abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Trouwste user 2022 zaterdag 6 juni 2009 @ 23:50:17 #151
7889 tong80
Spleenheup
pi_69783836
quote:
Op zaterdag 6 juni 2009 23:42 schreef Blawh het volgende:

[..]

Wat is er?
Een Hongaars legende. Speelde veel interlands voor het Nederlands Elftal,

Dat is er

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69783889
Foutje, aangepast.
  Trouwste user 2022 zaterdag 6 juni 2009 @ 23:55:14 #153
7889 tong80
Spleenheup
pi_69783940
quote:
Op zaterdag 6 juni 2009 23:53 schreef Blawh het volgende:
Foutje, aangepast.


Keep up the good work Blawh

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69784194
7 juni 1989: SLM-Ramp te Zanderije
quote:
Het Kleurrijk Elftal, verloren Surinaamse trots

Goochelen met de bal. Dat werd van je verwacht als je speelde bij het elftal van gekleurde voetballers. Een showtje maken, in tegenstelling tot het resultaatvoetbal wat in het kille Nederland van de voornamelijk uit Suriname afkomstige jongens gevraagd werd.

Zomaar één van de redenen waarom spelen voor het Kleurrijk Elftal zo populair was onder de Surinaamse voetballers in Nederland. Het was een gelegenheidsteam dat de recettes van hun wedstrijden doneerden aan ontwikkelingsprojecten in het vaderland, wat de spelers des te meer met trots vervulde.

In 1989 bestond het Kleurrijk Elftal zo lang nog niet. In verschillende samenstellingen was het pas drie keer in wedstrijdverband samengekomen. Regi Blinker, Frank Rijkaard en Sonny Silooy zijn slechts een aantal van de voetballers die ooit hun kunsten vertoonden voor de voorloper van de Suriprofs.

De wedstrijden van het Kleurrijk Elftal waren tot dan toe allemaal op Nederlandse bodem geweest. De Surinaamse Voetbalbond (SVB) opperde daarom om de overzeese helden een keer voor een vriendschappelijk toernooi naar Zuid-Amerika te halen. De nationale competitie van de oude kolonie lag overhoop en er kwamen amper nog bezoekers naar de verpauperde stadions.

Als dat Kleurrijk Elftal nou eens langs zou komen om in Suriname te voetballen, zou dat het voetbal weer uit het slop kunnen trekken. Immers, op televisie waren jongens als Gerald Vanenburg en Ruud Gullit mateloos populair in Suriname, en ook de mindere goden werden er aanbeden.

Een toernooi werd georganiseerd met naast het Kleurrijk Elftal ook de Surinaamse hoofdklassers Transvaal, SV Boxel en SV Robinhood. Aan trainer Nick Stienstra, ook van Surinaamse origine, de eer om een elftal van gekleurde spelers samen te stellen die het tegen dit drietal zou gaan opnemen. Maar ondanks ruim zestig spelers uit het betaald voetbal die in aanmerking kwamen voor een plaats bij de selectie, kreeg Stienstra veel tegenslag te verwerken.

De grote namen werden niet losgelaten door hun ploeg. Vanenburg was voor promotie-activiteiten met PSV in Mexico, Rijkaard en Gullit hadden nog een competitieduel voor de boeg met AC Milan. En bijvoorbeeld ook Roda JC’s Henk Fräser zegde af, uit blessurevrees werd hij door zijn trainer Jan Reker afgeraden om in Suriname op knollenvelden te voetballen.

Ook Winnie Haatrecht alias de zwarte trein van Heerenveen, Jerry de Jong en Stanley McDonald liepen net directe promotie naar de eredivisie mis. Met pijn in het hart moest het drietal hun gedroomde trip naar Suriname laten schieten voor het spelen van nacompetitievoetbal.

Toch slaagde Stienstra er in om op dinsdag 6 juni 1989 een bijzondere groep voetballers op Schiphol bij elkaar te krijgen. Sommigen van hen waren sinds hun jeugd niet meer in Suriname geweest, terwijl anderen stonden te popelen om als geslaagde voetballer hun familie te bezoeken.

Het geduld van de zingende en ketende groep voetballers werd danig op de proef gesteld bij de gate. De vlucht van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij was uren vertraagd vanwege een te lang durende onderhoudsbeurt. Maar na lang wachten kon gezagvoerder Will Rogers toch opstijgen. Een piloot die een allesbehalve smetvrij blazoen had en zelfs geschorst was door de SLM.

Rogers landde ooit op de verkeerde landingsbaan, steeg zonder passagiers op om alleen een haperende motor te starten en kwam eens zo hard neer dat hij het landinsgestel zwaar beschadigde. Daarbij was hij met zijn 66 jaar te oud om een dergelijk groot toestel te mogen vliegen.

Maar de voetballers in de lucht wisten niets van het verleden van de man in wiens handen ze hun leven hadden gelegd. Ze speelden een spelletje kaart en liepen wat rond door het vliegtuig. Na bijna tien uur vliegen kwam de plaats van bestemming steeds dichterbij. Maar de voetballers zagen vanuit het raam van hun vliegtuig niet de lichten van Paramaribo. Een dichte mist maakte het onmogelijk ook maar iets beneden te onderscheiden.

Ook in de cockpit was er geen spoor te zien van het vliegveld, zelfs de landingslichten waren niet fel genoeg om door de mist te kunnen breken. Piloot Rogers ondernam daarop drie pogingen om te landen maar moest ze allemaal afbreken bij gebrek aan zicht. Totdat hij vertrouwde op een verouderd systeem en de landing doorzette. De landingsbaan was echter verder weg dan gedacht.

“Pull up, pull up”, klonk het op de gevonden flight recorders nog wanhopig, gevolgd door de de ontstellende laatst opgenomen woorden van de boordwerktuigkundige. “That’s it. I’m dead.” Het toestel raakte twee bomen, rolde over de eigen lengte-as en stortte neer op enkele honderden meters verwijderd van de luchthaven.

De ramp eiste het leven van 176 inzittenden, waaronder veertien spelers van het Kleurrijk Elftal en hun coach Nick Stienstra. Sigi Lens, Edu Nandlal en Radjin de Haan waren drie van de veertien inzittenden die de het ongeluk wel overleefden.
quote:
SLM-vlucht 764
De SLM-ramp was een vliegtuigramp die op 7 juni 1989 plaatsvond in Suriname. Een toestel van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) stortte neer bij Zanderij, tijdens een mislukte poging om bij mist te landen op Johan Adolf Pengel International Airport. Er vielen 176 slachtoffers. Alle negen bemanningsleden kwamen om en 167 passagiers. Er waren slechts elf overlevenden. Het is de grootste vliegtuigramp uit de Surinaamse geschiedenis.

Toestel
De Douglas DC8 Super 62 was in 1969 gebouwd voor Braniff International Airways. Na het faillissement van Braniff werd het toestel in december 1983 geleased aan Arrow Air. Aanvankelijk leaste de SLM op zijn beurt het toestel van Arrow Air, maar in 1986 werd het gekocht. Het kreeg de naam Fajalobi. Na enige tijd aan Tropical Airways te zijn geleased werd het weer door SLM in gebruik genoemen. Het werd nu vernoemd naar de Surinaamse zwemmer Anthony Nesty.

Vlucht PY 764
Het toestel was al met vertraging uit Miami vertrokken, en vlucht PY 764 vanaf Schiphol naar Paramaribo vertrok eveneens met grote vertraging. Aan boord waren negen bemanningsleden en 178 passagiers. De verwachtte aankomsttijd was vier uur 's nachts plaatselijke tijd.

De passagiers
Dit waren voornamelijk Surinaamse Nederlanders die een bezoek wilden brengen aan familie, en een deel van het Kleurrijk Elftal dat in Suriname in een voetbaltoernooi zou uitkomen. Verder behoorden de leden van het orkestje de Draver Boys, dat het elftal vaak begeleidde, tot de passagiers. Sommige spelers van het Kleurrijk Elftal zaten niet in het vliegtuig. Hennie Meijer en Stanley Menzo waren al met een eerdere vlucht vertrokken. Winston Haatrecht (SC Heerenveen) moest nog in de nacompetitie spelen en liet zich vervangen door zijn broer Jerry; Ruud Gullit, Frank Rijkaard, Bryan Roy, Aron Winter, Henk Fräser en eigenlijk ook de wél afgereisde Menzo hadden van hun clubs geen toestemming gekregen om naar Suriname te gaan en de eigenlijke aanvoerder van het Kleurrijk Elftal, Marcel Liesdek, was in contractonderhandeling met zijn club.

Het ongeluk
Toen de Anthony Nesty bij Zanderij aankwam, was het daar, anders dan het weerbericht had voorspeld, mistig. Het zicht was evenwel niet zo slecht dat niet op zicht kon worden geland. Gezagvoerder Will Rogers besloot echter via het Instrument Landing System te landen, hoewel dit niet betrouwbaar was en hij voor zo'n landing ook geen toestemming had. De gezagvoerder brak drie landingspogingen af. Bij de vierde poging negeerde de bemanning de automatische waarschuwing dat het toestel te laag vloog. Het toestel raakte op 25 meter hoogte twee bomen. Het rolde om de lengteas en stortte om 04.27 uur plaatselijke tijd neer met het landingsgestel naar boven.

