quote:
Op woensdag 28 oktober 2009 01:36 schreef Kees22 het volgende:Tjongejonge, je bent wel een schoolvoorbeeld van wat er gebeurt met het denkvermogen van schmouzen als ze van het beschaafde Europa naar het barbaarse Midden-Oosten verhuizen.
Mij is steeds wijsgemaakt dat omgekeerde evolutie niet mogelijk was, maar ik begin daar toch aan te twijfelen.
nee je draai het om weer.
het barbaarse midden oosten is al lang verhuist naar europa . alleen jullie zien het nog niet , kom wel hoor maak je maar niet druk .
er kom een dag dat wij hier lachen
http://www.heritage.org/Press/Events/ev092706a.cfmDe palastijnen zijn geen volk, maar een stel wilden. Libanon, Sirie en Jordanie hebben de palastijnen hun land uit gegooid, nadat deze zich verschrikkelijk hadden misdragen. Sorry, maar dat zijn de feiten.'
Uitspraak Tariq Ramadan:
There is no European [or America, Latin, Asian] Islam; there is ONE Islam;
(Er is geen Europese [of Amerikaanse,Latino,Aziatische] Islam; er is ÉÉN Islam).
Tijdens de Arabisch-Israëlische oorlog in 1948, vonden duizenden Arabieren een toevluchtsoord in
Libanon. Zij werden door de verschillende bevolkingsgroepen broederlijk opgenomen en leefden tot 1965
in een goede verstandhouding met elkaar. Het was over met de rust toen ze met hulp van islamitische
milities de eerste botsingen uitlokten met het Libanese leger en in Zuid Libanon kampen begonnen in
te richten om van daaruit doelen in Israël te bestoken. De terreurbendes zaten al vast in het zadel voordat
de Libanese regering de omvang van het gevaar onderkende en lijdzaam moest toezien hoe Beiroet door
talloze bomaanslagen en sluipschutters veranderde in een hel op aarde. Een bloedig treffen in Beiroet
tussen Palestijnse Fatah-terroristen en christelijke milities luidde in het voorjaar van 1975 het begin van
de Libanese burgeroorlog in. Henry Kissinger waarschuwde alle buurlanden ( in het bijzonder Israël)
afzijdig te blijven. Yasser Arafat's moordmachine telde indertijd zo'n 20.000 door Rusland opgeleide
en bewapende terroristen. Zijn bedoeling was met dit leger, de macht in Libanon over te nemen. Ook
Syrië begon zich met de situatie te bemoeien en trok 1 juni 1976 met twee divisies het land binnen , om
zogenaamd de christelijke Falangisten bij te staan.
Maar in werkelijkheid was het de bedoeling het land te bezetten. De Amerikaanse geheime dienst meldde:
"Er is niets wat op een invasie van Libanon wijst."
De Syriërs vernietigden, de democratie en de bloeiende economie. Zij mengden zich in de binnenlandse
aangelegenheden onder het mom van "broederhulp" en bombardeerden meedogenloos de dorpen en
steden. Het was pure volkerenmoord wat ze in Libanon aanrichten. Yasser Arafat droomde ervan eerst
alle christenen uit het zuiden van Libanon te verdrijven cq te vermoorden, om daarna de leiding in
het hele land over te nemen. Hij was van plan in Libanon de staat Palestina uit te roepen, net als hij dat
enkele jaren daarvoor in Jordanië van plan was geweest. Alles was daartoe voorbereid tot aan de
nummerplaten op de auto's toe. Christenen werden door moslimbendes ontvoerd, gemarteld, de ogen uit
gestoken, oren afgesneden en met gloeiende poken werden kruizen op hun ruggen gebrand.
