Ik begrijp de in de afbeelding gegeven definitie van cumulatief dagelijks temperatuurgemiddelde al niet. Als namelijk T(t) een temperatuur voorstelt op tijdstip t, dan kan de gegeven integraal, en daarmee Tcum(D), niet dezelfde (fysische) dimensie hebben als T(t) en daarmee ook geen temperatuur voorstellen.quote:Op zondag 27 september 2009 17:17 schreef GlowMouse het volgende:
[ afbeelding ]
Beide betekenissen waren foutgekeurd
Met hun vage definities wil ik functie en primitieve ook wel verdedigen (constante functie en primitieve van de nulfunctie)![]()
let niet op rood/zwart
Puur mathematisch is x inderdaad een dummyvariabele, maar je zou er natuurlijk een fysische interpretatie aan kunnen geven. Wikipedia vermeldt (zonder bron overigens):quote:Op zondag 27 september 2009 17:06 schreef GlowMouse het volgende:
[..]
klopt
[ afbeelding ]
Iemand een bron dat x geen betekenis heeft?
quote:The variable of integration dx has different interpretations depending on the theory being used. For example, it can be seen as strictly a notation indicating that x is a dummy variable of integration, as a reflection of the weights in the Riemann sum, a measure (in Lebesgue integration and its extensions), an infinitesimal (in non-standard analysis) or as an independent mathematical quantity: a differential form. More complicated cases may vary the notation slightly.
Stel x=aantal km van A'dam naar Leiden.quote:Op maandag 28 september 2009 18:55 schreef thabit het volgende:
De afstand is 1 quirk, waarbij de quirk een oude afstandsmaat is, gebaseerd op de afstand tussen Leiden en Amsterdam. Snelheden meten we in quirks per minuut.
Voor a en b kun je nu de formules invullen, dus dan krijg je 1/(x*(a/x))+1/(x*(b/x)). Dit is dus de snelheid die ze hebben. Wordt de formule dan niet 1-1/(x*(a/x))=1/(x*(b/x)) ?!quote:Op maandag 28 september 2009 19:19 schreef thabit het volgende:
Op het moment dat ze elkaar tegenkomen hebben ze bijelkaar afstand 1 afgelegd. Tim gaat met een snelheid van 1/a en die griet met een snelheid van 1/b. Bij elkaar opgeteld hebben ze een snelheid van 1/a + 1/b. Nu jij weer.
quote:Een matrix is in rij-echelonvorm, standaard-rijvorm of rij-trapvorm als elke volgende rij met meer nullen begint dan de voorgaande, tenzij deze [de voorgaande dus] een nulrij is.
Hoe gaat dat dan?quote:Op woensdag 30 september 2009 14:26 schreef thabit het volgende:
Ik zou inductie naar a gebruiken, niet naar p.
1/1,5 = 2/3quote:Op donderdag 1 oktober 2009 16:31 schreef Matr het volgende:
Nog een vraag:
Inkomensvraagfunctie, Q1 als functie van I
P1Q1 = 2P2Q2
P2Q2 = 0,5P1Q1
I = P1Q1 + P2Q2
I = P1Q1 + 0,5P1Q1
I = 1,5P1Q1
Q = I / 1,5 PI
Q1 = 2/3 / I
Ik snap niet hoe ze van de een na laatste regel tot de laatste komen. Welke rekenregel mis ik?
Weet je nog hoe je een afgeleide moet berekenen en wat de betekenis van een afgeleide (in een bepaald punt) is?quote:Op vrijdag 2 oktober 2009 11:11 schreef Jahr00n het volgende:
Ik moet van de volgende functies het richtingscoefficient berekenen, maar heb geen idee meer hoe dat ook alweer moest.
x=2y
-3x=-y+3
Hoop dat iemand me wil helpen.
Niet echt eigenlijk, m'n wiskunde is compleet weggezakt.quote:Op vrijdag 2 oktober 2009 11:13 schreef Iblis het volgende:
[..]
Weet je nog hoe je een afgeleide moet berekenen en wat de betekenis van een afgeleide (in een bepaald punt) is?
Dan is dat hetgeen wat je moet opzoeken. Dat is me even wat te veel werk om nu allemaal uit te leggen. Kijk in je boek zou ik zeggen.quote:Op vrijdag 2 oktober 2009 11:15 schreef Jahr00n het volgende:
[..]
Niet echt eigenlijk, m'n wiskunde is compleet weggezakt.
Daar heb je gelijk in. In mijn hoofd zijn afgeleide en richtingscoëfficiënt aardig hard gekoppeld.quote:Op vrijdag 2 oktober 2009 11:53 schreef Beregd het volgende:
Dat heb je toch allemaal niet nodig om de rico van een rechte te bepalen, afgeleiden en zo.
Gewoon omvormen naar y = ....
en dan neem je de coëfficiënt van x
dus als y = ax+b dan is a de rico a
in het eerste voorbeeld wordt dat y= 1/2 x dus rico = 1/2
Dat leren ze bij ons al in het derde (België), terwijl afgeleiden pas voor het vijfde zijn.
