De geschiedenis van het Metropole theater begint met een lot uit de loterij. De heer Aad van Tol, die in 1933 al de oude Residentie bioscoop verbouwde tot Studio Theater, bekostigde de Metropole met de hoofdprijs die hij in een loterij had gewonnen (volgens sommigen won hij zelfs twee keer). Ook het geld dat hij met de verkoop in 1935 van het Studio Theater verdiende werd in de nieuwe bioscoop gestopt. De eerste steenlegging van het Metropole Palace theater (zoals het theater toen genoemd werd) werd verricht door James Adrianus, het één jarig zoontje van directeur Aad van Tol. In 1936 werd het majestueuse theater aan de Carnegielaan door Prins Bernhard geopend. Oorspronkelijk bestond het theater uit één grote zaal. Het pand was ontworpen door de architect Van den Hoek. De openingsfilm van Metropole Palace was de muzikale dansfilm “Top Hat” met Fred Astaire en Ginger Rogers.
![]()
(Foto: Pathé Foyer, nummer 4 - sept. 2000)
De theatersfeer was al te proeven bij de entree. Bij de kassa stond een portier in livrei die de wens van de bezoeker “Twee Stalles” herhaalde richting kassière. Deze scheurde de geperforeerde plaatsbewijzen af en schoof deze in de doorgeeflade met de vermelding van de prijs naar de portier. Deze herhaalde het bedrag en gaf na betaling de kaarten aan de bezoeker. Na dit ritueel resten nog slechts 3 marmeren treden om daarna weg te zakken in de zachte rode verlours vloerbedekking van de hal waar een tweede portier de toegangsbewijzen afscheurde en de bezoeker de richting aangaf naar de zaal of balkon. De garderobe werd in bewaring genomen en een in uniform geklede ouvreuse, die de bezoeker bij de ingang van de zaal of het balkon tegemoet trad, begeleidde de bezoeker naar zijn plaats. Zachte achtergrond muziek, aangepast aan het filmprogramma en een stemmingsvolle neon wandverlichting droegen bij aan het unieke theaterinterieur.
![]()
(Foto: Pathé Nederland)
Na het Neerlands Nieuws kwam er een één acter of een tekenfilm. Daarna werd het toneel vrijgemaakt voor een variété programma met zang, dans, muziek of conférences van o.a. Willy Alfredo, Het Cocktail Trio of De Spelbrekers. Vervolgens begon de hoofdfilm. Kassakrakers waren o.a. “Gone With The Wind” met in de hoofdrollen Vivian Leigh en Clark Gable. Een film die vele weken werd geprolongeerd. De komedie “It’s in the Air” met George Formby en de thriller van Alfred Hitchcock “Rebecca” werden wekenlang vertoond. Een filmbezoek aan de Metropole was voor het publiek een avond uit. In de foyer gingen vanaf 22.00 uur de voetjes van de vloer. Na de laatste filmvoorstelling werd het voorste gedeelte van de zaal vrijgemaakt en was het parket vrij voor “Dancing in the Night”. Elke avond, elke nacht, zeven dagen in de week speelde het Metropole huisorkest o.l.v. Dick Haak.
![]()
Het Metropole in 1995
(Foto Glenn Rovroy)
Het Metropole (zonder Palace), zoals de bioscoop later werd genoemd, was tientallen jaren een begrip in Den Haag. Tot de vaste bezoekers behoorden onder anderen ook Koningin Juliana en Prins Bernhard, die het theater meerdere keren bezochten. Het voltallige Nederlandse kabinet bezocht in de jaren zestig zelfs de film “Irma la Douce”. In 1985 werd de Metropole opgesplitst in vijf zalen waarbij het voormalige balkon de nieuwe grote zaal werd.
Op vrijdag 14 mei 2004 nam de bioscoop officieel afscheid van het publiek met de vertoning van vijf klassieke films: ‘Goldfinger’, ‘The Third Man’, ‘Some like it hot’, ‘The Westside Story’ en ‘Zeemansvrouwen’. De echte laatste dag van de bioscoop was echter op woensdag 30 juni 2004. Toen viel definitief het doek voor de Metropole.
![]()
De slopershamer maakte een einde aan Metropole.
(Foto ingestuurd door Dhr. Karel Kanits)
Een aantal Hagenaars hebben nog getracht om de sloop tegen te houden onder het motto: “Dit markante gebouw mag niet verdwijnen voor een appartementencomplex”. Tevergeefs, slopershamers hebben de bioscoop met de grond gelijk gemaakt. Wat rest is een stukje Haagsche bioscoopgeschiedenis.