Het is een zwoele zomernacht in juli 1984 als de 19-jarige Germa van den Boom uit Nieuwendijk rond kwart voor twee bij haar voor de deur aan de Dwarssteeg wordt afgezet door haar buurjongen Marinus. Ze is die avond met vriendinnen uit geweest. Marinus ziet hoe Germa de oprit afloopt. Dit is het laatste moment dat Germa levend wordt gezien. Van de atheneumscholier ontbreekt vanaf dat moment ieder spoor. Voor haar familie en de politie staat het vast dat ze om het leven is gebracht.
Nu, 25 jaar later, is voor haar ouders nog slechts één ding van belang: het vinden van het stoffelijk overschot, het thuisbrengen van Germa.
De sporen
Germa was dat weekend voor het eerst alleen thuis. Haar ouders waren een paar dagen weg. Hoewel Germa dat weekend voor het eerst tante was geworden, hoorde de rest van de familie helemaal niets van haar. Omdat Germa verschillende telefonische oproepen niet beantwoordt, besluit het gezin Van den Boom halsoverkop terug te rijden naar het Brabantse Nieuwendijk. Binnen treffen ze sporen aan die wijzen op een misdrijf.
De keukentafel, die normaal strak tegen de verwarming aan staat, is daar nu los van, onder aan de wasmachine zit een klepje los, soepkommen in de keukenkast zijn omgevallen en op het keukenzeil zitten krassen afkomstig van de keukenstoelen. Het is alsof iemand de stoelen daar hardhandig overheen heeft geschoven. En daarbij blijft het niet. Bij nadere inspectie ontdekt vader Van den Boom donkere vlekken op de kokosmat en bij de achterdeur op de stoeptegels buiten. Het zijn stuk voor stuk sporen die duiden op een schermutseling.
Slachtoffer: Germa vd Boom
Datum misdrijf: zomer 1984
Plaats delict: Nieuwendijk
Status: onopgelost
De gealarmeerde politie reageert in eerste instantie gelaten. Pubers zijn wel vaker een weekendje weg en komen meestal vanzelf weer bovendrijven. Maar als een week later alsnog de technische recherche wordt ingezet, blijken er wel degelijk sporen van een misdrijf te zijn. Op de keukenstoelen worden kleine bloedspatjes gevonden en op de trapleuning loopt een dun opgedroogd bloedspoor. Het lijkt er op dat iemand de leuning met een natte doek heeft afgenomen maar vergeten is de onderkant mee te nemen. Daardoor is het bloed, vermengd met water, blijven druppen en uiteindelijk opgedroogd. Daarnaast wordt er op een knop van het onbeslapen bed van Germa ook een bloedveeg gevonden en worden er ook op de keukendeur kleine bloedspatjes aangetroffen.
Uit laboratoriumonderzoek wordt al snel duidelijk dat de donkerrode vlekken die vader Van den Boom eerder zag inderdaad bloedvlekken zijn. Met dezelfde bloedgroep als die van Germa. Voor de politie en de familie is het duidelijk dat zich in het huis een drama moet hebben afgespeeld waar Germa het slachtoffer van is geworden. Maar de vraag is wat? En wie is daar verantwoordelijk voor?
Buurtonderzoek
In de dagen die volgen start de politie een groots buurtonderzoek. De ME wordt ingezet om de streek uit te kammen. Een uitgebreid rechercheteam gaat minutieus na hoe Germa’s weekend er uit zag en wie haar iets zou kunnen hebben aangedaan. Er komen dan enkele personen in beeld. Maar hard bewijs voor hun betrokkenheid blijft uit.
Niet zelden is degene die het slachtoffer als laatste heeft gezien, betrokken bij de zaak. Maar Marinus, de buurjongen die haar die avond heeft afgezet, zegt niets met de verdwijning te maken te hebben en hard bewijs voor zijn betrokkenheid is er niet. Zijn ouders beamen dat hij die avond thuis kwam nadat hij Germa heeft afgezet en dat hij vervolgens naar bed ging.
Andere personen passeren de revue. Zoals de naaste buren van de familie Van den Boom. Deze familie woont in de twee-onder-een-kapwoning. Het is een gehorig huis. En ondanks het gegeven dat deze buren doorgaans alles horen wat er bij de familie Van den Boom gebeurd, hebben zij uitgerekend dit weekend niets gehoord of gezien. Maar ook voor deze mensen geldt dat bewijs voor betrokkenheid bij de zaak ontbreekt.
