abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_73713954

Is dit surjectief, injectief of bijectief?

Injectief is het iniedergeval niet, dus bijectief ook niet, maar ik denk dat het surjectief is, maar het schijnt geen van allen te zijn, iemand die mij een zeker antwoord kan geven + uitleg waarom het niet/wel surjectief is. ?
  donderdag 15 oktober 2009 @ 14:41:45 #131
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_73714385
Injectief betekent zowel surjectief als injectief. Als het dus niet injectief of surjectief is, kan het per definitie niet bijectief zijn.

Wat betekent injectief?

f(x) = f(y) ⇔ x = y.

Is dat zo bij x2? Nee: (-5)2 = 52 maar (-5) ≠ 5.

Wat betekent surjectief?

Dat élke waarde uit het bereik van de functie inderdaad een beeld is van een bepaalde waarde uit het domein. M.a.w. als je een functie van ℝ → ℝ hebt, dan moeten alle waarden uit ℝ voorkomen als ‘functiewaarde’.

Is dat zo bij x2? Nee, natuurlijk niet, want ∀x : x2 ≥ 0. Dus -1 is nooit het beeld van deze functie.

Kortom, niet injectief, niet surjectief (en dus automatisch niet bijectief).
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
  donderdag 15 oktober 2009 @ 14:48:29 #132
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_73714621
Overigens, één en ander hangt dus af van hoe je bereik en domein specificeert, jij hebt nu:



Zou je hebben:



Dan is deze functie wél surjectief. Zou je hebben:



Dan is ze zelfs bijectief.

Ook voor:



geldt dat. Informeel wordt wel over ‘injectieve’ of ‘bijectieve’ functies gesproken, maar in feite is dit altijd gekoppeld aan een domein en bereik (of codomein). En dat moet je eigenlijk ook altijd netjes vermelden.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_73714838
Ik snap het nu denk ik, toevallig waren die 2 voorbeelden die je gaf de 2 opvolgende opgaven en die had ik wel al goed En als ik het goed begrijp dan is met :
A = B = R, f(x) = e^x het geen van alle en
A = B = R, f(x) = sin x het ook geen van alle
  donderdag 15 oktober 2009 @ 15:01:14 #134
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_73715095
Waarom zou ex niet injectief zijn? Weet jij een xy zodanig dat ex = ey?
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_73715233
---
pi_73715431
quote:
Op donderdag 15 oktober 2009 15:01 schreef Iblis het volgende:
Waarom zou e[,sup]x[/sup] niet injectief zijn? Weet jij een xy zodanig dat ex = ey?
Hm, na lang denkwerk weet ik er toch geen, dus inderdaad injectief.
  donderdag 15 oktober 2009 @ 15:14:10 #137
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_73715577
quote:
Op donderdag 15 oktober 2009 15:10 schreef Diabox het volgende:

[..]

Hm, na lang denkwerk weet ik er toch geen, dus inderdaad injectief.
Zeg, dat is geen bewijs natuurlijk! Als je dat niet weet: wat is de afgeleide van ex? Wat betekent dat dus?
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_73715789
quote:
Op donderdag 15 oktober 2009 15:14 schreef Iblis het volgende:

[..]

Zeg, dat is geen bewijs natuurlijk! Als je dat niet weet: wat is de afgeleide van ex? Wat betekent dat dus?
De afgeleide van ex is gelijk aan zichzelf.
  donderdag 15 oktober 2009 @ 15:51:18 #139
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_73716966
quote:
Op donderdag 15 oktober 2009 15:20 schreef Diabox het volgende:

[..]

De afgeleide van ex is gelijk aan zichzelf.
En ∀x:ex > 0, dus het is een monotoon stijgende functie, die moet wel injectief zijn.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
pi_73722931
quote:
Op donderdag 15 oktober 2009 15:51 schreef Iblis het volgende:

[..]

En ∀x:ex > 0, dus het is een monotoon stijgende functie, die moet wel injectief zijn.
Dankjewel voor de uitleg.

Nog een vraagje, wat is het verschil tussen een lineaire en partiële ordening? De uitleg in mijn boek is nogal vaag.
  donderdag 15 oktober 2009 @ 19:07:07 #141
147503 Iblis
aequat omnis cinis
pi_73723311
quote:
Op donderdag 15 oktober 2009 18:56 schreef Diabox het volgende:

[..]

