
Hmm das lekkerquote:Op dinsdag 8 december 2009 17:19 schreef Iblis het volgende:
Veel van die trucs van dy/dx zijn algebraïsch van aard inderdaad en volgen uit Leibniz’ dy/dx notatie. Die ‘werken’, maar er is soms moeilijk een interpretatie aan te geven, daarom houdt ook niet iedereen ervan.
Het is m.i een beetje een notatietruc (maar wel een handige). In principe kan het ook zonder, maar dat is vaak wel omslachtiger noteren.
Stom van me, het grondtal is natuurlijk gewoon 2:quote:Op dinsdag 8 december 2009 17:23 schreef Iblis het volgende:
[..]
Een e-macht? Ik snap hem niet volgens mij.
1 2 3 | -------- - ---------------------------------------------- 2^16 2^I |
1 2 3 | --------------- = 2^(-i) - 2^-16 2^16 |
Het is een traditionele notatie die teruggaat op Leibniz en dateert uit de tijd dat men nog geen streng limietbegrip had. Omdat men met dx, dy, althans oorspronkelijk, 'oneindig kleine' grootheden bedoelde aan te geven sprak men dan ook van infinitesimaalrekening.quote:Op dinsdag 8 december 2009 16:28 schreef synthesix het volgende:
Ik besef me net dat ik eigenlijk geen fuck snap van de letter 'd' in de differentiaalrekening. Het is echt een chinees voor mij die notaties. Heeft iemand toevallig een duidelijke uitleg wat die letter nou in alle gevallen betekent? De andere notaties van functies en afgeleiden etc. snap ik eigenlijk ook niet goed.
Over welk boek heb je het hier?quote:Wat ik nu weet:
d betekent soms dat het gaat om een oneindig klein interval. Dus als je dan dy/dx hebt, geeft je daarmee de exacte richtingscoefficient op een bepaalde plek aan, of de functie van alle richtingscoefficienten -> de afgeleide.
Volgens mijn boek is dit dan weer uit te leggen doordat je dx als een 'independent variable' neemt en dy als een 'dependent variable' afhankelijk van dx als volgt: dy = dy/dx * dx = f'(x) * dx
De notaties van Leibniz zijn om allerlei redenen erg nuttig, denk alleen maar aan de kettingregel of de substitutiemethode in de integraalrekening. De notatie ∫f(x)dx is trouwens ook van Leibniz afkomstig. Hij correspondeerde veel met de broers Jacob en Johann Bernoulli, die zijn notatie overnamen. Johann Bernoulli gaf Leonard Euler les in zijn jonge jaren, zodat Euler de notatie ook overnam. And the rest, as they say, is history ...quote:Wat ik nou niet begrijp is waar die dy nou voor staat. Ik kan me er geen beeld bij vormen, algebraisch is het wel logisch, maar wat is nou het nu van het aangeven een 'dy' dan uberhaupt?
Je kunt bij dx en dy het best de overeenkomst met Δx en Δy in gedachten houden. Als x je onafhankelijke variabele is en y de daarvan afhankelijke variabele, dan is Δy dus het increment van de afhankelijke variabele y als gevolg van het increment Δx in de onafhankelijke variabele x. Evenzo voor dy en dx, zij het dat men zich oorspronkelijk voorstelde dat het hier ging om 'oneindig kleine' (infinitesimale) grootheden.quote:
En dan beginnen ze vervolgens ook nog die d voor allemaal verschillende soorten elementen te zetten.
Bijv. U = lnx , dU = dx/x
Dat klopt algebraisch, maar wat is die dU dan uberhaupt? De afgeleide van U? Dat kan weer niet want dat is dU/dx al right? De richtingscoefficient van U bij x misschien? En wat is het verschil dan tussen U en U(x)?
Ga eens even lekker grasduinen in Wikipedia. De raison d'être van de diverse notaties wordt je dan wel duidelijk.quote:Ik ben echt totaal het overzicht kwijt
Thanks ^^ het begon al een beetje duidelijker te worden onderhand, ik snap het idee van de notatie nu wel ongeveer. Het gaat trouwens om "Calculus: A complete course van Robert Adams, Christopher Essex (et al. ?)"quote:Op dinsdag 8 december 2009 18:15 schreef Riparius het volgende:
[..]
Het is een traditionele notatie die teruggaat op Leibniz en dateert uit de tijd dat men nog geen streng limietbegrip had. Omdat men met dx, dy, althans oorspronkelijk, 'oneindig kleine' grootheden bedoelde aan te geven sprak men dan ook van infinitesimaalrekening.
