GAZA-STAD - Minister Bert Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) heeft 4 miljoen euro extra uitgetrokken aan hulp voor het onderwijs dat VN-organisatie UNWRA verzorgt in de Gazastrook. Hij zei dit aan het eind van zijn bezoek maandag aan de grensovergang Erez.
UNWRA verzorgt ook het zomerkamp voor kinderen die de oorlog in januari hebben meegemaakt en dat Koenders bezocht. „De situatie is toch wel erg dramatisch”, zei de minister die in 2005 voor het laatst op Gaza geweest was. De armoede is toegenomen en de humanitaire hulp schiet ernstig tekort, zei hij.
„Je ziet depressieve mensen die zich opgesloten voelen en die niet goed een uitweg weten. Het trauma van die oorlog ligt als een deken over het land.” De minister duidt op de oorlog in januari dit jaar. Daarbij zijn niet alleen woningen en industriële gebieden vernietigd. Ook het Nederlands landbouwproject is getroffen. Volgens Koenders heeft het Israëlische leger irrigatiesystemen en een deel van het land „kapot gebulldozerd”.
Koenders veroordeelt dit: „Het zijn projecten van Nederland die vooral gericht zijn op hulp aan de gematigde krachten op de Gazastrook. Wat je nu doet is het radicalisme versterken.”
De minister riep de Israëlische overheid nogmaals op de grenzen van Gaza open te stellen voor humanitaire hulpverlening en het doorlaten van cement voor de wederopbouw van woningen. Tijdens zijn werkbezoek sprak hij met mensen die in tenten wonen omdat hun huizen kapot zijn geschoten tijdens de oorlog in januari. Israël is bang dat het cement wordt misbruikt door Hamas. Maar volgens Koenders is dat niet nodig, want de VN heeft een controlemechanisme dat dit uitsluit.
Volgens Koenders maken mensenrechtenvertegenwoordigers zich overigens ook zorgen over het Hamas-regime. Ze zeiden niet dat Hamas de mensenrechten schendt, maar het was duidelijk dat mensen in hun vrijheid van meningsuiting worden beperkt, zei de minister.
Bron:
http://www.telegraaf.nl/b(...)aza_4_miljoen__.htmlHee Koenders, ouwe salonsocialist, wanneer vind je eens wat extra geld voor onze ouderen die een hele dag met een luier om in hun stront moeten zitten.