quote:
WARS VAN POESPAS
Succescoach is in zes jaar uitgegroeid tot boegbeeld van FC Groningen
GRONINGEN, zaterdag
n zijn werkkamer in de Euroborg toont een vereerde Ron Jans trots het horloge dat om zijn linkerpols zit. Het uurwerk is een geschenk van de spelersgroep ter ere van zijn 50e verjaardag, die hij ruim drie weken geleden vierde. „Ik zag heel erg tegen die dag op, maar het was fantastisch. Dat zat ’m in allemaal kleine dingen, waar veel waardering uit sprak. Raymond Libregts (assistent-trainer) haalde me op met zijn oude Daimler. Ruud Hesp (keeperstrainer) had een metershoge abrahamopblaaspop op het trainingsveld neergezet. Daaromheen stonden allemaal supporters. En de spelers boden mij tijdens de nabespreking van de gewonnen wedstrijd tegen Feyenoord een horloge aan. Een klokje dat perfect bij mij past, eentje zonder poespas dus.”
Op zijn verjaardag werd dus nog maar eens duidelijk dat de inwoner van het Drentse Schipborg bijzonder geliefd is binnen alle geledingen van FC Groningen. In sneltreinvaart is Jans uitgegroeid tot het nieuwe boegbeeld van de club. „Zoals onder anderen Piet Fransen en Jan van Dijk dat in het verleden waren, ben ik nu één van de boegbeelden. Maar iemand als Hans Nijland (algemeen directeur) is dat in mijn ogen ook. Als je in de rest van Nederland naar FC Groningen vraagt, dan wordt de club wel vaak aan mijn naam gekoppeld, denk ik. Dat is prima. Ik ben hartstikke trots op FC Groningen en dat wil ik ook uitstralen.”
Toen Jans tijdens het seizoen 2002/2003 in dienst trad als hoofdtrainer, kon hij alleen maar dromen dat FC Groningen in een tijdsbestek van zes jaar zo’n geweldige groei zou doormaken. „Ik durfde erin te stappen, omdat ik het als een grote kans en uitdaging zag. Ver vooruitkijken deed ik niet. Het was voor mij ook een onverwachte overstap, want ik was op dat moment assistent-trainer bij Emmen. Kijk nu maar naar Roda JC. Die club heeft een vacature, maar het zou niet logisch zijn als ze bij de opvolging van Raymond Atteveld voor een assistent-trainer uit de Jupiler League kiezen. Wat dat betreft, heb ik ook geluk gehad. Achteraf is gebleken dat het voor alle partijen een heel goede keuze is geweest.”
Jans, vader van drie zonen, geniet zichtbaar met volle teugen van zijn huidige job. Hij roemt vooral het soepele samenspel in de organisatie van FC Groningen, waarbij het intern al tijden opvallend rustig is. „De prettige samenwerking is misschien wel de hoofdreden waarom ik het hier zo fantastisch naar mijn zin heb. Ik kan werken zoals ik graag wil, vanuit mijn eigen kracht. Veel mensen lopen hier allang rond. In mindere tijden merk je pas echt of iedereen elkaar steunt. Dat is bij deze club absoluut het geval”, meent Jans, die zelf een groot aandeel heeft gehad in de totstandkoming van een goede samenwerking. „Hoe? Door goed te communiceren en iedereen duidelijk te maken wat zijn of haar taak is. De uitstekende prestaties zijn niet mijn succes, maar de verdienste van de hele club.”
„Ik vind het leuker om te geven dan te krijgen”
Net als FC Groningen heeft ook Jans zich de afgelopen jaren volop ontwikkeld. De geboren Zwollenaar zegt in de loop der jaren een stuk verstandiger te zijn geworden. „Ik kan nu beter met conflicten omgaan en conflicten voorkomen. Dat is heel belangrijk, al zijn conflicten op z’n tijd alleen maar goed. Als je jezelf wilt ontwikkelen, heb je die zelfs nodig. Een conflict kan ertoe leiden dat je afscheid van iemand neemt, maar je kunt daardoor juist ook een betere band krijgen.” Met dank aan zijn rechterhand Libregts heeft Jans geleerd veel meer zaken uit te besteden. „Ik had altijd de neiging om alles zelf te doen.”
Wat Jans wel trouw zelf blijft doen, is bij uitwedstrijden de meegereisde supporters van FC Groningen bedanken voor hun komst. Zoals hij ook steevast zijn stoel verlaat als de fans ’Sta op voor FC Groningen’ zingen.
Jans, grijnzend: „Daar ben ik ooit een keer in een impulsieve bui mee begonnen. Ik durf nu niet meer te blijven zitten, want dan denken de mensen dat er iets aan de hand is met mij.”