Het onderzoek
De bemanning was geleverd door een Amerikaans uitzendbureau voor piloten. Uit onderzoek bleek dat de papieren van de bemanning niet in orde waren. Gezagvoerder Rogers had gelogen over zijn leeftijd en was in werkelijkheid te oud om te mogen vliegen. Bovendien had hij geen geldig brevet voor het vliegen op een DC-8 en was hij al formeel geschorst, onder andere wegens landen op een verkeerde baan. De co-piloot vloog onder een valse naam en met vervalste papieren, en had waarschijnlijk nooit een vliegbrevet voor vliegen op een passagiersvliegtuig gehad.

Geconcludeerd werd dat de gezagvoerder roekeloos had gehandeld door voor een ILS-landing te kiezen terwijl hij daar geen toestemming voor had en door onvoldoende op de vlieghoogte te hebben gelet. De SLM werd verweten de kwalificaties van de bemanning onvoldoende te hebben gecontroleerd.

Van acht personen die bij de ramp omkwamen kon de identiteit in 1989 niet worden vastgesteld. In december 2007 reisde een Nederlands Rampen Identificatie Team op verzoek van nabestaanden naar Suriname om een nieuwe poging te wagen, aangezien de techniek inmiddels was verbeterd.

Monument
De SLM-ramp vond plaats ten tijde van het honderdjarig bestaan van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond. Naar aanleiding van de ramp werden alle festiviteiten afgelast.



In Paramaribo werd een monument opgericht aan de Coppenamestraat. Het bestaat uit vier witte zuilen, met bovenop elke zuil de beplating van een vliegtuigmotor. Op de zuilen bevinden zich in totaal vier plaquettes met de namen van de slachtoffers.

Het monument in Amsterdam.In Nederland werd voor de nabestaanden een benefietwedstrijd gespeeld in het Feijenoordstadion. In Amsterdam-Oost werd nabij café De Draver in de Ruyschstraat, dat het stamcafé was van het Kleurrijk Elftal en de Draver Boys, een monument geplaatst voor de omgekomen leden, gemaakt door de Nederlands-Surinaamse kunstenaar Guillaume Lo A Njoe. Naar de omgekomen Wendel Fräser werd een supportershome bij RBC vernoemd. De gemeente Haaksbergen heeft de trofee voor het grootste sporttalent genoemd naar Andy Scharmin. Voetbalclub RCH heeft een gedenksteen voor trainer Nick Stienstra in de kleedkamers verwerkt. In het (nieuwe) FC Zwolle stadion, dat eind 2008 zal zijn voltooid, wordt een tribune vernoemd naar Fred Patrick.

Over de ramp en de gevolgen voor het Kleurrijk Elftal verscheen in 2005 een boek van sportjounalist Iwan Tol. Tijdens de boekpresentatie op 1 juni in het Olympisch Stadion te Amsterdam riep cabaretier Freek de Jonge op tot het plaatsen van een gedenksteen in het stadion als eerbetoon aan de bij de ramp omgekomen voetballers van het Kleurrijk Elftal.

Omgekomen voetballers
Ruud Degenaar (Heracles Almelo)
Lloyd Doesburg (Ajax)
Steve van Dorpel (FC Volendam)
Wendel Fräser (RBC)
Frits Goodings (FC Wageningen)
Jerry Haatrecht (Neerlandia) (verving zijn broer Winston Haatrecht)
Virgall Joemankhan (Cercle Brugge)
Andro Knel (NAC)
Ruben Kogeldans (Willem II)
Ortwin Linger (HFC Haarlem) (drie dagen na de ramp overleden aan zijn verwondingen)
Fred Patrick (PEC Zwolle)
Andy Scharmin (FC Twente)
Elfried Veldman (De Graafschap)
Florian Vijent (Telstar)
Nick Stienstra (RCH - coach)

Ook de moeder en zus van de latere profvoetballer Romeo Castelen kwamen om.

Overlevende voetballers
Sigi Lens (Fortuna Sittard)
Edu Nandlal (Vitesse), hield een gedeeltelijke dwarslaesie over aan de ramp
Radjin de Haan (Telstar)

Mythe rond het vluchtnummer
Na de ramp werd in Suriname druk gespeculeerd over het verband tussen het vluchtnummer en de vlucht. Er werd beweerd dat dit vluchtnummer (PY 764) ongeluk over de vlucht zou hebben afgeroepen:

PY - Pilot Yankee, de gezagvoerder was een Amerikaan
76 - 7 juni, de dag van het ongeluk
4 - 4 uur 's nachts, het uur waarin het vliegtuig neerstorte
Edu Nandlal, 1 van de overlevenden, verloor later zijn zoontje op 5-jarige leeftijd. Cru detail is dat deze overleed op 7 juni.

Zie ook het topic van Bjoro: [7 juni 1989] SLM-ramp op vliegveld Zanderij
  Trouwste user 2022 zondag 7 juni 2009 @ 00:10:45 #155
7889 tong80
Spleenheup
pi_69784282
Stanlie Menzo zou een latere vlucht nemen omdat ie nog een wedstrijd moest spelen.



[ Bericht 2% gewijzigd door tong80 op 07-06-2009 12:12:21 ]
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69825588
8 juni 1961: Piet Kruiver verdient op opmerkelijke wijze transfer naar Vicenza
quote:
Vicenza Calcio is al bijna een eeuw oud. Ooit, in het seizoen 1961-1962, speelde een opvallende Nederlander voor deze club, die toen nog Lanerossi Vicenza werd genoemd: Piet Kruiver, alias 'de blonde Zaankanter'. Hij verdiende zijn contract in Italië door als stormram-midvoor van PSV de keeper van Lanerossi uit de wedstrijd te schoppen.

Piet Kruiver, de schrik der doelmannen, legt het hier als midvoor van Lanerossi Vicenza af tegen doelman Sarti van Inter Milaan.

In de lente van 1961 een transfer doordrukken naar Italië, hoe deed je dat? Als voetballer was je in geval van deze ambitie vooral aangewezen op je zelf. De spelersvakbond VVCS was pas vijf maanden eerder opgericht en nog niet toegerust voor de begeleiding van avonturiers, die zoiets uitzonderlijks wilden als voetballen in den vreemde. Kwam bij dat de georganiseerde beroeps- c.q. premie-voetballer in die dagen nog zes jaar bittere strijd met de KNVB voor de boeg had, alvorens zijn status als werknemer in de zin der wet een feit werd.

Vóór de jaren zestig waren enkele Nederlandse voetballers al wel over de grenzen getrokken. Dat gebeurde in de Hollandse amateurtijd. Degenen die deze stap maakten, werden hier te lande door velen als paria's behandeld. Voetballen voor geld, dat was immers lange tijd een schande. Voetballen deed je voor je plezier, voor de kas van je club en - als international - natuurlijk ook voor de grote KNVB en voor de eer van het vaderland. Wie er anders over dacht, kreeg de poepkar over zich heen. Zo ver liet de befaamde Beb Bakhuys het al komen, toen hij in 1937 van het Haagse HBS naar de Franse profclub Metz overstapte. In de jaren na de oorlog volgde het vertrek van grote spelers als Faas Wilkes (van Xerxes naar Inter Milaan), Cor van der Hart (van Ajax naar Lille), Bertus de Harder (van VUC naar Girondins de Bordeaux) en Kees Rijvers (van NAC naar St. Etienne) maar ook van een minder grote speler als André Roosenburg (van Neptunia uit Sneek naar Fiorentina).

Toen Piet Kruiver in het voorjaar van 1961 zijn doelpunten in de Italiaanse profcompetitie te gelde wilde maken, was het in Nederland al weer geruime tijd ongebruikelijk om die stap te wagen. In Nederland was er tenslotte ook al weer zeven jaar semi-profvoetbal. En in die categorie kon je bij de betere clubs toch ook al gauw honderd gulden voor een oerwinning krijgen. Dat vonden Nederlandse semi-profvoetballer echt een bedrág; in 1961. Piet Kruiver vond dat helemaal géén bedrag; in 1961.

Dag KFC!

Door zijn vader Jo, in de Zaanstreek jarenlang een begrip als de linksbuiten van KFC, was Piet al vroeg wegwijs gemaakt in de voetballerij. Piet kreeg als jonge jongen te horen dat hij aan later moest denken. Dus trok de klassieke midvoor als knul van amper negentien jaar naar PSV. Dat vonden ze bij KFC helemaal niet leuk, maar daar kon 'Pietje Geld' werkelijk niet mee zitten. Zijn doelpunten werden in Eindhoven nu eenmaal met veel meer geld gehonoreerd dan in Koog aan de Zaan. Dag KFC!

Dag PSV!, klonk het vervolgens op 8 juni 1961. Die dag speelde PSV in Vicenza tegen Lanerossi de finale om de zogeheten 'Vriendschapsbeker'. Dat leek Piet Kruiver wel wat: voetballen bij deze club. Hij wist dat de voetbaltrots van Vicenza via een stel schatrijke industriëlen veel geld had te besteden voor een fysiek sterke en makkelijk scorende midvoor. Dus daags voor de reis naar Noord-Italië, pakte Piet al zijn plakboeken in de koffer. Hij had gehoord dat lichaamskracht en zelfs ruw spel andere en ook aanzienlijke aanbevelingen zouden vormen in de sollicitatie-wedstrijd. Dus beukte de ouderwetse stormram er keihard in. Na een uur gaf hij de Vicenza-doelman een zodanige beuk, dat de arme jongen vervangen moest worden. Piet werd zelf uit het veld gestuurd.

Daar kon men het nuttige wel van inzien in Vicenza; een dag later mocht de 'blonde Zaankanter' een koninklijk contract voor drie seizoenen tekenen. PSV, dat in 1957 het toen als enorm ervaren transferbedrag van 40 000 gulden aan KFC had overgemaakt, ontving van de Italiaanse club 25 miljoen lires; toen 275 000 gulden. Men sprake er schande van, in Nederland.

Twaalf maanden en veel bizarre ervaringen verder, was 'Pietje Geld' al weer terug in Nederland. “Het voetbal was een ramp in Vicenza”, sprak Piet. En het voetbal in Nederland zou weer leuk worden, want Feyenoord trok drie ton voor hem uit. Het driejarig contract in Vicenza werd ontbonden, Piet kreeg een leuk aandeeltje van de transfersom. Opgeteld bij de door hem als 'kolossaal veel' ervaren verdiensten bij Lanerossi, kon hij ineens beschikken over een som geld, waarmee hij alle andere Feyenoorders de ogen uitstak. De beste spelers van Feyenoord hadden toentertijd een rijtjeshuis of een flat. Piet Kruiver kocht in Papendrecht meteen maar een schitterende bungalow. Dat Piet niet gauw tevreden was, liet hij Feyenoord en de burgemeester van Papendrecht direct weten. “Feyenoord wil dat ik veel doelpunten ga maken. En wat gebeurt me nou hier in Papendrecht? Tegenover mijn bungalow wordt ineens een cafetaria gebouwd. Door de herrie van de brommer-jeugd kom ik nachtrust tekort. Dat lijkt mij in het nadeel van Feyenoord.”

Nachtrust had Piet in Vicenza juist bovenmatig veel gekend. Hij trok van trainingskamp naar trainingskamp. Zijn vrouw en pas geboren dochtertje zag hij maar zelden. Natuurlijk, hij had een riant salaris in Vicenza en ook de winstpremie van duizend gulden was voor een Nederlandse voetballer in 1961 onvoorstelbaar. Piet Kruiver vond het echter ook een vreemde wereld. De Nederlandse correspondent van tal van dagbladen liet hij op zeker moment optekenen en doorseinen: “Piet Kruiver, de Zaanse profvoetballer van Lanerossi Vicenza, weet nu wel wat het harde profvoetbal inhoudt. De leiding van Lanerossi heeft de spelers opgesloten in een kamp, teneinde het moreel en de onderlinge vriendschapsbanden zo sterk mogelijk te maken. Kruiver is al weer ruim twee weken van huis en zijn jonge echtgenote, mevrouw Ria Kruiver-Heidel, mag hem slechts enkele malen opzoeken! Dit alles is mede gedaan om de prestaties op te voeren. Succes is niet uitgebleven, want vorige week won Lanerossi met 0-3. Kruiver heeft de laatste wedstrijden enkele persoonlijke successen behaald en maakte knappe doelpunten.

De zware bewaking, waaraan Piet bloot staat is wel oorzaak van blessures. Maar vorige week konden miljoenen Italianen hem weer op het tv-scherm zien.”

Veel doelpunten zagen de Italianen overigens niet van Piet in dat ene seizoen: vier stuks. Piet wist wel waarom het er voor zijn doen zo weinig waren. Dat Italiaanse voetbal was een corrupt zaakje! Je moest nota bene twee keer per dag trainen, je kreeg alleen maar een klein stukje vlees en nauwelijks groente te eten, je werd wekelijks volgestopt met doping ('een spuit en een pil, waarna je anderhalf uur als een gek liep - werkelijk, als de wedstrijd anderhalve dag had geduurd, zou ik nog hebben gelopen'), maar wat Lanerossi ook allemaal uithaalde, helpen deed het niks, want de grotere clubs wonnen altijd. “Winnen van de rijke clubs is voor een club uit Vicenza uitgesloten. De scheidsrechters hebben zo verschrikkelijk veel doelpunten van mij afgekeurd, gewoon goede, geldige doelpunten. Ik werd er op den duur gek van.”

Toeval of niet: gisteren kwam het bericht dat de Italiaanse voetbalbond Vicenza ervan verdenkt zondag de wedstrijd tegen Brescia te hebben verkocht. Beide clubs zouden met het oog op hun benarde positie een gelijkspel hebben afgesproken. Het lijkt erop dat Dicara vier minuten voor tijd gemaakte afspraken schond door de winnende treffer voor Vicenza te maken. Incidenten na afloop - iedereen ging met iedereen op de vuist - wekten argwaan bij de bond.

Aan zijn Italiaanse avontuur hield Piet Kruiver behalve een mooi banksaldo, ook nog even aan handel in kleding over. Toen hij op de leeftijd van dertig jaar een in veel opzichten versleten lichaam had, moest hij noodgedwongen stoppen met voetballen. Zijn Italiaanse kleding kon hij toen alleen nog slijten in een marktkraam op de Albert Cuyp. Zijn laatste club was DWS, de eerste full-profclub van Nederland waar hij tot verbijstering van Feyenoord voor koos; na vier mooie jaren in Rotterdam-Zuid. In Amsterdam wilde men de drie mille extra uittrekken, die men te Rotterdam onaanvaardbaar te veel vond. 'Pietje Geld' bevestigde nog één keer zijn zakelijke inslag. Toen het op Amsterdam georiënteerde dagblad Het Parool hem als nieuwbakken DWS'er kwam interviewen, plaatste hij zelf een advertentie bij het verhaal:

Wegens vertrek naar Amsterdam te koop, prachtige witte bungalow met garage en grote, mooi aangelegde tuin rondom. Circa vijftien minuten rijden van Rotterdam. Eventueel direct te aanvaarden. Prijs Fl. 65.000,-- kosten koper. Piet Kruiver, Seringenstraat 10, Papendrecht.

Piet Kruiver overleed in 1989 aan kanker. Hij werd slechts 51 jaar.


[ Bericht 8% gewijzigd door Blawh op 08-06-2009 19:02:53 ]
pi_69834681
Was een deel vergeten te plaatsen, vandaar dat het maar een half verhaal was.
  Trouwste user 2022 maandag 8 juni 2009 @ 22:08:43 #158
7889 tong80
Spleenheup
pi_69843114
Blawh. Keep up the good work

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69869680
9 juni 1972: Afscheidswedstrijd Coen Moulijn
quote:
Feyenoord bestond vorig seizoen 100 jaar. De Kuip werd het podium van een reeks vedetten, van wie Coen Moulijn (72) de populairste en meest bewierookte is gebleven.

Ze hadden hem gevraagd het eerste exemplaar van het jubileumboek uit te reiken en Coen Moulijn had verwacht zo weer thuis te zijn. Maar bij het treffen met zo veel oude vrienden ging hij ten onder in het warme bad van de nostalgie.

‘Ik merk steeds weer dat mijn aanwezigheid bij Feyenoord niet onopgemerkt is gebleven’, zegt hij, met gevoel voor understatement.

Als ‘Mister Feyenoord’ belichaamt Moulijn het unieke verleden van de club. Daarom is hij erbij als de eerste gedenkpenning wordt geslagen, de aan de historie en aan hem gewijde musical wordt uitgevoerd en de Home of History zijn deuren opent. Als de vertolker van Feyenoords rijkdom en unieke kracht.

Thuis is hij slechts één keer zuur over Feyenoord. ‘Bij mijn afscheidswedstrijd, op 9 juni 1972, hadden ze het elftal van Uruguay uitgenodigd, maar ze waren vergeten erbij te zeggen dat het om mijn afscheid ging. Die gasten dachten dat het een echte wedstrijd was en hebben me zo geschopt dat het weken heeft geduurd voordat ik uitgedeukt was.’

72 jaar is hij nu, maar Coen Moulijn is nog steeds Coen Moulijn. Als beneden het verkeer over de Maasboulevard raast en hij met twee kopjes koffie uit de keuken komt, is het wachten op het moment dat hij zijn kleine pasjes plotseling versnelt of het lichaam onverhoeds naar links laat zwenken om zijn beeldmerk van weleer te doen herleven.

‘Ik verbaas me erover dat ik zo veel jaren na mijn afscheid nog steeds op straat wordt herkend. En niet alleen in Rotterdam, maar ook in Groningen, Alkmaar en Maastricht. Het maakt me soms verlegen. Of is dat de magie van het voetbal’, vraagt hij zich hardop af.

Het is vooral de erkenning van zijn meesterschap. Achttien jaar lang was hij een unieke verschijning op de linkervleugel, door zijn balbeheersing, zijn ongenaakbare dribbel en op maat gesneden voorzet. ‘Een legende op links’, heet hij daarom in Feyenoords eigen museum.

558 officiële wedstrijden speelde Moulijn voor Feyenoord, hij won vijf landstitels, twee KNVB-bekers, een Europa Cup en de wereldbeker. Daarnaast droeg hij 38 keer het Oranjeshirt. ‘Maar wel in een tijd dat het Nederlands elftal slechts twee wedstrijden per jaar speelde, uit en thuis tegen België.’

Op de vraag of hij zich weleens heeft afgevraagd hoe zijn leven erzou hebben uitgezien als hij niet de gave van de balvirtuoos had gehad, wacht hij even met zijn antwoord.



Dan: ‘Ik kom uit een arbeidersgezin uit de oude volkswijk het Oude Noorden. We hadden het thuis niet breed. Mijn vader was soldeerder bij de Verenigde Blikfabrieken. Na de lagere school ging ik, net als de meeste jongens uit de buurt, naar de ambachtsschool om machinebankwerker te worden.

Maar machinebankwerker ben ik nooit geweest. Toen ik op mijn 14de thuiskwam, zei mijn moeder: het wordt tijd om geld te verdienen. Ik heb bij Stokvis de post rondgebracht en bij de telefooncentrale gewerkt. En toen kwam het voetbal. Dat was misschien wel mijn mazzel.’

Het was meer dan geluk, want in het doodlopende steegje in de Bloklandstraat, waar hij vrijwel elk moment was te vinden, ontwikkelde zich een raspingelaar, die twee grote voorbeelden had: Faas Wilkes, ook een Rotterdammer, en de fameuze Brit Stanley Matthews.

Moulijn speelde bij Xerxes, en toen hij op zijn 17de een meniscusblessure opliep waaraan hij geopereerd moest worden, besloot de club hem vanwege de daarmee gepaard gaande kosten maar te verkopen.

‘Vader Piet vond dat ik naar Sparta moest gaan, in elk geval niet naar ‘de boeren van Zuid’. Dat was Feyenoord. Maar Sparta wilde niet meer dan 23 duizend gulden betalen, Feyenoord 25 duizend. Bij mijn eerste contract verdiende ik, ga niet lachen, 3600 gulden per jaar. Ik ben uiteindelijk achttien jaar gebleven en heb in mijn beste jaren tussen de 70- en 80 duizend gulden per jaar verdiend.’

‘Achttien jaar Feyenoord’, hij spreekt de woorden uit alsof hij de letters één voor één over zijn lippen wil stoten. In het – begin jaren zestig – verschenen boek Het Volk over Feyenoord zegt acteur en Feyenoord-fan Luc Lutz: ‘In Moulijn herken je de stijl van oudsher van Feyenoord. Het tot in details gebruikmaken van de fascinerende mogelijkheden van de voetbalsport. Hij vertegenwoordigde het beste wat Feyenoord als topclub heeft te bieden.’

‘Maar ik vraag me ook nu nog weleens af of ik niet te lang bij Feyenoord ben gebleven’, zegt Moulijn. ‘Heb ik er wel alles uitgehaald wat erin zat? Was ik niet nog beter geworden als ik met nog grotere spelers had gespeeld en als ik voor nog betere teams was uitgekomen?’

Het zijn vragen die de voortdurende twijfels van de geniale voetballer typeren. Onzekerheid heeft hem gedurende zijn hele carrière achtervolgd. Hij had de sprong naar die grote clubs kunnen maken. ‘Maar wat wist mijn vader nou van zakendoen? En de zaakwaarnemer bestond nog niet.

‘Barcelona meldde zich bij voorzitter Kieboom en was bereid een voor die dagen astronomisch bedrag te betalen. Maar wat zei de slimmerik Kieboom: over Coen Moulijn valt niet te onderhandelen. Punt uit.

‘Kieboom kwam op m’n 23ste naar mij toe en zei: Coen, als je verstandig bent, ga je wat voor jezelf doen. Je hebt een goede naam, maak er gebruik van. Mijn toenmalige echtgenote werkt al in de kinderkleding, daarom hebben we besloten een modezaak te beginnen met het tekengeld dat ik van Feyenoord kreeg voor een achtjarig contract.

‘Dat had Kieboom wel goed bekeken. Hij hielp zijn spelers. Spelers van nu hebben dat niet meer nodig. Die zitten met al hun geld in de valutahandel.



‘Vrijwel dagelijks krijg ik dat te horen: Coen, je bent te vroeg geboren. In deze tijd was je stinkend rijk geworden. Het zal wel; ik heb het nu ook goed. Ik heb al 46 jaar mijn modezaak in Rotterdam en daar ben ik nog dagelijks.

‘Maar ik zeg heel eerlijk, als ik mijn leven kon overdoen, zou ik nooit meer voor die combinatie profvoetballer-zaak kiezen. Je neemt je sores mee en ik ben nu eenmaal een piekeraar. Als me iets niet lekker zit, dan slaap ik slecht. Dat is de aard van het beestje.’

Moulijn was de linksbuiten die de terreinknecht in De Kuip vroeg het gras vooral aan zijn kant van het veld kort te houden, opdat zijn rushes en acties het beste tot hun recht kwamen. Dat was ook wat het publiek van hem wilde zien, de typische capriolen van een wervelende spits. ‘Mijn rechterbeen kon je eraf schroeven, dat gebruikte ik niet.’

‘Als hij het op zijn heupen kreeg, kon een tegenstander Moulijn alleen met een lasso afstoppen’, zegt Cor van der Gijp, Feyenoords clubtopscorer aller tijden (177 treffers in 233 competitieduels). ‘Moulijn heeft mij gemaakt. Hij had een perfecte voorzet in dat fenomenale linkerbeen en legde de bal op je stropdas.’

‘Voor Moulijn kwamen alleen al 10 duizend toeschouwers naar De Kuip als hij op de middenstip ging zitten’, zei destijds penningmeester Guus Couwenberg. Moulijn: ‘Alles goed en aardig, maar met die druk elke wedstrijd te presteren, heb ik het soms heel moeilijk gehad. Ik moest er altijd maar weer staan. En dan had je ook nog te maken met al die rechtsbacks die meenden dat ik onder het gras moest worden geschopt. Ik had er een bepaalde handigheid in die tackles te ontwijken, maar dat lukte niet altijd.’

De beelden van Feyenoord - Real Madrid, toen de Spanjaard Vicente Mièra Moulijn ongeveer in tweeën schopte, zijn nog geregeld te zien op tv. ‘Ach, die jongen meende het niet zo kwaad, denk ik. Maar het publiek en mijn medespelers gingen na die aanslag uit hun dak. Met Piet Kruiver voorop probeerden ze hem te grazen te nemen. Het tekende wel waar Feyenoord voor stond, Feyenoord for ever.’

Moulijn won met Feyenoord de Europa Cup en de wereldbeker, en beleefde prachtige tijden onder Ernst Happel, die voor de wedstrijd meestal niet meer tegen hem zei dan: doe maar wat je altijd doet. ‘Happel straalde onoverwinnelijkheid uit en dat namen wij als spelers van hem over.’

Feyenoords beste wedstrijd ooit? ‘Thuis tegen AC Milan, 2-0-winst. Daar zat alles in wat voetbal mooi en boeiend maakt.’

Het dieptepunt in die reeks van Europese wedstrijden was op 6 februari 1963, tegen Stade Reims. Moulijn had vliegangst en besloot niet met de ploeg mee te vliegen naar Parijs, maar in zijn eentje met de trein te gaan. Zijn vrouw was hoogzwanger.



Nadat Moulijn de sterren van de hemel had gespeeld en hij de Franse ster Raymond Kopa had verteld dat hij zijn zoon naar hem zou vernoemen, kwam de clubarts in de kleedkamer vertellen dat hij net vader was geworden, maar dat er iets niet goed was gegaan.

In Dijkzigt bleek dat zijn zoon was geboren met een open ruggetje en zijn leven lang invalide zou blijven. Zijn wereld stortte in. 45 jaar later zegt hij: ‘Het betekent een leven vol zorg en veel piekeren. Want voor je eigen kind wil je hoe dan ook het allerbeste.

‘Raymond woont nu zelfstandig, zo’n 600 meter bij mij vandaan. Het gaat goed met hem nadat hij tweeënhalf jaar geleden een geslaagde niertransplantatie heeft ondergaan. Ik had eerst een nier afgestaan, maar die werd afgestoten. Daarop was er een jonge vrouw die hem wilde helpen.

‘Tot dusver gaat het goed, maar je weet het nooit. Ik weet wat het is om te winnen, maar ik weet ook wat het is om te vechten, ik heb wel wat tikkies gehad. In het laatste jaar van mijn voetbalcarrière botste ik tussen Barendrecht en Rotterdam, in zeer dichte mist, bij een onbewaakte spoorwegovergang op een goederentrein.

‘Het was mijn geluk dat het toen nog niet verplicht was gordels te dragen. Ik werd uit de auto geslingerd en kwam 30 tot 40 meter verderop in een sloot terecht.’

Twaalf jaar geleden raakte hij tijdens een forum in Gorinchem onwel. Hij werd door een toevallig in de zaal aanwezige arts meteen naar het ziekenhuis gebracht. ‘Een licht hartinfarct, zeiden ze daar. Dan denk je: een leven lang sporten, dat zal mij niet gebeuren. Maar het is niet alleen sporten. Er komt ook zo veel zorg, spanning en stress bij.’

Op weg naar een tweede kop koffie, weer het pasje dat even doet vermoeden dat Mister Feyenoord thuis nog altijd oefent op die typische schijnbeweging waarmee hij zijn club zo veel succes en de supporters zo veel plezier heeft bezorgd.

  Trouwste user 2022 dinsdag 9 juni 2009 @ 19:26:43 #160
7889 tong80
Spleenheup
pi_69872876
Thuis is hij slechts één keer zuur over Feyenoord. ‘Bij mijn afscheidswedstrijd, op 9 juni 1972, hadden ze het elftal van Uruguay uitgenodigd, maar ze waren vergeten erbij te zeggen dat het om mijn afscheid ging. Die gasten dachten dat het een echte wedstrijd was en hebben me zo geschopt dat het weken heeft geduurd voordat ik uitgedeukt was.’


Ik moest toch lachen

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69873571
Moulijn was zo'n voetballer die een tegenstander als het ware op een stoeptegel kon passeren. Heb hem nog live gezien. Een groot scala aan passeerbewegingen had-ie niet, maar hij kwam altijd de rechtsback voorbij. Wonderbaarlijke voetballer.
  Trouwste user 2022 dinsdag 9 juni 2009 @ 20:00:28 #162
7889 tong80
Spleenheup
pi_69874029
quote:
Op dinsdag 9 juni 2009 19:46 schreef Beschouw het volgende:
Moulijn was zo'n voetballer die een tegenstander als het ware op een stoeptegel kon passeren. Heb hem nog live gezien. Een groot scala aan passeerbewegingen had-ie niet, maar hij kwam altijd de rechtsback voorbij. Wonderbaarlijke voetballer.
Heb je zijn imitator langs de lijn in de Kuip ook nog live gezien

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69875218
9 juni 2008: Nederland - Italië (3-0)
Van kansloos tot Europees kampioen in 90 minuten, althans volgens velen in ons land.
quote:
Nederlands elftal behaalt 'historische' zege op Italië
De bevestiging van het hoge niveau moet vrijdag volgen tegen Frankrijk, maar voorlopig heeft het Nederlands elftal op indrukwekkende wijze zijn visitekaartje afgegeven bij het Europees kampioenschap. Bondscoach Marco van Basten noemde de triomf op Italië van historische waarde en hij overdreef daarmee niet. De Squadra Azzurra verloor slechts twee keer eerder (1954 en 1970) met drie doelpunten verschil op een eindtoernooi. De Italianen moeten altijd eerst op gang komen en reiken dan vaak alsnog tot de finale. Daarom was het gunstig voor Oranje om het team van coach Roberto Donadoni reeds in de eerste wedstrijd te treffen.

Het deed niets af aan de soms verbluffend goede opvoering van de manschappen van Van Basten tegen de wereldkampioen. Feitelijk klopte bijna alles bij het Nederlands elftal. Al moest doelman Edwin van der Sar met een paar weergaloze reddingen, zoals bij een vrije trap van Andrea Pirlo, zijn doel schoon houden. In Stade de Suisse, waar het oranje tevens op tribunes domineerde, excelleerde het middenveld, bleef de verdediging ook in een later stadium tegen twee centrumspitsen overeind en bleek de noodzakelijke dosis fortuin aanwezig.

Regels
Hoe curieus was immers niet het openingsdoelpunt van Ruud van Nistelrooy in vermeende buitenspelpositie? Het bracht de Italianen uit hun evenwicht. Luca Toni, overigens knap uitgeschakeld door Joris Mathijsen en André Ooijer, maakte zich zo boos dat hij een gele kaart kreeg van de Zweedse scheidsrechter Peter Fröjdfeldt. De Scandinaviër bleek achteraf de regels uitstekend te hebben geïnterpreteerd. Christian Panucci was over de achterlijn geduikeld en hief daarmee volgens de voorschriften de offside van Van Nistelrooy op. Ondanks het feit dat hij buiten het veld niet meer aan het spel deelnam.

Van Basten had in de dug-out niet eens in de gaten dat Van Nistelrooy het schot van Sneijder nog een laatste tik gaf. Persvoorlichter Kees Jansma kreeg echter een sms’je over de regel en kon het de bondscoach uitleggen. Van Nistelrooy, die in de eerste helft nog twee keer alleen voor doelman Gianluigi Buffon kwam en het duel toen al had kunnen beslissen, wist waarschijnlijk niet dat hij buitenspel stond. „Ik begreep meteen waarom het doelpunt werd goedgekeurd”, grapte hij. „Goed gezien van de scheids.”

Protesteren
Echter, ook op de perstribune alom verbijstering. En Donadoni ging er een uur na de voor hem smadelijke nederlaag nog steeds van uit dat de scheidsrechter een blunder had begaan. „Een vergissing is menselijk. Wij hadden wat massaler moeten protesteren. Gedane zaken nemen geen keer”, zei hij. Hij zocht daarmee weliswaar geen excuus voor de nederlaag, maar hield het stilletjes toch op een arbitrale dwaling.

Oranje dwong de overwinning niet alleen af op basis van deze ‘meevaller’. In de voorste linie bleek Dirk Kuijt op rechts als vervanger van de geblesseerde Arjen Robben een gouden greep. De Katwijker bikkelde als nooit tevoren. Hij maakte linksback Gianluca Zambrotta het leven zuur, veroverde veel ballen en verdedigde dus ook volop mee. Dat deed vrijwel het hele elftal, inclusief de jarige man of the match Wesley Sneijder. Kuijt verzorgde bij het tweede en derde doelpunt een assist.

Tweetal
Wesley Sneijder speelde door de afwezigheid van Robben op links en demonstreerde, net als Rafael van der Vaart, zijn grote technische en tactische vaardigheden die bij Real Madrid alleen maar beter zijn geworden. Het tweetal werd in de rug steeds aangestuurd door Orlando Engelaar. De Rotterdammer (zeven caps) liep met zijn reuzenstappen over het veld alsof hij al jaren international is.

Wegens de aanwezigheid van Engelaar opereert Giovanni van Bronckhorst weer als linksback en dat deed hij als in zijn beste tijd bij FC Barcelona. De Feyenoorder kreeg wel veel ruimte van de Italianen om regelmatig op te stomen. Van Bronckhorst stond aan de basis van de wonderschone tweede treffer. Hij zette een aanval op, gaf een verre pass op Kuijt die de bal voortrok en Sneijder rondde feilloos af. Van Basten bleef maar juichen langs de zijlijn. Het derde doelpunt kopte Van Bronckhorst zelf in na aangeven van Kuijt.

Boulahrouz
Van Basten had met de opstelling zoals gewoonlijk weer een verrassing in petto. Dit keer het inzetten van Khalid Boulahrouz als rechtsback. De speler van Chelsea was door blessures als huurling van Sevilla dit seizoen nauwelijks in actie gekomen. Van Basten stuurde hem na de voorbereiding op vakantie, maar haalde hem terug voor de geblesseerde Ryan Babel. Nu vond hij hem geschikt om linksbuiten Antonio di Natale af te stoppen. Boulahrouz ramde af en toe de bal de tribune in. Di Natale kreeg een paar kansen, maar hij werd na een uur gewisseld voor Alessandro del Piero.

Het is gezien deze afstraffing de vraag of het huidige Italiaanse team met zoveel dertigers in de gelederen niet zijn beste tijd heeft gehad. Het wegvallen van de geblesseerde aanvoerder Fabio Cannavaro had grote gevolgen voor de defensie. Van Basten beschikt zelfs nog over verschillende aantrekkelijke opties. Robin van Persie, die inviel voor Van Nistelrooy, is terug. Robben herstelt wellicht tijdig. Ibrahim Afellay maakte een goede indruk als invaller, zag een inzet op de lat belanden. Om over de Nederlandse topscorer Klaas Jan Huntelaar nog maar te zwijgen. Van Basten heeft luxeproblemen. Hij kan voor de wedstrijd van vrijdag tegen die andere WK-finalist, Frankrijk, kiezen uit betrekkelijk veel topspelers. „We hebben veel zelfvertrouwen opgedaan”, zei Sneijder bovendien. Geen wonder, na zo’n sterk staaltje.



Nederland - Italië in de buitenlandse pers
Al 30 jaar hadden we ze niet verslagen.

Heeft iemand nog die ene site met alle samenvattingen?
  Trouwste user 2022 dinsdag 9 juni 2009 @ 21:13:39 #164
7889 tong80
Spleenheup
pi_69876607
Toen kregen we het geval Boularouz.

Ik weet zeker dat er over tien jaar boeken verschijnen over dit schakelpunt.

We speelden zo goed.

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
  dinsdag 9 juni 2009 @ 21:15:41 #165
61305 Bjoro
Proud to have Maud !
pi_69876682
geinig topic !
256 goals !
[Column]Hoera, prijs gewonnen!
'Zo gewoon en toch zo bijzonder,
Zo alledaags maar nog steeds een wonder' Maud 07-07-2005
  Trouwste user 2022 donderdag 11 juni 2009 @ 19:11:03 #166
7889 tong80
Spleenheup
pi_69946724
*Kick*

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69950130
10 juni 1974
quote:
Terwijl donderdag het WK voetbal begint, rommelt het rond het Nederlands elftal van Rinus Michels. Enig rekenwerk van de selectie leverde op dat als Nederland de finale haalde er per man 20.000 gulden te verdelen viel, terwijl uitschakeling in de voorronde een vergoeding voor spel en trainingsperiode van 7500 gulden betekende. De spelers zijn daar niet mee akkoord gegaan.
Voor dat soort bedragen trekken voetballers tegenwoordig hun kicksen niet meer aan.
  Trouwste user 2022 donderdag 11 juni 2009 @ 20:39:43 #168
7889 tong80
Spleenheup
pi_69950500
Ik wel hoor

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69959243
Laatst al de laatste officiële wedstrijd, vandaag de laatste enkeloperatie van San Marco. Laatste tijd hard aangepakt (grotendeels onterecht vind ik), maar het blijft natuurlijk een held die gekoesterd moet worden.