Bij kinderen werden de vingers afgehakt zodat ze later niet konden deelnemen aan de strijd. Er is een
geval bekend waarin schoolkinderen in de tuin van hun school staande in een manshoge groeve werden
neergezet in hun schooluniform, met blazer en das, en vermoord. In naam van de "grote, te verdedigen
Palestijnse zaak" werd om het hardst gefolterd, gemoord en verminkt. Een tehuis voor gehandicapten, dat
verbonden was met het christelijke ziekenhuis werd vrijwel volledig verwoest. De president van Libanon,
Suleiman Franjieh gaf een verklaring af: "Libanon heeft hen een schuilplaats geboden en ons loon is de
vernietiging van ons land en de uitmoording van zijn bewoners. Ik heb de Palestijnse zaak 35 jaar
lang gediend, maar ik heb nooit gedacht, dat er nog eens een dag zou komen, waarop ik God zou
moeten vragen om vergeving van de zonde een volk gesteund te hebben, dat geen steun verdiende"
Er bestaat een onvoorstelbare lange lijst van PLO-misdaden tegen de bevolking van Zuid-Libanon. Vlak
na de oorlog hebben zo'n 5000 gezinnen zich vrijwillig gemeld om getuigenverklaringen af te leggen
opdat de wereld kennis zou nemen van de misdaden van Arafat's moordmachines. In steden als Sidon trof
men een wirwar van cellen en onderaardse kerkers aan waarin mensen waren gefolterd. Getuigen
vertelden dat folteringen vaak nachtenlang duurden en met uiterst sadistische middelen volvoerd werden.
Het schreeuwen van vrouwen en meisjes was buiten te horen. Zij waren de slachtoffers van ontvoeringen
en verkrachtingen, dikwijls vele malen achtereen. De moektar van Burg-Bahal sprak met verachting over
de terroristen en vergeleek hen met de Nazi's. Hij vertelde van een geval waarin een man van collaboratie
met Israël werd beschuldigd en in het openbaar op een groot plein werd terechtgesteld. De armen en
benen van de man werden aan de bumpers van vier auto's gebonden. Op een afgesproken teken- een door
een Fatah-officier afgevuurd pistoolschot- begonnen de auto's te rijden, twee naar voren en twee naar
achteren, waarbij de ledematen van de man uit elkaar getrokken werden. Mensen op het plein vielen
flauw van de verschrikkingen die ze zagen. Ook tegenwoordig passen de Palestijnen de meest gruwelijke
methoden toe op vermeende collaborateurs, en opnieuw zwijgt de wereld en is er niemand die het voor
deze mensen opneemt. "Acht jaar lang waren wij levende doden" sprak de moektar van Burg-Bahal.
"We werden pas weer tot leven gewekt, toen de Israëli's kwamen om ons te bevrijden." Niel
C.Livingstone en David Halevy schrijven in hun boek "Inside the PLO" dat Arafat en zijn kompanen
opereerden als een multinationaal misdaadsyndicaat. Hij hield zich bezig met afpersing, omkoping,
diefstal, drugshandel en moord om in zijn financiële behoefte te voorzien. In zijn boek "Babylon of
Jeruzalem" gaat Jan Willem van der Hoeven, thans directeur van het International Christian Zionist
Center, nader in op passages uit het boek van Livingstone en Halevy en beschrijft enkele
hartverscheurende uitspraken van mensen die de moordpartijen overleefden.
"Een jong christelijk meisje, Susan S. die kort na de 'burgeroorlog' naar Beiroet was teruggekeerd uit
Amerika waar ze een universitaire opleiding had afgerond, is een verminkte overlevende van het
PLO-geweld. Zij was bij haar ouders thuis toen een aantal PLO-officieren binnenkwamen. Zij
doodden Susans vader en broer, verkrachten haar moeder, die een bloeding kreeg en stierf. Zij
verkrachten Susan 'vele maken' sneden haar borsten af en schoten haar neer. Uren later werd ze
gevonden. Ze leefde nog, maar haar ledematen waren zo ernstig gebroken en door kogels verscheurd,
dat zij geamputeerd moesten worden. Zij hield slechts een bovenarm over. Nonnen verzorgden haar in
een ziekenhuis hoog in de bergen ten noorden van Beiroet. Zij heeft dikwijls gevraagd om haar te
laten sterven. Na de verdrijving van Arafat uit Beiroet in 1982, opperden een aantal christelijke
vrouwen het idee om Susans foto op een Libanese postzegel te drukken, omdat haar lot, volgens deze
vrouwen, het lot symboliseert van wat er met de bewoners in hun land is gebeurd."
Op 19 oktober 1976 vielen zo'n duizend PLO-terroristen het dorpje Aishiye binnen.
Zij verzamelden iedereen-honderd gezinnen- en sloten hen op in de kerk. Ongeveer zestig moesten buiten
blijven. De mensen in de kerk hoorden vervolgens machinegeweervuur, gevolgd door een doodse stilte.
