In een oorkonde uit het jaar 838 werd voor het eerst melding gemaakt van "

" (Kolman, 1996; Groenedijk, 2000). De naam heeft mogelijk te maken met de plaatselijke bodemgesteldheid of vegetatie. Het jaar van stichting zou te maken hebben met de Stormvloed van 838.
Op 23 maart 838 schonk Graaf Rodgar aan de St. Maartenskerk te Utrecht verschillende goederen gelegen in de gouw Leomeriche en elders, en ontving daarvoor andere goederen van deze kerk, gelegen te Groessen,

, Leusden, Hees en Doorn, levenslang in gebruik tegen betaling van cijns. "...villa

familias VI cum terris et edificiis earum,..."
Op 28 mei 1279 schonken Godfried van

, ridder, en zijn zoon Johannes, aan de priorin en het convent van Vrouwenklooster te Oostbroek, waarin zijn dochter Petronella opgenomen is, de wetering waarop de hof Stoetweghe afwaterde, alsmede de grove en smalle tienden van 9 hoeven gelegen in Dincslo, welke zij van de elect van Utrecht in leen hielden. Aan het geslacht van

kwam niet veel later min of meer een einde. Min of meer, want in het jaar 1360 trouwde de laatste (vrouwelijke) telg uit het de familie van

met een lid van de familie Borre van Amerongen. Zij kregen een zoon die, om de familienaam van de moeder te behouden, haar achternaam koos, en tegelijkertijd het familiewapen van de Borre van Amerongens ging dragen. Juist deze tak, met als mannelijke bloedlijn Borre van Amerongen, de naam Van

en het familiewapen van Borre van Amerongen (in gewijzigde kleuren) was als enige nog in leven.

, in verschillende spellingen, is de plaatsnaam.