Dankjewel voor de uitleg.

Nog een vraagje, wat is het verschil tussen een lineaire en partiële ordening? De uitleg in mijn boek is nogal vaag.
De ideeën zijn hetzelfde in feite, behalve dat in een partiële ordening sommige elementen ‘onvergelijkbaar zijn’.

Neem b.v. ≤, dat is een lineaire (of totale) ordening op de natuurlijke getallen.

  • Ze is reflexief (x ≤ x)
  • Ze is transitief: als ab en bc, dan ac.
  • Er geldt altijd, als je twee elementen (getallen in dit geval) hebt dat óf ab, óf ba.

    Neem nu als operatie ⊆, en neem verzamelingen, ook hier is deze weer reflexief, er geldt s ⊆ s, en transitiviteit geldt ook. Maar er geldt níét altijd dat rs óf sr, ga maar na, neem b.v. {1, 2} en {2, 3}. {1, 2} is geen deelverzameling van {2, 3}, en omgekeerd ook niet.

    Je kunt dus niet, zoals op de getallenlijn (waarbij elk getal kleiner of gelijk is dan al z’n opvolgers), verzamelingen in een lange keten rangschikken. Natuurlijk ∅ zit in alle verzamelingen, maar daarna wordt het een soort boom (hier voor {x, y, z​}), de pijlen geven ⊆ aan.


    Bron: Wikimedia Commons. Maker: KSmrq. Licentie: CC-BY-SA.

    Er geldt alleen: als rs, dan niet sr tenzij s = r, of anders gezegd, als rs en sr, dan r = s. Dit ‘in plaats van’ die 3e eigenschap bij een lineaire ordening.
  • Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73723553
    Heel wat duidelijker zo, bedankt voor de uitleg.
    pi_73724080
    Op Wikipedia staat:
    Informeel gesproken koppelt een afbeelding ieder element uit een verzameling aan ten hoogste één element uit een andere (of dezelfde) verzameling.

    In mijn boek staat:
    Het kenmerkende van een afbeelding of functie van A naar B, kort genoteerd als f : A --> B, door f aan elk element van A precies één element van B toegekend wordt.

    Welk is nu juist?

    Edit:
    Oh oops staat hetzelfde, alleen las ik het als: door f aan elk element van B precies een element van A toegekend wordt.
    pi_73749378
    De vraag luidt:
    Is de relatie R op de verzameling lijnen L in het vlak gegeven door lRm wil zeggen l staat loodrecht op m een equivalentierelatie?

    Ik heb nee, want l en l kunnen dan nooit loodrecht opelkaar staan, dus is het geen equivalentierelatie, maar hoe verwoord ik dit correct?

    Daarna de vraag:
    Idem met lRm wil zeggen l en m hebben dezelfde richting, ik heb:
    Ja, lRl, l en l hebben altijd dezelfde richting, dus reflexief

    lRm l en m hebben dezelfde richting --> m en l hebben dezelfde richting, mRL. dus symmetrisch

    lRm
    l en m hebben dezelfde richting
    mRz
    m en z hebben dezelfde richting
    --> l en z zelfde richting
    lRz
    dus transitief, dus equivalentierelatie, maar hoe verwoord ik dit correct?
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 14:47:03 #145
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73749715
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 14:38 schreef Diabox het volgende:
    De vraag luidt:
    Is de relatie R op de verzameling lijnen L in het vlak gegeven door lRm wil zeggen l staat loodrecht op m een equivalentierelatie?