Twee dagen werden ze opgesloten. Toen de kerkdeuren werden geopend zagen ze vijfenzestig dode
lichamen van mannen, vrouwen en kinderen in een poel van bloed.
Op 9 januari 1977 werd de christelijk Libanese stad Damour omringd door troepen van Sa'iqa bestaande
uit 16.000 Palestijnen en 15 verschillende groepen huurlingen onder meer uit Syrië, Iran, Libië, Irak,
Afghanistan en Pakistan. De priester Mansour Labaky belde een aantal moslimleiders om te vragen om
hulp maar kreeg van iedereen te horen dat ze er niets aan konden doen. Hij belde ook naar Arafat
maar kreeg een naaste medewerker aan de telefoon die zei: "vader, maak je niet bezorgd, wij zullen jou
niets doen. Als wij gaan aanvallen zal dat om strategische redenen zijn." De eerste invasie kwam ongeveer
een uur na middernacht. De mannen van Sa'iqa stormden de huizen binnen en vermoorden zo'n vijftig
mensen. Labaky rende de straat op en hoorde het schreeuwen van de slachtoffers. Mensen ontvluchten
hun huizen in nachtkleding roepend: "ze vermoorden ons allemaal." De stad probeerde zichzelf te
verdedigen. Tweehonderd en vijfentwintig jonge jongens- de meeste slechts 16 jaar oud- zonder ook maar
enige militaire ervaring, hielden 12 dagen stand. Alle toevoerlijnen naar de stad werden afgesloten en het
elektriciteitsnet uitgeschakeld.
Op 23 januari brak de hel pas echt los en werden honderden christenen gedood. Mansour Labaky
vervolgt: "De aanval vond plaats vanaf de achter hen gelegen berg. Het was een Apocalyps. Ze kwamen
met duizenden en duizenden, al schreeuwend: 'Allahu akbar'(allah is de grootste)Laat ons hen aanvallen
voor de Arabieren, laat ons een holocaust offeren aan Mohammed." Iedereen die op hun weg kwam werd
vermoord. Arafat's barbaren waren erop getraind de tegenstander hetzij dood of levend te verminken.
Zij maakten foto's van hun slachtoffers en verkochten deze later aan sensatie beluste Europese
kranten. Er was geen enkele limiet meer te bespeuren en niemand kon ze meer stoppen. Als in een
"vreugderoes" werden jonge Maronieten ontmand, vrouwen verkracht en daarna met pikhouwelen
vermoord, zuigelingen in vier stukken geslagen, graven opengebroken, beenderen op straat gesmeten, met
schedels gevoetbald en beelden van Jezus aan flarden geschoten. Ritueel aandoende moorden en
verminkingen waren aan de orde van de dag. Damour werd verwoest en leeggeroofd, haar inwoners
afgemaakt haar kerken verbrand en haar kerkhoven geschonden. De schattingen van het aantal doden
loopt in de duizenden. De Wereldleiders en de westerse pers repten met geen woord over het bloedbad in
Damour. Arafat's Fatah beweging en het "Popular Front for the Liberation of Palestine" namen de stad
in bezit waarna het een centrum werd van waaruit het internationale terrorisme werd gepromoot. De kerk
van St Elias werd gebruikt als garage voor PLO voertuigen.
Spreuken 1:16 want hun voeten lopen ten boze; en zij haasten zich om bloed te vergieten…
De PLO ontpopte zich meer en meer tot een staat binnen de staat, zij zette de bevolking onder druk en
terroriseerde ieder die protesteerde. Dr Ghassan Hamourd, een soennitische moslim, directeur van het
grootste en best uitgeruste ziekenhuis in de stad Sidon vertelde:
"De PLO zorgde ervoor dat ik hen ging haten, niet omdat ze eisten dat hun gewonden gratis behandeld
werden, noch omdat ze deden alsof mijn ziekenhuis van hen was; het was omdat ze de operatiekamer
binnenvielen en ons dwongen met opereren te stoppen om hun gewonden daarvoor in de plaats te
behandelen. Ze sloegen een van onze artsen die hen weigerde te gehoorzamen zo vreselijk, dat ik me
realiseerde met beesten uit de jungle van doen te hebben. Iedere aspirant PLO-officier was gewoon door
onze straten te racen in een spiksplinternieuwe Mercedes met naar buiten stekende machinegeweren."