[..]
Over welk boek heb je het hier?
[..]
De notaties van Leibniz zijn om allerlei redenen erg nuttig, denk alleen maar aan de kettingregel of de substitutiemethode in de integraalrekening. De notatie ∫f(x)dx is trouwens ook van Leibniz afkomstig. Hij correspondeerde veel met de broers Jacob en Johann Bernoulli, die zijn notatie overnamen. Johann Bernoulli gaf Leonard Euler les in zijn jonge jaren, zodat Euler de notatie ook overnam. And the rest, as they say, is history ...
In Engeland bleven ze overigens nog een eeuw doorprutsen met de onhandige notatie van Newton, dit als gevolg van de grote controverse rond de ontdekking van de infinitesimaalrekening. Maar het resultaat daarvan was dat de Britse wiskunde enorm achterop raakte.
[..]
Je kunt bij dx en dy het best de overeenkomst met Δx en Δy in gedachten houden. Als x je onafhankelijke variabele is en y de daarvan afhankelijke variabele, dan is Δy dus het increment van de afhankelijke variabele y als gevolg van het increment Δx in de onafhankelijke variabele x. Evenzo voor dy en dx, zij het dat men zich oorspronkelijk voorstelde dat het hier ging om 'oneindig kleine' (infinitesimale) grootheden.
De notatie U(x) geeft alleen expliciet aan dat een variabele U afhangt van (dus een functie is van ) een variabele x. We noemen x dan de onafhankelijke variabele en U de (daarvan) afhankelijke variabele. Niettemin is hier sprake van een conceptuele verwarring tussen de naam van een functie en de naam van de afhankelijke variabele van die functie, dat is immers niet hetzelfde: je kunt een functie f hebben met als functievoorschrift y = f(x). Dan is y de afhankelijke variabele, maar de functie zelf wordt toch echt aangeduid met f, niet met y.
[..]
Ga eens even lekker grasduinen in Wikipedia. De raison d'être van de diverse notaties wordt je dan wel duidelijk.
Ja zolang hij niet rijen verwisseld of vermenigvuldigd, veranderd er toch niks als het goed is? Zoiets was het.quote:Op woensdag 9 december 2009 15:48 schreef Iblis het volgende:
Je kunt ook met rijoperaties de matrix in driehoeksvorm brengen, als je bijhoudt hoe de determinant dan verandert.
zou je dat misschien uit kunnen leggen?quote:Op woensdag 9 december 2009 15:48 schreef Iblis het volgende:
Je kunt ook met rijoperaties de matrix in driehoeksvorm brengen, als je bijhoudt hoe de determinant dan verandert.
Ja, maar ook al doet hij dat wel, dan kan het nog.quote:Op woensdag 9 december 2009 15:53 schreef Burakius het volgende:
[..]
Ja zolang hij niet rijen verwisseld of vermenigvuldigd, veranderd er toch niks als het goed is? Zoiets was het.
ok, thx. Ik zal even uit gaan zoeken hoe ik aan een driehoeksmatrix kom.quote:Op woensdag 9 december 2009 15:59 schreef Burakius het volgende:
Kloontje, mijn uitleg is niet super ik weet het. Het is echter een dermate grote matrix, dat ik je aanraad om gewoon een driehoeksvorm matrix te krijgen. En zoals Ibo zegt, als je tijdens dat proces vermenigvuldigd met c, dan moet je de determinant daarna ook met c delen. En als je twee rijen verwisselt, moet je met -1 vermenigvuldigen.
Ik weet niet wat je allemaal als voorkennis hebt, je kunt natuurlijk ook beide combineren. B.v. eerst één kolom allemaal 0-en maken op 1 na, en dan de cofactoren van Burakus kiezen. En zo voort.quote:Op woensdag 9 december 2009 16:01 schreef kloontje_de_reuzekloon het volgende:
[..]
ok, thx. Ik zal even uit gaan zoeken hoe ik aan een driehoeksmatrix kom.
Gewoon haakjes uitwerken (zoals hier boven al staat), dan lost het zichzelf op. Ik denk alleen wel dat je een foutje hebt gemaakt met de 0'en in je berekening?quote:Op woensdag 9 december 2009 17:38 schreef Snuf. het volgende:
a = 40+0,1 x (50 + 0,05a + 0,05 x (60 + 0,05a)) + 0,05 x (60 + 0,05a)
a = 48,7
Kan iemand mij vertellen hoe men a berekent? Zonder GR dan.
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |