Stiefmoeder trapt Quinten (2) dood
Opnieuw schokkend kinderdrama voor assisen
'Kom vlug. Quinten is van de trap gevallen en beweegt niet meer.' Els Lozie leek een radeloze moeder toen ze op 7 juli 2003 de hulpdiensten belde. De waarheid was anders: de tweejarige peuter was door zijn stiefmoeder doodgeschopt. Vandaag moet ze voor het assisenhof verschijnen.
Het heeft zeer lang geduurd voor Els Lozie over de brug kwam met de volledige waarheid over de dood van haar stiefzoontje. Wekenlang bleef ze maar volhouden dat het jongetje uit zijn bedje geklommen was en van de trap gedonderd. Ontelbare keren moest ze haar verklaringen bijsturen tot ze zichzelf helemaal klem gelogen had. 'Quinten deed lastig. Ik heb tweemaal op zijn buik gestampt', bekende ze eindelijk.
De feiten dateren van 7 juli 2003. De werkloze Els Lozie was toen alleen thuis met haar zes maanden oude zoontje Mike en met de tweejarige Quinten, het zoontje van haar vriend Gregory Verbeke uit een eerdere relatie. Het jongetje verbleef niet graag bij zijn papa en zijn stiefmoeder Els. 'Hij was zelfs bang voor haar', zegt zijn echte moeder. 'Hij werd 'snachts soms huilend wakker. Papa stout. Niet bijten. Niet Els gaan, schreeuwde hij dan.' Maar hij moest, want zo waren zijn ouders het overeengekomen.
Els Lozie had die dag weer eens weinig zin om zich met de kinderen en het huishouden bezig te houden. Het was haar allemaal wat boven het hoofd aan het groeien. Ze had tot tegen de middag geslapen, ze bleef daarna in pyjama rondslenteren, ze had geen zin om het middageten af te ruimen en toen haar vriend even wegging voor een paar boodschappen, begon die kleine Quinten ook nog eens van zijn oren te maken.
'Hij had zijn kleine broertje pijn gedaan met een stuk speelgoed', zei Els Lozie. 'Als straf wilde ik hem in bed stoppen, maar hij weigerde en zei dat hij naar zijn mama wilde. Ik heb hem meegenomen naar boven, maar hij bleef zich wild verzetten. Ik gaf hem een duw en toen hij om zijn moeder bleef roepen, heb ik uit volle macht op zijn buikje gestampt. Een keer met de hiel en een keer met mijn volle voet.'
De gevolgen waren verschrikkelijk: het jongetje spuwde bloed en hapte krampachtig naar adem, maar Els Lozie wilde de ernst van de situatie niet inzien. Ze legde de peuter in bed, ruimde de bloedsporen zorgvuldig op en toen haar vriend Gregory thuiskwam, keken ze samen naar de foto's van een uitstap naar Disneyland. Een kwartier later vertrok Gregory naar de werf van hun nieuwe woning. Els Lozie had met geen woord gerept over de toestand van zijn zoontje.
De man was het huis nog niet uit of Els spoedde zich weer naar boven, waar ze tot haar ontzetting vaststelde dat het jongetje amper nog bewoog en wellicht stervende was. 'Ik heb nog wat bloed van zijn mondje en neusje geveegd en ik heb nog over zijn borstje gewreven, maar hij reageerde niet meer', zei ze. Elke andere mens zou voor minder in paniek de hulpdiensten bellen, maar Els Lozie dacht vooral aan haar eigen vel.
Met een hallucinante koelbloedigheid stopte ze de zieltogende Quinten in verse kleren, legde hem in bed, ging naar beneden en probeerde dan pas telefonisch hulp te zoeken. Niet bij de dienst 100 maar bij haar vriend, haar moeder en een buurvrouw. 'Ik krijg Quinten niet meer wakker. Ik weet niet wie ik moet bellen', huilde ze. Het was maar show, want daarna stopte ze nog vlug de bebloede kleren in de wasmachine, ruimde de tafel af, trok zelf verse kleren aan en wachtte dan op de hulpdiensten.
'Het was opvallend hoe onverschillig ze erbij zat', zegden de ambulanciers die het jongetje in allerijl naar het ziekenhuis brachten. 'Het is waar, ze weende niet, ze toonde geen emotie en was koel', moest ook haar vriend Gregory vaststellen. Zijn ongeloof sloeg zelfs om in ergernis toen Els Lozie merkte dat haar sigaretten op waren. Ze stapte haastig in haar wagen, knalde tegen de auto van haar eigen moeder en ging bij de bakker een vers pakje halen. Toen ze terug thuiskwam, was Quinten dood.
Kon de dood van het jongetje echt niet voorkomen worden? De vraag doet op het proces weinig meer ter zake, maar ze zal vanzelf opborrelen bij de getuigenissen over eerdere sporen van mishandelingen. Op 9november 2002 bijvoorbeeld stelde een bezorgde huisdokter een zwaar gezwollen kaak vast. Uit zijn bedje gevallen, klonk toen de uitleg. En zo had Els Lozie wel elke keer een excuus als iemand opmerkingen maakte over het jongetje.
Ook de echte moeder heeft meermaals de wenkbrauwen gefronst toen ze de peuter na een weekendje bij zijn vader terugzag. Rond de jaarwisseling 2002-2003 raadpleegde ze een uroloog omdat Quinten rood en blauw zag aan de geslachtsdelen, drie maanden later haastte ze zich naar de spoedopname omdat op zijn wang de rode aftekening van een hand zichtbaar was en kort daarop kreeg ze haar zoontje terug met een onverzorgde snee in zijn oor. 'Toen ik zijn haar aan het knippen was, maakte hij plots een beweging met het hoofd', veronschuldigde Els Lozie zich.
Voor de assisenjury die over Els Lozie moet oordelen, wordt het een bijzonder moeilijke evenwichtsoefening. Ze is al meer dan vijf jaar in voorlopige vrijheid, ze heeft zich al lang weer verzoend met de vader van Quinten en ze hebben intussen nog twee zoontjes gekregen. 'Ze is een uitstekende moeder voor haar drie kinderen', zeggen alle diensten die de vrouw sinds haar vrijlating opvolgen.
Kunnen de gezworenen dat goeddraaiende gezinnetje zomaar weer uiteenrukken? Natuurlijk kan dat: drie weken geleden heeft een West-Vlaamse assisenjury hetzelfde gedaan met Iris Vanden Berghe, die terechtstond voor de foltering en uithongering van haar zeventienjarige zoon Davey. Ondanks de smeekbedes van haar drie andere kinderen, stuurden de juryleden haar voor dertig jaar naar de gevangenis.
http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?articleid=5E266DLO