11 juni 1994: Laatste enkeloperatie van Basten
quote:
Na de Champions League-finale tussen Ajax en AC Milan in Wenen omhelsden Frank Rijkaard en Marco van Basten elkaar. Een ontmoeting tussen twee absolute vedetten, van wie er één (Rijkaard) zeker wist dat zijn voetballoopbaan voorbij was. De ander (Van Basten) wist het eigenlijk ook, maar bleef, tegen beter weten in, hopen op voortzetting van zijn carrière.

Het afscheid van Rijkaard stond al lang vast, de beslissing van Van Basten om er definitief een punt achter te zetten, werd steeds uitgesteld. Op 12 februari bracht hij voor het laatst een bezoek aan de Belgische chirurg Martens, die hem op 11 juni 1994 voor de laatste maal aan de rechterenkel opereerde. Na dat bezoek waren de voetballer en de medicus optimistisch. De kans op een terugkeer van Van Basten leek nog aanwezig, maar gisteren maakte de Utrechtenaar aan alle onzekerheden, twijfels en speculaties een eind.

“Het nieuws is kort”, begon Van Basten de persconferentie in Milaan. “Ik heb besloten om mijn voetballoopbaan te beëindigen”. De beslissing had hij twee weken geleden al genomen, na contact met dokter Martens. “Er zat geen verbetering in. Als ik opsta doet de enkel pijn, ik kan niet eens een partijtje tennissen.” Tussen de regels door bekritiseerde Van Basten de medische wereld. Ondanks vier enkeloperaties sinds december '92 bleef resultaat uit. “Ik weet niet of de doktoren me altijd hebben geholpen, want vanaf 1992 is de situatie niet echt verbeterd. Het schijnt me toe dat het na elke operatie eerder slechter dan beter ging. Ik ben geopereerd, onderging behandelingen met water en hitte en acupunctuur en ik ben zelfs naar medicijnmannen geweest. Niets hielp.”

De doktoren Martens (drie keer) en Marti (eenmaal) sneden sinds december 1992 in de rechterenkel, maar aan voetballen kwam de sierlijke aanvalsleider nauwelijks meer toe. In ruim tien jaar topvoetbal was zijn gestel door tientallen overtredingen aangetast. Van Basten was alleen nog te bewonderen tijdens een kortstondige rentree in 1993. Medisch gezien was die onverantwoord, maar AC Milan had hem nodig voor de Europa Cup 1-eindstrijd tegen Olympique Marseille. “Ik heb alles gedaan om fit te worden, maar helaas is dat niet gelukt.”

Van Basten weet nog niet hoe zijn toekomst eruit ziet. Een loopbaan als trainer trekt hem niet. Milan zou hem graag willen opnemen in de staf, bij voorbeeld om public relations te bedrijven voor de club. “Voorlopig doe ik even niks. Dat klinkt een beetje gek, maar ik heb de laatste twee jaar hard gewerkt om een comeback te maken. Ik ga eens rustig nadenken wat ik in de toekomst ga doen.” De Utrechtenaar wist bij zijn afscheid wel te relativeren. “Een leven zonder voetbal kan ook mooi zijn. Neem het voetbal weg en er is nog genoeg te genieten over.”



Hoewel veel liefhebbers hem op een voetstuk plaatsten, deelde hij zichzelf toch een kaste lager in dan de absolute vedetten van het wereldvoetbal. “Als je stopt, blijf je in de gedachten van de mensen blijkbaar voortleven als een betere speler. Ik heb heel veel kansen gemist en veel slechte wedstrijden gespeeld.” Toch mag zijn erelijst er zijn. Een kleine greep: driemaal nationaal kampioen met Ajax en AC Milan, twee Europa Cup 1-overwinningen met AC Milan, een Europa Cup 2-zege met Ajax en Europees kampioen met Nederland in 1988. Alleen een wereldtitel ontbreekt.

Ruim een jaar geleden was er nog sprake van dat Van Basten deel zou uitmaken van de selectie van het Nederlands elftal voor het WK in de Verenigde Staten. Hoewel de spits anderhalf jaar niet in actie was geweest, schaarde de toenmalige bondscoach Dick Advocaat de rentree van Van Basten niet onder de noemer 'utopisch'. De huidige trainer van PSV vond de terugkeer van Van Basten realistisch en een stimulans voor de selectie. In Milaan werd daar anders over gedacht. De medische staf van AC Milan verstoorde de droom van Van Basten en Advocaat en gaf de speler geen toestemming zich bij Oranje te voegen.

De herinnering aan 1988 moet een rol hebben gespeeld in de pogingen van Advocaat om Van Basten aan de selectie van het Nederlands elftal toe te voegen. Voor het EK in dat jaar in Duitsland was de drievoudig Europees voetballer van het jaar ook verre van fit. Na zijn eerste enkeloperatie, in 1987, had hij in zijn debuutseizoen bij AC Milan maar drie wedstrijden gespeeld. Vanwege ritmegebrek gunde Rinus Michels Van Basten geen basisplaats in het (verloren) openingsduel van de Europese titelstrijd tegen de Sovjet-Unie. Na die wedstrijd mocht Van Basten van Michels de plaats innemen van John Bosman en de Oranje-klant in Italiaanse dienst groeide uit tot de onbetwiste superster van het toernooi. Hij scoorde driemaal tegen Engeland, hij schoot Nederland langs Duitsland en hij besliste de finale tegen de Sovjet-Unie met een fantastische volley vanuit een welhaast onmogelijke hoek van het doel. Niet alle 58 interlands waren overigens een daverend succes. Het WK van 1990 in Italië werd een drama en tijdens het EK van 1992 in Zweden miste hij in de halve finales de beslissende strafschop tegen Denemarken.
Jammer dat hij voor Ajax koos. Een selectie met vooral op het middenveld en achterhoede middelmate, maar bovenal een selectie zonder mentaliteit. Hopelijk haalt van Basten over een paar jaar zijn gram door over een paar grootse successen te boeken als trainer in Italië. Waarschijnlijk is het hopen tegen beter weten in.
  Trouwste user 2022 vrijdag 12 juni 2009 @ 00:07:23 #170
7889 tong80
Spleenheup
pi_69959508
Als voetballer blijft het natuurlijk San Marco

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_69998301
Sommige overtredingen doen veel stof opwaaien, zoals bijvoorbeeld de overtreding van Bouaouzan op Kokmeijer. België kende ook zo'n zaak die in de rechtbank werd uitgevochten, na een grove overtreding werd er door Juan Lozano een zaak aangespannen tegen Ivan Desloover. Toen Desloover op 13 juni 1990 werd vrijgesproken begon de soap eigenlijk pas echt.

13 juni 1990: Desloover wordt voor de eerste maal vrijgesproken
quote:
De bekendste case uit het Beligsche voetbal inzake aansprakelijkheid, is die van Juan Lozano tegen Yvan Desloover naar aanleiding van een spelincident tijdens de wedstrijd SV Waregem tegen Anderlecht dd. 11 april 1987, waarbij Lozano een dubbele beenbreuk opliep. De juridische procedure in deze zaak, was een waar vervolgverhaal.

Aanvankelijk sprak de Correctionele Rechtbank te Kortrijk op 13 juni 1990 Desloover vrij. Lozano ging tegen dit vonnis in beroep en op6 februari 1992 kende het Gentse Hof van Beroep Lozano een (provisionele) schadevergoeding toe. Het Hof stelde immers vast dat Desloover de spelregels van het voetbal grovelijk had overtreden. De foutieve trap over de bal heen en terechtkomend op het steunbeen van Lozano op het ogenblik dat deze de kans zag de bal te intercepteren, wordt door het Hof gekwalificeerd als niet-naleving van de zorgvuldigheidsnorm in het voetbalspel.

Desloover ging tegen dit arrest in cassatie en bij arrest van 17 november 1992 vernietigde het Hof van Cassatie de uitspraak van het Gentse Hof van Beroep. De zaak werd verwezen naar het Hof van Beroep te Antwerpen. En ja hoor, voor het Antwerpse Hof van Beroep ging Desloover vrijuit en hij werd er dus niet aansprakelijk gesteld. Het Hof motiveerde haar beslissing, genomen op 25 juni 1993, als volgt: "gelet op de concrete omstandigheden waarin de betrokken spelfase zich voordeed, heeft beklaagde de zorgvuldigheidsnorm niet overschreden en het neerkomen van het linkerbeen van beklaagde op het steunbeen van burgerlijke partij, waardoor deze ernstig werd gewond, is te wijten aan een ongelukkige en onvoorzienbare samenloop van omstandigheden die deel uitmaken van de normale risico's die inherent zijn aan de beoefening van de beoefende sporttak".



quote:
Juan Lozano
Zijn ouders kwamen uit Coria del Rio, nabij Sevilla, naar Antwerpen. Toen Juan elf was, ging hij sjotten bij den Beerschot. Juan Lozano werd de lieveling van het Kiel, de absolute smaakmaker van het Belgische voetbal zelfs. Een avonturier ook, in '80 trok hij naar het Amerikaanse Washington Diplomats, waar Johan Cruijff ook voetbalde. Maar de club geraakte na enkele maanden in financiële problemen en Michel Verschueren stond als eerste aan de deur, met 12,5 miljoen frank (400.000 dollars) onder de arm. Juan Lozano, de artiest, was van Anderlecht. Daar hoorde zo'n voetballer ook. Lozano, een Spaanse Antwerpenaar in Brussel.

"Anderlecht is nog steeds mijn club. Meer dan Beerschot, ja. Omdat iedereen er altijd zo goed was voor mij. Het bestuur, de supporters vooral. Ze zagen mij gèren. Ik voelde er mij van de eerste dag thuis. Een koffieke drinken, met de mensen een babbelke slaan. Of voor de match nog even binnenwippen in de keuken bij Omèr en Marie, de congiërges, een sigaretje roken. Ik hoefde toch geen massage (grijnst). Het was ook altijd mijn droom geweest ooit bij Anderlecht te voetballen. Telkens we er met Beerschot tegen voetbalden, werden we door die mannen zotgetikt, ik dacht toen elke keer: bij die club zou ik graag ooit spelen. Niet omwille van de naam Anderlecht, maar omdat er zo'n goeie voetballers liepen."

En Juan zou er zelfs lang de beste worden genoemd. Technisch ongeëvenaard, vista, puur talent, een stér. Maar evenzeer wispelturig, en met een hekel aan gelijk welk tactisch keurslijf. Maar zelfs trainers als Tomislav Ivic dekten zijn nonchalance met de mantel der liefde. Want op de grote momenten stond Lozano er. En die grote momenten waren de Europacupwedstrijden, in wat toen nog het Emile Verséstadion heette. Later droomde hij er nog wel eens van: rond zes uur aankomen met de bus, de drukte in de omliggende straatjes, de kleine tribune aan de overkant nog. "Ik vond dat fantastisch. Die wedstrijden waren nog iets anders dan een matchke op Winterslag bijvoorbeeld: donker, door de modder naar de kleedkamer die maar een schort groot was, en dan op dat veld, geen sprietje gras, zwart zand; dan had ik al geen goesting meer."

Maar op de gala-avonden, dan had hij er altijd zin in. Raymond Goethals: "Den Europacup, dat waren de matchen voor de hiele gruute, voor Rensenbrink, voor Lozano ook. Voor de artiesten, die mannen die tijdens de tactische les in slaap vielen en in de tijd van Rik Coppens als trainer op Beerschot mocht dat." Lozano: "Voor de meer technische spelers, zeker? Ik moest zo'n voetbalsfeer hebben, dan presteerde ik altijd goed. Echt, ik herinner mij geen enkele slechte Europese wedstrijd." Zijn allbeste was die in '81 'Europacup 1), tegen Juventus, zegt Vanden Stock. "Vooral omwille van de tegenstander," verduidelijkt Lozano. "Juventus, dat was de helft van de nationale ploeg die kort daarna wereldkampioen zou worden. Maar ik speelde wel meer goeie matchen: tegen Sarajevo, tegen Benfica ook." Die laatste, dat was Benfica - Anderlecht, de terugwedstrijd in de Europacup 3-finale, in '83. De heenwedstrijd was op 1-0 geëindigd, in Portugal bezorgde hij met de beslissende treffer (1-1) zijn club de Europese beker.



Het was de periode van het grote Anderlecht, zegt men nu nog: behalve Lozano ook nog Coeck, Olsen, Vercauteren, Vandenbergh... Lozano: "Elke grote club heeft goede en minder goede periodes. Eerder was er de periode van Rensenbrink en Mulder, dan kwamen wij er, nu is het weer wat minder. Het is wel zo dat het voetbal in het algemeen nu minder technisch is, dat wel. Maar ik snap toch niet waarom zoveel spelers klagen dat het niet meer hetzelfde is. Als ge maar gèren voetbalt. Het waren en zijn altijd de kakspelers die zeuren. Ik wist niet eens voor hoeveel geld we speelden. Vercauteren had dat nochtans elke keer goed geregeld (grijnst). Maar ik vergat dat, ik zag dat wel op het einde van de maand, op de loonfiche. Ik heb mij dat nooit aangetrokken. Dan las ik vaak: de clans op Anderlecht, de Hollanders en zo. Maar, echt waar, ik heb daar nooit iets van gemerkt. (peinzend) Eigenlijk mag ik zeggen dat ik mij op Anderlecht altijd kostelijk heb geamuseerd. Ik ging er elke dag voetballen en ik trok me van de rest niks aan. Als je vraagt naar de mooiste momenten zeg ik: álle dagen. Behalve als we moesten lopen, zonder bal. Anderlecht was mijn speeltuin."

Al vlug rees ook het idee om de benadigde voetballer te naturaliseren tot Belg, het zou voor de Rode Duivels op het WK in Spanje ('82) een godsgeschenk zijn. De Kamer keurde de aanvraag goed, maar de senaatcommissie weigerde. Juan Lozano zou nooit voor een nationaal team voetballen. "Dat en het feit dat ik nooit een Gouden Schoen heb gekregen, heb ik toch altijd beschouwd als de tekorten in mijn carrière."

Maar veel zorgen maakte de middenvelder zich niet," dan ga ik in juni maar op vakantie." En twee jaar later leek hij zelfs alweer meer Spanjaard dan Belg: het vaderland lokte. De roep van het geld, de roep van De Koninklijke, vooral. Real Madrid kocht de Spanjaard voor 75 miljoen frank, voor de rijke Spaanse club op dat moment een recordtransfer. Juan zou de hele wereld en vooral heel Spanje overtuigen van zijn enorm talent. "Ambitie, jong. Zo'n kans kon ik niet laten liggen." Maar het werd geen onverdeeld succes: twee kuitbeenbreuken, gevold door een jaar problemen met conditie en trainers, met Amancio vooral. Zodat hij na twee jaar, in '85 was dat, opnieuw bij Vanden Stock op de schoot zat, "alsof ik er nooit was weggeweest." Atletico Madrid, Sporting Lissabon of Betis Sevilla hadden ook gekund, "maar ik dacht bij mijn eigen: waar ken ik beter zijn dan bij Anderlecht?" Back home, waar de concurrentie alweer was gestegen. Paul Van Himst had er als trainer Ivic opgevolgd, Scifo, Arnesen en Vandereycken liepen er rond. "Ge zult uw best moeten doen," zei Verschueren. "Ik ben niet bang," antwoordde Lozano. En voetbalde er meteen weer op zijn hoogste niveau.

Tot die 11de april 1987: Waregem - Anderlecht. Het gestrekte been van Ivan Desloover. Hij was toen 32, op weg naar een Gouden Schoen, heette het later, maar hij zou de trofee van beste voetballer van België, die hij zo verdiende, nooit krijgen. Twee maanden later evenwel werd hij door zijn collega's uitgeroepen tot Profvoetballer van het Jaar, en dat maakte misschien niet alles maar dan toch veel goed. Hoewel hij zelf zijn trofee niet kon ophalen, op dat moment revalideerde hij bij zijn ouders in Coria del Rio. Op die leeftijd staat een dubbele open beenbreuk gelijk met het einde van de carrière. Twee jaar lang nog zou hij bij Anderlecht vechten tegen een vervroegd afscheid, twee jaar lang hoopte elke Belgische voetballiefhebber dat hij zou terugkeren. Maar ondanks alle pijn ("Ik heb gruwelijk afgezien") werd het een vergeefs gevecht, in mei '89 schonk Anderlecht Lozano, ex-ster, een vrije transfer. "Toen ik zo plots wegmoest bij Anderlecht was ik toch wel ontgoocheld. Ik vroeg mij af: beteken ik maar zoveel voor Anderlecht? Verschueren zei mij koudweg: gekunt naar Aalst, die mensen zitten in de cafetaria al te wachten. Maar dat kan je hem niet kwalijk nemen, zo werkt dat."



Neen hij is niet meer kwaad. Er blijft niet eens een bittere nasmaak: "Hoe zou ik verbitterd kunnen zijn na al wat het voetbal mij heeft gegeven?" Hij heeft het helemaal achter zich gelaten. Wat overblijft zijn de herinneringen. De mooie, menselijke herinneringen, in de eerste plaats aan Constant Vanden Stock. "Als vaderfiguur vooral. Ik was een jonge gast, mijn ouders waren teruggegaan naar Spanje, hij gaf mij vaak raad. Let goed op uw centjes, zei hij dan." Aan Georges Denil. "Een ploegafgevaardigde met een groot hart, de spelers waren zijn kindjes. Hij gaf wel eens een premieke uit zijn eigen zak, maar dat was niet het belangrijkste. Ik vergeet nooit hoe hij bijna stond te schreien toen ik in die Europacupwedstrijd met Real Madrid op Anderlecht op de bank zat. Toen begon zelfs het Anderlecht-publiek mijn naam te scanderen, dat vond ik heel tof." Aan Tomislav Ivic. "De eerste trainer die mij wat karakter heeft bijgebracht. Hij kon het zonder boetes uit te delen flikken dat iedereen op tijd kwam, hij hem waren ook de spelers die op de bank zaten content. Een uiterst charmante vent, ik herinner me dat hij mij onverwacht een keer kwam afhalen in de luchthaven van Belgrado, toen we er met Real Madrid een Europacup-wedstrijd speelden. Kijk, zoiets zou nooit in mijn hoofd opkomen. Ik zou eerder denken: Ivic, toffe gast, maar allez... (lacht). Zo ben ik nu eenmaal." En zo kon hij ook goed opschieten met Michel Verschueren. De manager ging hem twee keer halen. Een eerste keer in Washington, op 16 uur was de transfer geregeld, een tweede keer in Madrid, kom jij maar terug bij ons, Juan. Lozano, grijnzend: "Een speciale gast, een zakenman, een doordrijver."