    Ik heb nee, want l en l kunnen dan nooit loodrecht opelkaar staan, dus is het geen equivalentierelatie, maar hoe verwoord ik dit correct?
    Voor een equivalentierelatie moet gelden dat ze reflexief, symmetrisch én transitief is. Daar l R l niet geldt, geldt de reflexiviteit niet, ergo, het is geen equivalentierelatie. (Transitiviteit gaat ook niet op overigens.) Dat opmerken is voldoende. Gewoon de eisen erbij halen, en zeggen dat de relatie er niet aan voldoet.
    quote:
    Daarna de vraag:
    Idem met lRm wil zeggen l en m hebben dezelfde richting, ik heb:
    Ja, lRl, l en l hebben altijd dezelfde richting, dus reflexief

    lRm l en m hebben dezelfde richting --> m en l hebben dezelfde richting, mRL. dus symmetrisch

    lRm
    l en m hebben dezelfde richting
    mRz
    m en z hebben dezelfde richting
    --> l en z zelfde richting
    lRz
    dus transitief, dus equivalentierelatie, maar hoe verwoord ik dit correct?
    Zo als je hier boven doet. Ik weet niet ‘of dezelfde richting hebben’ nog formeel gedefinieerd is, dan moet je wel die formele definitie gebruiken, anders lijkt me dit afdoende.
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 14:52:03 #146
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73749887
    quote:
    Op donderdag 15 oktober 2009 19:27 schreef Diabox het volgende:
    Op Wikipedia staat:
    Informeel gesproken koppelt een afbeelding ieder element uit een verzameling aan ten hoogste één element uit een andere (of dezelfde) verzameling.

    In mijn boek staat:
    Het kenmerkende van een afbeelding of functie van A naar B, kort genoteerd als f : A --> B, door f aan elk element van A precies één element van B toegekend wordt.

    Welk is nu juist?

    Edit:
    Oh oops staat hetzelfde, alleen las ik het als: door f aan elk element van B precies een element van A toegekend wordt.
    Ze zijn niet helemaal hetzelfde natuurlijk, en verwoorden iets andere insteken. Een functie kan namelijk niet gedefinieerd zijn voor sommige waarden. B.v. 1/x is niet gedefinieerd voor x = 0 en log alleen voor positieve getallen.

    Sommigen zullen zeggen dat het domein van 1/x gewoon ℝ is, maar dat de functie niet gedefinieerd is voor 0, anderen zullen zeggen dat in feite het domein ℝ\{0} is, en dan koppelt 1/x wél elke waarde uit het domein aan precies één waarde uit het bereik.
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73750014


    Bij deze vraag snap ik niet precies wat de relatie tussen a en b is, is de relatie gewoon dat a bestaat uit 2^k waarbij k dus een element van Z is en dat vervolgens vermenigvuldigen met het getal b, en dat dít de relatie is? Verder snap ik niet precies hoe ik een tabel van een relatie moet maken.
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 15:02:32 #148
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73750288
    Er is niet zoveel aan uit te leggen, want het staat er in feite. Dus, geldt a = 2kb, voor een zekere k, dan zit het paartje (a,b) in de relatie. Neem b.v. a = 8 en b = 2, dan geldt a = 22·b, dus die zit erin.

    Het makkelijkste om die tabel te maken is er een vierkante tabel van te maken en kruisjes te plaatsen waar het klopt.

    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73750450
    Dus inprincipe moet ik steeds kijken of
    a = 2^k . b kan waarbij ik voor a en b steeds alle getallen van 1 t/m 10 af ga, en waarbij ik een k kies die ervoor zorgt dat de uitkomst a kloppend is, zo niet zet ik geen kruisje?
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 15:12:15 #150
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73750608
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 15:07 schreef Diabox het volgende:
    Dus inprincipe moet ik steeds kijken of
    a = 2^k . b kan waarbij ik voor a en b steeds alle getallen van 1 t/m 10 af ga, en waarbij ik een k kies die ervoor zorgt dat de uitkomst a kloppend is, zo niet zet ik geen kruisje?
    Ja, maar, je kunt gegeven een b natuurlijk wel vrij snel bedenken welke a’s erbij horen. Verder kun je uit de vraagstelling al enige dingen opmaken, met name (b) opmaken die wel zullen moeten gelden, dus daar kun je ook al rekening mee houden. (Overigens staat er bij (b) ‘ga na’, maar het is natuurlijk vrij eenvoudig te bewijzen).
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73751622
    Ik kom er helaas (niet goed) uit hoe ik kan bewijzen dat ie symmetrisch en transitief is.
    pi_73751847
    k is geheel, niet per se positief.
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 15:48:55 #153
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73751875
    Als a = 2kb voor zekere k ∈ ℤ, dan… (los die vergelijking eens op naar b).

