Mooi stuk vandaag over deze legende in de Volkskrant:
Druk-druk-drukke 'Koomentje'
JOHN VOLKERS − 05/05/11, 00:00
Over Theo Koomen is er sinds kort een permante tentoonstelling. De radiogrootheid is misschien ook wel de eerste journalist in Nederland die een eigen museum krijgt.
In de molen, de mooiste van Noord-Holland volgens een internetverkiezing, wordt meel verkocht, maar ook de mythe van Theo Koomen nog een keer uitgevent. Molen De Hoop in Wervershoof biedt sinds de Paasdagen de tentoonstelling Theo Koomen, zo was er maar ien, vrij naar een uitspraak van zijn moeder Grietje.
De in 1984 op 54-jarige leeftijd verongelukte journalist Koomen heeft in zijn geboortedorp de expositie gekregen die bij zijn status in West-Friesland hoort. Hij, ooit een Bekende Nederlander, wordt er nog altijd op handen gedragen. Zijn graf is ook in het dorp, waar hij slechts zijn jeugd doorbracht. Het bestaat uit drie grote keien, waaronder ook zijn oudere broer Jaap ligt.
Samensteller Annie Wissink zegt dat de tentoonstelling over het leven van de legendarische radioreporter nog zeker twee jaar in De Hoop zal blijven. 'Maar misschien maken we er wel een vast Theo Koomen Museum van. Dit is mijn vierde tentoonstelling. Er zit heel veel werk aan vast. Het is lastig een pakkend onderwerp te vinden.'
Theo Koomen is zeker zo'n onderwerp. Hij was een radiogrootheid in de tijd dat de televisie of YouTube nog niet elk bewegend beeld van sport aan de kijker leverde. 'Een sportjournalist van lik-me-vessie', sprak oud-Volkskrant-chef Ben de Graaf ooit streng over zijn collega die in 1961, een jaar voor De Graaf, voor deze krant ging werken.
De Graaf maakte vijanden in het voetbal, de veel meer op populariteit gestelde Koomen had ze uiteindelijk ook in de sport. Hij streek in 1971 de schaatsers van de kernploeg tegen de haren door te verklaren: 'Je krijgt geen interview meer zonder er grof voor te betalen.' Hij ging voor maanden in de ban bij de kernploeg. In april 1971 werd het bijgelegd in het café van de vader van Kees Verkerk te Puttershoek. De foto van die vredespijp siert de eerste verdieping.
De wielrenners kreeg 'Koomentje' drie jaar later op tilt door een boek te schrijven over het gebruik van stimulantia onder de titel 25 Jaar Doping. Het peloton weigerde te starten in Woerden, toen Koomen daar kwam schnabbelen bij de plaatselijke profronde. Ze zagen hem liever gaan dan komen.
De katholieke wereld nam hij de maat door in 1975 een boek over zijn herinneringen aan de kerk te schrijven: God Bewaar Me. Hij was een ziekelijke seminariestudent, op de St Paul in Arcen, die niet voor het celibaat bestemd bleek.
Zo betrad hij, na twee jaar groenteboerwerk en herstel van tbc, de journalistiek. Zijn moeder uit het nuchtere West-Friesland, waarschuwde haar zoon: 'Het is er een wereld van Sodoma en Gomorra. Kijk uit jongen, adviseerde ze mij toen ik me in 1953 op het glibberige pad van de journalistiek begaf.'
Via Noordhollands Dagblad en De Dordtenaar kwam hij bij de Volkskrant. Hij nam er, zo leren we in De Hoop, de column Omnium van Pierre Huyskens over. Een column heette toen nog 'kolom'.
Koomen, met zijn ongebreidelde fantasie en spreekvaardigheid, bleek geschikter voor de radio. In 1966 ging hij naar de KRO, later de TROS en NOS. Er waren ook tv-klussen. Hij deed spelregelwedstrijden als quizzes, nu te oubollig voor woorden.
Zijn roem vergaarde hij met zijn reportages in Radio Tour de France, twintig jaar lang op de motor. In de tentoonstelling is een beeld van een probeersel, bij de Ster van Zwolle. 'De man die Theo daar achterop de motor had, ene Harry Woolderink, lag op sterven toen hij van de tentoonstelling hoorde. Hij wilde nog langskomen', vertelt Wissink.
Zijn lol had Theo Koomen met zijn preken op stille zondagochtenden in de Tour. Dan imiteerde hij de gedragen stem van 'meneer pastoor'. Hij droomde als kind van het priesterschap en de kansel. Paus Theodorus I en pater Theodoor, zo noemde hij zichzelf.
Zijn geld vergaarde hij met columns, schnabbels, veertien boeken en tal van langspeelplaten. Ze liggen in de vitrines. Niet meer voor te stellen: een lp met het complete verslag van de Europa Cupfinale Feyenoord-Celtic van 22 mei 1970, geperst door CNR. En zelfs een single van de olympische 10 kilometer van Piet Kleine in 1976.
Het waanzinnig drukke en ingewikkelde leven van deze radioreporter eindigde met een verkeersongeluk in de Schermer, terug van FC Twente - MVV. Er is een foto van zijn laatste interview, met Leo Beenhakker.
In de documentaire van Coen Verbraak (Woekeren met de Waarheid), die op de derde verdieping van De Hoop wordt afgespeeld, zegt collega Heinze Bakker dat de dood voor Koomen misschien wel een bevrijding was.
Theo Koomen, zo was er maar ien. Tentoonstelling in molen De Hoop, Wervershoof.
www.wervershoofsemolen.nlWeduwe weigerde medewerking
Het inrichten van het museum gebeurde zonder medewerking van de weduwe van Theo Koomen, Riet Langedijk. Zij wilde er niets meer mee te maken hebben, maakte zij Annie Wissink duidelijk. Het materiaal is deels van Janny Langedijk, de schoonzus met wie Koomen tot zijn dood een verhouding had en met wie hij een dochter kreeg, Netty.
Koomen leidde, zo wisten de collega's, een dubbelleven. Hij werd verliefd op de 17-jarige zus van zijn vrouw, maar durfde of vermocht niet te scheiden. Hij was geen man van beslissingen. Op de rouwcirculaire staat Ans als kind. Zo werd Netty aanvankelijk genoemd. Zij droeg ook bij aan de herdenkingsetages in De Hoop. In deze tijd zou Koomen door boulevardbladen en roddelprogramma's zijn gefileerd. Annie Wissink liet veel persbelangstellenden toe op de eerste dagen van de tentoonstelling, maar ze weerde SBS. Ze wilde niet dat het oude verhaal van Theo's lastige gezinssituatie, die volgens haar bij velen bekend was, nog eens de boventoon zou voeren. Riet Langedijk was die mening al eerder toegedaan.