Ook Israël kreeg met steeds fellere aanvallen van de PLO te maken. Toen de plaats Kiryat Shmona met
honderden raketten werd bestookt en een groep Palestijnse terroristen op 11 maart 1978 vanuit zee Israël
binnenvielen, een bus kaapten en op de snelweg tussen Haifa en Tel Aviv 36 onschuldige Israëlische
burgers vermoorden, was voor Israël de maat vol en reageerde het Israëlische leger met een invasie onder
de naam "Operation Litani". Aan deze operatie namen ongeveer 30.000 militairen deel in een eerste
poging de PLO uit Zuid-Libanon te verdrijven. Door bemiddeling van de VS kwam het in de zomer van
1981 tot een staakt-het-vuren maar ondanks deze overeenkomst werd deze wapenstilstand bijna 150 maal
door de PLO geschonden. Sinds 9 mei 1982 werden 28 terreurdaden in Israël en in het buitenland
gepleegd, met uiteindelijk de moordaanslag op de ambassadeur Shlomo Argov in Londen. Het
staakt-het-vuren werd door de PLO zo opgevat, alsof zij nu de hand vrij had om overal in de wereld,
behalve in Libanon, terreuraanslagen uit te voeren. Sinds die dag planden of begingen de Palestijnse
terroristen alleen al in Europa 19 aanslagen op Israëlische en joodse doelen en personen.
Op 6 juni 1982 publiceerde de regering van Israël de volgende verklaring: "Het kabinet heeft heden
besloten ervoor te zorgen, dat de burgerbevolking van Galilea ( het noorden van Israël) buiten het bereik
zal komen te liggen van de beschietingen door de terroristen in Libanon." Deze reactie kwam toen een
regen van raketten en andere projectielen op de burgerbevolking van 23 steden en dorpen van
Noord-Israël werd afgevuurd. Onder de naam "Operation Peace for Galilee" vielen de Israëlische troepen
met sympathie van de zuidelijke Amal militie, op drie fronten Libanon binnen. Vele buitenlandse politici
zagen de Israëlische inval met welgevallen gebeuren omdat de Palestijnse vluchtelingenkampen
opleidingscentra voor het internationale terrorisme geworden waren. Israël was niet uit op het veroveren
van grondgebied maar respecteerde de territoriale integriteit van Libanon. Het Israëlische leger kreeg het
bevel bijzondere voorzichtigheid ten opzichte van de burgers in acht te nemen. Gezien echter de
systematische politiek van de PLO om hun bases, trainingskampen, wapendepots etc, juist in woonwijken
en steden op te zetten, werd er soms ongewilde schade aangericht. De PLO plaatste kanonnen op het dak
van bijvoorbeeld een ziekenhuis in Sidon. Speelplaatsen van kinderen werden veranderd in
artilleriestellingen. Iedere Israëlische officier ontving een landkaart met precieze aanduidingen waar de
terroristenstellingen te vinden waren. Bij iedere strategiebespreking voor de gevechten werden de soldaten
door hun officieren opgeroepen, al het mogelijke te doen, om de burgers te sparen. Arafat's terreurleger
telde op dat moment nog zo'n 18.000 man inclusief 5000 man uit onder meer Libië, Irak en India.
In het vluchtelingenkamp Ain-el-Hilweh duurden de gevechten 6 dagen, van 9 tot 14 juni 1982. Oorzaak
waren hier de schier bovenmenselijke inspanningen om de civiele, niet strijdende bevolking die door de
PLO in gijzeling gehouden werd en als menselijke schilden werden gebruikt, te vrijwaren van schade.