    Als a = 2kb voor zekere k ∈ ℤ, en b = 2nc, voor zekere n ∈ ℤ, dan… (vervang b eens door 2nc in die eerste vergelijking).
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73752108
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 15:48 schreef thabit het volgende:
    k is geheel, niet per se positief.
    Was ik even vergeten, ook met het opstellen van m'n grafiek.
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 15:48 schreef Iblis het volgende:
    Als a = 2kb voor zekere k ∈ ℤ, dan… (los die vergelijking eens op naar b).

    Als a = 2kb voor zekere k ∈ ℤ, en b = 2nc, voor zekere n ∈ ℤ, dan… (vervang b eens door 2nc in die eerste vergelijking).
    a = 2kb
    b = a / 2k
    --> bRa
    Dus symmetrisch?

    a = 2kb
    b = 2nc
    --> a = 2k(2nc)
    Dus, aRc, dus transitief?
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 16:11:23 #155
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73752582
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 15:56 schreef Diabox het volgende:
    Was ik even vergeten, ook met het opstellen van m'n grafiek.
    Maar om reflexiviteit te kunnen bewijzen heb je al nodig dat k = 0 ook kan gelden.
    quote:
    a = 2kb
    b = a / 2k
    b = 2-ka, en k ∈ ℤ ⇔ -k ∈ ℤ, dus:
    quote:
    --> bRa
    Dus symmetrisch?
    quote:
    a = 2kb
    b = 2nc
    --> a = 2k(2nc)
    a = 2k + nc, en als k en n geheel zijn, dan is k + n dat ook natuurlijk. Je moet ietsje preciezer zijn hier denk ik.
    quote:
    Dus, aRc, dus transitief?
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73752918
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 16:11 schreef Iblis het volgende:

    [..]

    Maar om reflexiviteit te kunnen bewijzen heb je al nodig dat k = 0 ook kan gelden.
    En daarom klopt mijn reflexiviteit bewijs achteraf ook niet zie ik.

    En hoe teken ik netjes een ongerichte graaf hierbij?

    En wat is een equivalentieklasse en wat zijn de equivalentieklassen bij deze relatie ?
    SPOILER
    Om spoilers te kunnen lezen moet je zijn ingelogd. Je moet je daarvoor eerst gratis Registreren. Ook kun je spoilers niet lezen als je een ban hebt.


    [ Bericht 19% gewijzigd door Diabox op 16-10-2009 16:42:21 ]
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 18:02:09 #157
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73756129
    Ik had dit even gemist doordat je had geëdit en niet een nieuwe post had gemaakt.

    Een ongerichte graaf maak je gewoon door tien punten te tekenen voor de tien getallen en die punten die in relatie staan tot elkaar (dus b.v. 2 en 8) te verbinden. Je zult zien dat de graaf dan uiteenvalt in een paar groepen.

    Die groepen zijn ook je equivalentieklassen. Immers een equivalentierelatie zegt welke elementen (onder die relatie!) equivalent zijn. Dus b.v. 2 en 8 zijn (voor deze relatie) equivalent.
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73756336
    Oooooh, ik heb zeg maar in mijn graaf 5 verschillende groepen, namelijk:
    1,2,4,8
    3,6
    5,10
    7
    9

    En dit zijn dus de equivalentieklasse, dus er zijn 5 equivalentieklasse?
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 18:16:47 #159
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73756441
    Ja, dat is correct.

    Een equivalentierelatie deelt gewoon op onder een bepaald criterium. Dus hier is het criterium: de getallen verschillen alleen met een factor die een twee-macht is van elkaar.

    Maar je zou ook b.v. mensen kunnen partitioneren volgens ‘heeft het zelfde geslacht als’, dan zou je een groep mannen en een groep vrouwen krijgen (ga zelf na dat dat een equivalentierelatie is ), en je zou ‘is op dezelfde dag jarig als’ kunnen gebruiken: dat geeft 366 groepen.

    Op getallen zou je kunnen doen ‘heeft dezelfde rest als je door 2 deelt’: dat geeft in feite de even en oneven getallen.

    Op breuken kun je doen ‘heeft dezelfde gereduceerde vorm’, dus b.v. 1/4, 2/8, 20/80 zitten allemaal in dezelfde klasse.

