Situatieschets:
Je kent een stelletje dat al -laten we zeggen- 3 jaar heel gelukkig lijkt te zijn. Ze zijn even oud (zo'n 25), ze wonen sinds een half jaar samen en willen graag aan een stel nakomelingen gaan werken. Okee, leuk voor ze. Bij gesprekken over hun liefde voor elkaar geven ze aan dat het heel goed gaat en er geen vuiltje aan de lucht is.
En nou komt ie. Je loopt 's avonds laat naar huis. En laat je nou om de hoek van de rosse buurt wonen. Je loopt daar als vrouw rustig doorheen op weg naar huis. En dan komt opeens de mannelijke helft van het bovengenoemde koppel -gulp dicht ritsend- naar buiten gelopen.
Jij:
Hij:

Jij:
Hij: maakt dat ie wegkomt
En dan begint het probleem. Je ontmoet de vrouwelijke helft van het bovengenoemde koppel weer, die loopt te jubelen dat ze ten huwelijk gevraag is en dat haar 'mannetje' zo trouw, lief en eerlijk is. Als je weer over de vloer komt bij het koppel is de mannelijke helft ook thuis. Als de vrouwelijke helft even de keuken inloopt, zegt meneer tegen je: "je hebt me daar nooit gezien, als je me weer ziet ken je me niet. Ik hoop dat ze er nooit hoeft achter te komen (PUNTJE PUNTJE PUNTJE)"
Oké. Ja het is jouw zaak ook niet echt, dus je besluit er voorlopig niets mee te doen. En nu het echte probleem. Vrouwelijke helft neemt je in vertrouwen. Ze heeft condooms gevonden in de mannelijke helft zijn jaszak. Ze doen het nooit met condoom, dus wat moet ze nu doen. "Jij kan zo goed met hem overweg" (jij denkt:

) "als er iets is dat je weet..."
Wat doet de gemiddelde FOK!er nu?