In de Amsterdam ArenA staat hij vanavond voor het eerst tegenover de trainer Marco van Basten. „Vanwege zijn uitstraling en alles wat hij in het verleden heeft meegemaakt, is dat wel speciaal. Als ik hem tegenkom, is dat anders dan als ik bijvoorbeeld André Wetzel (trainer ADO Den Haag) tref. Maar we spelen tegen Ajax, niet tegen Van Basten”, zegt Jans.
In het verleden ging hij als voetballer trouwens al wel een keer in Amsterdam de strijd aan met Van Basten. Op 2 oktober 1983 in De Meer startte zowel Van Basten (Ajax) als Jans (FC Groningen) in de basis. Een duel dat eindigde in 1-1, met Van Basten en Adri van Tiggelen als doelpuntenmakers. „Dat kan ik me niet meer heugen”, bekent Jans, die eerder dat jaar twee keer trefzeker was in een legendarische wedstrijd tegen Ajax (5-5). „Ik leef niet in het verleden. Veel wedstrijden van vroeger kan ik me nog wel herinneren, maar de bijbehorende jaartallen haal ik door elkaar. Als ik op vakantie ga, neem ik ook nooit foto’s. Het verleden is geweest en ik heb geen tijd om alles terug te kijken. Dan zet ik liever een cd’tje op als ik even niets te doen heb.”
Na zijn spelersloopbaan, waarin Jans uitkwam voor PEC Zwolle, FC Groningen, Roda JC, Mazda Sport (Japan) en Veendam, ging hij aan de slag als leraar Duits. Een baan die goed te combineren was met het trainerschap bij de amateurs. „In het onderwijs heb ik ontzettend veel geleerd. De periode waarin ik docent was, heeft me absoluut gevormd.”
Mede door zijn achtergrond als onderwijzer is hij altijd nuchter in het leven blijven staan.
„Sommige mensen in de voetballerij gedragen zich wereldvreemd. Ze laten zich verblinden door de waan van de dag en het grote geld. Daarom is het goed om een lerarensalaris gehad te hebben. Dan weet je uit eigen ervaring dat het niet normaal is dat je een hoog salaris opstrijkt. Ik vind het helemaal niet erg als mensen iets opvallends doen qua kleding, auto’s of juwelen, zolang dat maar geen negatieve invloed op je gedrag heeft. Je mag best in een Porsche rijden, maar ik kan er helemaal niet tegen als iemand zich dan arrogant gaat gedragen of neerkijkt op anderen. Daar ben ik heel gevoelig voor.”
„Ik ben trots op mijn club. Dat wil ik ook uitstralen”
Wat dat betreft, is het nuchtere, Groningse land een ideale werkomgeving. Voor Jans is het werken met een groep elke keer weer een uitdaging. „Ik hoorde laatst dat één van de drie grote angsten van mensen is om in het openbaar voor een groep te spreken. Ik vind het juist heerlijk om anderen te boeien, te inspireren, ergens heen te leiden of te prikkelen, zonder dat het amusement wordt.
Het gaat erom de boodschap goed te verkopen. Ik vind het leuker om te geven dan te krijgen.”
Dat betekent uiteraard niet dat Ajax zo maar de drie punten cadeau krijgt van de koploper in de eredivisie. Jans is al wekenlang druk bezig de euforische stemming rondom het ongeslagen FC Groningen te temperen. „We hebben een goede start gemaakt, maar zijn pas vijf wedstrijden onderweg. Dat is geen tijdperk waar je conclusies uit kunt trekken. Ik merk wel dat het makkelijker werken is als het goed gaat. Ik hoef veel minder energie te stoppen in brandjes blussen en het verdedigen van jezelf, de club of spelers.”
Jans weet nog steeds niet waar zijn op volle toeren draaiende elftal precies staat. „Er staat een goed team, maar tot dusver zijn onze zwaktes nog niet boven komen drijven. Dat komt vanzelf een keer. De eerste schifting is misschien gemaakt. Roda JC en Vitesse hebben na vijf duels al een achterstand van elf punten op ons. Dat is lastig in te halen dit seizoen.”
Tegen titelkandidaat Ajax stuurt Jans in ieder geval een zelfverzekerde ploeg het veld in. „Wij zijn niet meer bang voor de topclubs. Het kwaliteitsverschil is een stuk kleiner geworden. Bij topclubs worden voetballers aangetrokken die meteen moeten presteren, terwijl wij inzetten op ontwikkelen. Bij een club als FC Groningen krijgt een speler meer tijd en is er minder druk. Dit verschil in benadering werkt de laatste jaren in het voordeel van de subtoppers.”
Telegraaf