(Ook tijdens de huidige gevechten met het Israëlische leger passen de Palestijnse terreurgroepen
deze strategie nog steeds toe, door onder meer kinderen als schietschijf te gebruiken.) In het genoemde
kamp werden bunkers vol wapens, munitie en andere door de Russen geleverde militaire uitrustingen
aangetroffen. Israël heeft door haar ingrijpen Libanon behoed voor een totale ondergang. Binnen enkele
dagen stond het IDF voor de poorten van Beiroet. Op 15 september 1982 bezetten Israëlische troepen
West-Beiroet en omsingelen ze de Palestijnse wijken Sabra en Shatilla. Doel van de actie was het
uitschakelen van de naar schatting 2000 PLO terroristen die zich daar nog bevonden. Steeds opnieuw
laait de discussie op over het bloedbad dat destijds in de beide Palestijnse 'vluchtelingenkampen' is
aangericht en wordt Israël's huidige premier Ariel Sharon door de anti-Israël lobby aangewezen als de
grote boosdoener voor deze massamoord. In werkelijkheid waren het de Christelijke Libanese
Strijdkrachten onder leiding van Elie Hobeika, de vroegere chef van de inlichtingendienst van de
christelijke milities in Libanon, die verantwoordelijk waren voor het bloedbad. De Libanezen houden het
aantal slachtoffers op ca 460, het Israëlische leger spreekt van een aantal van 700 tot 800 doden, en het
Rode Kruis van ca 2750 slachtoffers. De door Arafat's PLO gepleegde moorden op de Libanese
christenen, vormde de aanleiding van de aanval op Sabra en Shatilla. Hobeika werkte indertijd voor
de Syrische inlichtingendienst en werd toen al verantwoordelijk gesteld voor een lange reeks moorden. Dit
staat vermeld in het in 1983 verschenen Kahan-rapport, opgesteld door de commisie-Kahan onder
voorzitterschap van de president van het Hooggerechtshof. In dit rapport wordt ook de rol van Sharon
beschreven. De commissie concludeerde na het horen van vele getuigen dat bij niemand aan de
Israëlische kant de intentie bestond de gewone burgers kwaad te berokkenen. Wel werd Sharon 'indirecte
verantwoordelijkheid' verweten omdat hij het gevaar- dat de christelijke Falangisten wraak zouden
nemen- zou hebben onderschat. Het aantal vermoorde christenen wordt geschat op 13.000. Onder deze
slachtoffers, waren verscheidene familieleden van Hobeika onder wie zijn verloofde. Terwijl het verhaal
over de slachting in Sabra en Shatilla de wereld blijft bezig houden, wordt er geen enkele aandacht
besteed aan de inval van de door Syrië gesteunde Amal militie in de kampen Shatilla en het kamp Burj-el
Barajn waarbij volgens de Verenigde Naties 635 Palestijnen werden vermoord en rond de 2500
gewonden vielen. Omdat Israël er op geen enkele wijze bij betrokken was, en daardoor niet van deze
slachting kon worden beschuldigd, spreekt deze moordpartij kennelijk niet zo tot de verbeelding.Arafat's
moordmachines kwamen uiteindelijk zo zwaar onder vuur te liggen dat ze onder dekking van de
"Multinational Force" moesten worden geëvacueerd. Een deel van Arafat's aanhang sloeg -aangewakkerd
door Syrië- aan het muiten omdat men ernstig begon te twijfelen aan zijn leiderschap. Rond de 4000
terroristen bleven trouw aan de terreurbaas, maar zij werden uit de Bekaa vallei verdreven naar
vluchtelingenkampen in de buurt van Tripoli. Op 30 augustus 1982 werden Arafat en zijn resterende
bendeleden met Griekse schepen onder Franse bescherming geëvacueerd en naar Tunesië gebracht van
waaruit de terreur tegen Israël werd voortgezet. Dit leidde tot een tegenaanval op Arafats hoofdkwartier in
Tunis waarbij zijn onderkomen door Israëlische vliegtuigen met de grond gelijk werd gemaakt en 60
terroristen stierven en 70 gewond raakten. Na Arafat's verdrijving verschijnt terreurstaat Iran ten tonele en
verleent steun aan de in 1982 opgerichte Shi'itische Hezbollah, dat volgens zijn manifest " de complete
vernietiging van de Staat Israël" predikt, waarbij de "vestiging van een Islamitisch bestuur over
Jeruzalem" het uiteindelijke doel is. Terwijl alle Libanese milities na de burgeroorlog worden ontwapend,
nemen onder toeziend oog van Syrië zwaar bewapende Hezbollah terroristen de door de door Arafat's
bende verlaten stellingen in zuid-Libanon in.Volgens meldingen van kranten uit Beiroet werden in de
burgeroorlog in Libanon, 98.854 mensen gedood en 255.542 gewond. Als gevolg van de PLO-terreur
vluchten 180.000 mensen weg uit Zuid-Libanon. De Libanese christenen zijn met uitzondering van Israël,
wereldwijd in de steek gelaten. De VN zwegen, de wereldleiders zwegen, en ook de kerken lieten geen
protest laten horen over de massamoord op hun geloofsgenoten.Een Arabische stem voor Israël.
