Wat als een land omvalt?Het leek meer iets voor Zuid-Amerika, maar nu ook in Europa.![]()
14-10-2008 | Gepubliceerd 16:49
14-10-2008 | Laatst bijgewerkt 17:18
Een land dat failliet gaat. Het is bijna niet te bevatten, maar het gebeurt. Ook landen kunnen omvallen, zo bewezen vooral landen in Zuid-Amerika regelmatig. Nu is IJsland waarschijnlijk aan de beurt. Maar als je land failliet gaat, wat gebeurt er dan?
We blijven bij IJsland als voorbeeld. Ongeveer éénderde van de economie bestond uit de financiële sector, die grotendeels weer bestond uit drie - inmiddels omgevallen - banken.
Die drie banken hadden bezittingen, inclusief leningen, die negen keer groter waren dan IJsland's bruto nationaal product.
De netto buitenlandse schuld van de banken was 2,5 keer groter dan het bruto nationaal product van het land dat iets meer inwoners heeft dan de gemeente Utrecht.
Daarnaast importeert het land meer dan het exporteert, en heeft het een gierende inflatie. Er komt dus minder geld het land binnen dan het uitgeeft, en het geld dat binnenkomt, wordt minder waard.
Dat is hét recept voor het gerecht 'Faillissement'. Het werd vorige week feitelijk aan de IJslanders opgediend toen bleek dat de bankensector van IJsland, en als gevolg daarvan de IJslandse regering, niet meer aan de uitstaande schulden kon voldoen.
Feitelijk, want van een echt, officieel faillissement is geen sprake. Nog niet.
De banken werden in allerijl genationaliseerd door de IJslandse overheid. Het interbancair verkeer, tussen de IJslandse banken en instellingen in het buitenland, kwam tot stilstand.
Vrijwel niemand kan of wil daardoor de IJslandse krona-munt nog kopen, waardoor de krona snel aan waarde verliest.
Daardoor worden importgoederen met de dag, en in sommige gevallen zelfs met het uur, duurder. Inflatie dus, en wel van op zijn minst 15 procent per dag.
Dat betekent dat de netto salarissen fors lager worden. Er moet op vrijdag immers veel meer betaald worden voor een brood, dan op de maandag ervoor.
De koopkracht van IJslanders neemt razendsnel af. En dat zorgt er weer voor dat mensen veel minder gaan kopen, wat weer grote negatieve gevolgen heeft voor de IJslandse economie.
Lokale ondernemers verkopen immers vrijwel niets meer. De economie, het land komt letterlijk krakend tot stilstand.
De volgende stap in dit proces kan zijn dat het land de schuld die het aan het buitenland heeft niet meer kan betalen. Dat gebeurde in Argentinië in 2002.
Dat land verkeerde in een vergelijkbare situatie: de regering kon de uitstaande leningen, ter waarde van 93 miljard dollar, niet meer betalen.
Gewelddadige demonstraties en protesten teisterden de straten van Buenos Aires. Financiële instellingen en filialen van multinationals moesten het ontgelden.
Gewelddadig zijn ze in IJsland nog niet, maar de IJslandse media berichten deze dagen al wel over demonstraties tegen de regering.
Net als IJsland nu, riep Argentinië de hulp in van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank om als bemiddelaars en geldschieters op te treden richting de schuldeisende banken.
Niettemin is Argentinië nog steeds niet uit de problemen.
Het moet nog steeds boeten voor het faillissement uit 2002, en dat terwijl het Zuid-Amerikaanse land een veel groter bruto nationaal product, een groter en diverser exportpalet en een veel grotere bevolking heeft dan het nietige IJsland
IJsland moet ook boeten en tegelijkertijd uitkijken dat het niet een heus nationaal faillissement beleeft.
Indien IJsland echt failliet wordt verklaard, ligt het in de lijn der verwachtingen dat andere landen er bij het IMF op aandringen dat IJsland de facto onder curatele wordt gesteld.
Dat heeft het IMF in Argentinië al eens gedaan, al mocht het niet zo heten.
Het komt er hoe dan ook op neer dat het IMF met de schuldeisers, dus ook onze eigen minister Wouter Bos, gaat onderhandelen over een afkoopregeling voor de uitstaande schulden.
Dat is in ieder geval beter dan dat individuele landen de IJslandse bezittingen in hun land bevriezen, zoals de Britse regering deed.
Als het verleden een leidraad is, neemt het IMF alle schulden over en draagt het IJsland op om de schulden aan het IMF af te betalen tegen een vastgestelde rente. Het fonds betaalt de uitstaande kredieten dan terug aan de schuldeisers.
Dit heeft doorgaans vergaande repercussies voor het onder curatele gestelde land. Argentinië werd door de het IMF min of meer opgedragen om fors te bezuinigen op overheidsuitgaven, vooral op het gebied van sociale voorzieningen.
Daarnaast eiste het fonds dat de Argentijnse economie hervormd werd.
Dat leidde weer tot nieuwe protesten van de bevolking en de Argentijnse regering ging liever nieuwe leningen aan om de uitstaande schulden bij het IMF af te lossen, dan de eisen van het fonds in te willigen.
Die luxepositie heeft IJsland niet. Het bruto nationaal product is eenvoudig te klein, de staatsschuld te hoog en de nationale munt te waardeloos om te dienen als onderpand voor leningen.
Het is voor IJslanders te hopen dat de regering snel tot een overeenkomst komt met het IMF en de schuldeisers.
Vorig jaar riepen de Verenigde Naties IJsland nog uit tot "het beste land om in te wonen", vanwege de hoge inkomens en uitstekende (zorg-)voorzieningen.
Die prijs zal het land de komende jaren niet meer krijgen.
Kaj Leers