2e gedeelte uit een column van Mario vd/ Ende op elfvoetbal :
quote:
Vakmanschap
Met deze ambtelijke en bureaucratische molens heeft Ton du Chatinier momenteel ook te maken. Ik kijk dan ook met belangstelling uit naar de manier waarop de KNVB 'de zaak Du Chatinier' deze week gaat oplossen. De Utrechtse interim-hoofdtrainer laat nu al weken zien over puur vakmanschap te beschikken, iets dat bij de amateurs al velen hadden vastgesteld. Hij nam het roer bij FC Utrecht over toen de club door allerlei ontslagperikelen in zwaar weer terecht was gekomen. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, lijkt hij zijn club vervolgens rechtstreeks de play-offs in te loodsen. En dat zonder de vereiste papieren!
De interim-coach is namelijk nog niet in het bezit van het hoogste trainersdiploma -- dat ontvangt hij pas in april -- en kreeg vanuit Zeist een dispensatie dat deze week afloopt. De formele Bonds- radertjes draaien dezer dagen dus op volle toeren, want er moet een besluit worden genomen.
In plaats van Du Chatiniers -- inmiddels onomstreden -- kwaliteiten centraal te stellen (door de dispensatie tot het einde van het seizoen te verlengen), verwacht ik dat er wel één of ander reglementartikel uit één van de bureauladen tevoorschijn getoverd zal worden, om hem voorlopig het werk te verbieden. Dat hij, vanaf zijn aantreden, wekelijks zijn team op het juiste spoor zet, telt dan niet. Of misschien is dat de controleurs in Zeist ontgaan.
Wellicht kan er even een telefoontje naar AC Milan worden gepleegd. Daar liep de interim coach -- samen met Patrick Kluivert -- onlangs stage. De no-nonsense en ongecompliceerde aanpak van Du Chatinier sprak zelfs de ervaren Milan coach Carlo Ancelotti enorm aan. Het personeel noemde hem op Minanello binnen een paar uurtjes "Calvo diretto", wat zoiets als "De directe Kale" betekent. Want het maakt de Utrechter niet uit met wie hij contact heeft, met AC Milan voorzitter Berlusconi of met AFC voorzitter Machiel van der Woude. Onder de noemer van "Ach, die hebben toch allebei ook maar één vader en moeder gehad", behandelt hij iedereen gelijk.
En of je nu AC Milan of FC Utrecht traint (of Spakenburg, AFC, Argon en Elinkwijk, topamateurteams die Du Chatinier altijd beter maakte en dat voor hem zo karakteristieke voetbal liet spelen) alle ploegen beginnen toch écht met slechts elf spelers aan een wedstrijd. 'Doe maar gewoon, dat is gek genoeg', is zijn handelsmerk.
Maar in werkelijkheid is het dat niet. Achter zijn 'eigenlijk heel normale' gedrag, zit wel degelijk een visie. Zijn jarenlange voetbalervaring heeft hem tot een onverstoorbare, kalme, evenwichtige en relativerende ("van trainerskroonprins naar Chocoprins is maar een kleine stap") persoonlijkheid gevormd. Met z'n enthousiasme en overtuiging zorgt hij er voor dat z'n spelers voor hem door het vuur willen gaan.
Musketiers
De robuuste voorstopper van weleer weet dus duidelijk wat-ie wil. Du Chatinier lijkt me ook geen type dat zich iets laat zeggen; écht zo’n type dat in de voetballerij altijd komt bovendrijven.
Als kind gepokt en gemazeld in de Utrechtse volkswijk Lombok, waar alleen de sterksten overleefden. Iemand die als jeugdvoetballer bij Velox -- en later FC Utrecht -- een opleiding kreeg, die in geen cursusboek te vinden is. Gewoon omdat hij deel uit maakte van trainer Han Bergers' selectie, die destijds bestond uit spelers als Wim van Hanegem, Joop Wilbret, Gerard van der Lem, Hans van Breukelen, Leo van Veen, Ben Rietveld en Koos van Tamelen. Een groep voetballers waar scheidsrechters die hen in die tijd moesten fluiten, nog wel eens gillend (en badend in het angstzweet) wakker van schrikken.
Dat team raasde destijds, als een soort Drie Musketiers-eenheid ('één voor allen, allen voor één') over de Nederlandse velden, hier en daar wat sporen achterlatend. Dat was jammer voor de tegenpartij, maar dat hoorde er in die tijd nu eenmaal bij. FC Utrecht had een groep spelers die (en dat is heel anders dan vandaag de dag) zowel binnen en buiten het veld voor elkaar opkwam. Typetjes die niet te beroerd waren om met z'n allen teamgenoot en wijkagent Ton de Kruijk even te komen assisteren, als deze hulp nodig had om in de Utrechtse binnenstad 'wat probleempjes' op te lossen.
Kortom: Du Chatinier heeft in z’n eentje meer voetbalervaring dan het gehele Zeister apparaat bij elkaar. En dan is het vreemd dat juist dit soort bureaucraten over de toekomst van een voetbaldier en vakman als Ton Du Chatinier moet beslissen. Zou het geen goed idee zijn om -- voorafgaand aan de midweekse zitting -- z'n oud ploeggenoten weer eens een keertje op te trommelen?