Juan werkt nu als koerier bij de Europese Gemeenschap, "heel tof, Pär Frimann werkt er ook." De bon vivant is in Edegem meer dan ooit huisvader en welstellende burger, hij heeft zijn zaakjes goed geregeld. "Iedereen noemde hij altijd een losbol, en ik heb nooit de moeite gedaan om het te ontkennen. Maar ik heb altijd goed opgelet. Mijn ouders waren gastarbeiders, ik heb altijd goed geweten hoeveel een frank waard was. Toen ik twintig was reen mijn ploegmaats met een dikke bak naar de training, ik kwam nog te voet. En ik heb altijd beseft dat het voetbal niet eeuwig zou duren." En dat het groene gras steeds verder weg ligt. Hij volgt het voetbalgebeuren nog nauwelijks, als op maandag de collega's vragen: Anderlecht gezien? moet hij ontkennend antwoorden, hij ging sedert zijn afscheid nog maar een paar keer kijken, gaat op zondag liever bingo spelen met vrienden. De vrienden van toen zijn er niet meer. "Dat ligt aan mij, hoor. Ik geloof niet dat ik in al die jaren ook maar met iemand ruzie heb gekregen. Maar ik ben nu eenmaal niet zo'n tiep die in het verleden leeft. Hoewel, nu Gianni wat groter wordt en wil sjotten, denk ik wel eens: misschien had ik toch beter wat meer bijgehouden. (nadenkend) Ik had nooit verwacht dat ik zo gemakkelijk zonder het voetbal zou kunnen. Vraag me niet hoe dat komt, ik heb het me zelf nooit afgevraagd. Het zegt mij gewoon niks meer, daar moet niks méér achter gezocht worden. Ik dacht nog even aan de slag te kunnen gaan als jeugdtrainer, maar noch Anderlecht noch Beerschot konden mij een deftig loon betalen. Men neemt liever schoolmeesters (grinnikt). Ach, het afscheid had misschien wat eleganter gekund... (grinnikend) Ik geloof dat Van Himst de laatste was die een schone afscheidswedstrijd heeft gekregen."

Wat blijft over? Een tevreden gevoel, dat blijft over. "Ik heb in Amerika gevoetbald, bij Real Madrid en twee keer bij Anderlecht, ik kan niet klagen. Goed, ik ben nooit international geweest en ik heb nooit de Gouden Schoen gekregen, maar ik ga daar toch niet moeilijk over doen. De Goden van Anderlecht, hij is oprecht trots er bij te horen, zegt hij. Beslist: "Ik mag mij dan niets meer van het voetbal aantrekken, ik zou ontgoocheld zijn geweest indien ik er niet tussen stond. Dát doet mij nog wat, ja. Ouder worden, zeker? (grinnikt)" Voor zijn selectie begint hij vooraan: Vandenbergh, Puis, Van Himst en Rensenbrink. Maar stelt meteen vast: "Dat klopt niet, ik heb twee linksbuitens" Verder: "Jacky in de goal, Van Binst en Olsen achteraan, hoewel ik Van Binst toch nooit zo'n grote voetballer heb gevonden. In het middenveld Haan en Coeck, Jurion... Oh, Jan Mulder ook nog, hoe kon ik die vergeten? En schrijf maar op: Gilles De Bilde wordt ook een van de groten van Anderlecht. Verder niet veel moderne namen. Degryse kan ook goed sjotten."

Een historische rij, de galerij der grootheden, één ervan zou hij graag nog een keer terugzien. Stil: "Maar dat kan niet meer... Ludo Coeck, ja... Dat was mijn maat. Samen naar de training, samen een biljaarke, altijd samen eigenlijk."
pi_70009823
14 juni 1971: Tonny van Leeuwen onderscheiden als minst gepasseerde keeper
Zo wordt je bekroond tot minst gepasseerde keeper, enkele uren later ben je er niet meer. Tonny van Leeuwen kwam op 15 juni 1971, rond 5 uur in de ochtend, om bij een verkeersongelijk.
quote:
Al bij leven was Tonny van Leeuwen legendarisch. Hem werd een grote toekomst toegedicht, waarbij werd gerefereerd aan beroemde keepers als Eddy Pieters Graafland en Lev Yashin. Het mocht echter niet zo zijn; niet lang na zijn debuut in het Nederlands voetbalelftal kwam hij bij een auto-ongeluk om het leven.

Roem vergaarde hij als keeper van GVAV, de voorloper van FC Groningen. Een van de meest legendarische wedstrijden werd gespeeld op 23 april 1967 in De Meer, waar met 0-1 van Ajax werd gewonnen doordat van Leeuwen op miraculeuze wijze de bal uit het doel wist te houden.

Na afloop werd hij door enthousiaste supporters op de schouders het veld afgedragen. Men beweert dat er zelfs supporters van Ajax aan dat eerbetoon meededen.

De keeper was twintig toen hij het bij Sparta niet meer uit hield op de reservebank. Eerste keeper Pim Doesburg was net zo jong als hij en bovendien diende zich met Jan van Beveren nog een onwaarschijnlijk talent aan.



Van Leeuwen, geboren in Gouda, nam de wijk naar Groningen. Beresterk was Van Leeuwen, atletisch en op zijn tijd een showkeeper.

Als keeper van een provincieclub haalde Van Leeuwen het Nederlands elftal. Maar na anderhalve interland was het voorbij. In Oranje was De Leeuw van Groningen zijn zenuwen niet de baas.

Het debuut voor het Nederlands Elftal maakte hij in 1967 in Leipzig. De wedstrijd werd door de Oost-Duitsers met 4-3 gewonnen door een serie hoekschoppen die door de Nederlandse verdediging steevast niet goed werden verwerkt. Er vlogen drie corners en een vrije trap in, maar dat was net zo goed de paniekerige PSV-verdedigers Pijs, Schrijvers en Kemper aan te rekenen. Toch zou de dramatische verliespartij de geschiedenis in gaan als de cornerinterland van Tonny van Leeuwen.

Tegen Hongarije in Boedapest kreeg Van Leeuwen een herkansing, maar dat liep op een teleurstelling uit. In de rust van de met 2-1 verloren wedstrijd werd hij gewisseld vanwege een schouderblessure. Of het om een echte blessure ging wordt door sommigen betwijfeld.

Falen in Oranje, uitblinken bij GVAV. Op 14 juni 1971 werd hij door de KNVB onderscheiden als minst gepasseerde keeper van het zojuist afgesloten seizoen, waarin hij slechts zeven doelpunten tegen had gekregen en 23 wedstrijden het doel schoon had gehouden.

Tonny van Leeuwen sloeg het aanbod om te overnachten in het Hilton af en stapte in zijn witte Mercedes. Ter hoogte van Meppel, om een uur of vijf 's morgens, ging het mis, vreselijk mis. Van Leeuwen, 28, vader van twee kinderen, reed frontaal op een vrachtwagen en was op slag dood. Zijn vrouw Geri, die naast hem lag te slapen, overleefde de klap.

Diezelfde avond reed hij nog terug naar Groningen. Waarschijnlijk overmand door slaap raakte hij tussen Zwolle en Meppel op de verkeerde weghelft en botste frontaal op een vrachtwagen. Van Leeuwen was op slag dood. Zijn echtgenote overleefde de klap.

FC Groningen eerde zijn legendarische doelman door de zuidtribune van het Oosterpark Stadion naar hem te vernoemen. In 2002 werd in de stad Groningen ook een straat naar hem vernoemd: de Tonny van Leeuwenlaan. Hij ligt begraven op het kerkhof van Peize.
  zondag 14 juni 2009 @ 23:17:49 #173
73274 Prosac
Bedankt Ray
pi_70010193
Ik ken de hele beste man niet, maar begrijp van de wat oudere FC Groningen fans dat het echt de beste doelman was die we ooit hebben gehad. Had een grote toekomst voor zich.
  Trouwste user 2022 maandag 15 juni 2009 @ 00:19:35 #174
7889 tong80
Spleenheup
pi_70012751
quote:
Op zondag 14 juni 2009 23:17 schreef Prosac het volgende:
Ik ken de hele beste man niet, maar begrijp van de wat oudere FC Groningen fans dat het echt de beste doelman was die we ooit hebben gehad. Had een grote toekomst voor zich.
Wel de beste bij FC Groningen denk ik.

Maar als international faalde hij ooit.

Maar heeft nooit de kans op revanche gehad.

En het verhaal van Lozano is diep triest. Had een wereldster kunnen worden.

Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
  maandag 15 juni 2009 @ 09:41:09 #175
73274 Prosac
Bedankt Ray
pi_70017202
We werden niet eens kampioen in het jaar dat we slechts 7 goals tegen kregen.
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')