    Hopelijk heb je nou een beetje ‘het idee’ achter een equivalentierelatie.
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73756453

    Ik heb hierbij dus als bewijs van een equivalentierelatie:
    a1 = a1
    a1Ra1 -> dus reflexief

    a1=a2
    a2 = a1
    a2Ra1 -> dus symmetrisch

    a1 = a2
    a2 = a3
    a1 = a3
    a1Ra3 --> dus transitief, uit al het voorgaande blijkt dus dat het een equivalentierelatie is.

    Ik hoop dat dit goed is, en dan moet ik dus de equivalentieklassen omschrijven, betekent dit dan dat alles onder 1 en dezelfde equivalentieklassen valt? (alle a(n) geven namelijk hetzelfde beeld)

    Edit:
    Is inderdaad heel wat duidelijker nu wat een equivalentieklassen is, in feite is het dus een gezamelijke overeenkomst van een bepaalde eigenschap bij groepen verzamelingen. of iets dergelijks
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 18:24:41 #161
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73756644
    Je moet iets uitgebreider zijn. a1 R a2 wil zeggen dat f(a1) = f(a2), en dus f(a2) = f(a1) en dus a2 R a1. Wel even die tussenstappen opschrijven!

    En hier bevat een equivalentieklasse zeker niet alle waarden uit het domein, maar alleen de waarden die hetzelfde beeld geven. Ik kan wel een concreet voorbeeld geven, neem f: xx2, dan zijn de equivalentie klassen {0}, {-1,1}, {-2,2}, {-3,3}, enz. (ook de kommagetallen natuurlijk) Maar niet alles in één klasse!

    Bedenk anders eens wat b.v. de equivalentieklassen zouden zijn bij f = sin(x).
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
    pi_73756865
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 18:24 schreef Iblis het volgende:
    Je moet iets uitgebreider zijn. a1 R a2 wil zeggen dat f(a1) = f(a2), en dus f(a2) = f(a1) en dus a2 R a1. Wel even die tussenstappen opschrijven!

    En hier bevat een equivalentieklasse zeker niet alle waarden uit het domein, maar alleen de waarden die hetzelfde beeld geven. Ik kan wel een concreet voorbeeld geven, neem f: xx2, dan zijn de equivalentie klassen {0}, {-1,1}, {-2,2}, {-3,3}, enz. (ook de kommagetallen natuurlijk) Maar niet alles in één klasse!

    Bedenk anders eens wat b.v. de equivalentieklassen zouden zijn bij f = sin(x).
    {0}
    {-1/2pi, 1 1/2pi}
    {-pi, pi}
    {-1 1/2 pi, 2 1/2 pi}
    {-2pi, 2pi}

    Zoiets?
    Maar hoe moet ik dan de equivalentieklassen beschrijven bij zo'n functie? Aangezien het dus ook iets anders kon zijn dan x²

    Edit:
    Volgens mij is
    {0, -pi, pi, -2pi, 2pi}
    {-1/2pi, 1 1/2pi, - 2 1/2 pi, 3 1/2pi}
    {-1 1/2 pi, 1/2 pi, -3 1/2 pi, 2 1/2 pi}
    beter

    [ Bericht 1% gewijzigd door Diabox op 16-10-2009 18:39:04 ]
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 19:21:08 #163
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73758580
    In z’n algemeenheid bevatten die equivalentieklassen dus elementen waarvoor de functie dezelfde waarde heeft.

    In het geval van x2 is dat concreet {-x, x} in het geval van sin x is het iets lastiger. Sowieso is het {…-4πx, -2πx, x, 2πx, 4πx,…}, omdat sin periodiek is met periode 2π, maar daarnaast heb je nog dat sin 1/4π = sin 3/4π natuurlijk, dus die zitten er ook bij (het kan wel helemaal uitgewerkt worden, maar het ging me meer om het idee), het komt dus neer op alle punten die op dezelfde y-hoogte liggen in onderstaande grafiek, m.a.w. als je een horizontale lijn trekt door onderstaande grafiek maak je eigenlijk een equivalentieklasse:


    Bron: Wikimedia Commons. Maker: Geek3. Licentie: CC-BY-SA.

