quote:
Op zondag 21 juni 2009 20:11 schreef italiaan1987 het volgende:snap het nog steeds niet.
Kan iemand misschien 1tje voordoen ofzo ?
Eerst moet je een tabel opsnorren, b.v.
zo een, maar die staat ook ergens in je boek, als het goed is. Je moet verder even de klok-curve in gedachten houden, zoals deze:
![]()
In jouw geval geldt dat μ = 0, en σ = 1, dus je kunt de waarden op de x-as als -3, -2, -1, 0, 1, 2, 3 zien. Met behulp van die grafiek kun je nu kansen uitrekenen voor de waarde van
z door de oppervlakte onder die grafiek te berekenen. B.v. de kans dat z >= 0 is 50%, immers, vanaf 0 naar rechts is 50% van de oppervlakte van de grafiek (de totale oppervlakte onder de grafiek is overigens 1). Dat z >= -1 is 50% + 34.1% zoals je in het plaatje ziet, dus 84.1%, dat z >= 1 is echter 50% - 34.1% = 15.9%.
Nou, omdat het wat lastig is om die waarden uit te rekenen gebruik je een tabel om de oppervlakte af te lezen. Nemen we je eerste som:
a. P (0 < z < 1,93)
We moeten dus de oppervlakte weten in feite van het donkerblauwe gedeelte rechts van het midden, en bijna het gehele stukje ernaast (voor P(0 < z < 2.0) was het antwoord natuurlijk 34.1% + 13.6 = 47.7% geweest). We kijken nu even goed naar de tabel die ik gaf, die zegt dat het de oppervlakte van -oo tot z geeft. En inderdaad zien we voor 0.000 dat Z = 50%. Voor z = 1.93 zoek je eerst de juiste rij op, die vind je bij 1.9, dan kijk je in de 4e kolom (voor 1.93) en vind je: 0.9732. Nu, 0.9732 - 0.5 = 0.4732, dus je antwoord op 'a' is 47.3%.
Voor 'b' moet je even bedenken dat de grafiek symmetrisch is, dus 'links' van -1.55 zit evenveel als er rechts van +1.55 zit (en dat is 1 - wat er links van +1.55 zit).
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.