Natuurbeheer is inderdaad vaak een behoud van de status quo. In Nederland is er geen pure natuur meer, in feite is alles natuurlandschap. Het laatste stukje oerbos is dacht ik in de 19e eeuw verdwenen. Heidelandschappen zoals in Drenthe zijn typisch cultuurlandschap. Die zijn ontstaan door afgraving; stuifzandgebieden zijn ook cultuurlandschap.
Desalniettemin bieden die twee soorten landschap in Nederland bepaalde dieren wel de mogelijkheid om zich daar te vestigen, waar dit op andere plaatsen niet, of moeilijk gaat. Er wordt echter veel moeite gedaan om deze te behouden, terwijl ze zonder ingrijpen van de mens zouden verdwijnen.
Uiteindelijk bestaat er geen ‘oer’ natuur waarnaar we terugkunnen of waarnaar we moeten streven. Doch, zoals pfaf al zei, we kunnen wel in zekere zin zien welke invloed onze daden hebben. Als we een snelweg dwars door een natuurgebied aan leggen, en van mijn part interpreteer je die snelweg als een mensen-wissel, dan weten we dat dit invloed heeft op de dieren die aan weerszijde van natuurgebied leven, en dat diersoorten zullen verdwijnen of decimeren als hun leefgebied aangetast wordt.
Een olietanker die zijn lading op zee dumpt, of een kerncentrale die afval in zee stort zou je kunnen vergelijken met een kat die rustig op de grond schijt. Echter, wij weten ook dat de ontlasting van die kat in de natuur een heel andere rol speelt, en weer als voeding dient voor andere organismen, terwijl die olie en het kernafval maar één resultaat heeft: massale sterfte (op korte termijn), slechts op heel, heel, heel lange termijn zou de biodiversiteit zich kunnen herstellen.
Uiteindelijk blijkt dat de natuur wel redelijk flexibel is, maar al met al toch in een relatief precaire balans staat. Veel organismen hebben hun eigen niche gevonden, en we hebben uit het verleden geleerd dat we juist vanwege die diversiteit zoveel gewassen hebben kunnen cultiveren, dieren hebben kunnen domesticeren en medicijnen hebben kunnen ontwikkelen. Want uiteindelijk is die diversiteit vooral van belang: een virus kan misschien alle konijnen doden, dat het de varkens meeneemt is niet zo waarschijnlijk. Een ziekte kan de aardappeloogst doen mislukken, dat maïs er ook aan onderdoor gaat is al weer minder waarschijnlijk.
Vandaar dat er in z'n algemeenheid denk ik gestreefd moet worden naar een behoud van diversiteit, naast dat natuur ook voor veel mensen een ontspannende werking heeft. Een, schijnbaar, goed boek over het belang van diversiteit is
Sustaining Life: How Human Health Depends on Biodiversity.
Daher iſt die Aufgabe nicht ſowohl, zu ſehn was noch Keiner geſehn hat, als, bei Dem, was Jeder ſieht, zu denken was noch Keiner gedacht hat.