    Dat is namelijk een visuele interpretatie: teken je de grafiek, dan zitten in de equivalentieklasse die punten die op een horizontale lijn door de grafiek zitten (m.a.w. waarvoor het beeld van de functie gelijk is).
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
      vrijdag 16 oktober 2009 @ 20:34:51 #164
    105018 Borizzz
    Thich Nhat Hanh
    pi_73761306
    quote:
    Op woensdag 16 september 2009 21:58 schreef thabit het volgende:

    [..]

    Dat zijn allemaal nog elementaire onderwerpen, daar hoef je geen zware wiskunde voor te doen. Vooral die kwadratische reciprociteit is een hele mooie stelling die iets bovennatuurlijks in zich lijkt te hebben.
    Hierdoor was mijn verwachting vrij hoog, maar ik vind het nu ik tegen het einde van de cursus zit toch wat tegenvallen. Met deze theorie en die van legendre symbolen kan ik alleen maar uitrekenen of een kwadratische congruentie vergelijking al dan niet oplossingen heeft. Maar de oplossingen zélf berekenen we niet. Jammer.
    kloep kloep
    pi_73765001
    quote:
    Op vrijdag 16 oktober 2009 20:34 schreef Borizzz het volgende:

    [..]

    Hierdoor was mijn verwachting vrij hoog, maar ik vind het nu ik tegen het einde van de cursus zit toch wat tegenvallen. Met deze theorie en die van legendre symbolen kan ik alleen maar uitrekenen of een kwadratische congruentie vergelijking al dan niet oplossingen heeft. Maar de oplossingen zélf berekenen we niet. Jammer.
    Het trekken van vierkantswortels modulo p kan wel, maar er is geen deterministisch algoritme bekend dat dat in polynomiale tijd (in log p) kan. Je moet hier probabilistische technieken gebruiken. Dat kan dan vervolgens op meerdere manieren.

    De bekendste methode is het Shanks-Tonelli algoritme en berust op het kiezen van een niet-kwadraatrest modulo p. Voor dat laatste is geen deterministisch algoritme bekend dat het in polynomiale tijd kan, tenzij we de Gegeneraliseerde Riemannhypothese mogen aannemen. Probabilistisch is het eenvoudig: probeer random restklassen modulo p en en test of ze een kwadraat zijn of niet.

    Een andere manier om een vierkantswortel uit a modulo p te trekken, is door nulpunten van f(x) = x2-a te berekenen. Hier zijn ook meerdere methodes voor. De eenvoudigste is door de ggd van de polynomen f(x) en (x-c)(p-1)/2±1 te berekenen voor random waarden van c, even aangenomen dat p niet 2 is.. Dit werkt dan algemener voor het vinden van nulpunten van polynomen modulo priemgetallen.

    [ Bericht 1% gewijzigd door thabit op 16-10-2009 22:27:07 ]
      zaterdag 17 oktober 2009 @ 02:15:28 #166
    267150 Q.E.D.
    qat erat ad vundum
    pi_73771299
    te volgen
    Hetgeen bewezen en beklonken moest worden.
      zaterdag 17 oktober 2009 @ 10:34:04 #167
    102865 One_conundrum
    zeg maar Conundrum
    pi_73773308
    Wiskunde leek meld zich...

    1,96Xa + 5(1-Xa) = 2 1/2

    Wat is Xa en hoe kom ik daar. Een vriend van me zei; alle x naar links en de rest dus naar rechts, maar hoe. 2 1/2 is gewoon 2,5 trouwens.
    "Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
      zaterdag 17 oktober 2009 @ 11:12:43 #168
    147503 Iblis
    aequat omnis cinis
    pi_73774001
    quote:
    Op zaterdag 17 oktober 2009 10:34 schreef One_conundrum het volgende:
    Wiskunde leek meld zich...

    1,96Xa + 5(1-Xa) = 2 1/2

    Wat is Xa en hoe kom ik daar. Een vriend van me zei; alle x naar links en de rest dus naar rechts, maar hoe. 2 1/2 is gewoon 2,5 trouwens.
    Een vergelijking zegt: Wat links van het =-teken staat, is gelijk aan wat rechts van het =-teken staat. Dat is vrij banaal om op te merken, maar in wezen zit daar de kern.