De volgende tekst is afkomstig van een op 14-11-2004 gehouden toespraak door Brigitte Gabriël aan de
Duke Universiteit. Zij is een overlevende van de Palestijnse terreur in Libanon. De toespraak is
gehouden in dezelfde week waarin de "Palestine Solidarity Movement" daar een anti-Israël
conferentie hield.
"Ik ben trots hier vandaag te mogen staan als Libanese en te mogen spreken voor Israël, de enige
democratie in het Midden-Oosten. Als voormalig inwoner van een Arabisch land, wil ik u een
vluchtig kijkje laten nemen in het hart van de Arabische wereld. Ik ben opgegroeid in Libanon waar
ik niet beter wist dat de joden duivels waren die men de zee in moest drijven. Toen de moslims en de
Palestijnen de oorlog verklaarden aan de Libanese christenen in 1975, starten zij slachtpartijen onder
de christenen, dorp na dorp. Ik heb van mijn 10e tot mijn 17e in een schuilkelder geleefd, verstoken
van elektriciteit, gebrek aan voedsel (soms moesten we gras eten) en onder vuur van sluipschutters
water uit een bron halen. Het was Israël dat ons te hulp kwam. Mijn moeder was gewond geraakt
door een granaatscherf en was opgenomen in een Israëlisch ziekenhuis voor behandeling. Toen wij de
noodafdeling binnenkwamen was ik ronduit geschokt van wat ik daar aantrof. Daar waren
honderden gewonde mensen, moslims, Palestijnen, christenen en Israëlische soldaten, bij elkaar
liggend op de vloer. De artsen hielpen iedereen aan hun verwondingen. Zij hielpen mijn moeder nog
voor zij een Israëlische soldaat behandelden die direct naast haar lag. De artsen keken niet naar
religie of wat hun politieke achtergrond ook was. Voor de eerste keer in mijn leven werd ik met een
menselijke eigenschap geconfronteerd die ik in mijn cultuur nog nooit had meegemaakt.Ik zag hoe de
Israëli's het leven van anderen respecteerden- hoe zij liefde voor hun vijanden konden opbrengen, zelfs
in hun meest moeilijke momenten.Ik bracht 22 dagen door in het ziekenhuis. Deze dagen hebben mijn
hele leven veranderd en de manier waarop ik naar de media ben gaan luisteren. Ik realiseerde mij
dat ik altijd had geluisterd naar gefabriceerde leugens van mijn overheid over de joden en Israël, dat
achteraf zo ver van de realiteit bleek te zijn. Stel je voor dacht ik, dat je als jood zo in een Arabisch
ziekenhuis zou belanden, je zou gelyncht worden, op de grond worden gesmeten met mensen om je
heen die van vreugde zouden schreeuwen "Allahu Akbar" (Allah is de grootste. Dat zou door het
ziekenhuis galmen en de omliggende straten.Ik raakte bevriend met families van gewonde Israëlische
soldaten, in het bijzonder Rina wiens enige kind gewond was geraakt aan zijn ogen. Op een dag toen
ik haar bezocht kwam een Israëlische legerband bij haar langs om liedjes te spelen voor de
kinderen."Eens was de diepste plaats in de hel weggelegd voor hen die kinderen vermoorden.
Vandaag wordt het vermoorden van Israëlische kinderen als een legitieme aangelegenheid gezien in
de "gewapende strijd" van de Palestijnen tegen Israël.De Palestijnen vertellen hun kinderen dat het
vermoorden van onschuldige Israëlische burgers een legitieme zaak voor het bereiken van hun doel is.
De hele wereld zucht vandaag onder de plaag van het terrorisme waarvan de auteursrechten liggen bij de
Palestijnen. Zij rechtvaardigen zelfmoordaanslagen vanwege de "bezetting van hun land". Maar laat mij
de waarheid vertellen. De eerste grote door de Arabieren gepleegde terreuraanslag tegen de Joodse staat
vond plaats tien weken voordat Israël een onafhankelijke staat werd. Op zondagmorgen, 22 februari 1948
lieten de Arabieren een autobom ontploffen in de Ben Yehuda straat in de joodse sectie van Jeruzalem.