Betrokkenen
De politie neemt ook het toenmalige vriendje van Germa onder de loep. Deze 21-jarige jongen is net in het weekend van de verdwijning bij zijn ouders op een camping in Zeeland waar hij in de kantine werkt. Hij heeft daar die zaterdagnacht tot half vier achter de bar gestaan en is nadat hij zijn moeder welterusten heeft gezegd, gaan slapen. Toch sluit de recherche niet uit dat hij na zijn werk in de kantine naar Nieuwendijk is gereden om daar Germa te ontmoeten. Ook als is het een rit van anderhalf uur. Maar wederom ontbreekt voor deze theorie ieder concreet bewijs, het blijft bij een hypothese.
Ook een oom van Germa heeft in de ogen van de recherche gelegenheid gehad om bij haar langs te gaan. De verdenking tegen deze oom Arie is gebaseerd op een verklaring in het dossier dat hij een ongezonde belangstelling zou hebben voor jonge meisjes. Maar voor deze bewering wordt geen enkel concreet bewijs gevonden. De echtgenote van oom Arie bevestigd dat haar man die nacht bij haar in bed lag. En er is verder geen enkele aanwijzing dat oom Arie die nacht een ongewenst bezoek aan zijn nicht heeft gebracht.
Na maanden onderzoek loopt de zaak vast. De verdwijning van Germa van den Boom heeft destijds een enorme impact gehad in Nieuwendijk, een kleine christelijke gemeente. Aan de hand van de aangetroffen sporen kan de politie echter wel een daderprofiel maken. Men gaat ervan uit dat de dader in de directe omgeving van Germa gezocht moet worden. Dat het iemand is die wist dat de scholier alleen thuis was. Iemand ook die de omgeving kende en die wist hoe alles in het huis er uit zag. Er is immers schoongemaakt en het meubilair is allemaal weer netjes terug gezet. Een vreemde dader van buitenaf, zou nooit de moeite nemen om schoon te maken. Die zou ook het lichaam van Germa niet verduisteren.
Waarom zou hij immers? Maar de sporen en de werkwijze wijzen in dit geval op een dader die het wilde doen laten lijken dat in het huis niets is gebeurd en dat Germa er vrijwillig vandoor is gegaan. Mogelijk om zo een ontdekking van het misdrijf zo lang mogelijk uit te stellen.
Nieuw onderzoek
De verdwijning van Germa van den Boom is veel in de publiciteit is geweest. Eind 2000 buigt het Landelijk Team Kindermoorden in de zaak. In het dossier vinden de rechercheurs dan een naam van een verdachte die altijd onderbelicht is gebleven. Een getuige verklaarde destijds over een man die op de avond van de verdwijning bij haar in het café kwam met bebloede handen en gezicht. Hij vertelde dat hij had gevochten en wilde hier verder niets over kwijt. Bekend is dan dat de man Germa kent. Het nieuwe rechercheteam richt alle pijlen op deze verdachte en probeert de zaak DNA-technisch rond te krijgen. Omdat de man zelf inmiddels is overleden, worden zijn kinderen benaderd om DNA af te staan. Het is een moeizaam traject met uiteindelijk een teleurstellende conclusie: het DNA komt niet overeen.
De recherche doet vervolgens een allerlaatste poging. Het speelt een troef uit die tot dan toe nooit bekend was geworden. In de portemonnee van Germa heeft men een fotootje gevonden. Een onduidelijk plaatje van een onbekende man. In de hoop op tips brengt de recherche de foto in de publiciteit. Maar ook dit levert niets op. Het blijft een mysterie wie de man is en waarom Germa dit fotootje tussen haar persoonlijke spullen had zitten.
Na het onderzoek in 2001 verdwijnt de zaak opnieuw naar de achtergrond. Peter R. de Vries heeft dan inmiddels al jaren contact met de familie van Germa. Peter doet, in samenwerking met justitie en politie, een ultieme poging om de zaak alsnog nieuw leven in blazen. Zo wordt het fotootje getoond dat Germa bij zich heeft gedragen. De misdaadjournalist laat zo’n 8000 flyers met een persoonlijke oproep rondbrengen in het gebied rond de verdwijning. In een gedetailleerde en extra lange uitzending worden alle feiten en tot dan toe onbekende gegevens uitvoerig op een rij gezet
Formeel gezien is dit misdrijf inmiddels verjaard, maar de politie laat weten de zaak te heropenen als er nieuwe, betrouwbare informatie binnenkomt.
Als u iets weet, bel, spreek en help. Desnoods anoniem. U heeft nooit een alibi om te zwijgen!
U kunt ons ook mailen via de site
Kijk ook op:
www.politieonderzoeken.nl