    Eerst werken we echter de haakjes weg:

    1,96Xa + 5(1-Xa) = 2 1/2

    wordt dus:

    1,96Xa + 5 - 5Xa = 2 1/2

    Behalve de notatie is er nu nog niet veel veranderd. Volgende stap is de termen met Xa bij elkaar zoeken: 1,96 - 5 = -3,04, dus 1,96 Xa - 5 Xa is ook -3,04 Xa:

    -3,04Xa + 5 = 2 1/2

    Nu ‘brengen we 5 naar de andere kant’, zoals dat zo mooi heet: Of eigenlijk, wat we doen is zowel links als rechts 5 van de vergelijking afhalen. Immers, als de linkerkant gelijk is aan de rechterkant, dan blijven ze ook aan elkaar gelijk als je aan beide zijden er hetzelfde afhaalt:

    -3,04Xa + 5 - 5 = 2 1/2 - 5

    Nu zie je dat +5 - 5 = 0, dus:

    -3,04Xa = 2 1/2 - 5

    En hopelijk is nu ook duidelijk waar dat ‘naar de andere kant brengen vandaan komt’, want die 5 verschijnt weer aan de andere kant, behalve dat het teken is omgeklapt. Ook 2 1/2 - 5 is te vereenvoudigen tot 2 1/2 - 5 = -2 1/5:

    -3,04Xa = -2 1/2

    Nu zijn we er bijna. We gaan nu echter delen door -3,04 – ook daar geldt weer, als we dat aan beide kanten doen, dan geldt het =-teken nog steeds:

    Xa = (-2 1/2)/(-3,04) = 0,822 (en een beetje)

    Kortom, Xa ≈ 0,822
    Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.
      zaterdag 17 oktober 2009 @ 12:31:07 #169
    102865 One_conundrum
    zeg maar Conundrum
    pi_73775557
    Dat is duidelijk. Dank!

    Nu een vergelijking van iets andere aard. Dit is één som. de beide Xa's zijn dus hetzelfde.

    0,2Xa - 0,1Xb = c
    -0,1Xa - 0,2Xb = c

    c is een constante, dusuuuh 1.

    Help
    "Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
    pi_73775615
    quote:
    Op zaterdag 17 oktober 2009 12:31 schreef One_conundrum het volgende:
    Dat is duidelijk. Dank!

    Nu een vergelijking van iets andere aard. Dit is één som. de beide Xa's zijn dus hetzelfde.

    0,2Xa - 0,1Xb = c
    -0,1Xa - 0,2Xb = c

    c is een constante, dusuuuh 1.

    Help
    Je zou bv. de Xb vrij kunnen maken in de bovenste vergelijking.
    Je schrijft het er dan als Xb = .....
    Die kan je dan invullen in de tweede vergelijking.

    'constante dusuuuh 1' ontgaat mij even
    I asked God for a bike, but I know God doesn't work that way.
    So I stole a bike and asked for forgiveness.
      zaterdag 17 oktober 2009 @ 12:37:23 #171
    102865 One_conundrum
    zeg maar Conundrum
    pi_73775704
    0,2Xa - 0,1Xb = c
    -0,1Xa - 0,2Xb = c


    dat je voor C een willekeurig getal in mag vullen, dus bijv 1
    "Vanity, definitely my favorite sin. . . ."
      zaterdag 17 oktober 2009 @ 12:39:15 #172
    105018 Borizzz
    Thich Nhat Hanh
    pi_73775744
    Als ik bijv. deze kwadratische congruentievergelijking moet oplossen, ik dacht dat kwadraat afsplitsen misschien een goed idee is.
    Hoe gaat dan dit voorbeeld. Ik heb een begin gemaakt:
    "=" staat voor "komt overeen met".

    2y2 +16y +4 = 0 (mod 19)
    2(y2+8y+2) = 0 (mod 19)
    2(y+4)2 -14) = 0 (mod 19)
    2(y+4)2 = 28 = 9 (mod 19)
    noem y+4=k dan geldt verder
    2k2 = 9 mod (19).

    En dan? Volg mij geen fouten in bovenstaande. Maar hoe ga ik verder?
    kloep kloep
    abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
    Forum Opties
    Forumhop:
    Hop naar:
    (afkorting, bv 'KLB')