Daarbij werden 54 mensen gedood en raakten er honderden gewond. Het is duidelijk dat het Arabische
terrorisme niets te maken heeft met "wanhoop door bezetting", maar puur door het bestaan van de joodse
staat. Het wordt tijd dat iedereen opstaat om de staat Israël te verdedigen, het land dat ligt aan de
frontlijn van het terrorisme.
Zes Libanese christenen die deel hebben genomen aan de massaslachting in Sabra en Shatilla, hebben
zich voor het eerst uitgesproken in de documentaire "Massacre" die werd getoond op het Internationale
Film Festival in Berlijn op 21 januari 2005. Leden van de Christelijke strijdgroep beschrijven in detail
hun deelname aan de moord. Anoniem, met het gezicht verborgen, vertellen zij de opdracht te hebben
gekregen van Libanese veiligheidsagenten, "vermoord ze allemaal en gooi ze uit Sabra en Shatilla"als
wraak voor de moord op de Libanese president Bashir Gemayel, een christenbroeder, twee dagen eerder."
Lokman Sum, een in Beiroet verblijvende publicist, vertelde tijdens de persconferentie dat niet alleen
christenen deelnamen aan de slachting, maar ook Libanese Shi'itische moslims, waarvan niemand tot
dusver heeft durven spreken.
Bron: Franklin ter Horst.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Son of Hamas Leader Turns Back on Islam - Jonathan Hunt
Mosab Hassan Yousef, 30, the son of one of the most influential Hamas leaders, has renounced his
Muslim faith, left his family behind in Ramallah, and is seeking asylum in the U.S. In an interview, he
explained: "All those walls that Islam built for the last 1,400 years are not existing anymore....Now, people
have media. If the father closes the door for his daughter not to leave the house, she's going to go behind
her computer and travel the world....For the next 25 years this is for sure going to make [a] huge change
in the Muslim and the Arab world."
"When I was 18 years old, and I was arrested by the Israelis and was in an Israeli jail under the Israeli
administration, Hamas had control of its members inside the jail and I saw their torture; (they were)
torturing people in a very, very bad way....Hamas leaders that we see on TV now, and big leaders, [were]
responsible for torturing their own members. They didn't torture me, but that was a shock for me, to see
them torturing people: putting needles under their nails, burning their bodies. And they killed lots of
them....Hundreds of people were victims for this, and I was a witness for about a year for this torture. So
that was a huge change in my life. I started to open my (eyes)." (FOX News)
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Terreur, chaos, ontvoeringen, wetteloosheid en moorden, is het dagelijkse beeld in de gebieden die onder
controle staan van het PA-regiem. Meneer de 'president' Abu Mazen (Mahmoud Abbas), beloofde tijdens
de verkiezingen een eind te zullen maken aan de chaos en de wetteloosheid.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Op 9 augustus 2001 blies een Palestijnse terrorist zich op met een spijkerbom in de Sbarro pizzeria op de
hoek van de King George straat en de Jaffastraat in het centrum van Jeruzalem. Het restaurant zat tijdens
de aanslag, vol met mensen die de lunch gebruikten. Er vielen 15 doden onder wie zeven kinderen en 130
gewonden. Onder de doden bevonden zich vijf gezinsleden van de familie Schijveschuurder. De vader, de
moeder, hun dochter Ra’aya van 14 , Avraham Yitzhak zoon van 4 en dochter Hemda van 2 jaar. De
Palestijnse terreurgroepen Islamitische Jihad en Hamas eisten de verantwoordelijkheid op voor deze
afschuwelijke moordpartij.
Bronnen:Sheila Raviv, Nieuwsbrief. Nai Newsletter Jeruzalem. Arutz-7 Nieuwsbrief. ICEJ News. Women in Green. NAI newsletter. Arutz-7 Isarel
National News. Arutz-7 Editor. Special Jerusalem Report, Barbara. ICZC Jeruzalem.Jeruzalem Post Internet. Nai Newsletter Jeruzalem.Koenigs
International News. Citaten uit brief van Naomi Ragen.Citaten uit Palestinian Media Watch. Arutz-7 Editor. Arutz-7 Editor. Israel Today. ZionsCry
News. bassnl777 27-10-2009 @ 23:23
vredesoverleg whahahahahahahahahahahha
[ Bericht 8% gewijzigd door telavivnick op 28-10-2009 08:09:50 ]