Nu wordt het wat duidelijker, maar hoe kom je dan aan die 1?quote:Op vrijdag 2 oktober 2009 11:53 schreef Beregd het volgende:
Dat heb je toch allemaal niet nodig om de rico van een rechte te bepalen, afgeleiden en zo.
Gewoon omvormen naar y = ....
en dan neem je de coëfficiënt van x
dus als y = ax+b dan is a de rico a
in het eerste voorbeeld wordt dat y= 1/2 x dus rico = 1/2
Dat leren ze bij ons al in het derde (België), terwijl afgeleiden pas voor het vijfde zijn.
Bij vraag 1c is me niet helemaal duidelijk wat je doet. Je hebt daar P ← (Q ∨ R) en (Q ∨ R) → P staan. Het gebruik van ← is niet helemaal standaard. Als je dat hebt geleerd als ‘alleen als’, dan lijkt het me goed, anders niet per se. (Q ∨ R) → P laat echter de mogelijkheid open dat hij niet slaagt, noch in juni, noch in augustus, maar toch hard heeft gewerkt. Ik zou zeggen dat men eerder op zoek is naar een equivalentie: P ↔ (Q ∨ R). (Of iets uitgebreider (P → (Q ∨ R)) ∧ (¬P → ¬(Q ∨ R)), maar die zijn aan elkaar gelijk. Overigens worden namen van maanden in het Nederlands niet met hoofdletters geschreven, maar dat doet de vraagsteller ook fout.quote:Op zaterdag 3 oktober 2009 02:10 schreef Friek_ het volgende:
Hallo!Ik heb voor het vak 'logica en taalanalyse 1' de voorbeeldtussentoets gemaakt die op BlackBoard stond. Het gaat over filosofische logica (vertalen), propositielogica, semantische tableaux en waarheidstafels. Zou iemand deze voor mij na kunnen kijken en feedback kunnen leveren? Bedankt!
Wanneer er in de natuurlijke taal 'alleen als' voorkomt heb ik van de docent geleerd dat ik het connectief → diende om te draaien. Alleen als φ, ψ drukt juist uit ψ → φ. Ik heb even de collegesheet opgezocht waarin dit werd uitgelegd:quote:Op zaterdag 3 oktober 2009 09:19 schreef Iblis het volgende:
[..]
Bij vraag 1c is me niet helemaal duidelijk wat je doet. Je hebt daar P ← (Q ∨ R) en (Q ∨ R) → P staan. Het gebruik van ← is niet helemaal standaard. Als je dat hebt geleerd als ‘alleen als’, dan lijkt het me goed, anders niet per se. (Q ∨ R) → P laat echter de mogelijkheid open dat hij niet slaagt, noch in juni, noch in augustus, maar toch hard heeft gewerkt. Ik zou zeggen dat men eerder op zoek is naar een equivalentie: P ↔ (Q ∨ R). (Of iets uitgebreider (P → (Q ∨ R)) ∧ (¬P → ¬(Q ∨ R)), maar die zijn aan elkaar gelijk. Overigens worden namen van maanden in het Nederlands niet met hoofdletters geschreven, maar dat doet de vraagsteller ook fout.
quote:En 1d mist? Of ligt dat aan mijn Open Office?
Even weer een collegesheet erbij:quote:Bij 2 heb je niet expliciet antwoord gegeven op c) en d)? Dat valt af te leiden natuurlijk doordat a & d en b & c elkaar uitsluiten.
Hier moet ik nog eens over gaan zitten volgens mij. De basale concepten van de propositielogica snap ik nu wel, maar de eigenschappen vind ik persoonlijk iets lastiger. Iets zegt me dat je die hiervoor moet kennen.quote:Wat 6 betreft: deze is heel flauw. De bedoeling is dat je gewoon een beetje knoeit, totdat je een formule met ∨ en ∧ en → hebt die klopt. Je ziet dat er heel veel F is, dus je zou b.v. kunnen beginnen met (φ ∧ ψ ∧ χ), maar dan voldoe je niet aan rij 6. Dus voeg je nog toe: (φ ∧ ψ ∧ χ) ∨ (¬φ ∧ ψ ∧ ¬χ).
Hmm, klopt helemaal. Zal volgende keer wat efficiënter te werk gaan wanneer ik zoiets uitschrijf.quote:Op zaterdag 3 oktober 2009 10:03 schreef Iblis het volgende:
Bij tableau kun je iets slimmer zijn denk ik. Je splitst Q ∨ R op en dan heb je de R-tak, waarbij je nog ¬P ∨ ¬Q en ¬P ∨ ¬R hebt, waarom kies je er niet voor als eerste ¬P ∨ ¬R te splitsen? De volgorde maakt niet uit immers, en als je dat doet sluit die tak eerder.
| Forum Opties | |
|---|---|
| Forumhop: | |
| Hop naar: | |